t BUITENLAND. Laatste Berichten. Handelsberichten. In Bulgarjje. Weerkundige waarnemingen. 21 Juni des morgens te 8 uren. zo z zo zzo z z z wzw ozo z zzo zw zzw zzw zw z zo zw z Yerkoopingen en aanbestedingen. Algemeen Overzicht; Graanmarkten enz. Prezen van fit fee ten. ontmoetten, mishandelende, 's Avonds begonnen dé gevechten. Men wierp elkaar in het wateren vocht met messen, zoodat drie soldaten van de troepen, die de orde moesten herstellen, doodelijk gewond werden en een aantal burgers zware wonden ontvingen. Sommige berichten spreken van acht dooden en 23 gewonden. Alle koffie huizen zijn gesloten en samenscholingen op de straat verboden, terwijl de stad doorkruist wordt door patrouilles. De minister Constans deelde gisteren in de kamer mede dat er 4 dooden en 17 gewonden waren en dat de Italiaansehe werk lieden aanvallers waren geweest. De werklieden in eene looierij hebben verklaard voortaan geene Italianen onder hunne medearbeiders te zullen dulden. Er werken te Marseille niet minder dan 40.000 Italiaansehe arbeiders. Hoe het soms in Rusland met de toepassing van het recht gaat, blijkt uit menig verhaal. Een merkwaardig staaltje is wat de correspondent der Kölnischc Zeitung te Odessa in zgn laatsten brief vertelt. De politie te Odessa heeft altijd den naam gehad van eene bende dieven en oplichters en schijnt dien nog te verdienen. „Een mij be kende Jood, M. F., een klein fabrikant en koop man in dePoststraat, schrijft de correspondent, die tegen het bevel van den gouverneur met eenige zijner geloofsgenooten op de straat stond te praten, werd gevangen genomen. In het politiebu reau nam men hem zijne portefeuille af, waarin 180 roebel was, benevens een gouden horloge met ketting en een zilveren tabaksdoos. Daarna werd hij naar een der schepen gebracht, welke dienden om de groote menigte gevangenen te bergen. Zijn vrouw deed dadelijk pogingen om haren man vrij te krijgen, en zij kende den weg tot het hart der politie, want na zes dagen had zij haren echtge noot terug, terwijl het haar slechts 150 roebel had gekost. Toen F. twee dagen vrij was, kwam hij op de zonderlinge gedachte om zijn portefeuille, horloge en tabaksdoos terug te vragen. Men zou ze hem zenden, zeide men, en den volgenden morgen werd hij wederom gevangen genomen. Zijn vrouw zal nu weer een hooger bod moeten doen om hem vrij te krijgen, en dan zal F. wel de dwaasheid niet meer begaan om iets aan de politie terug te vragen. Tweede kamer. Voortzetting van het de bat over de Amsterdamsche kanaal wet. De heeren Seret en Roëll verdedigen krach tig de voorgestelde verbetering der Keulsche vaart, als uit een finan cieel en technisch oogpunt het meest aanbevelens waardig, als sneller uitvoerbaar en het meest in 't belang der binnenlandsche scheepvaart. De heer Van der Sleyden acht daarentegen de verbetering der Keulsche vaart een halven maatregel, die de kosten niet waard is. De heeren Dirks en Rutgers bestrijden het wetsontwerp, in hoofdzaak betoogende dat de vetbetering der Keulsche vaart half werk zal zijnmet veel bezwaren en met het gevolg dat men later toch een volledig kanaal naar den Rijn zal moeten maken. De heer Bastert verdedigt daarentegen op het voetspoor van den heer Roëll het ontwerp, op grond dat men het objectief, zonder parti pris of politieke bedoelingen moet beoordeelen. De heer Heydenrijck stelt ook nu gelijk in 1879, de financieele quaestie voorop. Hg, wil stellige inlichting der regeering omtrent de wijze van dekking dezer nieuwe uitgavenbij ge breke van een voldoend antwoord, zal hij mis schien eene motie tot uitstel voorstellen. Ëernte kamer. Na aanneming der aan de orde gestelde wetsontwerpen, waaronder dat tot regeling van het auteurrecht en dat tot wijziging der gemeentewet betreffende de kohieren, is de kamer op reces uiteengegaan. Marseille. Krachtige maatregelen zijn tot herstel der orde genomen. Het getal arrestatiën bedraagt 200. Londen. Artikel 3 der Iersche landwet is aangenomen. RAMSJT Ba- Wind- Toe Tem DER PliAATSEX. rom. afwgk. richt. kracht stand lucht. pera tuur. Gels. Delfzijl. Groningen. Helder Vlissingen. Maastricht. Sylt Shields. Valentia. Hamburg Swinemunde, Leipzig. Carlsruhe Grisnez Pargs. St Mathieu Biarritz Perpignan Ghristiaansund Stockholm. Koppenhagen Portsmouth Yarmouth. 4.5 5.1 6.8 8.7 5.9 2.2 13.7 21.2 2.3 -j- 0.4 1.9 4.5 9.2 7.9 12.7 7.2 7.4 1.2 0.8 1 1 1 2 1 2 4 3 3 1 1 2 4 2 4 2 1 6 2 I. bew. 1. bew. 1. bew. 1. bew. betr. helder betr. z. bew. helder helder z. bew. betr. z. bew. bew. helder bew. betr. z. bew. bew. 18 --19 --18 21 20 --19 --12 --13 --19 --21 --18 --19 --19 --20 --15 --23 Grootste verschil in Nederland: 'sochtends 8 uren: D. 4.2 V. des namiddags: Thermometerstand te Middelburg, 20 Juni. 'sav. 11 u. 59 gr. 21 'smorg. 8 u. 70gr. 'smidd. la, 77gr. 'sav. 5 u. 71 gr. F. 13 17 17 De levering van het grof tarwebrood aan de gestichten, onder beheer van het bestuur der godshuizen alhier, gedurende het 3e kwartaal 1881, is aangenomen door P. Smithvoor 15"/x« ct. per kilo. Evenals de heer Gambetta naar het zuiden des lands een uitstapje naar zijn vaderland maakte en bij tentoonstellingen en gastmalen gevleugelde woorden sprak, waarvan gansch Frankrijk weer galmde, maakt thans de heer Jules Ferry eene reis naar Epinal, in bet oosten van Frankrijk en slooft de gedienstige Havas zich uit om de woorden des ministers wereldkundig te maken. Na eene aanspraak bij de prijsuitdeeling van eene landbouwtentoonstelling, die over de econo mische belangen van het departement handelde, sprak de heer Ferry 's middags aan tafel, op het ware uur der welsprekendheid, over politiek. Wat zullen de aanstaande verkiezingen zijn, vroeg hij zich af. Zij zullen zuiver zijn en vrij van elke inmenging der regeeringsmacht. Want de republiek zou een treurig schouwspel bieden, als zij, na over de officieele candidatuur gezegepraald te hebben, trachtte die candidatuur ten eigen bate weder in te voeren. Daarenboven zullen de verkiezingen uitvallen in republikeinschen en in gematigden zin. Zij zullen geene herziening der grondwet vragen, wijl in Frankrijk gezond ver stand heerscht en ieder zien kan dat het juist de monarchalen zijn die de grondwetsherziening vra gen, om er een bewijs uit te putten tegen de stabiliteit van den republikeinschen regeervorm. Ook zal men er niet in slagen de verkiezing te brengen op het terrein der verdeeldheid tusschen de republikeinen. Men zal er geen strijd van maken tusschen de radicale democraten en de gematigde republikeinen, welke tot heden de republiek hebben bestuurd en veel hebben tot stand gebracht met medewerking der radicalen. Er kan geen reden zijn voor een strijd tusschen deze beide deelen van hetzelfde leger. Want er is nog reden genoeg om eensgezind te big ven. De kamer telt nog 130 a 140 onverzoenlijke monarchalen, en het groote belang dezer verkie zing is om dat aantal te verminderen, zoodat geen uit de meerderheid gesproten ministerie meer de kans loope, omvergeworpen te worden door eene coalitie van monarchalen met de uiterste linkerzijde. Geen verdeeldheid in de republikein- sohe partij, zoolang niet in beide kamers het ge vaar voor antirepublikeinsohe vijanden volkomen zal geweken zijn. Het oogenblik is voor de repu blikeinen nog niet aangebroken óm zich te scheiden in whig» en torieszij staan nog op de bres om 130 monarchalen uit de kamer te verjagen. „Ik geloof, zoo besloot de heer Ferry zijne rede, dat de groote meerderheid des lands, die bestaat uit arbeiders, brave lieden, die vóór alles aan de re geering de bescherming vragen van de vrijheid van hunnen arbeidik geloof dat bij deze menigte heel wat minder opwinding heerscht dan de Parijsche politici wel gelooven. Ik geloof dat deze menschen rustig en tevreden zijn, wijl zij weten dat zij niet meer aan avonturen blootstaan; omdat de republiek orde, standvastigheid en vrede beteekent." Dat was eene snedige opmerking van den heer Ferry, die tegenstelling tusschen den rnrnoerigen politicus te Parijs en den arbeider die naar niets meer verlangt dan naar rust voor zijn arbeid. Zij is zeker waar voor Frankrijk, waarschijnlijk wel voor ieder land. Wie van de politiek een vak maakt, verliest zoo dikwerf uit het oog wat naar den zin der bevolking goede politiek zou zijn. Eerstdaags heeft men het verkiezingsmani fest van den heer Gambetta te wachten, dat hij waarschijnlijk zal uitspreken voor zijne kiezers van Belleville. Hij woonde eergiste ren een werkliedenfeest in Belleville bij, waar hij slechts eventjes de politiek aanroerde. Doe lende op den scrutin de listezeide hij: „Heeft men geen succes, welnu men begint opnieuw met verschen ijver." En iets verder: „Welk een aantal candidaturen en eerzuchtige plannen men mij moge toeschrijven: ik ken maar éen arrondissement. Men zal mg dat kunnen betwisten, doch ik weet waarom het mg niet ernstig zal kunnen worden betwist." De heer Gambetta is dus van plan Belleville te blijven vertegenwoordigen. De heer Gladstone heeft gisteren avond in het lagerhuis medegedeeld dat de Engelsche regeering de aandacht der Amerikaansche regeering had gevestigd op het feit dat zekere bladen in Ame rika aanhitsen tot gewelddadigheden in Engeland. Aan de overzgde van den Oceaan was dit reeds vroeger bekend, en een der New-Yorksche bladen acht dezen stap eene fout van den heer Gladstone. Indien de Fenians, leest men daar, hier al iets doen om het leven of de eigendommen van Engelschen te bedreigen, is het op zoogeringe schaal dat niemand erop let; en indien onze regeering ook al verlangend ware om den politieagent te spe len voor Groot-Brittannië, dan zou het nog de vraag zgn of zij iets kon ontdekken, waarop zij de hand kan leggen. Indien de Amerikaansche Fenians naar Engeland gaan om daar onwettige daden te be- drgveD, dan vallen zg onder de Britsche wet en moeten zij de gevolgen hunner dwaasheid dragen; want al zijn zij burgers der Vereenigde Staten, zg hebben geen recht meer op de bescherming van die regeering. De Engelsche regeering is vol komen vrij maatregelen te nemen tot haar eigen bescherming. De heer Gladstone heeft zich der halve enkel blootgesteld aan een weigering langs diplomatieken weg, welke de tegenwoordige se cretaris van staat juist de man is om kortaf toe te dienen, en het resultaat der gansche zaak zal eene victorie voor de Fenians zijn en de aanmoe diging eener agitatie, waarmede Engeland zoo slecht weg weet. De wijze waarop prins Alexander van Bulgarge zijne kamer heeft ontbonden en een beroep op zijn volk gedaan om hem eene nieuwe vertegen woordiging te schenken, waarmede hij zou kunnen regeeren, wordt door achtenswaardige organen der openbare meening, zooals de Times en de Neue Freie Fr esse, een coup d'êtat genoemd, dat is een rechtstreeksche aanslag op de staatsrege ling met het doel om het persoonlijk gezag te bemachtigen. Dit is, tot nogtoe althans, onwaar. Vorst Alexander heeft zgne kamer ontbon den en eene buitengewone nationale vergade ring bgeengeroepen om de grondwet te herzien, en daarmede is hg gebleven binnen het hem bij art. 140 der constitutie uitdrukkeigk toegekende recht. Een tweede vraag is of hij gelijk had, en om deze te beantwoorden moeten wg met een enkel woord nagaan wat er in het vorstendom is voorgevallen. Men kan meer of minder eerbied hebben voor het stelsel van parlementaire vertegenwoordi ging men kan het beschouwen als het ideaal eener regeering, of als een dikwerf niet te ver- mgden pis aller, maar men zal nooit kunnen ont kennen dat er voor het werken met deze machine eenige oefening en voorbereiding bij het volk zelf wordt vereischt. De avontuurlijke politici, welke aan Bulgarije zgne constitutie hebben verschaft, waren echter van een ander inzicht. Het te St. Petersburg gemaakte ontwerp werd in de nationale vergadering der Bulgaren belangrijk gewgzigd, onder den invloed van eenige pansla- vistische Russen en anderencosmo-politieke theoretici, die wel eens eene proef op dit jonge volk wilden nemen. De alzoo tot stand gekomen grondwet is zoo radicaal, zoo democratisch, als men zich maar kan voorstellen. De macht van den vorst bestaat enkel in naam, de gansche regeering berust in handen van een verantwoor delijk ministerie en éene kamer, door algemeen stemrecht verkozen. Geen tegenwicht bestaat er tegen deze kamer met haar ministerie. Zulk eene staatsregeling zou in menig Westersch land ernstige gevaren bieden. De quaestie is op dit oogenblik in Frankrijk aan de orde, maar het zou ons zeer verwonderen, indien zelfs daar eene meerdeiheid te vinden was voor het één kamerstelsel. Hoeveel bedenkelijker moet die toestand dan niet zgn voor een volk dat nog kortelings onder het juk der Turken gebukt ging, dat dus geen staatslieden had, geene admi nistratieve instellingen bezat en een openbaar staatsleven slechts bij naam kende. Het land heeft volslagen gebrek aan ontwikkelde mannen. In Oost-Rumelie vindt men wellicht nog een twintigtal menschen, die genoegzaam onderricht hebben ontvangen om aan de staatszaken deel te nemen. Maar Bulgarije was vóór den Russisch- Turkschen oorlog misschien de meest achterigke provincie van Europeesch Turkge, zoodat in het land, bij de onafhankelijk-verklaring, elk onmis baar element voor de inrichting van zgn staats gebouw vergeefs werd gezocht. Onder deze voorwaarden moest de zeer liberale staatsregeling spoedig tot anarchie leiden. Eene oorzaak van buiten verhoedde dat dit eerder geschiedde. In den aanvang kwam de regeering in handen van Bulgaren, die onder de Turksche heerschappij naar Rumenië of elders waren uit geweken. Deze hadden in het buitenland eenige kennis en eenig gevoel van persoonlijke waardig heid opgedaan en vormden eene conservatieve partij, die een tijdlang naar omstandigheden vrij goed heeft geregeerd. Er kwam echter spoedig eene oppositie die zich liberaal noemde, en die bestond uit ondergeschikte ambtenaren tgdens het Turksche bestuur, schrgvers in den dienst der Turksche pacha's, en kooplieden zonder kennis en zonder politieke eerigkheid. Dit was het zoodje lieden, dat, opgevoed in de Turksche administratie, zich op hoogen toon den titel gaf van verdedigers der vrgheid en van de constitu- tioneele instellingen des lands. En wat nog sterker is, men gelooft hier en daar in Europa die lieden, zooals een Zankoff en een Caraveloff. Hoestaat het nu met het liberalisme dezer heeren Toen zij ministers wareD, oefenden zg eene haast onbeperkte macht uit. Er is in het vorstendom geene wet, die de bevoegdheden van ambtenaren, gemeentebesturen of rechtbanken omschrijft; er bestaat geene regeling der ver schillende takken van administratie. Caraveloff erkende dan ook geen enkele grens aan zgne macht. Als een ambtenaar hem mishaagde, joeg hij hem niet alleen weg, hij zette hem gevangen. Zgn ambtgenoot Zankoff ging zoo beestachtig tegen de Muzelmannen te werk, date r bgna een bloedige op stand door is uitgebroken. Bg de verkiezing voor de arrondissementsraden schrapte Garaveloff van de ïgsten der verkozenen wie hem niet bevielen en zette er zijne creaturen voor in de plaats. De wetten werden in den ministerraad gemaakt. Wg noemen slechts éen voorbeeld. De ministerraad had eigenmachtig beschikt over eigendommen van gemeenten, en Garaveloff had aan de rechtbanken den last gezonden om zich naar die beslissing te gedragen. De rechtbanken protesteerden en stelden zich onder de bescherming van het hof van cassatie, waarop Caraveloff aan den vorst het ontslag van al de leden van dat hof voor droeg. Iets vroeger had hij aan vorst Alexander het ontslag gevraagd van al de leden der recht bank te Sophia, die een dagbladschrgver had vrijgesproken, welke zich critiek over de regeering had veroorloofd. Bij dit alles vond de vorst alleen steun in zijn minister van oorlog, generaal Ernroth, een koel bloedig en bekwaam man, die hoewel hij een Rus is, meer Duitsch dan Slavisch denkt en zich aan vankelijk opsloot in zijn naasten plicht, de orga nisatie van het leger, totdat de heer Caraveloff en zgne vrienden ook hierover hunne macht wilden uitstrekken, en allerlei dwaze plannen opperden. Toen vroeg Ernroth ziju ontslag, maar vorst Alexander die zich aldus zgn eenigen steun zag ontglippen, nam het niet aan. Hg zond al de andere ministers naar huis, ontbond de kamer en droeg aan Ernroth op eene herziening der grondwet uit te werken. Hoe dit ontwerp luiden zal, en hoe het door de nieuwe kamer zal worden opgenomen, is van later zorg. Maar thans dient gezegd te worden dat, indien het gevolg van de gebeurtenissen zal zgn dat vorst Alexander in zgn staat met grooter macht wordt bekleed, deze macht zal overgaan van een partg onbekwame wildemannen, om ze zoo zacht mogelgk te betitelen, op een bekwaam vorst van goeden wil. En wil de bevolking van Bul garije de heerschende anarchie bestendigen welnu, dan zal de jonge prins misschien zoo heel treurig niet zijn, als hg zgn vorstendom den rug toekeert, de taak overlatende aan wien' sterker meent te zijn dan hij. Goes, 21 Juni. Weinig aanvoer. Tarwe 30 cent lager; anders onveranderd. Rotterdam, 21 Juni. Ter veemarkt van heden waren aangevoerd 1347 runderen; 274 vette, 81 nuchtere kalveren; 788 schapen; 234 varkens; 161 biggen; runderen 1* qual. 88, 2e qual. 70 3e qual. 50; kalveren Is qual. 110, 2' qual. 90; schapen 90 cent. Vlissingeït, 21 Juni. Boter per kilogram f 1. a 0.95 Eieren f 3.80 per 104 stuks. Bergeh op Zoom, 21 Juni. Boter per stuk f 0.87}, halve f 0.62eieren per 26 stuks 1.10. Amsterdam. 20 21 Juni. Juni. 66f 66} 79ff 79} 104} 104} 104fs 104} btaatsleehinge». STederl. Cert.N. W. Soh. 2} pet. dito dito dito. 3 dito dito dito; 4 dito Obl. 1878 f 1000. 4 België. Certificaten. 2} Frankryk. Origin. Inschr. 3 Hongarije. Obl. Leening 1867 fl. 1205 dito Goudleenning 5 dito dito fl. 500 6 Italië. Cert. Adm. Amsterd. C Oostenryk. Obl. Mei-Nov. dito Febr.-Aug. dito Jan.-Jnli. 5 dito April Oct. 5 dito dito Gond 4 Folen. Obl. Schatkist 1844. 4 Por tug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 dito dito 1876. 6 dito dito 6e Ser. 1878 £100 6 Rusland. Obl. Hope C. 1793/1815 0 ff Cert Inschr. 5« Serie 1854. 5 dito dito 6' 1855. 5 Obligatiën 1862 5 dito 1864 f 10005 dito 1864 1005 dito 1877 dito. 5 dito Oostersche 1" serie. 5 dito dito 2e 5 dito dito' 3* 5 dito 1872 gecons. dito. 5 dito 1873 gecons. dito. 5 dito 1850 le Leening dito. 4} dito 1860 2" Leening dito. 4} dito 1875 gecons. dito 4} dito 1880 gecons. dito4 Cert. Hope C° 1840... 4 dito 2', 3' 4' Leen. 1842/44. 4 Obligatie Leening 1867/69. 4 dito dito 1859 o Cert. van Bank-Assign. b Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 riitr» dito 18<6 A ff dito Binnenl. Es. 5000-10000 1 ilitrt dltO 1810 A Turkye. Obl. Alg. Soh. 1865 5 dito dito 1869 6 a 95} 83 83} 100} 100} 65} 66 65} 65} 66 66& 66} 66} 81} 77 is 77} 53} 53} 103 103} 98} 98} 57} 57} 80} 80 87} 87} 93} 94} 91} 91} 92} 92} 56} 56} 55} 55} 56} 56} 88} 88} 90} 90 90 85 84} 79} 79} 71} 71 59} 60 76} 76 67} 37 25} 25& 45} 44} 23} 23} 15 14}$ 17} 17.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 3