Nationale Militie.
BÜITE1LAO.
MARKTWEZEN.
MIDDELBURGSCHE COURANT
Wekelijksche markt.
Gemeente-Belastingen.
BIJVOEGSEL
Maandag 23 Mei 1881. N° 120.
Kohier voor de plaatselijke directe belas
ting op de honden over 1881.
De groote Murilló della Merced.
H. CARL. S.
Middelburg 21 Mei.
Kerknieuws.
Verkoopingen en aanbestedingen.
Staten-Greneraal.
Een advies over koloniale politiek.
VAN DE
VAN
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat wegens den Hemelvaartsdag, invallende
Donderdag den 26 Mei a., de gewone marktdag
zal worden gehouden, Woensdag den 25 Mei te
voren.
Middelburg, den 20 Mei 1881.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, L. B.
De Secretaris,
Gr. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het
primitief kohier van de plaatselijke directe be
lasting op de Honden over het jaar 1881,
door gedeputeerde staten van Zeeland is goedge
keurd, en ter invordering aan den gemeente
ontvanger is uitgereikt.
Middelburg, den 20 Mei 1881.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM. L. B.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op het besluit van den commissaris des
kouings in de provincie Zeeland, van den 11 Mei
1881, A, no. 1881 3e afd. (provinciaal blad no. 39);
maken bekend
dat het onderzoek van de in deze gemeente
zich bevindende verlofgangers van de militie te
land, om het even uit welke provincie zij af
komstig zijn, en onverschillig tot weike lichting
zij behooren, voor zoover zij vóór 1 April jl. in
het genot van onbepaald verlof zijü gesteld, zal
plaats hebben op Woensdag den 1 Juni a. des
voormiddags te 10 uren, op de koopmansbeurs
alhier.
Zij herinneren de belanghebbenden verder aan
de navolgende bepalingen der wet op de nationale
militie van 19 Augustus 1861, Staatsblad no. 72):
lo. de verlofganger meldt zich binnen dertig
dagen na den aag, waarop hem de verlofpas is
uitgereikt, bij den burgemeester zijner woonplaats
aan, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien
teekene; (art. 133)
2o. de verlofganger, die zich in eene andere
gemeente gaat vestigeD, geeft daarvan kennis aan
den burgemeester zijner woonplaats. Binnen
dertig dagen na den dag, waarop hij komt in de
gemeente, waarin hij zich vestigt, meldt hg zich
aan bg den burgemeester dier gemeente, ten einde
deze zgn verlofpas voor gezien teekene(art. 134)
3o. de verlofganger van de militie te land mag
zich zonder toestemming van den minister van
oorlog niet laDger dan gedurende vier weken
buiten 's lands begeven(art. 136)
4o. de verlofganger, die art. 133, 134 en 136
niet naleeft, wordt in werkeltjken dienst geroepen
en gedurende drie maanden gehouden-; (art 137)
5o. de verlofganger van de militie te land, die
bg openbare kennisgeving is opgeroepen om door
den militie-commissaris te worden onderzocht,
verschijnt bg dat onderzoek in uniform gekleed
en voorzien van de Weeding- en uitrustingstukken,
hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van
io~
DOOR
HOOFDSTUK II.
Aan ons hotel gekomen, nog aitijd vergezeld
Van Pinto, had ik weldra gelegenheid om te zien
hoe wijs Charter gehandeld had met hem boven
alle cicerone van Napels te verkiezen. Hij zat
heel stil, ofschoon hg blgkbaar aandachtig luisterde,
terwijl wg neerslachtig en gejaagd over onze
teleurstelling spraken. Toen wg zwegen scheen
hg geheel op de hoogte van ons doel en onze
bezwaren te zijn.
„A ha! Signori" zei hij, „gij zoekt iemand?
Gg vindt hem niet, zeg het mg, ik zal hem
vinden als hij te Napels is."
„Dat zult gij natuurlgkgilde Charters
opgewonden, „gij zijt er juist de man naar I Ik
zeg, vertel hem van de prinses, hij kent een
mas3a menschen die hem kunnen helpen. Maar,
gij moet maken dat hij het er voor over heeft;
nn bg voorbeeld een kleinigheid en iets meer als
het hem geluktgij hebt er toch niet tegen om
hem de handen een Weinig te vullen." zgt gij
het niet met rag eens, Pinto
zgn zakboekje en van zgn verlofpas; (artt. 138,
139 en 140)
6o. de verlofganger van de militie te land is
aan de militaire rechtspleging en tucht onder
worpen onder anderen gedurende den tgd, dien
het onderzoek voor den militie-commissaris duurt,
en, in het algemeen, wanneer hij in uniform ge
kleed is; (art. 130)
7o. behoudens het bepaalde bg art. 130 kan een
arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in
de naastbij gelegen provoost of het nabg zijnde
huis van bewaring of arrest, door den militie
commissaris worden opgelegd aan den verlofganger
1°. die zonder geldige redenen niet bij bet
onderzoek verschijnt;
2°. die, daarbg verschenen zijnde, zonder gel
dige redenen niet voorzien is van de bij art. 140
vermelde voorwerpen;
3° wiens kleeding- en uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden be
vonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken aan
een ander behoorende, als de zijne vertoont;
(Art. 141)
8°. onverminderd de straf, in het voorgaand
artikel vermeld, is de verlofganger verplicht, op
den daartoe door den militie-commissaris te be
palen tgd en plaats en op de in art 140 voor
schreven wijze voor hem te verschgnen om te
worden onderzocht; (art. 143)
9°. de verlofganger, die zich bij herhaling
schuldig maakt aan het feit, sub 4» van art. 141
bedoeld of niet overeenkomstig art. 143 voor den
militie-commissaris verschijnt, of, aldaar versche
nen zijnde, in het geval verkeert sub 2° en 3°.
van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen
geroepen en van drie tot zes maanden gehouden;
(art. 144)
10° de verlofganger, die niet voldoet aan eene
oproeping voor den werkelijken dienst, wordt als
deserteur behandeld; (art. 145)
11» elk die voor de militie is ingeschreven, en
ieder, die daarbg is ingelgfd, kan, overeenkomstig
de daaromtrent bestaande voorschriften, tot een
vrgwillige verbintenis voor den tgd van zes jaren
of langer worden toegelaten bij de zeemacht, het
korps mariniers hieronder begrepen, bg het leger
hier te lande of bij het krijgsvolk in 's rijks
overzeesche bezittingen; plaatsvervangers echter
niet bij de zeemacht of het korps mariniers, ge
durende het eerste dienstjaar van hun tijd; (art 9
en 74)
12°. aan de bij de militie te land ingelijtden,
die verlangen na volbrachten oefeningstgd, min
stens voor zes maanden onder de wapenen te
blijven of te komen, zonder zich als vrijwilliger
te verbinden, wordt zulks vergund, (art. 126)
Hiervan is afkondiging geschied waar het be
hoort, heden den 16 Mei 1881.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, l. b.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Die Afrikaanse Patriotvan Paarl, Oranje-
Vrijstaat, is in zijn nommer van 22 April nader
teruggekomen op het denkbeeld om een „vrijheids
fonds" ten behoeve van de Transvaal bijeen te
brengen. Van alle zijden vindt dit plan bijval.
Een Dnitscher in Natal schreet o. a., na met
geestdrift de heldendaden der Boeren geroemd te
hebben:
«Daar die Transvaalse bevolking arm is en veel gely
bet deur Britse onregverdigbeid, en nou vele sieke en
gewonde stryders, wedewes en vrese het, so moet daar
dadelik 'n dringende beroep om hulp gedaan worde op alle
nasies wat met die Boere sympathiseer, soos Holland,
Duitsland, Frankryk, Switserland, België, ens., en in die
eerste plaats op die grote Republiek van Amerika, wat
oek nes die Boere geworstel het teen dieselfde Britse
tirannie, en wat met die Boer» sympathiseer, soos elk
seker weet. Komites moet in alle lande angestel worde
en alle gelde gestunr worde na die regering van die Z. A.
Republiek. In New York is seer invloedryke Hollanse
koopmans, en elk is seker 20.000 pst. sal van Amerika
alleen kom.
„So ver die brief, gaat de Afr. Patriot voort.
Ons stem toe, dat dit goed sou wees om so'n
cirkulaire na bevrinde volke in Europa en Amerika
„Ja, ja. Sarmisschien moet ik heel veel
menschen spreken en ook handen vullen."
Ik stemde van ganseher harte in met het plan
dat zoo schieigk opkwam en inderdaad doemde
er geen ander op in de duisternis waarin het
onderwerp gehuld was. De condities waren spoe
dig gemaakt, tot groote voldoening van Signor
Pinto. Daarvoor nam hij met een vertrouwen
dat Charter en mij verbaasde op zich om de
prinses, die tien jaar geleden voor Stapfer gepo
seerd had, te ontdekken en haar geschiedenis
te leeren kennen, haar familierelaties, geboorte,
rang, opvoeding, fortuin in éen woord al wat op
haar betrekking hadzoolang zij op Napoli-
taanseh terrein vertoefde; verder indien zij er
zich nog bevond moest hij mg in de gelegenheid
stellen haar te zien en mg te vergewissen dat zg
dezelfde was.
„Ik zal n wat zeggen", zei Conway toen
Pinto weg was, „ik ben wat, als hij niet tot de
politie behoortDaar heb ik nooit vroeger aan
gedacht. Hier in Napels zgn altijd twee van de
drie menschen spionnen over den derde dat
is het!"
Den volgenden dag maakten wij, op aanraden
van Charter een uitstapje naar Baia, teneinde ons
den tgd van het afwachten te verkorten en bg
onze thuiskomst vonden wij Pinto aan het hotel.
Hij had een blijden trek op het gelaat, die al
mijn hoop deed herleven, ofschoon hg hardnekkig
weigerde onze dringende vragen te beantwoorden.
te stuur om geldelike hulp ver Transvaal. Maar
wie sal dit doen Ons denk dat so'n beroep bes
kan uitgaan van die regering der Z. A. republiek
self, sodra dit weer gevestig is. Molik was dit
nie kwaad as oom Piet en oom Paul nou na
Europa kon gaan, sodra die sake wat geskik is.
Hulle sal stellig oral met geestdrif ontvang worde;
dit sal meerdere belangstelling nog opwek, en die
reeds opgewekte belangstelling 'n praktische
wending ge. Ons hoop, die laatste wenk sal uit-
gevoer worde. So'n deputatie sal nie alleen met
geldelike onderstand, mar oek met 'n gesonde
emegratie, 'n handels vereeniging met die Vasteland
van Europa, ens. nuttig kan werksaam wees.
„Mar lat ons nie op Europa en Amerika wag
nie. Ons moet ons plig doen as Afrikaners. Ons
Transvaalse broeders het net so goed in ons be
lang geveg as ver hulle self. En ons herhaal dit:
kolonie en Vrystaat en Natal moet samespan en
'n Transvaalse Vrijheidsfonds van seg'n 20.000 p. st.
byeen breng, en dit as 'n bewys van erkentelik-
heid an ons broeders in Transvaal o'ermaak.
„Ons verwagting is nog in gen opsig beskaamd
nie; en oek hierin sal ons wel nie beskaamd uit
kom nie. Ons het 'n beroep gedaan ver gewonde,
wedewes en wese, en sover ons kan nagaan is in
Afrika en Europa ver die doel genoeg gege. Lat
ons nou ons Broeders help om met krag en met
ere hulle republiek weer te stig. Hulle moet gen
slawe van Engeland bly nie.
„Daarom rig in alle distrikte en wyk komites
op. Geef osse en skape en perde, net wat julle
het. Hou groote en kleine boerebasaars. Stuur
die geld an die bestaande komites, in die Vrg-
staat an meneer Brockenhagen, Bloemfontein, en
in die kolonie an meneer A. B. de Villiers, Paarl,
en skryf daarby, „Ver Transvaalse Vrgheidsfonds."
Door Ingelanden van den Nieuwen Kraaiertpolder
is tot gezworen herbenoemd de heer B. J. Rijk, te
Ovezand, en benoemd tot lid van den dijkraad
der waterkeering van Ellewoutsdijk en Borssele
de heer J. G. P. Timans, te 's Heerenhoek, ter
vervanging van den heer A. B. Remijn, die ver
zocht had niet meer in aanmerking te komen.
Bg de verkiezing voor een lid van den raad te
'sHeer Abtskerke, ter vervulling der door het
vertrek van den heer J. de Jager opengevallen
plaats, werden op den heer P. Polderman 7 en op den
heer J. de Visser 3 stemmen uitgebracht. Woens
dag 1 Juni moet eene herstemming plaats hebben.
Voor de te Goes te houden landbouwtentoon
stelling hebben zich zeer vele inzenders aangemeld,
zoodat met grond mag verwacht worden dat,
vooral wat de vee-tentoonstelling betreft, deze
onder do beste, die ooit in Zeeland gehouden zgn,
zal kunnen gerangschikt worden. Aangegeven
zgn tot heden ruim 1000 paarden en 63 stuks
rundvee, behalve 23 stuks koeien voor den melk-
wedstrijd. Verder 30 boter-en 7 kaasinzendingen,
benevens een schoone collectie pluimgedierte,
schapen, varkens enz. {G. Ct
Verbetering.
In een bericht uit Zierikzee, in ons nommer
van Vrijdag jl., komt in den 9en regel v. o. het
woord daarna voor, dat aan den zin eene
geheel onjuiste beteekenis geeft.
Men leze d a a r m e
Beroepen tot predikant bg de N. H. gemeente
te Biervliet de heer N. J. Krom, te Hilvarenbeek.
Het 25jarig priesterschap van den heer C. Hes
sels, pastoor te Osaenisse, is den 17en dezer
aldaar feestelijk gevierd. Van alle huizen was de
vlag uitgestoken. Eene dichte menigte vulde de
„Als gg slechts een kleine bozzetta, een
schetsje, hadt, dat zou veel helpen."
„Een schetsje? Is dat morgen ochtend
tijds genoeg? wij zgn nu doodmoede."
„O ja, dat is heel goed. Ik zal komen als
gg aau het ontbijt zit."
Onze hoop steeg nog belangrgk toen wij den
volgenden morgen zagen hoe Pinto's oogen
glinsterden en zijne fijne lippen zich tot een
glimlach plooiden, toen hg aandachtig de schets
bekeek, die ik zooeven gemaakt had. Maar hij
weigerde nog steeds iets te zeggen ofschoon hg
op veelbeteekenende wijze bij zijn vertrek zeide
„Misschien willen de Signori morgen ochtend
een wandeling met mg doen Als gg hier big ft
zal ik u komen afhalen."
Charter klapte in de handen met een slag als
een pistoolschot. „Mgn moeder moge een frau
zijn en mijn vader een mijnheer, als wij er nu
niet binnen een paar dagen achter zgn, he?"
zei bij.
Ik moest wel met hem instemmen of aannemen
dat Pinto ons met valsche beloften misleidde;
maar daar dit volstrekt niet in zijn belang zou
geweest zijn, besloten wij in den volgenden dag
te gelooven.
Ik was uren lang voor dat het noodig was
klaar wakker en sprong heel vroeg het bed uit,
daar ik toch altijd van vroeg opstaan hield.
Vrees en hoop maakten mij eer ongerust dan
kalm en ik gaf het op om te beproeven aan het
versierde kerk, waar de jnbilaris, bijgestaan door
zgn broeder, den pastoor-deken J. Hessels te
iJzendijke, eene plechtige mis opdroeg. Daarna
werd door den heer J. Genet, pastoor te Zuid-
dorpe, eene feestrede gehouden en ve rvolgens de
jubilaris in optocht naar zgne woning geleid»
waar hem tal van geschenken werden aangeboden'
Ter Neuzen 20 Mei. Heden werd alhier
aanbesteed, het driejarig onderhond van de uitwa-
teringswerken, behoorende tot het kanaal van Ter
Neuzen, onder beheer der genie te Dordrecht,
waarvan de jaarlijksehe begrooting bedraagt
1300. Daarvan werd aannemer de heer R.
Walraven alhier, voor f 969 per jaar.
In zijn mem. van antwoord in zake de schatkist
promessen verklaart de min. van financiën, dat
door de Ned. Bank geen verbindtenis is aange
gaan om dat papier ten allen tijde, ook bij zeer
hoogen rentestand, tegen 2 pCt. te nemen; maar
de directie vleit zich, het steeds op lagere rente
dan ander papier in disconto te kunnen nemen.
Daar het hoofddoel is, op de minst kostbare
wijze tijdelijk geld op te nemen, kan het gerief
van het publiek slechts een bgkomende omstan
digheid zijn en geeft de min. aanvankelijk aan
onderhandsche plaatsing de voorkeur, en meent
hij ook uitgifte van kleinere stnkken dan van
1000 te moeten ontradenen dit te eerder nu
de rijks-postspaarbank gelegenheid biedt om tot
ƒ300 elk oogenblik rentegevend te maken.
Sir Samuel Baker, de groote Afrika-reiziger, dia
thans te Yokohama vertoeft, heeft in de Engelsche
dagbladen een oordeel over de tegenwoordige
politiek van Engeland doen drukken, dat zoowel
conservatieve als liberale ministeries treft en als
algemeene karakteristiek der koloniale oorlogen
van Engeland zijne waarde heeft.
Hg wgst erop hoe voorheen een koloniale oorlog
het begrip uitdrukte van eene zegepraal en van
de vestiging der Britten in het land van den
overwonnene. Maar er is verandering gekomen.
Sinds het einde van den Krim-oorlog bestaat de
militaire staatkunde van Engeland in eene reeks
razzia's, welke ten onrechte oorlogen zgn genoemd,
waardoor grenzelooze kosten worden veroorzaakt
en niet het minste resultaat wordt bereikt. Als
Britsch belastingschuldige protesteert sir Samuel
tegen de voortzetting dezer politiek.
„Onze oorlogen, zegt hg, moeten die zgn
van de Britsche natie, niet van eene partg in het
lagerhuis. De noodzakelijkheid van den oorlog
in zekere omstandigheden erkennende, beweer ik
dat er vóór het verklaren van den oorlog een
vast plan moet bestaan wat men met dien oorlog
wil bereiken en hoe men het wil doen, - plannen
die zeker door de omstandigheden kunnen gewij
zigd worden. Doch dan zou Engeland en zouden
zgn vloot en leger het werkelgk doel en de reden
van den oorlog kennen en zouden geene offers
van leven, geld en reputatie worden gebracht in
een worstelstrgd van twgfelachtige beteekenis, die
uitloopt op een aftocht. In enkele woorden zal
ik de geschiedenis onzer laatste koloniale oorlogen
ophalen, kostbare en nuttelooze ondernemingen;
die enkel den naam verdienen van strooptochten.
„1866. Ten koste van 9.000.000 marcheerden
wg 400 mglen naar Magdala, in het hart van
Abyssinië en later trokken wij weer terug.
„1874. Wij vielen Ashanti aan en verbrand
den Comassi en toen trokken wij weer terugj
ontbijt iets te gebruiken. Stil zitten kon ik even-1
min en elk gezelschap zelfs dat van Charter
was mg ondragelgk. Ik had een gevoel alsof ik
in huis zou stikken en ging dus op het balkon
een sigaar rooken, waar ik den heelen morgen,
die mij dubbel zoo lang scheen als elke andere,
op en neer lieptot groot vermaak eener menigte
nietsdoeners, die in allerlei goed gekozen houdin
gen mijne ongedurigheid gadesloegen, die hun
algemeenen indruk bevestigde dat l'Inglesi sono
quasi tutti pazzi (de Engelschen zijn bijna allen
krankzinnig).
Eindelijk! Daar houdt een cittadine (rijtuigje)
op. Ha! het is Pinto. Een oogenblik later is hij
boven en verzoekt ons hem te volgen.
Ik geloof dat het heel dwaas is, maar ik kan
er niets aan doen. Het is mijn geheele leven zoo
geweest: bij elke plotselinge aandoening, hoezeer
ik er ook op voorbereid ben, schijnt mijn hart,
na een hevigen bons, stil te staan en ik val in
zwijm. Dit gebeurde ook nu. Maar Charter die
zeer bij de hand was, maakte mij terstoni weer
bij door mij met de eene hand een likeurflesch in
den mond te duwen, terwijl hij mij met de andere
met ijswater besprenkelde dat in mijn hals
liep zoodat ik door die beide oorzaken weer
begon'te ademen en terwijl ik tot mijzelren kwam
zag ik hoe bij beel voorzichtig de maraskija-
fiesch in zQn zak stak.
Pinto ging niet mede in het rijtuig maar nam
plaats op den bok, blijkbaar om den stortvloed