Gemengds Berichten. Goes, 23 Juni. Heden had alhier eene ver gadering in de Prins van Oranje plaats, om candidaten te benoemen voor het lidmaatschap van den gemeenteraad. Aan de beurt van aftre ding zijn de heeren G. van der Hoek (liberaal), dr. C. A. van Renterghem (liberaal), J. M. Pilaar (liberaal) en B. Quist (antirevolutionair). De heer Pilaar had te kennen gegeven, dat hij, wegens drukke ambtsbezigheden, liever niet in aanmerking zonde komen. Goes, 23 Juni. Het prachtige wintergezicht van H. Koekkoek, vermeld onder no. 128 van den catalogus der tentoonstelling van schilderijen alhier, is heden door een particulier aangekocht. Axel, 23 Juni. Goed aangelegd en uitmuntend geslaagd mag de veetentoonstelling genoemd worden, welke heden hier van wege de afdeeling Hulst der Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw is gehouden. De talrijke inzending van paarden blonk uit door puik gehaltede inzending van rundvee, minder talrijk dan die der paarden, was ook alleszins voldoende. Een en ander bewiist duidelijk dat de landbouwers dezer streek het hooge belang der veehouding beginnen te begrijpen^ Moge ook deze tentoonstelling ertoe bijdragen om dat besef te versterken. Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Kerknieuws. Kleverskerbe, 23 Juni Beroepen bij de N. H. gemeente alhier de heer T. Einsens, cantl. bij het prov. kerkbestuur van Utrecht. Marine en leger, Recöfcszaken. bestaat voordurend gevaar dat trichineus varkens- ▼leescb en spek in consumtie wordt gebracht. In afwachting van nadere voorstellen, die het gevolg kunnen zijn van in te stellen onderzoe kingen, acht ik het van groot belang dat de aandacht van de ingezetenen algemeen worde gevestigd op de noodzakelijkheid geen varkens- vleesch of spek rauw of halfgaar te nuttigen, doch het, in niet te groote stukken, t o t i n h e t binnenste gaar te koken of te braden. Naar wij vernemen zal de uitvoering, welke door de liedertafel V Union Lynjwsenhet muziek korps der Garde Civique van Mechelen aanstaande Zondag in het Schuttershof alhier zou plaats hebben, uithoofde vaB bijzondere redenen in den Buitentuin gegeven worden. De kamer van koophandel en fabrieken alhier zal eene openbare vergadering houden op Maandag, den 27 dezer te 3 uren precies. Ha eenige discussie werd tot stemming overge gaan. Ingeleverd waren 51 briefjes, waarvan 5 in blanco, zoodat het aantal geldige stemmen 46 en de volstrekte meerderheid 24 bedroeg. De heer G. van der Hoek bekwam 39, J. J. Eamondt 34, L. M. van Campen 27 en dr. C. A. van Eenter ghem 26 stemmenzoodat deze heeren tot candidaten der liberale partij zijn verkozen. De Harmonieën van Halst en Ter Neuzen ver schaften muzikaal genot in overvloed. Een ring- rijderij vond veel deelneming. Alles heeft saam- gewerkt om deze tentoonstelling tot eene aangename herinnering te maken voor allen, die op de eene of andere wijze daaraan deelnamen. De barge, welke den 17en dezer, des avonds te 11 uren, door aanvaring met de Prinses Elisabeth op de Theems gezonken is, was geladen met asch. Van den gezagvoerder werd niets vernomen voordat hij te Sheerness kwam, waar hij rappor teerde dat hij juist tijdens de aanvaring bezig was de zijlampen aan te steken en het ankerlicht had neergelaten. Hij redde zich in de boot en roeide naar Milton, op ongeveer 12 Eng. mijlen afstand. Ook de stuurman heeft zich gemeld zoodat niemand door de aanvaring het leven heeft verloren. Het heeft dus allen schijn dat niemand, zooals ook reeds gemeld werd, zich aan boord van de barge bevond. (N. R. Ct). Aangaande de aanvaring eener schuit door de Prinses Elisabeth leest men in de Antwerpsche Opinion De talrijke passagiers van de stoomboot Prinses Elisabeth, die tusschen Queenboro en Vlissingen vaart, hebben een overtocht gemaakt die hun lang zal hengen. Zij hadden Vrijdag avond om tien uren Queenboro verlaten, de hemel was betrokken en het schip, welks lichten brandden, liep onge veer een half uur door eene dikke lucht, toen zich een verschrikkelijke schok deed gevoelen. De Prinses Elisabeth was op een voor anker liggend schip geloopen, dat geene lichten had. Was het een schoener, een brik of een bark men weet het niet, want de bemanning had tenauwernood even tijd om de donkere massa te zien, die door de zee werd verzwolgen. Geen kreet hoorde men op het aangevaren schip, maar de 130 passagiers van de Prinses Elisabeth stormden naar het dek in onbeschrijfe lijke verwarring; vrouwen en kinderen deden angstkreten hooren, die trouwens niet ongegrond waren, want het schip had een lek gemaakt en er was gevaar. In deze kritieke omstandigheden verloor kapi tein Stassen, de gezagvoerder van de Prinses Elisabeth, zijne koelbloedigheid niet. Met merk waardige tegenwoordigheid van geest en kalmte gaf hij den machinist last om volle kracht te stoomen en hij zette de boot op eene zandbank die hij daar wist te liggen. Het water steeg ondertusschen in het schip, en toen de boot op de bank kwam te zitten, stond er vier voet in de machine-kamer. De boot helde sterk over naar bakboord. Met licht te begrijpen angst wachtten de pas sagiers op het aanbreken van den dag, wanneer men van Queenboro hun toestand zou zien. De flinke kapitein Stassen gebruikte onderwijl zijn tijdhet lek werd gestopt en de pompen raakten lens. Eindelijk daagde er hulp op van Queenboroeen deel der passagiers ging over op eene stoomboot, die hen naar het uitgangspunt der reis terugbracht. Bij wassend water richtte het schip, dat nog altijd overzij lag, zich op en werd het met behulp van een sleepboot vlot ge- maakt. Tegen tien uren des ochtends zette de Prinses Elisabeth hare reis voort, en tegen den avond kwam zij met de overige passagiers te Vlissingen aan. In de opgave van het telegram van den heer Van Broekhuijzen, kommandant van de Wilhm Barents, was een fout. De aanvoerder der Poolexpeditie seinde uit Vardö, dat hij na een maand weder herwaarts, d. i. naar Vardöt hoopte te komen, niet huiswaarts, gelijk gedrukt werd. De leden van het landhuishoudkundig congres hebben na afloop hunner vergadering verschillende inrichtingen te Enschedé bezocht, o. a. de fabriek- school en de katoenfabriek van den heer H. A. van Heek. Vooral de twee laatstgenoemde inrichtingen trokken de hoogste belangstelling. De fabriek is opgericht door de gezamenlijke fabrikanten, met het doel om den fabriekskinderen goed onderwijs te waarborgen. Geen kind wordt op die school toegelaten of het moet twaalf jaren oud zijn en kunnen voldoen aan het toelatingsexamen, dat elke maand door eene afzonderlijke commissie wordt afgenomen. De eischen, ofschoon niet te hoog gesteld, maken het noodig dat de openbare school tot twaalf jaar getrouw worde bezocht. Zij, die alle klassen hebben doorloopeD, worden ontslagen, maar des noods moet de leerling tot zijn achttiende jaar blijven. Geen fabrikant neemt een kind in de fabriek, dat geen toelatingsexamen voor de fabriekschool heeft gedaan en deze over eenstemming werkt allerheilzaamst voor den bloei der school en de welvaart der jeugd. Wat de wet-Van Houten en een bepaling der nieuwe onderwijswet beoogen, is dus hier geheel vrijwillig tot stand gebracht. Ongeveer 700 kin deren gaan op deze fabriekschool. Meest allen zijn jongens en meisjes die op de fabrieken werken; een tweetal werkgevers in de stad, geen fabrikan ten, volgen denzelfden regel tegenover hunne leerjongens. {Hbl,) Door het Transvaal-Comité in Ned.-Indië was op 4 Mei jl. f 13,733 ontvangen. Generaal Van der Heyden is Woensdag te Mar seille aangekomen en wordt tot Brussel door den generaal Verspyck, adjudant-generaal des konings, te gemoet gereisd. Te 'sGravenhagezal, volgens het Nieuws v. d, Dagden veroveraar van Atjeh op een feestmaal het nationaal geschenk worden aangeboden. Aan de Indische mailberichten van den 20^ Mei jl. is het volgende ontleend: Er bestaat tegenwoordig eene furie van stoom tramwegen. De Bataviasche zal, hoopt men, eerstdaags haar materiaal uitkrijgen. In het Ja- parasche hebben drie heeren, waaronder jhr. Clif ford, concessie voor een zeer voordeelige lijn gekregen. Verder hoort men spreken van een stoomtram- concessie-aanvrage tusschen Soerabaija en Grissee, en van eene tusschen Batavia en Tangeran. Te Soerabaija zijn volgens het Soer. Hbl. drie maatschappijen tot onginning van koffiegron- den in wording. Een curieus proces is dezer dagen ge voerd tegen bestuurders der Indische spoorweg' maatschappij, die vier jaren geleden voor een jaar vergunning gekregen hebbende tot heffing van verhoogd tarief derde klasse op sneltreinen tusschen Batavia en Buitenzorg, met die heffing nog dirie jaar doorgegaan zijn, zonder dat de machtiging daartoe verlengd was. De boete voor dje overtreding uit achteloosheid, door het open baar ministerie volgens de wet geëischt, bedroeg f 135000. De raad van justitie heeft f 2900 boete opgelegd. Bij het schijfschieten op Atjeh, op den 27tn April jl, door eene Europeesche en eene Inlandsche compagnie, zijn drie Europeesche fuseliers gewond, waarvan een overleden is. Door sommigen word dit ongeluk toegeschreven aan de onbekwaamheid van een officier, die een tirailleurvuur op 300 pas gekommandeerd zou hebben, terwijl op 150 pas afstand een afdeeling stond te vuren; anderen schrijven het alleen toe aan onbehendigheid der schutters. Een streng onderzoek wordt ingesteld. De Javabode verhaalt dat de gonv.-gen. 's Jacob een officieele brief van twee bladzijden, die hem ter teekening werd voorgelegd, na aandachtige lezing geheel doorgehaald en daarna een anderen geconcipieerd heeft van slechts een half vel, waarin de inhoud van het groote stuk kort en zakelijk teruggegeven werd. Wij onderstellen dat de heer 's Jacob dit heeft gedaan om een enkele maal een voorbeeld te stellen. Wanneer 't het werk van den landvoogd moest zijn om al de onnoodige lang wij ligheid zijner ambtenaren te verbeteren, dan kon hij zijn geheele leven wel schrijvende doorbrengen. In eene nota van antwoord op het afdeelings- rerslag der tweede kamer betreffende een wets ontwerp tot het bekrachtigen van Indische cre- dieten, heeft de minister van koloniën het vol gende omtrent de veepest op Java medegedeeld. De veepest komt, blijkens de jongste berichten, nog slechts sporadisch in Bantam, Batavia en de Preanger voor en bleef stationair in, Cheribon en Krawang. In 1879 en 1880 werden 81,607 en 93,321 beesten afgemaakt, in Jan. en Eebr. van dit jaar 12,881, dus te zamen 187,809. De minis ter heeft geen gegevens om mede te deeleu of de inlander het geld, dat hij als schadeloosstelling ontvangt, verteert, in plaats van er vee voor te koopen. Bij de rijkspostspaarbank is gedurende de maand Mei, de tweede maand van haar bestaan, belangrijk meer ingebracht dan in April. Het totaal der inlagen was (in ronde cijfers) 120.273, terugbe taald werd f 7570, zoodat meer ingelegd werd dan terugbetaald f 112.703, makende met het in het graf gegaan zijn. Ik zou uw onschuld er niet mee willen kwetsen. Er werd niet meer kwaad gesticht dan dat er eenige tranen vergoten werden en een leven, dat gelukkig en nuttig had kunnen zijn, verwoest werd eer het begonnen was. Dat was al: alleen bedenk, mijn jongen, woorden worden licht gesproken en licht vergeten en toch blijft er nooit éen onopgeteekend. Mis schien, als de mannen bedachten hoe, in dit leven, hun lieve woordjes en kleine liefkozingen in het geheugen van een meisje blijven voortleven en hare handelingen belemmeren, voor dat de tijd der liefde voor altijd over is, zouden zij er spaarzamer mede zijn. Maar ik weet niet hoe het komt. Het is een heel oude geschiedenis en zij iB reeds duizendmaal verteld en toch heb ik nooit iemand uwer gekend die er zich aan stoorde." Zij glimlachte droevig en toen ik haar een kus gaf voelde ik dat hare lippen beefden, {Wordt osrtólgd.) kassaldo over April 224.574. De inbreng be droeg in de provinciën: Noord-Brabant 22.650, Gelderland 12.877, Zuid-Holland 30.403, Noord- Holland 25.823, Zeeland 5.150, Utrecht 5.268, Friesland f 3.304, Overijssel f 3.922, Groningen f 1.235, Drenthe f 1.327, Limburg f 8.309. Het getal der in omloop zijnde boekjes bedroeg op ultimo Mei 8728. De Vereenigde Staten van Columbia, de republiek Paraguay en Haïti zullen met 1 Juli aanstaande deel uitmaken van de algemeene postvereeniging. consuls. De heeren F. A. T. Warnecke en F. A. Erdmann zijn erkend en toegelaten als oonsnl van het Duitsche rijk, respectievelijk te Samarang en te Batavia. onderwijs. Op verzoek, eervol ontslag verleend aan mr. M. A. van den Acker, als schoolopziener in het arr. Waalwijk, en in zijne plaats tot school opziener in dat arr. benoemd jhr. mr. F. X, A. Yerheijen. Burgemeesters. Benoemd tot burgemeester Van De Wijk, M. baron de Vos van Steenwijk. Op de voordracht tot benoeming van hoofd der school A te Sluis zijn geplaatstNo. 1. B. B. Faber (die vroeger reeds verzocht heeft bij de benoeming niet in aanmerking te komen), 2. B. P. Hofstede en 3. M. Wolters. Benoemd tot directeur der H. B. S. met fjarigen cursus voor jongens te Botterdam dr. Menalda van Schouwenburg, aldaar. De stichting der rijks hoogere burgerschool te Meppel heeft eindelijk haar beslag gekregen. De minister verlangde dat gebouwd zou worden in ond-Hollandschen stijl. De daarvoor gemaakte ontwerpen zijn thans goedgekeurd en dit stelde den gemeenteraad in staat, aan B. en W. een crediet te openen van f 48,453.99, de som waar op de uitvoering van het werk is begroot. Binnen kort wordt het werk aanbesteed. {Hbl.) Door den minister van oorlog is bepaald dat de rij ks-post spaar bank aan het leger bekend ge maakt, biljetten daaromtrent uitgereikt en aan de compagnieën verstrekt zullen worden. De 2e luit. B., van het le reg. vesting artillerie te Utrecht, zal voor den krijgsraad te Arnhem terechtstaan, onder beschuldiging dat hij ten eigen bate 's lands gelden zon hebben aan gewend. Door het gerechtshof te 's Gravenhage zijn gis teren veroordeeld: Vronw V. nit St. Maartensdijk ter zake van diefstal met behulp van een valschen sleutel, tot zes maanden en de vrachtrijder van St. Anna- land op Bergen op Zoom wegens diefstal van een horloge, hem als zoodanig toevertrouwd, tot 45 dagen eenzame opsluiting. Ook hield het hof zich bezig met het onderzoek eener misdaad van kindermoord, voor de eerste maal door de ongehuwde moeder gepleegd. De besch., A. T., oud 23 jaren, zonder beroep, wo nende te St. Jan Steen, bekende onder het storten van een vloed van tranen het treurige feit. Adv.-gen. mr. Bijleveld requireerde met aanne ming van verzachtende omstandigheden, 2 jaren celstraf. De uitspraak is bepaald op aanstaanden Donderdag. Bij de hevige onweders welke Zaterdag en Dinsdag jl. over eenige grensplaatsen in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen hebben gewoed, is te Clinge een man, werkzaam in het land, en te Selzaete eene vrouw door den bliksem gedood. Naar gemeld wordt is het buitenverblijf Rosenstein, onder Velzen, aangekocht door den koning van Zweden, om te dienen voor residentie van zijne gemalin, die onder behandeling is van dr. Mezger. Schipper M. C. Koole, van Colijnsplaat, schrijft in de N. R. Ct., ter bestrijding van een vroeger onjuist bericht: Zondag 19 dezer op de Schelde tusschen den Frederikspolder en Doel (België) met mijn schip ten anker liggende, zag ik 's morgens te 10 uren dat er een pleizierjacht omverwoei, en de opva renden, ten getale van zeven, in nood verkeerden Onmiddellijk begaf ik mij met mijn knecht, Abr. Potappel, in mijn boot en snelde hnn ter hnlp,en mocht bet genoegen smaken van de vier personen (drie hadden zich nog aan het jacht vastgeklemd) er drie levend te redden, doch de vierde was reeds zóo ver dat hij in mijn roeiboot den geest gaf, ondanks alle aangewende middelen om hem tot bewustzijn te brengen. Dit alles was gebeurd vóór de stoomboot Hef' cules erbij tegenwoordig was. Wel heeft de Eer- cults de menschen van mij overgenomen en mij met mijn boot naar den Doel gesleept, om aldaar door een geneeskundige nog te laten beproeven om den drenkeliug bij te brengen, doch alles was te vergeefs, en er kon alleen de dood geconsta teerd worden. Zalt-Bommel was gisteren in feestdos en van een aantal particuliere gebouwen wapperde de vlag omdat het rijk het slot van Maarten van Rossum had aangekocht. Men verneemt dat het tot kantongerecht ingericht worden zal, HOOFDSTUK I V. „Uw grootvader bezat, zooals gij weet, een hoeve, waarvan wij een gedeelte terug gekocht hebben, op de grens van de Heide; maar hy kwam van de andere zijde van het Cheriotgebergte. Mijn jongen, gij hebt goed bloed in uwe aderen, echt Schotsch bloed, dat regelrecht tot u geko men is van de mannen die gevochten hebben met Bruce en Wallace, en ik sta er voor in dat gjj het geen schande zult aandoen. De akkers, die wij van het legaat mijner goede meesteres en van mijne spaarpenningen gekocht hebben, be hoorden aan uwe voorouders, eerlijke lieden, in wier voetstappen ik vertrouw dat gij nederig voor God zult wandelen." Er steeg een donkere blos naar de wangen waarvan de beenderen in den laatsten tijd meer uitstaken dan vroeger: ik zag nu voor het eerst met hevig zelfverwijt hoe het vleesch er afgeteerd was. Ik had nooit veel nagedacht over onze Schot8che voorouders, ofschoon ik wist dat wij van over de grenzen gekomen waren en dat tante Jessica trotsch was op onze voorname afkomst. In mijn verwaarloosde kindsheid had niemand er my over gesproken en ik kende geen mijner bloedverwanten. Thans was het mij in dit plech- tig oogenblik, alsof ik nog eens gedoopt werd, ofschoon het mijn familienaam was die een hooger bf teekenis kreeg en ik besloot den goeden, ouden naam van Forbes zoo goed in eere te houden als een braaf Christen betaamt. Ik sprak echter niet en tante vervolgde. „Ik was de jongste dochter van uw groot vader, Harry, de eenige die hem overleefd heeft. Er was een groot verschil in leeftijd tusschen my en uw vader, die reeds een ernstig, door zorgen neergebogen man was, met een eenigszins stuursch uiterlijk, veel op mij gelijkende zooals ik er nu uitzie, in den tydtoen ik als een mooi jong meisje van school kwam. Ja, gij moogt mij wel aanzien, mijn jon gen, maar toen was ik mooi en aardig, vroohjker en aardiger dan gg zelf, en dat is veel gezegd f' Zij legde haar hand op mijn hoofd en streek over mijn haar, terwijl zij ophield om adem te scheppen. Ik twijfelde volstrekt niet aan bare woorden. Voor mij was zij zelfs nu mooi, met dien afwisselenden blos op hare wangen, die als de kleur van een jong meisje by haar eigen lof opsteeg. „Gunst is bedriegeiyk en schoonheid is ydel!" sprak zij ernstig. „Wij bloeien als bloe men, mijn jongen, en worden afgesneden, maar zoolang de bloeitgd dunrt maakt het een groot verschil of schijnt het dat temaken. Ware ik niet schoon geweest, en daarom zeg ik het, zon ik nooit de aandacht getrokken hebben van den man die mij myn geluk hier op aarde ontstolen heeft. Stuif niet op, mijn kind; ik verloor niets dan mijn gemoedsrust, anders zou dit yerhaal met mg

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 2