N°. 148.
124® Jaargang.
1881.
Maandag
27 Juni.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Hoofdagenten voor het
Bij deze oourant behoort een BIJVOEGSEL.
Middelburg, 25 Juni.
Eene Nederlandsche Landbouw-
maatschappij.
de Compagnie générale de Puhlicité G. L.
M., Berlyn Weenen, Zurich en».
GEMEENTERAAD.
De burgemeester van Middelburg maakt bekend
dat op Dinsdag den28en Juni 1881, des namiddags
te half vier uur een openbare zitting van den
gemeenteraad zal plaats hebben.
Mddelburg, den 24 Juni 1881.
De burgemeester voornoemd,
P I C K
Door het landhuishoudkundig congres te
Enschedé is Donderdag een resolutie aange
nomen door welke de oprichting van eene
algemeene Nederlandsche landbouwmaatschap-
pij in beginsel is beslist, voor zoover althans
het beslissen in deze van eene bloot deliberee-
rende vergadering als het congres afhankelijk
is. Men heeft uitgesproken „de wenschelijk-
heid dat men moge komen tot eene algemeene
m5» van landbouw," en de verwezenlijking dier
wenschelijkheid tot het onderwerp der beraad
slagingen van het eerstvolgende congres ge
maakt.
Het eerste voorstel hiertoe ging uit van
den heer Sassen. Deze wilde alleen de
wenschelijkheid van het nemen van krachtige
maatregelen tot bereiking van het voorgestel
de doel doen uitspreken door het congres.
De directeur der rijks-landbouwschool, de
heer Jongkindt Coninck, gaf aan dien wensch
eene meer practische wending, door aan het
congres bepaaldelijk voor te slaan de daartoe
gevorderde werkzaamheden op zich te nemen
en er eene commissie voor te benoemen. De
vergadering kon het echter over dit meer
werkzame voorstel niet eens worden en be
sliste in den zin van den heer Sassen, met
bepaling dat over hetgeen verricht zal worden,
het eerstvolgende congres beslissen zal.
Aangezien dus de heer Sassen als een der
vaders van het door 't congres genomen initia
tief beschouwd mag worden en wij van zijne
hand een geschrift bezitten, waarin de voor
stelling, welke hij zich van nationale land-
bouwmaatschappijen maakt, duidelijk wordt
gemaakt door de mededeeling der voorbeelden
in het buitenland, die hem voor oogen hebben
gezweefd, zijn wij in de gelegenheid op onze
beurt ons een denkbeeld te vormen van het
geen met het besluit van het Enschedésche
congres bedoeld wordt. De heer Sassen heeft
namelijk in het Juni-nommer van den Econo
mist eene beschrijving gegeven van de Britsche
Agricultural Society en van de Fransche Société
des Agriculteurs. Ofschoon hij nude vragen, of
hij deze twee maatschappijen in allen deele
aan zijne landgenooten tot voorbeeld stelt en
of hij zich met hare organisatie ten volle ver
eenigen kan „zoo positief mogelijk ontkennend"
beantwoordt, mogen wij het er tóch voor hou
den dat hare werkzaamheid het doel is, dat
hij voor Nederland zou wenschen te bereiken.
Eén punt is er, waarin de inrichting der
beide groote buitenlandsche vereenigingen zeker
van de toekomstige Nederlandsche, zooals de
voorstellers op het congres zich die deuken,
zal afwijken. De Engelsche zoowel als de
Fransche Maatschappij zijn vereenigingen van
vermogende grondeigenaars en welgestelde
landbouwers, betrekkelijk weinig in getal, die
door hooge contribution, door giften en lega
ten, over aanzienlijke sommen kunnen beschik
ken, welke zij voor het doen van onderzoekingen
yoor den landbouw, op groote schaal, aanwenden.
De Engelsche Societydie 40 jaren oud is, telt
ruim 8000, de Fransche, na een bestaan van
12 jaren, slechts 4000 ledenterwijl de heer
Coninck, in zijne toelichting op het congres,
voor de Nederlandsche maatschappij op 32000
leden, het totaal van al de in Nederland
bestaande vereenigingen van landbouwers,
meende te mogen hopen. Dit verschil in cijfers
duidt op een belangrijk verschil van inrichting.
Inderdaad betalen de leden der Engelsche
maatschappij (in twee klassen) contributien van
ƒ60 'sjaars of van ƒ600 in eens, en van 12
's jaars of 120 in eens, en die der Fransche
(in drie klassen) 100 fr. inkomgeld en 20 fr.
jaarlijksche bijdrage; 1000 fr. (minstens) in
eensof 20 fr. jaarl. bijdrage. Aan zulke bij
dragen valt onder onzen landbouwenden stand,
indien men eene eenigszins algemeene deelne
ming verlangt, niet te denken. Wij zien dan
ook bij de 32000 leden, die den heer Coninck
voor den geest stonden, op eene bijdrage van
slechts 1 per jaar gerekend. Op dien voet
is de zaak denkbaar. Ook zouden dan de in
komsten der Nederlandsche vereeniging, de
grootte van ons land in aanmerking genomen,
niet al te ver bij die harer machtige zusters
in den vreemde achterstaan.
Het komt er maar opaan in hoeverre de
bestaande landbouw-vereenigingen voor het
doel te winnen, tot toetreding over te halen
en tot het betalen der bijdrage van een gulden
voor ieder harer leden te bewegen zullen zijn.
Het nnt der vereeniging van krachten, der
samensmelting van verschillende maatschappij
en, mag men aannemen dat geen betoog meer
noodig heeft. Bereids heeft in Noord- en Zuid-
Holland, in Gelderland, in Friesland en in
Zeeland de provinciale centralisatie over de
voorliefde voor plaatselijke zelfstandigheid ge
zegevierd. In al die provinciën is eene gewes
telijke landbouwmaatschappij gevestigd. Deze
te bewegen tot toetreding bij eene algemeene
vereeniging zal te minder moeite kosten, dewijl
de werkkring der provinciale en plaatselijke
lichamen door haar geenszins opgeheven of
overbodig zal worden, maar die werkkring in
de bemoeiingen van de centrale maatschappij
den krachtigsten steun en het opwekkendste
voorbeeld vinden zal. Om dit in te zien is een
blik op den kring van werkzaamheden der
Engelsche en Fransche maatschappijen, zooals
die door den heer Sassen zijn medegedeeld,
voldoende.
De Britsche Society heeft ten doelI ver
zameling van inlichtingen, voorkomende in
landbouwgeschriften of te verkrijgen door
briefwisseling met andere vereenigingen in
Engeland en daarbuiten, waarvan het nut voor
de landbouwers door de ervaring bewezen is
en het onderzoeken in hoeverre die inlichtingen
tot nuttige en practische uitkomsten kunnen
leiden; II aanmoediging van wetenschappelijke
onderzoekingen omtrent verbetering in de werk
tuigen of de gebouwen voor den landbouw,
de arbeiderswoningen, de toepassing der schei
kunde op den landbouw, de vernietiging van
schadelijke insecten, de uitroeiing van onkruid,
de ontdekking van nieuwe zaden en planten;
III bevordering van het onderwijs van hen
wier bestaan van het landbouwbedrijf afhan
kelijk is, van verbeteringen in de veeartsenij
kunde, en van verbeteringen in de vruchten
en de vee-teelt door het toekennen van prijzen
IV bevordering van het welzijn en de wel
vaart der landbouwers en aanmoediging tot
het brengen van verbeteringen in den houw,
den aanleg en het onderhoud hunner woningen
en tuinen.
Aan de opgesomde doeleinden besteedt de
Engelsche maatschappij haar j aarlij ksch inko
men van meer dan 80000.
De werkkring der Fransche Société wordt
het best gekend uit eene opsomming harer
Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort
twaalf af deelingen. Deze zijn: landbouw;
veeteelt en veeartsenijwijnbouwboschbouw
tuinbouw en boomkweekerij landhuishoudkun
dige bouwkunst en landbouw-werktuigkunde
landbouwnijverheidteelt van den zijdeworm
en insectenkunde landbouw-huishoudkunde en
wetgeving; landbouw-onderwijs en toegepaste
wetenschappaardenfokkerijinternationale
betrekkingen aangaande landbouwzaken en
briefwisseling met landbouwers in het buiten
land.
Ook deze vereeniging heeft aan de werk
zaamheden harer afdeelingen in 1879 haar volle
inkomen van ruim 76.000 fr, besteed.
Met welk gevolg de genoemde en de ook in
andere landen bestaande nationale maatschap
pijen zich de belangen van den landbouw aan
trekken, hebben de tentoonstellingen der laatste
jaren ook aan den meest met eigen toestanden
ingenomen landbouwer kunnen leeren. En
zelfs indien de Nederlandsche landbouw in
alle opzichten de vergelijking met dien van
het buitenland kon doorstaan, dan nog zou
het noodzakelijk zijn, tegenover den toenemen-
den aanvoer der Amerikaansche landbouw-
voortbrengselen op de Europeesche markt, ge
paard aan andere tijdelijke oorzaken van
kwijning, alle krachten in te spannen om
onzen landbouw tot den hoogst bereikbaren
trap van voortreffelijkheid te brengen.
Dat dit doel bij vereeniging beter te be
reiken is dan bij versnippering van krachten,
kan voor geen lid van een der bestaande
plaatselijke of gewestelijke landbouw-vereeni
gingen twijfelachtig zijn. Onder de booger
opgenoemde takken van werkzaamheid der
Engelsche en der Fransche maatschappij, vindt
men er niet een, met enkele uitzonderin
gen slechts, tengevolge van het verschil van
bodem, of iedere groote en kleine Neder
landsche landbouw-vereeniging houdt er zich,
naar de mate harer krachten en behoeften,
mede bezig. Er zal dus onder hare leden en
bestuurders niemand zijn, die niet beseft met
hoeveel meer kans op goede uitkomsten dat
zelfde werk, - waarmede zij zich tevens
zouden b 1 ij v e n bezig houden, ondernomen
zou worden door een groote maatschappij, in
't bezit van aanzienlijke financieele krachten
die een veel grooter aantal mannen van
wetenschap, van vermogen en van invloed in
zich zou opnemen en zoo noodig aan zich zou
kunnen verbindendie daardoor gemakkelijker
het oor der regeering en van andere groote
lichamen bereiken en hare bemoeiingen tot
in het buitenland uitstrekken zou.
Naar het ontwerp van den heer Coninck zóu
de Nederlandsche maatschappij van landbouw
jaarlijks, in iedere provincie op hare beurt,
eene groote tentoonstelling, van een wedstrijd
vergezeld en bovendien, in een of twee pro
vinciën, een wedstrijd van vee, van zuivelbe
reiding of van werktuigen, naar een goed
stelsel, doen houden. De maatschappij zou zich
voorts de behartiging der algemeene Neder
landsche landbouw-belangen, na voorafgaande
behandeling in hare afdeelingen, ten doel
stellen.
Op het volgende congres zullen deze denk
beelden, tot een samenhangend plan uitgewerkt,
ter uitvoering terugkomen. Mochten wij een
wensch uiten, het zou wezen dat men vooral
het onaangeroerd laten van de zelfstandigheid
der bestaande vereenigingen als beginsel mocht
aannemen. De door den heer Coninck op het
congres gebruikte vergelijking met de Ned. My.
van Nijverheidmet de My. t. be v. v. tuinbouw
en plantkundeis naar onze meening in dit
opzicht niet geheel juist. Veel meer dan bij
eenige andere maatschappelijke werkzaamheid,
moet in den landbouw het leven worden opge
wekt en gaande gehouden buiten het centraal
punt. Veel, zeer veel moet daarbuiten b lij v en
ontstaan en tot ontwikkeling komen.
De toekomstige maatschappij moet naast,
niet in plaats van hetgeen thans bestaat werk
zaam zijn. De tegenwoordige vereenigingen
hebben bij onze landbouwers het besef der
noodzakelijkheid van het vereenigingsleven ge
vestigd men kan onmogelijk hare medewer
king, ook indirect, door zelfstandige werkzaam
heid, missen; men moet die veeleer op den
voorgrond stellen, nu het erop aankomt het
vereenigingsleven op een hoogeren trap te
brengen.
De gemeenteraad van Middelburg zal op Dins
dag den 28en Juni 1881, des namiddags te half
vier uur, eene openbare zitting houden ter be
handeling der volgende zaken1. verordering van
politie op de tramwegen in do gemeente Middel
burg '2. adres bestuur der godshuizen over de
onderhandsche verpachting van landerijen, toe-
behoorende aan het gasthuis.
De commissie, belast met het afnemen van de
examens als apothekers-bediende, heeft in hare
heden gehouden zitting vijf candidaten geëxami
neerd en aan alle eene akte van bevoegdheid
uitgereikt, zijndemejn M. B. Leis, geb. te Zijpe
(N.-Holland); Johanna Cramer, geb. te Stad Del
den; F. W. Standemayer, geb. te Amsterdam;
F. C. A. van Dinter, geb. te Amsterdamde heer
F. P. Boert, geb. te Groede.
Bet examen wordt voortgezet.
Goes, 25 Juni. Door een particulier zijn
op de schilderijententoonstelling nog aangekocht
C. Cunaeus (Amsterdam), Eigen haard; W. J.
van den Berghe (Middelburg), In Domburgs duin
J. Rosierse (Dordrecht), Een koopvrouw bij avond
licht.
Voor de verloting zijn aangekocht: P. L. F.
Kluijver (Amsterdam), Hollandsch landschap zo
merMaurice Hagemans (Brussel), Avondscheme
ring aan de oevers van de Maas bij Dinant (winter);
J. Carabain (Brussel), Een Italiaansgh stadsgezicht;
Th. Sebes, Fantasie-kopje.
Men schrijft ons dd. 24 dezer uit Den Haags
De discussiën over de kanaalwet van Amsterdam
naar de Merwede hebben de kamer langer bezig
gehouden dan men aanvankelijk verwachtte. Ze
zullen vermoedelijk Maandag ten einde worden
gebracht. In de kamer zelf i3 men nog volkomen
in het onzekere hoe de beslissing zal uitvallen.
Heden middag waren slechts 67 leden tegen
woordig. Ware toen de discussie gesloten en tot
stemming overgegaan, dan zon, naar men bere*
kende, de motie-Lentiug-Sickesz met 36 tegen
31 stemmen verworpen en het wetsontwerp met
34 tegen 33 stemmen aangenomen zijn. Of de
voorzitter, die onder de tegenstanders van het
wetsontwerp behoort, om die reden de motie tot
sluiting van het debat, door den heer Van Nispen
voorgesteld en waarover, volgens het reglement
van orde, terstond de stemming had behooreu te
geschieden, heeft genegeerd en de beraadslagingen
tot Maandag verdaagd, schijnt een al te gewaagde,
maar toch door enkele leden niet verholen onder
stelling. Zeker is het intusschen dat, bij een
voltalliger vergadering, de eindbeslissing anders
zal kunnen zijn.
Men schrift ons uit Westelijk ZeeuwBch Vlaan*
deren
Nu de verkiezing voor een lid der 2e kamer
in het hoofdkiesdistrict Middelburg is afgeloopen
en een gnnstigen uitslag heeft gehad voor dé
liberalen door de herkiezing van onzen waardigen
veteraan Van Eek, zijn de meeste liberalen geneigd
het zwaard in de scheede te steken en op hünne
lauweren te gaan rusten. Niet alzoo de tegen*
partij, die even hard en onvermoeid blijft timmeren
op het aanbeeld van wat zij de volksconsientie
gelieven te noemen, even hard als vóór de ver*
kiezing.
Vonden de leiders dier partij toen overal en bij
elke gelegenheid aanleiding de liberalen in een
ongunstig daglicht te plaatsen, ook thans laten zij
geen gelegenheid ongebruikt voorbijgaan. En op
welke wijzei Vóór de verkiezingen heette het da|