honden festival de muziektent der gemeente in
huur te mogen hebben. Op voorstel van het dag.
bestuur wordt dit ingewilligdonder voorwaarde
dat eene huur van f 10 zal worden betaald
en de tent vóór 20 Juni weder te Vlissingen
terug zij gebracht.
Een adres van den heer J. L. Gruber te Utrecht,
om concessie voor een duinwaterleiding, het in
gebruik nemen der duinen tnsschen Vlissingen
en Zoutelande en voor het leggen der buizen in
de straten der gemeente en een adres van den
heer D. de Leeuw jr. te Amsterdam om defini
tieve concessie voor den aanleg en de exploitatie
eener drinkwaterleiding, worden aangehouden en
inmiddels gesteld in handen van burg. en weth.,
met uitnoodiging om, in overleg met beide aan
vragers, de voorwaarden op te maken waarop de
concessie zal kunnen worden verleend.
De verkoop van het stadskoffiehuis „de Beurs",
voor 7800, wordt met 11 tegen 2 stemmen
goedgekeurd. De heeren Yerkuyl Quakkelaar en
Schraver stemden tegen.
Van den heer W. Klomp is een adres ingeko
men, waarbij hij, ter vergrooting van zijn koffie
huis op den Nienwendijk, verzoekt hem in eigen
dom af te staan 12 M* gemeentegrond aldaar,
tegen den prijs van f 10 per M.
De commissie van financiën, wier advies is in
gewonnen, is van oordeel dat het verzoek behoort
te worden ingewilligd, op grond dat het door
den adressant te stichten koffiehuis zal bijdragen
tot verfraaiing van dat gedeelte der stad; dat de
af te stane oppervlakte geen nadeel zal toebrengen
aan handel en scheepvaart en dat de geboden
prijs een belangrijk financieel voordeel voor de
gemeente oplevert.
Om echter verkoop van meer oppervlakte
daar ter plaatse te voorkomen, wenscbt de com
missie ook aan bedoeld koffiehuis het recht van
uitzicht toe te kennen, zoodat daarvóór nimmer
eenig gebouw mag worden opgericht. Een lid
der commissie verklaarde zich pertinent tegen het
inwilligen van het verzoek, op grond dat den
eigenaars van huizen op den Nienwendijk het
uitzicht wordt benomen en daardoor hunne panden
in waarde zouden verminderen.
Te dezer zake zijn drie adressen ingekomen,
een van den heer P. Goeree, een van de heeren
J. A. Geselschap en N. A. de Gaay Portman c. s.
en een van den heer J. P. Siegers en andere
belanghebbenden en belangstellenden.
Deze adressen houden alle bezwaren tegen
de inwilliging van het verzoek, de beide eerste
vooral in het belang der zedelijkheid, dat het
stichten van meer drankhuizen verbiedt, en
ook met het oog op de belangrijke waardever
mindering van sommige huizen op den Nieuwen
dijk. In het tweede adros wordt bovendien erop
gewezen dat vele ingezetenen zich verontrusten
over de in den laatsten tijd genomen besluiten
tot het te gelde maken van verschillende zaken>
terwijl het met een ernstig protest tegen verkoop
van bedoelden grond besloten wordt.
De inzenders van het laatste adres wijzen, be
halve op de benadeeling der burgerijerop dat de
aanlegplaats aan de kade, de eenige veilige en
geschikte ligplaats is voor de visschersvaartuigen,
die dagelijks van de kade gebruik maken en
dat die plaats alleen geschikt is voor het ontvan
gen van zeeschepen, die met averij binnenvallen
en een droogloopende plaats behoeven.
Ofschoon de adressanten gaarne willen aannemen
dat de raad misschien wel het recht heeft om
den grond af te staan, brengen zij toch onder de
aandacht van den raad hetgeen de regeering bij
de behandeling der gemeentewet, in hare memorie
van toelichting heeft gezegd, nl. dat „hetgeen ten
gebrnike van het algemeen beBtemd is, daaraan
niet naar willekeur mag onttrokken worden. De
bewoners der gemeente hebben er recht op dat
zoolang de weg weg, de kade kade is, de weg
of kade niet kunnen overgaan in handen van een
bij zonder eigenaar, die hun gebruik daarvan zou
kunnen beletten." Verder toonen adressanten
aan dat de in die memorie genoemde uitzonderin
gen hier niet gelden en dat hier geen groot, geen
algemeen belang is. Vervolgens wijzen zij op het
doel waartoe de grond moet dienen, in verband
met de aanhangige drankwet en den verkoop van
De Beurs, en vragen dan of, terwijl het behoud van
deze inrichting niet met de waardigheid van den
raad strookte, het niet evenzeer in strijd is met zijne
waardigheid om een ander deel, het meest gebruikt
wordend, het fraaiste deel van den publieken weg
te verkoopen tot uitbreiding van een gelijksoortige
inrichting. Eindelijk meenen zij dat om des
geldswille de afstand niet verdedigd kan worden,
dewijl zij niet mogen veronderstellen dat de raad
voor eene luttele som gelds, het gebruik der
kade, tot ongerief van velen, verplicht zai wezen
te beperken.
Daarna wordt nog voorlezing gedaan van een
tweede adres van den heer Klomp, waarbij deze
de aandacht vestigt op het klein aantal handte
keningen die de adressen dragen; dat sommige
onderteekenaars niet te Vlissingen wonen en dat
een handteekening naar zijne meening niet wettig
te achten is.
Door burg. en weth. wordt alsnu voorgesteld
het bedoelde terrein aan den heer Klomp te
verkoopen.
De heer De Kruijff verklaart dat, ofschoon in
den beginne het plan hem toelachte, hij, toen de
bezwaren te zijner kennis kwamen, van opinie is
veranderd en tegen den verkoop stemmen zal.
De heer Verkuyl Quakkelaar is ook tegen het
voorstel van burg. en weth. en beaamt volkomen
het request van de heeren Siegers e. s., terwijl
hij ook het door de andere adressanten met
betrekking tot de zedelijkheid aangevoerde
moet erkennen. Het rapport der fin. comm. be
sprekende, zegt hij dat het financieel b0lang z. i.
niet zoo groot is als daarin wordt voorgesteld,
en dat, wanneer men 4$ pet. van het kapitaal
rekent en eraf trekt de thans betaald wordende
huur, dit groote belang op ongeveer 56 fiolland-
laudsche guldens per jaar komt. En daarvoor
wordt het schoonste gedeelte van Vlissingen
verkocht en ontsierd. Naar aanleiding van de
door de fin. commissie voorgestelde clausule wijst
de beer Quakkelaar op de groote verantwoording
die meu op zich zou nemen, door een besluit
waarbij elke aanbouw tot voorbij het standbeeld
van De Ruijter zou worden belet, terwijl de
mogelijkheid bestaat dat die aanbouw dfiar, in
verband met de tramwegen in Zeeuwsch Vlaan
deren en eene mogelijke verandering van de
der stoomboot, aanlegplaats misschien binnen een
niet te langen termijn noodig zal blijken te zijn.
De heer Callenfels, die ook tegen het voorstel
van burg. en weth. zal stemmen, zegt deze clausule
ook niet te begrijpen.
De voorzitter herinnert dat deze bepaling door
het dag. bestuur niet in het vooïstelis opgenomen
en dus buiten behandeling kan blijven.
Hierover wordt gediscussieerd door den voorzitter
en de heeren Quakkelaar en Callentels, waarbij
laatstgenoemden beweren het reoLt te hebben
over de ter tafel gebrachte stukken te spreken,
terwijl de voorzitter, zich beroepende op zijn
recht van de leiding der vergadering, de meening
handhaaft dat alleen het voorstel van burg. en
weth. aan de orde is.
De heer Ookers motiveert daarna zijne stem, die
hij tegen het voorstel zal uitbrengen. Aanvankelijk
ervoor, is ook hij van opinie veranderd. Dit lid
merkt tevens op dat het door hem in de fin.
commissie aangevoerde niet in het rapport is
vermeld.
De heer Van Raalte vraagt of het voorstel van
het dag. bestuur niet moet beschouwd worden als
een prae-advies op het verzoek van den heer
Klomp, omdat uit het antwoord zal volgen of de
zaak al dan niet in details kan besproken worden.
De voorzitter deelt hierop mede dat het voorstel
van burg. en weth. moest strekken om de discussie
te bekorten, door bespreking van de weggelaten
clausule onnoodig te maken.
De heer Van Raalte verklaart daarna, in tegen
stelling met de vorige sprekers, voor verkoop van
den grond te zijn. Spreker zal niet trachten do
verschillende ingediende adressen te weerleggen,
wijl ze vrij wel dezelfde strekking hebben als dat
van de heeren Siegers c. s. Zich daarom tot dat
stuk bepalende, betwijfelt de heer Van Raalte of
dit wel door vele belang-h ebb en den geteekendis,
daar hij ofschoon het recht der belangstellenden
niet betwistende -—van oordeel is dat er slechts
twee belang-h ebb en den op voorkomen. In het
adres wordt twijfel uitgesproken of de Nieuwen
dijk aan het verkeer zou kunnen onttrokken
worden, dit gelooft spreker ook niet, doch dit is
ook niet het gevolg van den gevraagden afstand.
Een paar meters toch worden slechts van de Kade
afgenomen, terwijl ook de aanlegplaats der vis-
sehers behouden blijft. Spreker merkt hierbij op
dat het pleit voor de belaogen dier visschera niet
zoo ernstig kan zijn, daar zij toch geen dubbeltje
in de gemeente brengen. Wat betreft de vraag
of de raad het recht tot verkoop heeft, acht bij
dit onwederlegbaar en de verwijzing naar de
mem. van toel. vrij overbodig. Na nog eenige
ondergeschikte punten te hebben besproken, toont
de heer Van Raalte aan, dat ook hier van geen
vermeerdering vaa het aantal drankhuizen sprake
is, maar alleen van vergrooting van het bestaande.
Spreker is bovendien van oordeel dat koffiepa-
leizen uitstekende middelen zijn tot bestrijding
van het drankmisbruik en dat groote, flinke, op
hst beste gedeelte der stad staande koffiehuizen
veel wenechelijker zijn dan de kroegen in de
achterbuurten. Hij eindigt met erop te wijzen
dat waar adressanten zeggen dat de fin. toestand
niet zoo nijpend is en dat nog kort geleden een
belasting is afgeschaft, die afschaffing alleen het
gevolg daarvan was dat de heffing van de f 100,
die de belasting opbracht, f 150 aan kosten
vorderde.
De heer Laernoes verklaart tegen het voorstel
te zullen stemmen, op grond dat hij in gemoede
niet kan verklaren dat de grond niet meer voor
den publieken dienst noodig is.
De heer Verkuyl Quakkelaar wijst den beer
Van Raalte erop dat onder de onderteekenaars
meer dan twee belanghebbende eigenaars van
huizen zijn en toont verder het belang aan dat
de vissohers bij deze zaak hebben. Hij merkt ook
op dat vroeger het bijbouwen iu de stad is be
perkt en heldert dit met voorbeelden op, terwijl
hij eindelijk nog aanvoert dat, naar men hem
verzekerde, ook een ander voornemens is grond
aan te vragen.
De heer Callenfels zou ook koffiepaleizen zeer
wenschelijk achten, mits zij dien naam in waar
heid verdienden en er geen sterke drank ver
kocht werd. Inwilliging van het onderhavige
verzoek, waarmede men met het oog op de in
behandeling zijnde drankwet naar sprekers meening
de regeering een slag in het aangezicht zou
geven, ontraadt hij ten sterkste.
De heer Mortier voegt zich eveneens bij de
tegenstanders, wijl hij zich ook niet geroepen acht
om tot de uitbreiding vau drankhuizen mede te
werken.
De voorzitter verdedigt het voorstel, door het
financieel voordeel te doen uitkomen, dat ook door
eene bepaling in de drankwet, waarschijnlijk nog
met een belangrijke som vermeerderd zal worden.
Ook hij is het met den heer Van Raalte eens
dat de fraaie drankhuizen, op de eerste standen,
minder onzedelijkheid tengevolge hebben dan de
krochten in de achterbuurten.
In stemming gebracht, wordt het voorstel van
bnrg. en weth. met 7 tegen 6 stemmen verworpen
Voor stemden de heeren Van Raalte, Pot, Wibaut,
Van Uije Pieterse, Schraver en de voorzitter.
Thans is aan de orde de behandeling van den
in de vorige vergadering aangehouden brief om
trent den verkoop van eenige kunstvoorwerpen
en het in bruikleen aan het rijk afstaan van
gildeg06dereD.
In haar hierop betrekking hebbend advies
zegt de commissie van financiën dat zij, iu het
algemeen hoogen prijs stellende op het bewaren
van voorwerpen van kunst en geschiedenis, die
aan den bloei en de grootheid der gemeente
herinneren, en leed gevoelende dat de fin. toe
stand noopt om die van de hand te doen, dat
leed door deze aanbieding voelt te niet gedaan.
Immers het gevolg van de overbrenging naar
's rijks museum is tweeledig, 1° wordt door den
verkoop eene anders onvermijdelijke geldleening
voorkomen en 2° worden de voorwerpen naar
een waardiger plaats overgebracht, waar ze meer
dan hier zullen herinneren aan het Vlissingen
van vroeger. Vooral ook wijst de commissie op
de weinige belangstelling door de ingezetenen
ervoor betoond, dewijl in de laatste 30 jaren
slechts enkele personen zich hebben aangemeld
om die voorwerpen te bezichtigen.
Met algemeene stemmen adviseert de commissie,
zonder de minste bedenking, het voorstel aan te
nemen.
Te dezer zake is eveneens een adres ingekomen
van den beer P, Goeree, waarbij hij tegen den
verkoop protesteert, als zijnde dse naar zij no
meening zeer tegen de bedoeling der schenkers.
Door burg. en wetb. wordt voorgesteld het
door het rjjk gedaan aanbod aan te nemen en de
voorwerpen voor f 18,000 te verkoopen.
Over dit voorstel wordt eene langdurige diseus-
sie gevoerd, waarbij de heer Callenfels zijne
meening verdedigt dat de raad het recht niet
heeft om deze voorwerpen, door families aan de
stad geschonken om die voor het nageslacht te
behouden, fe verkoopeo, terwijl de voorzitter, de
heer Van Uije Pieterse en de heer Quakkelaar
het tegendeel beweren, op grond dat van de
meeste voorwerpen zelfs de herkomst niet kan
aangewezen worden en bij de schenking geene
voorwaarden zijn gesteld. Ook wordt van deze
zijde nog aangevoerd, dat deze zaken in het
rijksmuseum beter op hunne plaats zullen zijn
dan hier, waar zij bijna nimmer worden bezichtigd.
De heer Callenfels toont aan dat de herkomst
van sommige stukken bekend is, terwijl hij, naar
aanleiding vau het aangevoerde, in plaats van ze
te verkoopen in overweging geeft ze dan liever
aan het rijksmuseum cadeau te geven.
De voorzitter wijst erop dat bij den benarden
toestand der gemeente een bod als nu gedaan is niet
kan geweigerd worden en doet uitkomen dat om die
som te verkrijgen de burgerij gedurende 40 jaren
met f 900 's jaars zon moeien worden belast.
Na eene herhaalde discussie over de vraag qf
de raad het recht van verkoop heeft, wordt het
voorstel met 10 tegen drie stemmen aangenomen.
Tegen stemden de heeren Laernoes, Callenfels en
Schraver.
Op een verzoek van den heer Callenfels om in
de notulen te willen aanteekenen dat hij tegen
dit besluit protesteert, antwoordt de voorzitter
dat dit niet overeenkomstig het reglement van
orde is en dat de heer Callenfels een bezwaar
schrift behoort in te dienen.
Nog deelt de voorzitter mede dat vóórdat de
voorwerpen zullen verzonden worden, aan de in
gezetenen gelegenheid zal gegeven worden ze te
bezichtigen.
De voorwerpen, die verkocht worden, bestaan
indrinkschaalgebruikt bij de eerste viering
van het avondmaal door de hervormden te Vlis
singen in 1571; fraai gedreven flesch uit het
begin der zeventiende eeuw en daarbij behoorend
zilveren trechtertjehet zilveren deksel van
de lederen flesch vroeger ten raadhuize berustende
(de zoogenaamde Willebrordsflesch)zilveren
schotel met lampet, fraai geciseleerd uit het
begin der 17e eeuw; zes zilveren kroezen, in elk
ander passend, voorzien van wapens en van een
middelstukDe zilveren toren van 's Hertogen-
bjsch, geschenk van Frederik Hendrik iu 1629
aan zekeren Jansen, inwoner van Vlissingen; een
verguld zilveren keten met gaai en roer, waardig-
heidsteeken van het schuttersgilde.
Iu bruikleen gaan over: eeu verguld zilveren
beker zonder voet, van het gilde der scheepstim
merlieden, voorzien van vier wapens en van een
opschrift, waarschijnlijk van 1644; twee vergald
zilveren bekers van het metselaarsgilde, voorzien
van de wapens der overdekenseen zilveren blad
van het metselaarsgilde met de wapens der dekens
in 1733; een zilveren kruiwagentje met metse-
laarsgereedscbapaan het gilde geschonken door
P. J. Clijver, regeerende burgemeester en over-
deken; een oud kastje waarin onderscheidene
dezer voorwerpen geborgen zijn.
Door het bestuur der stads-leenbank is verzocht
eeue nieuwe geldleening te mogen sluiten met de
Vlissingsehe Awis-spaarbank ten bedrage van/9000,
tegen nader overeen te komen rente, met te niet
doening van vroeger gesloten leeningen.
De fin. commissie acht dit verzoek voor beide
besturen gewenscht, doch meent dat het belang
der gemeente medebrengt dat de gemeente de
gelden zelve verstrekt tegen eene rente van 5
en stelt voor in dien zin te besluiten.
Dit voorstel, door burg. en wetb. overgenomen
wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Eveneens wordt aan burg. en weth.machtiging
verleend tot onderhandsche verhuring van het
tolhnis op den Koudekerkschen straatweg en tot
verhuring of wegschenking van eenige perceeltjes
grasetting.
Eindelijk wordt ingewilligd een verzoek van de
kon. mij. De Schelde, om op aan de gemeente
behoorend terrein by hare werkplaatsen een
schoorsteen te zetten.
Bij de omvraag wenseben de heeren Callenfels
en Quakkelaar de aandacht van burg. eu weth.
te vestigen op het wensckelijke van verbodsbe
palingen omtrent het rijden in de St Jacobs-
Vrouwen- en NoordstrateD.
Een onderzoek te dezer zake toegezegd zijnde,
en nadat tusscheu den voorzitter en den heer
Quakkelaar nog is gediscussieerd over de wijze
van behandeling van het adres-Klomp, wordt de
vergadering gesloten.
GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS
TE MIDDEEBURG,
bezending, welke wij in onze ergernis zoo zeer
verworpen hadden. De baron erkende eerlijk
dat de teleurstelling hem onbillijk had gemaakt;
hij had ze in een hoek geworpen en niet meer
aangezien voor nu kort geleden en toen had hij
bij nauwkeuriger bezichtiging, ontdekt dat zij, of
schoon niet tot den eersten rang behoorende, toch
wel degelijk waard waren opgeknapt te wor
den. Hij hoopte nu maar dat de anderen ook zoo
zouden meevallen, zijn assistent was er juist
mee bezig, en op datzelfde oogenblik slaakte die
assistent een kreet van ontzetting, die ons beiden
deed ontstellen. Bij den eersten blik ontwaarden
wij wat de reden van zijn schrik was. Er was
een rond stuk verf, zoo groot als een gouden geld
stuk, onder zijne vingers weggevallen, terwijl hij
de schilderij zat schoon te vegen. Het was geluk
kig dat ik erbij was; want ik vrees dat de oude
Mordechai zich anders niet zou bepaald hebben
tot de scheldwoorden en vloeken die hij den armen
stumper naar het hoofd gooide. De man was zoo
wijs van zich uit de voeten te maken en het
duurde nog eenigen tijd eer de baron kalm genoeg
was om den omvang van de ramp te onder
zoeken.
„Mei» HimmeV\ riep hij uit „wat is hier?
het zit allemaal los kijk daarbij duwde hij
met zijn vingers naast het gat. „Hê wat is
dat? Ach God!" gilde hij even als de ander;
want onder het drukken viel ereen nog grooter
brok verf af. Een oogenblik stond hij in gepeins
verzonken, als trof hem een plotseling denkbeeld
daarop begon hij de gereedschappen om bem heen
op zijde te duwen en krampachtig lachende riep
hij uit:
Hihikom eens bier, gauwKom hier
Ach 1" vervolgde hij, toen het ontstelde gelaat
van zijn knecht weer aan de deur verscheen,
„breng mij een vouwbeen, dat van mevrouw,
vraag het haar. En hi! hi!, wat warm water
in een kom; en een spons een groote
spons Gauw, haast u, hi, hi, dadelijk!
Gottim Himmett"
„Ik was bepaald bang dat zijn verstand ge
drenkt was en hij scheen mijn tegenwoordigheid
geheel te vergeten. Een oogenblik later boog ha
zich over de schilderij heen en begon over het
gat to wrijven, terwijl hij voortdurend bij zich
zelf mompelde:
„Zij hebben het meer gedaan, zij hebben
het dikwijls gedaan. Geen betere manier van
verbergen Mein Bimmel. Geen veiliger manier
- bedekt verborgen dat had ik nooit gedacht.
[Wordt vervolgd.)