N". 154.124» Jaargang.1881.
Maandag 4 Juli.
Schutterij.
Stremming van het verkeer langs
de Veersche brug.
Middelburg 2 Juli.
De brand te Vlissingen.
FEXJXXjLBTOJST.
10
De dochter van lord Maskelyne,
ROSA MACKENZIE KETTLE.
B IJ VOEGSEL
MIDDELBERGSCHE COURANT.
De burgemeester ep wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat de commissie, welke ingevolge art. 15 der
wet op de schutterijen, van den llen April 1827,
voor dit jaar binnen deze gemeente is samenge
steld tot het onderzoeken van en beslissen om
trent de redenen van vrijstelling en uitsluiting,
hare zittingen zal beginnen op het raadhuis dezer
gemeente den 12en Juli 1881 des voormiddags te
10 uren. Zij herinneren voorts de belanghebbenden
aan de art. 9, 10, 11, 12, 13 en 16 van Zijner
Majesteits besluit van den 28en Juni 1828 {Stil. no
42), terwijl diegenen, welke vermeenen mochten
op grond van art. 23 der wet aanspraak te kun
nen maken om bij de reserve te worden geplaatst,
zich eveneens op den 12en Juli a. bij de commissie
zullen moeten aanmelden.
Middelburg, den 1 Juli 1881.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat, wegens de vernieuwing van de Veersche
brug, de passage daarover van Maandag 4 Juli a.
voor voetgangers tot Badere aankondiging zal zijn
gestremd.
Middelburg, den 1 Juli 1881.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Gisteren middag omstreeks half vier werd
brand ontdekt in de machinekamer van de fabriek
op de werf der kon. maatschappij De Schelde, en
korten tijd daarna stond de geheele fabriek in
vlammen.
Ofschoon behalve de spuit vau de werf zelve, vier
brandspuiten van Vlissingen, benevens die van het
garnizoen, de marine en den waterstaat, aanrukten,
was de fabriek niet meer te redden. Het steenen
gebouw, met zijne koBtbare machines, waaronder
«enige die ter aflevering gereed stonden, de zich
ia het gebouw bevindende modelmakerij, de
mallenzolders, waarop zich voor een niet te
DÓÓR
HOOFDSTUK V.
HET ZUIDEN VAN HET CHEBIOTdÉBÉBGTÊ.
Ditmaal, - wij gingen nu naast elkaar, waagde
ik het eerbiedig de blanke hand, die mij verbonden
had, te vatten. Geen ridder uit den ouden tijd
kon met meer ontzag die blanke vingers hebbeD
aangeraakt.
„Ik was ik ben Harry Forbes, de
arme herdersknaap, dien gij Z00 welwillend ver
zorgd hebt," zei ik, „zoudt gij my niet willen
zeggen onder welken naam ik voortaan voor n
mag bidden, geiyk ik tot nog toe steeds gedaan
heb zonder dien te kennen?"
Mijn naam is Marguérite Duval. Mijn groot
vader was pachter in Normandië, en behoorde tot
denzelfden stand als gij. Maar wij hebben een
goeden voogd, die ons een goede opvoeding heeft
gegeven. Gij begrijpt, dat is louter toeval.
Hare woorden verheugden mg, ofschoon ik
overtuigd was dat zij zich altgd in hooger kringen
bewogen had dan ik. Maar ik was toch blij dat
*9 niet van adellijke geboorte was.
schatten bedrag aan mallen bevond, de teeken
kamers en de bureaux der ingenieurs, met al wat
er zich in bevond, werden een prooi der vlammen.
Intusschen waren de brandspuiten van Souburg,
Biggekerke, Koudekerke, Ritthem, Middelburg
(A, B en C), Nieuw- en St. Joosland en Grijps-
kerke achtereenvolgens op het terrein van den
brand aangekomen en werden massa's water, dat
gelukkig in de nabyheid was, in het brandende
gebouw geworpen. Telkens wanneer een stuk
muur of een gebint naar beneden viel, sloegen
de vlammen opnieuw uit en spatten de vonken in
't ronde. Met de uiterste krachtsinspanning slechts
gelukte het dan ook het op slechts zeer korten
afstand staande houten gebouw, waarin het maga
zijn en de ketelmakerij zich bevinden, te bevei
ligen en om de overdekkingskappen, waaronder
een vijftal stoomschepen, een waarde van meer
dan 350.000 vertegenwoordigende, bijna gereed
ter aflevering stonden, te bewaren.
Dit mocht, wyi het bijzonder stil en de wind
zuidelijk was, gelakken en ofschoon te 6 uren nog
alles brandde, wa3 het toen reeds te vermoeden
dat men den brand meester zon zijn. Een half
uur later had men daarvan de zekerheid, en ook
de nog niet door het vuur aangetaste gebouwen
en de kappen, die reeds vuur gevat hadden,
waren toen gered.
De brandweer van de verschillende plaatsen
deed flink haren plicht en werd trouw bijgestaan
door de manschappen van Z. M. monitor Hydra
en de soldaten van het garnizoen.
Eene schadeberekening is nog niet te maken,
doch volgens zeer globale schatting is er voor
meer dan ƒ300.000 vernietigd, want behalve dat
het van den staat in erfpacht bezeten gebouw,
dat op 70.000 geschat wordt, een puinhoop is,
zyn al de machines, die duizenden hebben gekost,
onbruikbaar geworden en tot de waarde van oud
ijzer teruggebracht.
De eigendommen van de maatschappij De Schelde
zyn verzekerd op beurspolis, voor 't meerendeel bij
buitenlandsche maatschappijen; evenwel zal de
directe schade voor De Schelde niet onbelangrijk
zijn, terwijl de indirecte niet te berekenen is.
Gelukkig is geen enkel persoon by den brand
gekwetst.
Den ganschen nacht smeulden de puinhoopen
en de Vlissingsche spuiten bleven tot den morgen
werkzaam. Heden morgdn werd ook onder de
puinhoopen nog hier en daar vuur waargenomen.
Omtrent de oorzaak van den brand bestaan
niets dan gissingen, 't schijnt echter vast te staan
dat in de stookplaats de brand begonnen is.
Voor Vlissingen is de ramp groot. Op de Schelde,
een der bronaders van het leven der stad, werken
tegen goed daggeld ongeveer 300 personen, waar
van nu waarschijniyk een groot deel buiten
„Laat ons naar binnen gaan", zei zij, terwijl
dezelfde bezorgde trek, dien ik den vorigen avond
opgemerkt had en die haar zooveel ouder maakte
op haar gelaat kwam. „Ik zie mgn zuster aan
het venster naar my uitzien. De arme Blanche
is niet gewoon veel voor zich zelf te doen en ik
help haar altyd by het kleeden. Zg is niet sterk,
maar een engel, ieder heeft haar lief."
Zonder verder een woord te spreken ging Mar
guérite in huis, de oude eikenhouten trap in den
hoek van de zitkamer op, alsof zg haar geheele
leven hier bekend was geweest. Het volgende
oogenblik hoorde ik vroolijk gelach en gepraat
door het venster van het vertrek, dat ik sedert
altgd de kamer der Fransche zusters noemde.
Terwyi myne logées zich te goed deden aan
het huisbakken brood, de versche eieren, room
en boter, dat vrouw Brand netjes voor haar had
klaar gezet in het salon, ging ik naar vriend
Hurst om de pony met het dameszadel te leen te
vragen, waarop zijn kleindochter Susanna altijd
reed als zij hem bezocht.
Hg stond voor de deur tegen dat het ontbgt
was afgeloopen, want ik besefte dat het mijn
plicht was, in dit geval te zorgen dat mijne gas
ten zoo spoedig mogeiyk konden vertrekken. Ik
zag echter met een beklemd gemoed de beide
blonde meisjes de deur uitkomen en den tuin door-
gaau tot aan de berken.
Marguérite sprak niet, maar keek rechts en
links, als om do voorwerpen die haar omringden f
werk zullen komen, wijl de opbouw van de
fabriek zeker eenige maanden vorderen zal.
Zlerlkzee, 1 Juli. In eene heden gehouden
vergadering is het bestuur verkozen van
eene hier op te richten landbouwschool. Het zal
bestaan uit de heeren A. Anker, H. J. Bastmeijer,
W. Koole, J. van der Linden, W. A. Ochtman,
M. Gouvée en jhr. mr. W. A. de Jonge.
De Goesche courant verschgnt met een nieuwe
letter, welke haar in staat stelt met behoud van
het formaat den inhoud der courant te vermeer
deren. Terwgl het corps du journal vier kolom
men telt, wordt voortaan de breedte der courant
voor de advertentiën in vijf kolommen verdeeld.
Het Utrechtsch Dagblad voldoet aan de opmerking
van enkele lezers en het advies van een beroemd
Utrechtsch oogheelkundige door eene nieuwe letter
te nemen en wit tusschen de regels te brengen.
De commissie benoemd tot het afnemen van
de examens als apothekers-bediende, heeft, in
hare gisteren gehouden zitting, vgf candidaten
geëxamineerd en aan geen van allen eene akte
van bevoegdheid uitgereikt. Alle trokken zich
gedurende het examen terug.
Behalve het reeds door ons vermelde zal in de
vergadering der provinciale staten van Zeeland^
welke Dinsdag avond wordt geopend, waarschijn
iyk worden behandeld het naar de bezwaren van
hel ministerie van binnenlandsche zaken gewyzigd
reglement op de wegen en voetpaden in Zeeland,
en eene ontwerp regeling voor den provincialen
waterstaatsdienst.
De begrootingderenkelprovinciale
en huishoudelgke uitgaven voor de
provincie Zeeland voor den dienst 1882 bedraagt
in ontvang en uitgaaf 371,740.65§, waarvan
ƒ290,223.25 gedekt zal moeten worden door de
heffing van twee en dertig opcenten op de
hoofdsom der belasting op de gebouwde en
ongebouwde eigendommen en van vier en
twintig opcenten op de personeele belasting.
Andere inkomsten zyn het batig slot der re
kening 1879 9916.00§, tol en steigerrechten
13.757.50; baten van de provinciale eigendommen
ƒ3100; ontvangsten van verschillenden aard
en toevallige baten 54.443.90, waaronder
f 46,129.90 teruggaven van verschillende besturen
enz. van rentelooze voorschotten voor middelen
van verkeer.
De uitgaven betreffenjaarwedde der niet op
de provinciale griffie werkzame ambtenaren en
hunne reis- en verblijfkosten ƒ18.795; aanleg en
te herkennen. Blanche steeg op de hit en haar
zuster liep er naast.
Onze weg voerde ons recht over de Heide; maar
er waren geen gevaren te duchten. Als een
slang kronkelde het witte rgpad zich over de
heuvels, terwgl het graniet, waarmede het gepla
veid was, in de zon glinsterde, totdat het opeen
breeder, drukker weg liep, die eveneens glinsterde
en zoo droog was dat een dame er met satgnen
schoentjes op had kunnen loopen.
Ondanks het aandringen van Blanche om ook
eens op den pony te rijden, wandelde Marguérite
den geheelen weg.
„Ik ben sterk", zei zy, „en ik doe niets
liever dan wandelen, vooral op zulk een heerlij
ken morgen."
Zelfs de Heksendoorn zag er vriendelijk uit, met
eenige bloemen van den Meidoorn getooid, aan
de zijde die het minst van den wind te lijden
had. Wg hielden stil om naar de Heks met
haar vriendelijker uiterlgk te zien. Marguérite
zuchtte toen zij zich ervan afkeerde. Ik zou
alles hebben willen geven om te weten waarom?
Blanche was daarentegen zeer opgewekt. Die
lange rit beviel haar en zij praatte druk. Ik zag
dat haar verstand op een laag peil stond, evenals
dat van een kind, dat men om haar zwakke
gezondheid verboden heeft te leeren. Marguérite
werd hoe langer hoe ernstiger en stiller en dat
was natuurlyk.
Ik stemde met een der kinderlijke opmerkingen
onderhoud van provinciale wegen en werken
ƒ43.270; onderhoud en lasten van eigendommen
f 178.70 renten en aflossingen van geldleeningen
f 87.400provinciaal blad en drukwerk f 4510
kosten van verpleging van arme krankzinnigen
ƒ4100; uitgaven door bijzondere wetten aan
de provincie opgelegd 110.050, waaronder
100.000 voor calamiteuse poldersandere uitga
ven ƒ68.170 (waaronder subsidie voor een stoom-
bootdienst tusschen Walzoorden en Vlake f 11.000;
kosten voor den stoombootdienst op de Wester-
Schelde f 30.500, subsidie voor de spoorbootmaat
schappij 13000 en voor tramwegen f 8000); on
voorziene uitgaven f 35.266.951
De begrooting der kosten van het
provinciaal bestuur, voorzooverhet
rijksbstuur is voor den dienst 1882, bedraagt
f 61.997, verdeeld in vier hoofdposten jaarwedden
en schrijfloonen ƒ47900; bureau en lokaalbehoef
ten, drukwerk, onderhoud, lasten en huur van
gebouwen f 10.297reis en verblgfkosten van
den commissaris des konings, de gedeputeerde
staten, den griffier en de ambtenaren 800 en
van de leden der staten 3000. Het eindcijfer
dezer begrooting is 927 lager dan ten vorigen jare.'
Holland voert op het oogenblik vee uit naar
Amerika.
Men heeft op de tentoonstelling te Londen gej
leerd hoe voortreffelgk het Hollandsche melkvee
is, en de heer Judson Smith, uit Syracuse in den
staat New-York, doortrekt thans de vette weiden
van den Beemster om Hollandsche runderen te
koopen. Zoodra hij er honderd bijeen heeft, die
waard zyn in het stamboek van het Amerikaan-
sche vee te worden ingeschreven, trekt hy met
deze schoone kudde over zee naar het westen.
Maar in het land der vrachtschippers van Europa
kan hij geen boot vinden om ze te vervoeren. De
stoombootmaatschappgen te Amsterdam en Rot
terdam, die landverhuizers naar Amerika brengen,
willen natuurlijk geen vee aan boord nemen, en
andere booten zijn niet in de vaart. De kudde
moet dus gedreven worden naar Antwerpen, dat;
dank zg de verstandige binnenlaudsche staat
kunde van België, een groote koopstad met
een groote vloot geworden is, welke van alle
zgden toevoer ontvangt langs wegen en kanalen.
Doch wellicht wordt uitgerekend, dat een omweg
langs Antwerpen toch eigenlijk ook niets beduidt
voor het Noord-Hollandach vee.
{Handelsblad.)
De afdeeling „zekerheidstelling voor ambtenaren
en beambten" van de vereeniging Eigen Hulp
schrijft eene leoning uit van éen millioen, waarvan
eene eerste serie van 250.000 a 4J °/o zal worden
van Blanche in: ik wensobte ook dat de weg
over de heidevelden maar altyd en altyd mocht
doorgaan. Ik telde de mijlen en telkens als wij
een bekende grenspaal voorbg gingen voelde ik
een schok. Zulk een ongeluk, dat mg gedurende
zoovele uren tot den beschermer van twee zulke
mooie meisjes maakte, zou naar alle waarschgn-
lijkheid wel nooit meer plaats hebben en wij
zouden weldra voor altyd moeten scheiden.
Bij de laatste steenen wal hield ik stil, nadat
ik van den grooten weg was afgeweken door een
herderspad in te slaan, dat den weg aanmer-
keiyk verkortte.
„Hier moeten wy scheiden", zei ik, „FroliO
kan niet verder gaan en ik moet hem by zijn
meester terug brengen; het pad binnen dezen wal
is een particuliere weg en voert u regelrecht
naar het achtererf van Stonelands,"
Blanche keek eensklaps ernstig en zei: „O dat
spijt mij! kom toch even binnen om te rusten."
Marguérite had zich gebukt om onder aan den
muur een takje vergeet-my-nietjes te plukken,
een klein onbeduidend bloempje.
„Moeten wij nu scheiden?" zei zij, zonder de
uitnoodigiug van haar zuster te herhalen. „Mis
schien is het beter. Wij zullen nog eens terugkomen
om u voor uw gastvryheid te bedanken.
Zij legde haar hand in de myne en door het
een of ander toeval bleef het bloempje, dat zij
geplukt had, in mijn hand. Ik heb bet tot op den
huidigen dag bewaard.