Woensdag 8 Juni. 188L De groote Pinksterslag. N». 132. 124« Dit blad verschijnt dagelijks^ met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubs <fe Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 7 Juni. PEUILLBTOU. HOLGER DRACHMANN. DELBIJRGSC ©ostburg, 6 Juni. Gisteren werd alhier eene vergadering gehouden van do vereeniging Volksonderwijs in het rechterlijk kanton Oostburg; tegenwoordig waren eerst 57, later 62 leden. Nadat de vergadering door den voorzitter, den heer Vorsterman van Oijen, was geopend, waarbij hij namens de vergadering hulde bracht aan de pro vinciale staten van Zeeland en speciaal aan de leden dier staten Hammacher en Eisseeuw, voor hunne medewerking aan het tot stand komen van den tramweg in ons kanton, werd overgegaan tot de benoeming van een bestuurslid in de plaats van den heer De Rooij, notaris te Zuidzande, die wegens vertrek had bedankt. De heer Gerritsen, burgemeester van Groede, Breskens en Nieuwvliet, werd als zoodanig benoemd met 34 stemmen, terwijl 22 stemmen werden uitgebracht op den heer W. C. de Smidt, notaris te Schoondijke. Aan de orde was verder de ballotage van 9 nieuwe leden die alle werden aangenomen, waar door het ledental thans het aanzienlijk cijfer van 219 heeft bereikt. Nadat eene motie van afkeu ring omtrent de houding van een lid der vereeni ging in de strafvervolging ter zake van een strooibiljet voor de gemeenteraadsverkiezing te Oostburg, met algemeene stemmen was aangeno men, kwam bet hoofdpunt der vergadering aan de orde: de keuze van een candidaat voor de a. 8. verkiezing van een lid der tweede kamer. Met veel warmte werd deze zaak besproken, o. a. door den voorzitter en de leden Ed. Pateer, Hammacher en W. C. de Smidt, waarbij alle sprekers op verschillende gronden het aftredend lid, den heer mr. D. van Eek, aanbevaleninzon derheid werd daarbij gewezen op de eerlijke, loyale houding van dezen afgevaardigde bij alle quaestiën in de kamer behandeld, eene houding die hem de achting heeft verzekerd van vriend en tegenstander; op hetgeen hij nog dezer dagen in de kamer had gezegd bij gelegenheid van de behandeling der postpakkettenwet, waarbij zijne warme liefde voor bet volk zoo duidelijk was in het licht getreden tegenover de holle theorieën der antirevolutionaire kamerleden, en in het algemeen op zijne goede verdiensten aan het land gedurende zijne langdurige parlementaire loopbaan bewezen. Het resultaat eener bij gesloten briefjes gebouden stemming was, dat van de 62 stemmen 61 waren uitgebracht op den heer Van Eek (1 was in blanco), zoodat deze als de candidaat der vereeni ging zal worden geproclameerd. De vergadering nam vervolgens, na bespreking der daartoe betrekkelijke quaestiën, het volgende Vit het Deensch VAN Alleen bij het buffet, in den versten hoek van de tent, brandde nog een klein, flauw lichtje en bij het schjjnsel daarvan zag men de wegstor- mende Ratten, zij waren zeker veertig in getal; men hoorde vreeselijke slagen en zag mensehen over elkander heen vallen. De hoed van den waard was hem reeds van het hoofd geslagen, toen hij zich eensklaps van den grond voelde oplichten en met een vaart wegdragen, terwijl hij de stem van Beer aan zijn oor hoorde. „Wij moeten eruit, dwars door den Wand. Ei) zijn ons te talrijk 1" De logementhouder voelde hoe hij, steeds om klemd door die sterke armen, met geweld tegen het gespannen zeildoek aangedrukt, door brekende latten en krabbende sparretakken heengedrongen en eindelijk op den grond gezet werd. Beer keerde zich om en greep in het sparregroen en op dat zelfde oogenblik stortte de heele tent, onder öeü algemeen gegil, waarbij zich na ook vrou belangrijke besluit, namelijk: het bestuur te machtigen om tegen de bijeenroeping der nieuwe kamers iu September e. k. in te richten een alge meen petitionnement, waarbij wordt ge vraagd aan den onhoudbarèn toestand op wetgevend gebied een einde te maken en aangedrongen op1» eene belasting op de rente; 2° vervan ging van de patentwet door eene belasting op het inkomen; 3° herzie ning van de kieswet in dien zin, dat naast eene bepaalde som in de rijksbelasting, ook de opcenten voor rjjk, provincie en gemeente geheven, ènde capaciteiten kiesbevoegdheid geven. De voorzitter besloot de bijeenkomst met de voor lezing van een stuk, getiteld: het Schibholethi waarbij hij de neutrale school verdedigde tegen den laster der kerkelijken en, onder de toe- juching der aanwezigen, aanspoorde tot trouw aan de beginselen van vooruitgang en verheffing van den menscheiijken geest. Ten behoeve van den vierden tocht van de Willem Barents naar het noorden is door het plaatselijk subcomité voor de Noordelijke IJszee- vaart alhier nog ontvangen f 10.50, waaronder is begrepen 5, van den beer mr. B. V. van der Bilt te Kapelle, welke som heden naar het hoofdcomité te Amsterdam is overgemaakt. Met de reeds verzonden bijdragen is in het geheel verzonden f592.30. Programma voor de tweede uitvoering van het muziekkorps der dd. schutterij op het Molenwater Vrijdag 10 Juni, des avonds te zeven uren No 1 Marsch; no 2 Tyrolienneno 3 Ouver ture TitusMozart; no 4 Finale uit de opera Zemire und Azor (le uitv.)SpohrWals, Hauschild; no 6 a Duet, Mendelssohn; b Ik ken een lied, De Mol; no 7 Fantasie uit Gounod1 s opera Faust, A. de Jong; no 8 Marsch. Op den 27en Mei jl. heeft te Bern de ondertee- kening plaats gehad van tusschen Nederland en Zwitserland uitgewisselde verklaringen totweder- keerige bescherming van handels- en fabrieks merken. In de St. Ct. is opgenomen het verslag van den staat der Kon. Muziekschool, gedurende het school jaar 18801881. "'Tholen, tweeden Pinksterdag. Wie hier met de twee Pinksterdagen aan de reis- lustigen denkt, die hier en elders op weg zijn, om zooals dat in dezen tijd te doen gebruikelijk is familie en vrienden te bezoeken, of een uitstapje te maken, moet met een gevoel van jaloezie denken aan de bevoorrechten, die beter gelegen plaatsen bewonen, beter gelegen in den zin van gemakkelijker te verlaten. wenstemmen voegden, in elkaar, en belemmerde vrienden en vijanden in hunne bewegingen. „Laat ons nu de beenen gebruiken 1" zei Beer. „Nu hebben w|j voorloopig genoeg gedaan". Toen de dominê van het kerspel den volgenden dag voor de kerk van Vischbeek in zijn rijtuig stapte, had het volgende gesprek tusschen hem en den schoolmeester, die den ondachtigen heer be hulpzaam was, plaats. „Dit is bijna den onaangenaamsten dienst, mijn waarde, dien ik mij hier onder die kwaad- gezinde menschen kan herinneren. Het is in waar heid een lastige gemeente en een lastige zaak om vrede en welgevalligheid te moeten prediken, waar zooveel gisting voorhanden is. Mijn gezicht is wel zwak, maar ik zag toeh genoeg toen ik over het kerkhof ging. Dat was geen heilige Pinkster geest, die deze lieden bezielde „Neen dat was de geest des toorns", ant woordde de schoolmeester en voorzanger, terwijl hij den koetsier van den predikant de zweep aangaf, die gevallen was. „Geloott gij dat het hier tot dadelijkheden zal komen en dat nog wel op zulk een hoogen feestdag?" vroeg de predikant. „Daar Is niets van te zeggenmaar als dominé van daag wilde blijven, dan zou uwe te genwoordigheid Wat tofeh op andere plaatsen voor niets telt, is hier het grootste bezwaar. Hoe zal men komen, waar men wezen wil, zonder al te groote kosten? En zij, die met Pinksteren een uitstapje maken, kunnen niet allen groote kosten maken. Duizenden in den lande worden voor een bagatel per trein of per boot naar de plaats hunner be stemming gebracht, honderden komen er door den tram, dat zeer gewaardeerde vervoermiddel van deze dagen. Maar wie hier weg wil, en niet zijn eigen of het voor betrekkelijk veel geld gehuurde rijtuig tot zijn dienst heeft, is genoodzaakt zich- zelven en zijn „pinksterpak" te wagen aan het Nederlandsche klimaat, dat 's morgens de zon doet schijnen om nit te noodigen tot het „beste pak" en het 's middags doet regenen, om te her inneren aan: „ijdelheid der ijdelheden." Hoort of weet men van niets beters, dan heeft men er ook geen leed van. Maar te weten, dat men haast overal elders gemakkelijk er komt, en dan zelf door alle weêr en wind, met Pinksteren te moeten loopen, dat is onaangenaam. Zelfs in 't zuiden onzer provincie is men drnk in de weer voor een tram. En daar heeft men nog wel een spoor. In 't noorden van Zeeland blijft alles onveranderd bij het oude. De tram van Tholen naar Bergen, dikwijls genoeg is ze al besprokenmaar men ziet er üog niets van. Een tram door het eiland Tholen, wie zou er nog aan durven denken, en wie, als in Zeeuwsch- Vlaanderen geschiedt, aan gemeente-subsidiën voor openbare middelen van vervoer? Waar men ook in Nederland klaagt: „Om het nieuwe ziet men over het hoofd, wat er goeds in het oude is,"— in deze streken blijft de waardeering voor wat vroeger goed en voldoende was, naar het schijnt, onveranderd. ZouHiemalre, 6 Juni. Tot secretaris dezer gemeente is benoemd de burgemeester, de heerK. Hocke Hoogen boom. De Standaard zegt naar aanleiding der Haag- sche eandidatuur Schimmelpenninck „Nederland en Oranje heeft den heer graaf Schimmelpenninck candidaat gesteld. „Niet voetstoots, maar na een correspondentie. „Na een correspondentie, die tamelijk wel afliep. „Toch niet zóo wel, of graaf Schimmelpenninck bleef wie hij was: conservatief metprotestantsch- orthodoxe sympatiën. „Geschonden is het Program hiermee niet. Het slot-artikel toch verklaart, dat onze partij ge- me e n 1 ij k met eigen candidaten optreedten liet dns speelruimte. „Toch mag niet verheeld, dat bij deze transactie de positie van graaf Schimmelpenninck blijkbaar sterker was dan die van de anti-revolutionaire kiesvereeniging en dat zwakker zich uit nood naar sterker heeft geschikt. „Ik ben een oud man, mijn waarde. Maar gij hebt hier veel invloed, zegt men!" „Ik zal mijn best doen 1 ofschoon de ver bittering groot is!" „Ja, doe dat. En God zij met u. Vaarwel." De schoolmeester stond het rijtuig met eenig hoofdschudden na te kijken. Hij was een knap, flink, gebouwd man, vlug in zijne bewegingen, met een gebogen nens en leven dige, heldere oogen, onder zware wenkbrauwen. Hij stond bekend als een uitstekend jager en goed redenaar. Hij behoorde tot geen enkele partij, noch in den leeraarstand, noch in de kerk. Hij had goed zijn verstand en een zekere mate van gezonde, wijsbegeerte, die missohien wel eenigs- zins eng begrensd was; maar in alle geval in deze omstandigheden zeer goed paste, waar een boetprediker zich gehaat zou gemaakt hebben en een „blijmoedig Christen" niet begrepen zou worden. Het is nog zoo gemakkelijk niet om vertegenwoordiger der kerk te zijn te midden van visschers en strandbewoners. De schoolmeester knoopte zijn rok goed dicht en wierp een blik op het kerkhof. Het was nu bijna ledig. De kerkgangers hadden zich buiten, voor het kerkportaal, in twee groepen verdeeld en de vrouwen tusschen beide door, laten voorbijgaan. Daarna hadden zij elkaar eeaige niet juist chris telijke, of verzoenende blikken toegeworpen, toen „En nu gelooven we volgaarne, dat het in da. zonderlinge residentie niet minder „Haagsch" kon; en dat onze vrienden ten slotte nog de beste keus deden. „Maar voor zoover de kiesvereeniging Neder land en Oranje te 's Gravenhage anti-revolntionair is en dus de vlag voert, mocht dit openlijk woord niet achterwege blijven." Te Roermond is overleden de heer jhr. mr. F. B. H. Michiels van Kessenich, sedert 1859 lid van de eerste kamer der staten-generaal. Zondag en gisteren werd te Haarlem de alge meene vergadering gehouden van het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond. De voorzitter, de heer B. H. Heldt, opende de vergadering met eene rede waarin hij onder meer de wenschelijkheid betoogde van loonsverhooging voor den werkman. Uitvoerig stond hij stil bij de noodzakelijkheid van uitbreiding van de wet op den kinderarbeid, ook tot beperking van den arbeid van meer volwassenen, de instelling van inspecteurs van den arbeid enz. De wjjze waarop hij zich uitliet, doet onderstellen, naar de N. B. C. verzekert, dat naar de inlichtingen, hem verstrekt, een wetsontwerp tot uitbrei ding van de wet op den kinderarbeid spoedig te verwachten is. Maar zelfs dan wanneer die verwachting tot waarheid wordt, vreest hij dat van de tweede kamer niets dan teleurstelling is te wachten. Naar zijn oordeel verstaat zij bij uitnemendheid de kunst om de beste wetten te verminken. De clausule in het adres van het werkliedenverbond, waarin wordt gewezen op de onwetendheid van de kamer ten aanzien van de wettelijke behoefte van de nijverheid, wordt niet neergeschreven met het doei om de wetgevende macht te kwetsen; het adres herhaalde slechts wat door mannen van gezag daaromtrent werd verklaard. Laat de kamer toonen dat zij niet onwetend is, door ten aanzien van den kinderar beid de beste wet te bezorgen. Voor het overige, men weet het, de kamer staat buiten de werk lieden het is eene kamer van de kiezers, en nu is men dezer dagen druk in de weer een nienw programma op te maken, geen programma van de natie, maar een programma van kiezers. Het werkliedenverbond behoort op dat gebied tot de protesteerende colleges en blijft ijveren voor al gemeen stemrecht, waarvoor het verbond den tijd rijp acht. Op dat en ander gebied houdt het verbond steeds een wakend oog, gelijk het dan ook nog onlangs een stoot heeft gegeven aan de zaak van de schrijvers ter 's lands werf. Spreker stond vervolgens "in den breede stil bij hetgeen met zijne eandidatuur voor het lidmaatschap der tweede kamer te Amsterdam in Burgerplicht voorviel. dwars over het middelste kerkhofpad heen, en hadden de Vischbeekers zich, op aandringen van een der ouderen langzaam teruggetrokken, door het oostelijke hek; steeds met het gelaat naar den vijand gekeerd, om te toonen, dat het hun noch aan moed, noch aan lust ontbrak, maar dat zij alleen te veel eerbied hadden voor dé plaats, die onder alle omstandigheden ontzien en in eere gehouden moest worden, als de rustplaat® van Vischbeek; men zou elders wél een plaats weten te vinden om af te rekenen; maar bier niet. Kort daarna waren de Katten met hunne voor naamste strijd voerders en oproermakers aan het hoofd, met veel lawaai den hoofdingang uitge trokken en hadden koers gezet naar het logement. Onderweg vonden zij alle deuren gesloten en slechts hier en daar gluurde een blond kinder kopje nieuwsgierig door de kleine ruitjes. Het dorp was als uitgestorven. Er zat iets onheil spellends in de lucht. Maar wat dat ook moge wezen, ondanks alle twist en strijd was de Pinkstermiddag zóo helder en de hemel zóo blauw en scheen de zon zóo feestelijk op al de mosgroene daken, de gele schoorsteenen en de zanderige wegen, dat een vreemde reiziger, die op dat oogenblik in het dorp was gekomen, zou gezworen hebben dat bij op het gebied van vrede en verdraagzaamheid «elf Stond.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1