Z. M. de koning en de koningin zullen den 6
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kerknieuws.
meente- en armbesturen zou ontstaan, indien de
verhooging geheel voor hunne rekening werd
gelaten. Het gevolg daarvan zou misschien kunnen
zijn dat die bestnren minder bereid zonden bevon
den worden om de steeds zoo wenscheiijke
spoedige overbrenging der krankzinnigen te be
vorderen.
Heden middag werd door commissarissen van den
polder Walchereo uitvoering gegeven aan het in
de laatste vergadering van het polderbestuur ge
nomen besluit en aan den heer P. Lampert, ont
vanger van den polder, als bewijs van waardeering
zijner öOjarige diensten, een prachtige zilveren
inktkoker, met toepasselijk inschrift aangeboden.
Door het voorloopig bestuur van de Vereeniging
ds Ambachtschool alhier is aan den gemeenteraad
het verzoek gericht om deze voor deD werkmans
stand zoo nuttige onderneming krachtdadige
ondersteuning te willen verkenen.
Naar wij vernemen worden de locomotieven
voor den stoomtramweg heden avond of morgen
verwacht, terwijl de wageus de aanstaande week
hier zullen komen.
De werkzaamheden aan de brug op den Vlis.
singschen weg zijn aangevangen en de noodige
materialen voor de Langeviele binnenbrug reeds
aangevoerd. Maandag wordt met dit laatste werk,
dat drie of vier dagen vorderen zal, begonnen.
Vermoedelijk zal Dinsdag of Woensdag een
proeftocht worden gedaan.
De commissie, benoemd tot het afnemen van
de examens van apothekersbediende, beeft in hare
heden gehonden zitting aan vier candidaten eene
akte van bevoegdheid uitgereikt, zijnde: mejnffa.
R. J. J. Giroldi, C. W. Feykes, H. S. L. Sweers,
A. C. Scbrekker, alle geboren te Amsterdam.
Eene candidate heeft zich onder het examen
teruggetrokken.
Het examen wordt voortgezet.
Op de hedeu te Vlissingen gehouden algemeene
vergadering van aandeelhouders der stoomvaart
maatschappij Zeeland zijn benoemd tot commis
sarissen, in plaats van wijlen den heer F. Wibaut,
de heer J. Spanjaard, te Vlissingen en tot
vervulling der bestaande vacature, de heer F. Cf.
Sprenger, te Middelburg.
Te Vlissingen heeft de jaarlijksche algemeene
vergadering der Mij. tot Exploitatie van gronden
plaats gehad. Er werd besloten, evenals in het
vorige jaar, het saldo der winst- en verliesrekening
op nieuwe rekening over te brengen.
Volgens rooster moest als commissaris aftreden
de heer mr. H. W. 's Jacob van Rotterdam, die
als zoodanig herkozen werd, terwijl in de plaats
van den heer J. Urban, die zijn ontslag had geno
men, als commissaris werd benoemd de heer
Lijster, directeur der Rheinische Baugesellschaft
te Keulen. (Vod.)
In de gisteren gehouden vergadering van den
raad van state, werd o. a. behandeld het geschil
tusschen gedep. staten van Zeeland en den gemeen
teraad van Zierikzee, omtrent de bestemming van
het burgerweeshuis aldaar.
Rapporteur was de staatsraad mr. J. Heems
kerk Az., gemachtigde van den gemeenteraad en
van regenten van het weeshuis mr. Ermerins, die
de quaestle breedvoerig toelichtte.
De toegang tot de heden alhier geopende ten
toonstelling van bloemen, planten enz. der Vereen,
t. bev. v. tuinbouw in Zeeland zal, naar wij ver
nemen, morgen (Vrij dag) van 4 uren 's middags af
die haar bediende alles zou doen wat in haar
vermogen was om haar van dienst te zijn, ging
ik weer heen.
De jongste zuster dankte mij vol opgewonden
heid: zij scheen volmaakt gelukkig, genoot als
een kind van de warmte en het gerief aan mijn
hniselijken haard en scheen al het geleden ongemak
vergeten te zijn.
En toch stelde ik het eene woord, het bevallige
gebaar en den betraanden, dankbaren blik van
haar bezadigder zuster veel meer op prijs.
Nu de noodzakelijkheid van bandelen voorbij
was schenen zij de rollen verwisseld te hebben.
Ofschoon ik mij niet bij mijne gasten had willen
indringen, voelde ik ook geen lust om het gezel
schap in de keuken op te zoekenik ging dus den
tuin in, liep het pad onder de overhangende
hazelnotenboomen, waar de regen nog niet door
heen drong, op en neder, totdat ik het venster
beneden donker zag worden en aan het licht
boven merkte dat de zusters gingen beproeven
eenige rust onder mijn nederig dak te genieten.
Ik stond mijn kamer aan de weduwe af en
ging zelf in den armstoel bij het vuur zitten;
maar ik had een zeer onrnstigen nacht. Allerlei
vizioenen verstoorden mijn slaap; ik ontwaakte
met het aanbreken van den dag en opende het
venster juist toen de vogels begonnen te zingen.
Ik was klaar wakker en maakte terstond vuur
aan in de keuken en in de kamer, vulde den
grooten ketel voor vrouw Brand, haalde een grooten
voorraad turf en hout en haalde de nesten in het
kippenhok uit.
[Wordt vervolgd.)
tegen betaling van 10 cent de persoon opengesteld
worden.
Heden en morgen wordt in het Schuttershof De
Edele Eandboog alhier de 26e tentoonstelling van
de Vereeniging t. b. v. d. tuinbouw in de provincie
Zeeland, onder bescherming van Z. M. den koning,
gehouden.
De commissie van beoordeeliug van hot inge-
zondene is samengesteld uit de heeren dr. G. van
Hennekeler en J. van bluijs, te Middelburg, C. D.
Tielenius Kruijthoff, te Koudekerke, J. Koole, te
Oostkapelle, en L. Blaas, te Grijpskerke, terwijl
de heer F. D. Sprenger als secretaris aan de com
missie is toegevoegd.
Zij heeft- de volgende prijzen toegewezen:
a voor liefhebbers of hunne tuiniers: Voor
een koppel oranjeboomen in bloei en met vruch
ten: de zilveren medaille aan J. P. Langejan,
tuinbaas bij mevr. de wed. Van der Feen. Voor
12 sierplantende zilveren medaille aan F. D.
G. Klinkenberg, tuinbaas bij den heer De Bruijn
van Melis- en Mariekerke. Voor 25 bloeiende
pelargonium in de meeste verscheidenheid (EDgel-
sche en FranBcbe)de zilveren en bronzen medaille
aan C. Schoonenboom, tuinbaas bij mej. Van den
Broecke. Voor 12 bloeiende pelargonium sonate
in de meeste verscheidenheidde zilveren medaille
aan F. Blaas, tuinbaas by graat van Lijnden.
De bronzen medaille aan W. M. de Witte, tuin
baas bij mr. A. P. Snouck Hurgronje.
b Voor haadeldrij rende kweekers en bloemisten.
Voor 30 bloeiende oranjerie- en kastplantende
zilveren medaille en f 10 aan de firma A. Blaas,
bloemist te Middelburg. De bronzen medaille
en fb aan P. G. Stomps, bloemist te Middelburg.
Voor 12 sierplantende zilveren medaille aan
P. G. Stomps te Middelburg. Voor 25 bloeiende
pelargonium in de meeste verscheidenheid (Engel-
eche en Fransche): de zilveren medaille aan P.
Tange, bloemist te Middelburg, bij loting tegen
P. G. Stomps, aan wien de bronzen medaille is
toegekend. Voor 12 bloeiende pelargonium
zonale in de meeste verscheidenheid: de zilveren
medaille aan P. Tange; de bronzen aan P. G.
Stomps. Voor 20 bloeiende fuchsia in de
meeste verscheidenheidde zilveren medaille aan
P. Tange. Voor 25 bloeiende rozen in de meeste
verscheidenheid, in manden of potten (op stam
of struik)de zilveren medaille en f 10 aan P. G.
Stomps.
cVoor alle inzenders zonder onderscheid.
Voor 20 warme kastplanten de zilveren vergalde
medaille, uitgeloofd door den heer Joh. Lnteijn,
aan W. M. de Witte, tuinbaas bij mr. A. P.
Snouck Hurgronje. Voor 8 bloeiende pelargonium
zonale met dubbele bloemende zilveren medaille
aan P. G. Stomps, bloemist te Middelburgde
bronzen medaille aan Anth. Baljeu, bloemist te
Middelburg. Voor 8 bloeiende bontbladerige
pelargonium zonalede zilveren medaille aan
J. M. Jansen, tuinbaas bij jhr. Van Doorn van
Koadekerke; de bronzen medaille aan P. G.
Stomps. Voor 12 bloeiende bolbegonia in de
meeste verscheidenheid: de zilveren medaille aan
F. Blaas, tuinbaas bij graaf Van Lijnden; de
bronzen medaille aan J. P. Langejan, tuinbaas
bij mevr. de wed. Van der Feen. Voor 20
aloë' en agave de zilveren vergulde medaille, uit
geloofd door den heer F. D. Sprenger, aan W. M.
de Wittede zilveren medaille aan J. van Sluijs,
tuinbaas bij mr. Lantsheer. Voor 10 Dracaena
in even zoovele variëteiten: de zilveren vergulde
medaille, uitgeloofd door mr. A. P. Snouck Hur
gronje, aan J. Been, bloemist te Rotterdam; de
zilveren medaille aan denzelfde. Voor 12 varen in
even zoovele varieteiteude zilveren medaille aan
F. Blaas; de bronzen medaille aan J. van Sluijs,
tuinbaas bij mr. Lantsheer. Voor 2 boomvaren
de zilveren medaille aan J. P. Langejan.
Voor 4 hang- en 4 klimplanten: de zilveren
medaille aan J. M. Jansen, tuinbaas bij jhr. Van
Doorn van Koudekerke. Voor 20 bloeiende
vollegrondsplanten: de bronzen medaille aan
Ant. Baljeu. Voor 20 Coniferen'm even zoovele
variëteiten: de zilveren medaille aan W. van de
Putte, boomkweeker te Middelburg; de bronzen
medaille aan denzelfde. Voor de grootste en
fraaiste verzameling bontbladerige planten en
heestersde zilveren medaille aan W'. M. de Witte.
Voor de sierlijkst geschikte levende bloemen (in
beker of vaas) tot versiering eener tafelde zilveren
medaille aan mej. J. Tange, te Middelburg; de
bronzen medaille aan P. G. Stomps. Voor eene
verzameling tuinmeubelen en tuinsieraden: de
zilveren medaille aan P. J. Kleijkamp, te Rotter
dam. Voorde grootste verzameling groote plan
ten ter versiering der tentoonstellingde zilveren
vergulde medaille, uitgeloofd door de Botanische
en tuinbouwvereeniging in Walcheren, aan P. G.
Stomps, bloemist te Middelburg.
Voorts werden nog toegekend de volgende be
schikbare medailles: een zilveren medaille aan de
verzameling bloeiende planten, ingezonden door
P. Tange, bloemist te Middelburg. Een zilveren
medaille aan de verzameling bloeiende planten,
ingezonden door N. J. van Heijl, tuinbaas bij
mr. Becius. Een zilveren medaille aan de
verzameling Blad begonia, ingezonden door J. M.
Jansen, tuinbaas bij jhr. Van Doorn van Koude
kerke. Een zilveren medaille aan de verzameling
bloeiende planten, ingezonden door P. Bassie,
bloemist te Middelburg. Een zilveren medaille
aan de verzameling groote planten, ingezonden
door W. M, de Witte, tuinbaas by mr. A. P,
Snouck Hurgronje. Een zilveren medaille aan
de verzameling bloeiende planten, ingezonden door
A. Antheunisse, tuinbaas bij mr. Lambrechtsen
van Ritthem. Een zilveren medaille aan de
verzameling Coleue, ingezonden door de firma
A. Blaas Ez., bloemist te Middelburg.
Nog wordt eervolle vermelding gemaakt van de
verzameling Gloxinia, ingezonden door L. Blaas,
tuinbaas by mevr. Vis, te Grijpskerke, aangezien
de inzender voor geen medaille in aanmerking
wenschte te komen.
Goes, 29 Juni. De heden alhier gehouden
vergadering der Vereen, van burg. en secr. in Z.
en N.-Beveland werd door 27 leden bijgewoond,
waaronder ook het lid van gedeputeerde staten,
mr. J. C. R. van der Bilt.
Na afdoening van eenige huishoudelijke zaken
werd voornamelijk tusschen de heeren Hartman
en C. Risseeuw discussie gevoerd over de vraag:
„Mag de secretaris eener gemeente tevens waar
nemend griffier van het kantongerecht zijn?" Da
vergadering besloot hierover het gevoelen van
den minister van binnenlandsche zaken te vragen.
Over de vraag: „Is de reglementeering der
huizen van ontucht en de visitatie van publieke
vrouwen in het belang der openbare orde, zede
lijkheid en gezondheid?" hield de heer Hartman
eene uitvoerige rede, waarin hij tot een bevestigend
antwoord op de gestelde vraag kwam. De heer
G. J, van den Bosch deelde dit gevoelen niet.
De heer Van Swinderen wees op het bestaand
verschil van gevoelen, ook onder buitenlandsche
schrijvers. De heer L. Bgban meende dat de
gedachtenwisseling over dit vraagstuk niet op
den weg der vereeniging ligt, wat echter door
den heer Hartman bestreden werd.
Wegens het vergevorderde nar werden de ove
rige besprekingen aangehouden.
Een korte herinnering aan de militaire loopbaan
van den verdienstelijken krijgsman, die dezer
dagen in ons midden terugkeerde, zal onzen lezers
zeker aangenaam zgn. Generaal Van der Heijden
trad den 2en Juli 1841 als soldaat in dienstden
Hen Januari 1880 werd hij tot luit.-generaal
benoemd. Reeds als onderofficier tot ridder der
Mil. Willemsorde benoemd wegens zijn gedrag
bg de krygsverrichtingen tydens de 2e en 3e
expeditie van Bali, nam hy later een gewichtig
aandeel in de krijgsverrichtingen in de Zuider-
en Oosterafdeeling van Borneo, in welken strij d
hg het ridderkruis 3e kl. van de Mil. Willemsorde
verwierf. Als Init.-kol. maakte hij de 2e expeditie
tegen Atjeh mede, bij welke gelegenheid hij zich
weder bijzonder onderscheidde. Vooral bij de
omtrekking van den kraton, waarbg hg, onder
bevel van den generaal Verapyck ageerende, het
gedeelte aanvoerde dat den kraton moest omsin
gelen. Bij die omtrekking op 23 Jan. heeft Van
der Heg den een schot in de dy gekregen, maar
hy bleef te paard en deed den 24en de geheele
manoeuvre mede. Den 15en Maart werd hg be
noemd tot kolonel. Rnim een jaar later werd
hg tgdeiyk belast met de functie van militair en
civiel bevelhebber te Atjeh. In dien rang voerde
hy zelf de expeditie tegen Samalangan aan, waar
hg den 26en Augustus 1877 by het nemen der
versterking van Kotta Blang Temoelit een matten
kogel tegen het voorhoofd kreeg en een door
dringende kogelwond in het linkeroog. Doch,
hoewel zwaar gewond, Van der Hegden bleef bij
zijn troepen en hield nog eenige dagen het bevel
in handen. Eerst nadat de geheele zaak in ons
voordeel beslist was, kon hy besluiten aan zich
zelf te denken en zich naar den kraton te laten
evaeneeren. Hy bleef echter aan het hoofd der
zaken. De koDing erkende V. d. H.'s byzondere
verdiensten door hem tot zgn adjudant in buiten
gewonen dienst te benoemen, terwijl hem tevens
het kommandeurskrnis der Willemsorde werd ver
leend (22 Sept. 1877). Den 13en Januari 1878
werd Van der Heijden tot gouverneur van Atjeh
en onderhoorigheden, tevens militair bevelhebber
aldaar benoemd26 Sept. 1878 volgde zijn be
vordering tot gen .-majoor, den lien Jan. 1880
die tot lnit.-generaal. De koning schonk hem den
12en April 1881, bg zijne aftreding als gouver
neur van Atjeh, het ridderkruis der le kl. van
den Gouden Leeuw van Nassau, als blijk van zijn
hooge tevredenheid over de wgze, waarop generaal
Van der Hegden het gezag over Atjeh had ge
voerd en onze macht over het gebied aldaar be
vestigd.
Zondag den 3en Juli a. zal de hoofdcommissie
voor de aanbieding van een nationaal huldeblijk
aan generaal Van der Hegden zich te 's Graven-
hage van hare taak kwgten en denzelfden dag zal
in het Hotel des Inde» aldaar den generaal een
banket worden aangeboden.
Te Roosendaal, werd de generaal Van der
Heyfien o. a. verwelkomd door den majoor F. R. P.
van den Abeelen en de kapiteinB F. C. L. van
Raaij en H. A. Wijnmalen, allen van het Nederl.
Ind. leger, thans met verlof te Bergen op Zoom.
De St. Ct. bevat de wet tot inrichting van een
dienst ter verzending met de post van pakketten,
een gewicht van 5 kilogram niet te boven gaande
en de wet houdende bepalingen omtrent de zee-
viascherijen.
Juli a. van Wildungen naar Friedrichshafen ver
trekken, om eenige dagen de gasten te zjjn van
den koning van Wurtemberg.
Uit Wakkerstroom (Transvaal) sehryft men het
volgende aan 't N. v. d. Dag.
Te Pietermaritzburg, in Natal, heeft kapitein
Lambart Bot/al Scotch fuseleerseen blaadje laten
drukken, getiteld: A few facts and hints, gathered
from life among the Boers dat niet in den handel
is gebracht, maar slechts onder vrienden en ken
nissen verspreid. Daarin worden o. a. aangaande
den bekenden moord, op kapitein Elliott gepleegd,
bijzonderheden medegedeeld, die op de zaak een
geheel ander licht werpen.
»»De moord van kapitein Elliott, schrijft Lambart,
daarvan ben ik overtuigd, |is het werk geweest van een
paar verraderlijke schurken, wier doel was zich in bet
bezit te stellen van den wagen en de paarden, en met
schaamte moet ik zeggen, dat naar alle waarschijnlijkheid
de aanlegger van deze lage en schandelijke daad een Schot
is geweest, Grahame genaamd, nit New-Scotland, Trans
vaal.""
„In zijn eerste rapport heeft diezelfde kapitein
Lambart beweerd, dat kapitein Elliott is dood
geschoten door een Boeren-escorte, en aan zijne
vrienden vertelt hij na, dat een Schot en nog een
paar schurken de daders zijn geweest. Waarom
wordt de waarheid slechts wereldkundig gemaakt
in een geschrift dat „niet in den handel is
Wat wg eraan doen kunnen om het bekend te
maken, hebben wij by deze gedaan.
De kamer van koophandel te Rotterdam heeft
op het bekende voorstel der kamer te Delfzyi,
tot het in 't leven roepen van een verbod tegen
deklast van houtachepen, aan den minister van
waterstaat het volgende advies uitgebracht
Het vervoer van te grooten deklast geeft ongetwijfeld
dikwijls aanleiding tot verlies van schepen of avarijen,
hoezeer de voorstelling der kamer te Delfzijl niet van
overdrijving is vrij te pleitenmaar het misbruik mag de
geheele zaak niet doen verbieden. Schapen voor de hout
vaart gebouwd, kunnen zeer goed deklast voeren dit is
ook het geval met de weinig diepgaande Amerikaansche
schepen, voor deze vaart aangekocht, welke deklast varende
minder stijf liggen.
Een algemeen verbod zou dus een ruwe, weinig oordeel
kundige maatregel zijn, en wij meenen dat de regeering
het weren van het misbruik liever aan de assuradeurs
moet overlaten. Deze hebben dan ook reeds herhaaldelijk
overwogen of het niet raadzaam zou zijn geene verzekering
op schepen of houtladingen met deklast te nemen, ten
ware een behoorlijk certificaat worde overgelegd dat dit in
easu zonder bewaar kan geschieden.
Het komt ons voor dat in allen gevalle behoort te
worden afgewacht of in dien geest iets tot stand komt,
alvorens reglementaire bepalingen in het leven ts roepen,
die spoedig verder zouden leiden dan men denkt.
Betreedt men toch eenmaal dien weg, dan is er geen
reden om de beperkingen tot dat eene onderwerp te be
palen en behoorde men evenzeer op de zeewaardigheid der
schepen, den diepgang, de belading, de stuwing der goederen
enz. toezicht te houden.
In Engeland heeft men in de laatste jaren bepalingen
in dien zin gemaakt, maar de ondervinding schijnt nog
niet te leeren dat het nut evenredig is aan de belemme
ring en nog veel minder dat het aan de verwachting
voldoet.
coksüls. De heer A. Jürgens, benoemd tot
vice-consul der Nederlanden te Cronstadt, is in
die hoedanigheid door de Russische regeering
erkend.
Benoemd tot leeraar in de oude talen en let
terkunde aan het gymnasium te Dordrecht dr.
G. C. J. JeJgersma, te Middelburg.
Benoemd tot onderwgzer aan de openbare
lagere school te Kruiningen, in plaats van den
heer J. J. van Dijke, de heer A. J. Weber, te
Rotterdam.
Door de volgende leerlingen van de open
bare scholen A en C alhier is op het dezer dagen
gehouden examen blgk gegeven dat zy met
vrucht het onderwys aan die scholen hebben
bygewoond, tengevolge waarvan hun eervol ontslag
is verleend:
Yan de school A: P. Filius, M. Gilde, A.
Flornsse, P. W. Huyssoon, J. Bosdfijk, J. Goo-
vaert, W. Vos, P. Nnijs, J. Eifl, J. L. Yermaat,
C. P. Melis, H. A Meyler, I. Breel, W. vanLnyk,
J. F. K. W. Hondius, J. J. P. van Wyck, L. F.
Meeuw8e, J. M. Sohroevers, W. H. van Kamer,
A, L. Jansen, L. de Keizer, A Quinten.
Yan de school C: J. Lenselink, R. E. Kamp
man, A. C. Steendam, B. R. van de Woestijne,
A. Schgf, P. Bauer, W. A. van Maldegem, J. S.
Fonteyn, F. J. Malgo, J. M. Welvaars, J. M. H.
van den Berge, W. G. de Kok, A. C. C. Gulden
berg, J. Siebols, P. J. M. Zimmerman.
Voor de betrekking van leerares aan de
middelbare meisjesschool alhier, hebben zich drie
sollicitanten aangemeld, de damesM. J. Kruseman
te Haarlem, J. E. van Emmerik te Capelle a/d
IJssel en C. Krenlen te Utrecht.
De gisteren te Goes, onder voorzitterschapraa
ds. Hage, gehouden klassikale vergadering werd
door 48 leden bygewoond, waaronder 17 predi
kanten. Als lid van het provinciaal kerkbestuur
werd in plaats van den heer B. A Overman, de
heer J. Cromsigt gekozen, als secundus de beer