N». 119. 124e Jaargang^ 1881. Zaterdag 21 Mei. Gemengde Berichten. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën: 20 Gent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels f 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Publicité G. L. Daubk Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlyn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 20 Mei. FEUILLETON". Be gröote Murillo della Merced. H. CARL. S. Benoemingen en besluiten. Onder wjjs. Kerknieuws. Vlissringen, 20 Mei. In de vergadering der leden van de kiesvereeniging Plicht en Becht al hier, is met algemeene stemmen tot candidaat voor het lidmaatschap der tweede kamer gesteld het aftredend lid, de heer mr. D. van Eek te 's Hage. De tentoonstelling en het concert in het Schuttershof alhier, werd heden door 235 personen bezocht. Gisteren werden de weezen der verschillende gezindten in de gelegenheid gesteld een bezoek aan de tentoonstelling te brengen. Oostburg, 19 Mei. Men zal zich herinneren dat op den 2 December jl., den dag voor de ge meenteraadsverkiezing, alhier een strooibiljet werd verspreid, zonder dat daarin de naam van den schrijver of drukker vermeld werd, in strijd dus met art. 283 van het wetboek van strafrecht. Uit een door de justitie ingesteld onderzoek moet gebleken zijn dat de heer M. A. Zegersi boekverkooper alhier, de verspreider was, die echter naar men verzekert moet gehandeld hebben op last of verzoek van andere inwoners onzer gemeente. Wat hier van is zal spoedig blijken, wijl de zaak aanstaanden Dinsdag, 24 dezer, voor het kantongerecht alhier dienen zal. Naar wij vernemen zijn de burgemeester onzer gemeente, de heer F. Siemerink, diens echtge- noote, de pastoor, de heer C. C. van Genk, en de heer F. H. Schiffer te Vlissingen als getuigen gedagvaard. De heer Van Kerkwijk viel Woensdag in de tweede kamer den heer Brouwers, in zijne tweede redevoering op dien dag over art. 5 der drankwet, in de rede met deze niet-parlementaire maar dui delijk verstaanbare woorden: „Och 1 schei er toch uitde discussiën duren al zoo lang. Wij komen anders nooit klaar." Den afgevaardigde uit Zierikzee onze dank, voor dit uit het hart van alle lezers der Handelingen gegrepen woord. De Praktijk onzer Grondwet, door den staats raad en oud-minister mr. J. Heemskerk Az., (uitgave J. L. Beijers te Utrecht) is ongetwijfeld een werk, dat in de aandacht der beoefenaars en belangstellenden in ons staatsrecht en onze staat kundige geschiedenis verdient aanbevolen te worden. Vooral nu de wenschelijkheid eener herziening van de grondwet, buiten de staten- generaal, meer en meer op den voorgrond treedt, is het belangrijk te vernemen welk oordeel over door HOOFDSTUK II. „Och, ik denk het maar, omdat hij die schil derij voor geen geld verkoopen wil en wij kunnen hem altijd boos maken door de kleinste plagerij over de „Br»«zes", zooals hij het op zijn manier in 't Engelsch zegt ofschoon het een schande is hij is er veel te goed veert" Conway Charter kon mij niets meer vertellen, behalve dat een brief naar Zurich poste restante zeker terecht zou komen. Nadat ik het atelier verlaten had liep ik den heelen dag rond als in een droom, als iemand die een onbestemd doel voor oogen heeft, die veroor deeld is om een taak te volbrengen, ofschoon hij overtuigd is dat hg er in het minst niet toe in Btaat zal zijn. Eerst na den eten, onder den in vloed van een glas wijn en veel sigarendamp, trad de stroom mijner verwarde denkbeelden weer binnen zijne oevers terug, doch bij vloot onmis kenbaar éen richting nit. Ik wilde, ik moest dié geheimzinnige prinses ontdekken en met onze constitutie geveld wordt door een man, die in de praetijk daarvan een beduidend aandeel heeft genomen. Eene zwakke zijde van het boek is, dat het zich niet tot tekstverklaring en objectieve ge schiedenis der praetijk bepaalt, maar doorgaande het pad der historische critiek bewandelt. Voor deze toch mist de staatsman en partij-aanvoerder, die zelf aan de gebeurtenissen deel heeft genomen, en die, zooals hij zich in de tweede kamer eens uitdrukte, „de geschiedenis heeft helpen maken", de noodige onpartijdigheid. Bij zijno oordeelvel lingen komt telkens de oud-minister van '66'68 en van '74—'77 voor den dag en ook bij het beschrijven der gebeurtenissen zelve, is diens invloed niet te miskennen. Deze opmerking is geen verwijt aan den heer Heemskerk, want hij heeft zeker niet alleen bedoeld eene objectieve studie van staatsrecht, maar zonder twijfel ook een verhandeling met politieke strekking te schrijven. Tusschen het „kort algemeen overzicht van de werking der grondwet", waarmede hij zijne twee deelen besluit, en een goed geschreven artikel van het Haagsche Dagblad, is geen ander verschil dan dat van den vorm. Wanneer wij dus zijne „praktijk onzer grondwet" raadplegen met hetzelfde voorbehoud van omzichtigheid, waarmede men een par tij-blad als bron voor de politieke geschiedenis van den dag gebruikt, doen wij daarmede noch aan zijne uitgebreide kennis, noch aan zijne bedoelingen onrecht. Ieder ziet de waarheid en zoekt haar op zijn maDier. Voor menig punt, dat bij grond wetsherziening of verklaring van gewicht is, mag men den heer Heemskerk als een dergenen be schouwen, wier getuigenis gehoord en ernstig overwogen behoort te worden. Uit Amsterdam wordt aan het VtrDbl. ge schreven dat de Amsterdamsche predikanten Van Eonkel, Steinfort en Koopmans, geenszins voldaan over de bestendiging van het kies-college bij de Hervormde gemeente, reeds beroepen hebben aangenomen of hoogstwaarschijnlijk zullen aanne men, onderscheidenlijk naar Zetten, Harderwijk en IJselmuiden. Van andere hunner collegas wordt hetzelfde beweerd en inmiddels is devaca- tnre-Eutgers sinds jaar en dag onvervuld. Dezelfde berichtgever meldt dat het kosterschap in de Nieuwe Kerk, waar vroeger schatten ver diend werden door de fooien bij huwelijken, be grafenissen en bij 't bezoek van aanzienlijke vreemdelingen, zeer in aanzien gedaald is. De kerkeraad heeft namelijk besloten het ambt te verpachten. „Den ouden, braven koster, om zijn vredelie- venden en gansch zeer neutralen zin bij de meeste partijen hoog in aanzien, werd van dit besluit kennis gegeven, maar hij verzocht en ver haar ook die andere raadselen over dat hoofd en waarom zij daarmede, onder dergelijke omstan digheden en met die geheimhouding, had moeten uitgeschilderd worden. Als het mogelijk ware geweest zon ik in mijn ijver onmiddellijk naar Zurich vertrokken zijn om Stapfer te ondervragen; maar na eenig nadenken begreep ik dat ik mijne navorschingen vruchteloos zou kunnen maken door et te veel gewicht aan te hechten en gevoe lens te verraden, die ik huiverde aan iemand te bekennen. Daarom schreef ik hem, op zeer bezadigden toon en, gebruik makende van hetgeen Charter mij gezegd had, schoof ik den last dien ik hem veroorzaakte, op de belangstelling welke zijn schilderij mij inboezemde. Zoodra de brief verzonden was voelde ik mij weer ten prooi aan de zenuwachtige prikkelbaar- heid, die aan elk afwachten verbonden is. Hoe ik mij ook trachtte bezig te honden, mijn verhitte verbeelding poogde op die zwakke grondslagen der aanduiding, die ik eindelijk machtig was ge worden, romans genoeg te bouwen om er een geheele leesbibliotheek mede te voorzien. Eindelijk kwam het antwoord van Stapfer. Wat moet het hem een moeite en inspanning gekost hebben om, zeker met behnlp van een woordenboek, zijn moedertaal in zulk een afschuwelijk Engelsch over te brengen. Hetgeen hij over het bewuste onderwerp schreef kwam hier op neer „Ik heb mij een genoegen daaruit gemaakt kreeg vergunning, om „wegens gevorderden leef- tijd zjjn drukke betrekking in de Nieuwe Kerk te verwisselen voor die in de Zuider, om hier in ongestoorde rust zijn laatste levensdagen te kunnen slijten". En tot koster in de Nieuwe Kerk werd benoemd de heer Karves, mr. kuiper, van den N. Z. Voorburgwal, die om zijn rigoristische denkbeelden bij den kerkeraad hoog in eere staat. „De heer Karves zal evenwel niet rijk worden in de nieuwe betrekking, aangezien hij f 1800 pacht moet betalenhij houdt dan ook zijn vrij wel beklante kuiperij aan, terwijl hij bij feeste lijke gelegenheid zijn huisgenooten in de kerk handelend laat optreden, nu ook zijn kerkmeester, zekere V. d. K., alles behalve eervol uit den kerkedienst is ontslagen." Naar wij vernemen, zal door de directie der Nieuwe Afr. Bandelsvereeniging te Botterdam aan de algemeene vergadering worden voorgesteld, uit de winst over 1880 een half millioen, zijnde 25 pet. van het maatschappelijk kapitaal, op re serve-rekening te brengen. Dan nog zou er een dividend van 28 pet. voor aandeelhouders be schikbaar zijn. Vad Omtrent de koloniale tentoonstelling, in 1883 te Amsterdam te houden, verneemt de Amst. Ct. dat in een vergadering van leden van het zedelijk lichaamDe koloniale tentoonstelling, in 1883 te Amsterdam te houden, onder algemeene instemming het contract is vastgesteld tusschen dit lichaam en de heeren Tasson en Washer, aannemers te Brussel. Volgens het contract zal de vereeniging 125.000 moeten bijeenbrengen, waarvan f 50.000 d fonds perdu en f 75.000, die uit een tombola zullen kunnen worden terug ontvangen. De heeren Tasson en Washer moeten op 1 Maart 1883 zoo mogelijk vroeger alle gebouwen enz. op leveren. Het hoofdgebouw zal een front krijgen van 128 M. en een diepte van 33 M.; 't zal een waarde moeten hebben van 1.200.000 fr. Op 1 Febr. 1882 zullen de heeren Tasson en Washer moeten beslissen, of zij de tentoonstelling, die op de 125.000 na geheel op hun kosten wórdt georganiseerd, willen laten doorgaan; iets waaraan, tenzij force majeure van tijdsom standigheden het mocht verbieden, niet meer wordt getwijfeld. kechteblijke macht. Op verzoek, eervol ont slag verleend als kantonrechter-plaatsvervanger te Tholen aan A. M. de Kruijff. pensioenen. Op pensioen gesteld de kapitein AM. van Gameren, van het 8 reg. inf., ten be drage van f 1300 'sjaars. de „Prinzipessa" te schilderen en ik kan het nooit over mijn hart brengen om haar te verkoopen. Het doet mij veel leed als gij een bijzonder ver langen hebt om die schilderij te bezitten. Ik heb haar in Napels geschilderd. Daar is de „Prinzi pessa" gevestigd. Zij woont op de Lavinaio in Quartaire del Mercato. Ach! Het is zoo lang geleden sedert ik haar gezien heb." Deze inlichting hielp mij alleen om te weten waar zij woonde tijdens hij haar schilderde. Waarom noemde hij haar naam niet? er konden wel tien prinsessen te Napels zijn en, veronder steld dat zij sedert verhuisd was, hoe zou ik, dan deze bijzondere prinses zonder eenige nadere aanwijzing kunnen vinden? „Ach!" zuchtte ik, „deze prinses onderscheidt zich van alle anderen door haar schoonheid! Ik zal het toch beproe ven! handelen is in alle geval duizendmaal beter, dan die slapeloosheid en onrast waarin ik thans mijne dagen en nachten doorbreng. Eensklaps verrees er een onvoorzien, doch daar om niet minder onoverkomelijk bezwaar. Ik kende geen Italiaansch behalve de gewone volzinnen, die ik in een woordenboek vond en ik begreep ter stond dat ik een onbekenden gids of een vriend in het vertrouwen zou moeten nemen. Na twintig minuten bevond ik mij in het atelier van Charter. „Gij zijt knap in het Italiaansch, niet waar „Maak mij niet aan hetblozen, ja!" Benoemdtot leeraar aan de Twentsche Indus trie- en Handelsschool te Enschedé voor 2 jaren, A. L. de Bont, te Gorinchem. De heer H, Verstraaten, pastoor te Nieuwveen by Alphen, vierde dezer dagen zijn 25jarige priesterwijding. Ook bijna alle protestanten gaven door het uitsteken der vlag bewijs van hun deel neming in het feest van den jubilarisburgemees ter en wethouders, met een commissie nit den kerkeraad der Herv. gemeente, begaven zich naar den priester om hem hun gelukwensch aan te bieden. De feestvierende was den behoeftigen van alle gezindheden indachtig. Krachtens besluit van de prov. staten heeft de commissaris des konings in Gelderland aan den beer J. D. H. Jansen, adj.-commies le kl. ter prov. griffie, ter waardeering van zijn 50jarige trouwe dienstvervulling, een gouden remontoir met ketting en een fauteuil met een hartelijke toe spraak aangeboden. Het paardrijders-gezelschap van O. Carré is met een extra trein van Den Haag naar Weenen vertrokken. Naar men zegt zou die trein den heer Carré plus minus f 10.000 kosten. Het hoofdbestuur der Geldersche Maatschappij van Landbouw heeft besloten, voor rekening der maatschappij twee jongelieden, die het eindexamen der rijks landbouwschool hebben afgelegd, te zenden naar de zniveltentoonstelling te Gent, en naar die van land- en boschbouw te Hanover, beide in Juli a. te houden. Het huis van Maarten van Eossnm, te Bommel, zal, indien het niet voorkomen kan worden ter wille van de vele daaraan verbonden geschiedkundige herinneringen, weldra onder den moker vallen. Het gebonw, dat zeer goed gerestaureerd kan worden, bestaat uit buitenmuren van 1.5 a 2 M. dikte, met ouderwetsche schoorsteenen, schilde rijen en hechte eikenhouten zolderingen. De schilderhuizen, die eertijds op het balcon in den voorgevel stonden, moeten, volgens zeggen van den eigenaar, overgebracht zijn naar het Musenri te Leiden. De wachtmeester der marechausseé Schee« rens, te Eozendaal, is erin geslaagd te Nissen, nabij de Belgische grens, den dader te vatten van vele aanrandingen, welke in den laatsten tijd op den openbaren weg aldaar gepleegd werden. Hij heet J. F. de G., is 30 jaren oud en van Wiel" rijck bij Antwerpen afkomstig. „Denkt gij dat men n in Napels zou knnnefl beet nemen?" „Watmet praten neen. Mét handelen echter zeker." „Zijt gij er wel eens geweest?". „Tweemaal." „Zoudt gij er weer heen willen gaan?" „Ik heb er plan op." „Wanneer?" „Als de goden my genadig zijn en ik eéii paar schilderyen verkoop." Na nog eenig praten baalde ik hem over dni mg te vergezellen en weerlegde al zyne argumen ten tot uitstel, zelfs dat van zijn waschgoed, dat nog van de lavanaaia moest komen; zoodat wij den volgenden morgen een paar minuten voor zevenen tegenover elkaar zaten in een vetturino en langs de via appina naar de Pontijnsche moe rassen over den ouden weg van Terracina hotsten. Napels! De weg erheen en de gezichten dié men er heeft, de stad, de omstreken, de baai, dd kustde eilanden de hemelde bergdat alles had voor mij geen beteekenis. Napels had voor mij een geheel andere aantrekkingskracht. Be vond ik mg in het Hotel Crocelle wellicht in de onmiddellijke nabijheid van haar, wier beeld mij gedurende zoovele jaren vervolgd had? Ik had Charter het doel mgner overhaaste reis meegedeeld en de moeite die het zou kosten om het te bereiken; maar ofschoon ik ronduit bekend

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1