PATENTEN.
Mademoiselle Diana
MIDDELBURGSCHE COURANT
VERKIEZING.
BI J"V" OüBQ-SIBX-i
Maandag 13 Juni 1881. N° 136.
Middelburg 11 Juni.
Coöperatie van eigenaar en pachter.
FEtlXLLBTOU.
De landbouwtentoonstelling te Goes.
„Nu moet gij eens heel verstandig zjju
TAN DE
VAN
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend
dat de patenten der tappers en sinters van het
dienstjaar 1881/82 ingevuld gereed liggen, en dat
tot de afgifte daarvan ten raadhuize zal worden
gevaceerd van den Hen Juni 1881 tot den 25en
Juni 1881 des Woensdags en Zaterdags van iedere
week, des voormiddags van 10 tot 12 uur.
De belanghebbenden worden mitsdien aange
maand om, binnen den boven bepaalden tijd, de
voorschreven patenten in persoon te komen
athalen, terwijl zij zich blootstellen in eene
boete te vervallen van vijftien gulden, indien zij,
des gevraagd, hun patent of een afschrift daarvan
niet kunnen vertoonen.
Hiervan is afkondiging geschied waar bet be
hoort, den lOenJuni 1881.
De burgemeester en wethouders voornoemd
P I C K
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend:
dat de inlevering van stembriefjes tot benoe
ming van éen lid van de tweede kamer der staten
generaal, in het hoofdkiesdistrict Middelburg, zal
plaats hebben op Dinsdag den 14 Juni 1881, van
des voormiddags 9 tot des namiddags 5 uren, in
de beneden achterzaal van het raadhuis, terwijl de
opening dier stembriefjes zal geschieden in het
zelfde lokaal op Donderdag den 16 Juni daaraan
volgende, des voormiddags ten 9 ure.
Middelburg, den 10 Juni 1881.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
P I C K
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Het is voor niemand, die in de gelegenheid is
een eenigszins dieperen blik te werpen in den
toestand van den landbouw ten onzent en in
nabnrige landen, een geheim dat de landbouw met
ernstige bezwaren heeft te kampen, welke beginnen
met den pachter te treffen, maar hun natnnrlijken
terugslag spoedig ook op den eigenaar doen ge
voelen. In zulk een tijd is ieder ernstig woord
over de zaak welke het geldt, de overweging
waardig en daarom willen wij, zonder zelve een
oordeel te vellen, onzen lezers een stnkje mede-
deelen, dat wij dezer dagen in een Eugelsch dagblad
vonden. Vergissen wij ons niet, dan bestaat er, bij
alle verschilin bijzaken, genoeg overeenstemming in
de hoofdzaken der Engelsche toestanden met de
onze, om de denkbeelden van den schrijver ook
in Nederland overweging te doen verdienen.
„Een bekend schrijver over staathuishoudkunde,
zegt onze bron, heeft onlangs beweerd dat
het 60 millioen pond sterling (720,000,000 Ned.
guldens) zou kosten om den grond van Groot-
Brittannië in denzelfden staat van zniverheid te
brengen, waarin hij tien jaren geleden was, en
DOOR
MORIT2 VON REICHENBACH.
Wij bevindett ons te Parijs in het Parijs der
achttiende eenw, de residentie van Lode wijk XV
en Madame de Pompadour. Doch met deze
twee, eenigszins twijfelachtige sterren aan Frank
rijke hemel hebben wij niet te maken, maar Wel
met een paar zeer schitterende, sterk fonkelende
sterren, die evenwel niet aan den hemel van
Frankrijk, maar in het schoone gelaat der beval
lige danseres, mademoiselle Diana blinken.
„Hare oogen zouden mij razend kannen
maken ik zou er honderd veldslagen vöor
willen verliezen!" zei de hertog de St. Alban,
met tijn sierlijken salondegen zwaaiende.
„Ik zon duizend zielen willen geven voor
één blik vol liefde uit die schoone oogen" zucht
graaf Kamuzoff en strijkt met zijn groofe hand
door zijn borstelig baar, waarop de poeder altjjd
zoo slecht kleven wil dat het er even gevlekt
dat, tengevolge van het buiten cultuur geraken
van groote stukken land die met ongenoegzaam
kapitaal, slordig en zonder behoorlijke voeding
door meststoffen bebouwd zijn, de achteruitgang
thans nog sneller gaat dan vroeger.
„Het is bekend dat thans hoeven, die waarschijn
lijk in deze eenw nog nimmer in het openbaar
zijn aangeboden, tevergeefs als te pachten worden
geadverteerd in de nieuwsbladen der Engelsche
graafschappen. Dit was het geval, slechts enkele
weken geleden, met eenige hofsteden in Norfolk
zelf, die toebehooren aan een zoo practisch en
vrijzinnig landheer als lord Leicester. Dat het
beter is voor een grondeigenaar om zijn grond
voor niet te geven, onder zekere verplichtingen
voor den pachter, dan dien door het staken van
de bebouwing te laten achternitgaanwaar
door hij later groote kosten eraan zal moeten
maken, springt genoeg in het oog. Maar .wij
gelooven niet dat znlk een offer noodig is. De
moeilijkheid schijnt te zijn dat de grondeigenaars
niet spoedig tot de erkentenis komen van de
oogenblikkelijke daling der pachten, en indien zij
die al erkennen, deinzen zij ervoor terug om
hunne pachten te verlagen, wijl het zoo moeilijk
is ze later weder op de oude hoogte te krijgen.
Wij spreken van „oogenblikkelijke daling",
wijl de waarneming der westelijke staten van
Noord-Amerika, welker mededinging de groote
oorzaak is der daling; deze is natuurlijk ook
bevorderd door de opeenvolging van slechte oogsten?
wijl hetgeen gebeurt in die westelijke staten
ons overtuigd heeft dat de stroom van goedkoop
ingevoerd graan binnenkort zal opdrogen door de
uitpntting van den maagdelijken grond, welks
groote vruchtbaarheid dien stroom zoo rijkelijk
deed vloeien. Dit is inderdaad de meening van
de Engelsche landbouwcommissie, welke verschei
dene maanden aan het onderzoek naar deze zaken
heeft besteed.
„In den tusachentijd echter hebben wij waar
schijnlijk eene opeenvolging van magere jaren voor
ons, en het zou goed zijn niet alleen voor de
landbouwers, maar voor het gansehe volk indien
men tot een vergelijk kon komen, waardoor
ernstige achteruitgang in de productieve kracht
van den grond kon worden voorkomen. Een
stelsel van samenwerking tusschen den grondeige
naar en den pachter, waardoor de pacht van den
eerste en de verdienste van den tweede naar
omstandigheden veranderlijke cijfers zouden wor
den, zon tot zekere hoogte het dreigende gevaar
kunnen afweren. De eigenaar zon een tijdlang
slechts geringe rente trekken, maar zijn kapitaal
zon niet voortdurend in waarde achteruitgaan.
De pachter zon den moed verkrijgen om te blijven
worstelen, omdat hij weten zou dat hij geen
pacht zon te betalen hebben, tenzij de grond die
had opgebracht.
„Het stelsel is vrij algemeen toegepast in de
westelijke staten van Noord-Amerika. Daar wordt
gewoonlijk bij het jaar verhuurd. De eigenaar
levert land, gebouwen, in den regel ook de dure
werktuigen en zaaigraan. De pachter voert op
eigen kosten al den arbeid op het land nit, en
na den oogst wordt het verkregen graan gelijke
lijk tusschen beiden verdeeld, waarbij ieder zijn
dorschloon betaalt. Bij het door den eigenaar
verschatte vee gaat het eveneensieder krijgt de
helft van hetgeen het voortbrengt en van zijne
vermeerdering in waarde. Wij kennen ongeveer
40.000 bnnders, welke op deze wijze beboerd
worden, en waar beide partyen goede zaken
maakten. Misschien zou de tijdelijke invoering
van zulk eene methode hier, met de noodige
wijzigingen, de moeite eener proefneming waard
zijn. Het is zeker beter om de voorbijgaande
moeilijkheden op dergelijke wijze stontmoedig
onder de oogen te zien dan zich met zelfbedrog
in slaap te wiegen. De hoofdzaak is dat men
met zulke voorwaarden den besten weg kiest om
den bodem des lands in behoorlijken slaat van
bebouwing te houden, zoodat men gereed blijft ge-
uitziet als een onrijpe kastanje. En die duizend
zielen, welke hij zoo edelmoedig ter beschikking
zijner aangebedene stelt, moet men niet figuurlijk
opvatten; want daarmede bedoelt hij duizend
levende wezens, die haar evenwel niet bijzonder
aangenaam zonden zjjn, daar zij steken in even
zooveel lijfeigenen, die ergens in een afgelegen
hoek van het groote czarenrijk voor hun „vadertje"
Kamuzoff zwoegen en geld verdienen, terwijl deze
zich te Parijs amuseert.
Kamuzoff is een hoofd grooter dan de hertog
de St. Alban, hij kan met zijn reusachtige hand
een zilver bord in elkaar drukken en de vloer
kraakt onder zijn zwaren stap, ofschoon hij steeds
de fijnste zijden kousen en de sierlijkste laarzen
draagt.
Maar zijn hart is even groot als zijne handen
en voeten, en dat groote hart ligt steeds aan de
voeten van M"a Diana, die onbegrijpelijk genoeg
af en toe een lachje voor den Russischen barbaar
over heeft, dat den bekoorlijken hertog tot wan
hoop brengt.
„Wat wilt gij toch met dién Noorschen beer
beginnen?" vroeg hjj haar op zekeren dag, door
zijn jaioezij tot het uiterste gebracht.
Heiasque voulez vous mon prince ant
woordde zij „ik wacht tot hij een zot wordt, even
als al mijne aanbidders."
M»« Diana kan somtijds inderdaad zeer onbeleefd
zfln naar zij is toch eenig in haar soortzj kan
bruik te maken van alle voordeelen, zoodra er
weder gunstiger tijden dagen."
Goes, 10 Juni.
IV.
Van de tentoonstelling van werktuigen naar die
van vee was slechts een stap.
Dewijl de uitslag der bekroningen reeds door
ons medegedeeld is, achten wij verdere uitweiding
over dit ons vreemd onderwerp, overbodig. Ieder
heeft zich kannen overtuigen dat hier in een
klein bestek op het gebied van paardenfokkerij
en veeteelt eene schoone en belangrijke verza
meling aanwezig was.
'Ie 11 uren werd de tentoonstelling voor het
publiek geopend en biunen weinige oogenblikken
het terrein door bezoekers overstroomd. Een
schilderachtig tafereel was het, die tentoon
stelling met haar bonte verscheidenheid van staket
sels, vlaggen en groen, waartusschen de prachtexem
plaren van Zeelands veestapel geplaatst waren,
terwijl eene bonte menigte in feestgewaad daar
omheen krioelde. Vooral het landbouwende deel
der bezoekers, bewoners van Noord- en Zuid-
Beveland, Walcheren, Schouwen, Axel, Tholen
enz., in hunne eigenaardige kleederdraeht, de
vrouwen met haar tooisel van gond, kant en
kleurige linten, bracht schakeering erin.
Dewijl wij reeds een en ander maal over de
zuivelbereiding spraken, bepalen we ons ertoe te
vermelden dat in de wandelkerk weder een talrijk
publiek de lessen van den heer W. Sluis volgde
en dat de vrouw van den heer Van GorselVan
der Werff te Rilland, en de juffrouwen Van der
Linde van Colijnsplaat en Marknsse van(?) hier
ook practisch onderricht ontvingen.
Des middags te 5 uren vereenigde zich in de
eenvoudig versierde schouwburgzaal een groot
zoo als later bleek veel te groot,
getal leden van de landbouwmaatsehappij aan
een gemeeoschappelijken maaltijd.
Op het daarvoor bestemde tijdstip werden de
sluizen van welsprekendheid geopend en gelijk
de milde regen in de twee afgeloopen dagen
een vloed van toosten over de aanzittendeu uit
gestort.
Wij zonden vreezen het geduld onzer lezers op
een te zware proet te stellen wanneer wij hierover
in het breede spraken, daarom vatten wij het
gesprokene zoo kort mogelijk samen. De heer
Pické dronk achtereenvolgens op den koninklijken
beschermer der Maatschappij, onzen koning, op
het bestuur van deze provincie, op den heer
Jongkindt Coninck (die aan het diner deelnam)
op het heil der stad Goes en op dat van het
nabij gelegen Kloetinge.
De heer Fransen van de Putte betuigde namens
gedeputeerde staten zijn dank voor de aan bun
gewijde toost en dronk op den vooruitgang van
den laDdbonw.
De heer Jongkindt Coninek deelde eenige op
zijn kortstondig bezoek aan Zeeland gemaakte
opmerkingen mede, die in vele opzichten vleiend
waren voor den Zeeuwschen landbouw, en tenge
volge waarvan hij een dronk instelde op dien
landbouw, en ook op de door hem ondervonden
Zeeuwsche gastvrijheid.
De burgemeester van Goes wenschte te consta-
teeren dat het bestuur der Maatschappij uitstekend
de verplichtingen die op haar rusten heeft be
grepen, door de zuivelbereiding op den voorgrond
te stellen. Hij wijdde daarom een dronk aan dat
bestnnr.
De heer De Marees van Swinderen gedacht de
volksvertegenwoordiging in het algemeen en den
heer Bredins, den Goeschen afgevaardigde, die
eveneens aan den maaltijd deelnam, in het bijzonder.
Een daarop volgende dronk van den heer Van
der Pauwert bracht hulde aan mej. Möller en
hare vereerders bij dozijnen tellenen daarom is het
haar vrij onverschillig oi de hertog een paar dagen
mokt en haar salon vermijdt. De hertog vindt
dat evenwel zoo Vervelend, dat hg er in allen érnst
over denkt öm een huwelijk in zijn stand te
doen, of deel te nemen aan den oorlog.
Eensklaps verneemt hij dat de Russische graaf
een habitné in de salons der schoone danseres is
geworden, dat men hem reeds 's morgéns vroeg
met haar heelt zien uitrijden en dat het Bologne-
ser hondje van Mademoiselle een collier met
diamanten draagt, haar door Kamuzoff geschonken
terwijl het roode schabrakje met prachtig bor
duursel, dat hij den lieveling zijner aangebedene
in geldkkiger dagen Vereerde, nooit meer voor
den dag komt. Dat is te veel op eens.
De hertog stelt zijn huwelijk uit, laat het
oorlogvoeren aan anderen over en geeft zijn
kaartje bij Mademoiselle Diana af.
Wij laten den hertog ëën oogenblik in het
voorvertrek staan, of liever ongeduldig op en
neder loopen en betreden het boudoir, waar M11»
Diana zich thans bevindt.
Zij is gezeten op een lage caUseuse. Haar toilet
haar gelaat, hare banden, het gepoederde haar,
waarin een bouquet van rozen gestoken is, alles is
rose en wit, wit en rose. Zij ziet eruit alsof zij
zooeven uit een schilderij Van Wattean ontsnapt
Ware. Het boudoir is ook met wit en rose go
stoffeerd, en zelfs de fluweelen rók en het Zjjden
aan den heer W. Sluis, de voorgangers op 't ge
bied der zuivelbereiding, waaraan spreker den
wensch vastknoopte dat van Zuid-Beveland uit,
de vrouwen bet daar verstrekte onderricht zullen
verbreiden.
De heer J. H. Snijders, secretaris der maat
schappij, kreeg daarua het woord en wist op eene
aangename, afwisselende manier de lijst van be
kroningen mede te deelen. Hij besloot met, her
innerende aan de ganzen van het kapitool te
Rome, den wensch te uiten dat het releveeren van
den landbouw door middel der zuivelbereiding,
door de roepstem van Goes (het wapen der stad
is een gans), er moge worden verkregen.
De heer Bredius, doende uitkomen dat er geen
krachtiger middel bestaat om de volkswelvaart
te bevorderen dan landbonw, handel en nijver
heid, wees op de wenschelijkheid om naast be
vordering van het onderwijs, de hindernissen die
de ontwikkeling van den bodem in den weg
staan, weg te ruimen en stelde een dronk in op den
landbonw en de Zeeuwsche land bonw-maatschappy.
Achtereenvolgens werd door verschillende spre
kers hnlde gebracht aan de feestcommissie en op de
verschillende andere commissien, op mej. Möller,
de dames, den voorzitter enz.
Daarna vereenigden de meeste leden der maat
schappij en andere genoodigden zich weder in den
geïllumineerden tuin en de groote zaal van de
sociëteit Van Ongenuchten Vrij, waar door het
muziekkorps van het 3e reg. infanterie een groot
militair concert werd gegeven.
Goes, 11 Juni.
Met het diner en het concert van Donderdag
wareu de landbouwfeesteu ten einde, doch de
Vrijdag was door de Goesehe burgery be
stemd om den leden der Landbouwmaatschappij
een feestelijken dag te bereiden. De regeling en
de leiding dier feestelijkheden had bet bestnnr
der Vereen, voor Volksvermaken op zich genomen.
Nadat de „reveille" was geblazen, stroomde, geiy k
wij gisteren reeds mededeelden, een talryk publiek
naar bet spoorwegstation om de aankomst af te
wachten der aan het festival deelnemende muziek
gezelschappen Constancia van Borgerhont, Een
dracht maakt Macht van Krniningen, Eendracht
van Stabroek, Oranje van Wouw en St. Cecilia
van Hontenisse.
Toen de trein aankwam, liet het muziekkorps
van het 3e reg. infanterie deBrabangonne, gevolgd
door het Volkslied hooren, en werden de directies
der gezelschappen door het bestuur der Vereen,
voor Volksvermaken begroet
Begeleid door eene eerewacht te paard
onder bevel van den heer L. van Campen en
voorafgegaan door het muziekkorps, begaf de
stoet zich langs de Ganzepoort en Klokstraat naar
de sociëteit Van Ongenuchten Vrij, waar de heer
Van der Pauwert, voorzitter der Vereeniging voor
Volksvermaken en de burgemeester van Goes, die
met de wethonders en den secretaris de ontvangst
bijwoonde, de vereenigingen welkom heetten.
Nadat de eerewijn was geschonken, werden zy
naar de voor de uitvoering bestemde plaatsen
Nadat Apollo, nit Ter Neuzen, op dezelfde wijze
ontvangen was, hadden de verschillende uitvoe
ringen op de groote markt, in het koffiehuis dê
Prins van Oranje en op het tentoonstellingsterrein
plaats. Ze werden door duizenden bijgewoond.
Te 1 uur zette de optocht van alle aanwezigs
muziekgezelschappen met hunne banieren zioh in
beweging.
De samenstelling ervan hebben wij gisteren
reeds medegedeeld. Wij willen die mededeeliDg
echter nog door eenige bijzonderheden aanvallen.
In de eerste plaats wat betreft den fraaien
wagen met de attributen van den landbouw.
Deze, vervaardigd naar aanwijzingen van den
heer Hanninck, droeg ten opschrift „Hulde Van
de Goesehe burgerij aan de Zeeuwsche maatschappij
vest van den jongen heer die naast haar zit, zijn
ook wit en rose. Zij laat hem lachend het kaartje
van den hertog zien en terwijl hij met haar
mede lacht en over haar schouder het kaartje
bekijkt, komt zijn pruik wel wat heel dicht in
de nabijheid van haar wang en een oogenblik
maten zijne en hare lippen op elkander en zy
laat hem begaan, zonder in het minst te letten
op den kleinen bediende, die nog altijd bij de
deur staat te wachten. Daarna spriogt Diana
op, werpt met een onnavolgbare beweging van
den voet haar sieriyk rose satijnen muiltje in de
hoogte en draait op een voet, als een tol, een
paar maal in de rondte, onder zulk een vroolijk,
hartelijk gelach dat de jonge man en het knechtje
er eindelijk ook mede instemmen, ofschoon zij
geen van beiden precies weten wat er eigeniyk
aan de hand is. Eindelijk staat Diana stil, trekt
haar muiltje weer aan en zegt
„Laat hem in het salon, bêlê, wat staat gij
daar nog te wachten? Laat hem iu het salon en
zeg dat ik nog aan mijn toilet bezig ben, maar
hem daarna zeer gaarne zal ontvangen."
Zoodra het knechtje weg is, neemt zij weer
plaats op de canapé, bederft met hare kleine
handjes de zoo zorgvuldig opgemaakte pruik van
haar gast op een erbarmelijke manier en zegt
eindelijk, terwijl zij zyn hoofd tegen zich aan
drukt t