N». lie.
124® Jaargang!
1881!
18 Mei.
W oensdag
Dit blad verschijnt dagelijks, W Advertentiên: 20 Gent per regel,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Geboorte-, Trouw-,Doodberichten enz.: van 1-7regels 1.50
Prijs per 5/m. franco 5,50. iedere regel meer 0,20.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Middelburg, 17 Mei.
FBXJI3L.I-.BT03Sr.
e
De groote Murillo della Merced.
dook
Hi CARL. S.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
COURANT.
IDDELBURGSCH
'WM WSBMSBSBBp 4
Het bij de tweede kamer ingekomen ontwerp
tot wijziging van art. 13 der wet, regelende de
samenstelling en bevoegdheid van den raad van
state, strekt om voortaan de afdeeliogen van den
raad van state niet meer uit een afwisselend,
maar uit een vast personeel van leden te laten
bestaan.
Z. M. de koning is sedert een paar dagen
lijdende aan een aandoening der nieren. Zijn
lij tarts, dr. Vinkbuyzen, heeft een bezoek aan den
patient op Het Loo gebracht.
De tentoonstelling van kunst en nij verbeid
werd heden weder door ruim honderd personen
bezocht. Behalve dat voor het eerst een met
zorg bewerkte plattegrond van Middelburg is
ten toon gesteld, is ook de telephooDgeleiding,
door het aanbrengen van telephonen en micro-
phonen volgens het Bysteem-Siemens, aanmerkelijk
verbeterd. Vele bezoekers maakten van de gele
genheid om met deze laatste nieuwigheid kennis
te makeD, gebruik.
does, 17 Mei. Heden werd alhier de alge-
meene vergadering van de Centrale liberale Mes-
vereeniging gehouden. Het resultaat der stemmin
gen is als volgt. Goes: Bredius 20, Heldt 6,
Van Hoek 1 stemBergen op ZoomBredins 21,
Westelijk deel Zuid-Beveland: Bredius 10, Ooste
lijk deel: Bredius 6, Noord-Beveland: Bredius 8,
Hulst: Bredius 5. Totaal Bredius 70, Heidt 6
stemmen, Van Hoek 1 stem.
ïholen, 16 Mei. Onze gemeenteraad heeft
besloten een nieuwe school te doen bouwen,
waarbij eene gedeeltelijk overdekte speelplaats
gevoegd zal worden. Hoewel dit strijdt met de
voorschriften, tal, dewijl de regeeriug dispensatie
verleend heeft, de school ingericht worden voor
500 leerlingen. Zij zal bevatten 10 lokalen,
waarvan er 2 voor de normaalschool ingericht
zullen worden.
De nu bestaande school zal waarschijnlijk voor
bewaarschool ingericht worden.
Voor het beroepingswerk is hier met 79 tegen
70 stemmen voor eun kiescollege beslist. Tot nu
werd dit door den kerkeiaad gedaan.
Niettegenstaande hier voortdurend eene vacature
is, heeft de kerkeraad toch, met vergunning
echter, het beroepen gestaakt. Het orthodoxe
deel der gemeente wilde een predikant van hunne
richting beroepen zien, terwijl de kerkeraad een
modern dominé wilde beroepen. En daar nu bij
de stemming voor leden van het kiescollege wel
HOOFDSTUK I.
Ik was wel eenigszins verbaasd over de brutale
manier waarop ik toegesproken werd, maar nog
veel meer door den hoogen rang der eene dame,
welke de andere in haar drift verraden had. Ik
haastte mij ootmoedig om vergeving te vragen en
gelukkig was de duenna even spoedig weer be
daard als zij opgestoven was en daar de prinses
zich met de grootste waardigheid hield alsof er
biets gebeurd was, nam ik mijn palet op en begon
opnieuw te werken. Ik raakte in zulk een ver
rukking over mijn onderwerp en mijn kunst, dat
mijne leden beefden van uitputtingmaar ook
van ontroering. Het was vreemd 1 al die ureu
stond de prinses onvermoeid, zooals ik nooit een
model gekend had, gelijk een beeld, alleen nu en
dan van voet verwisselende om zich te verpoo-
zen, met dezelfde droeve uitdrukking 8til
aandachtig en den blik onafgebroken op mij'
gericht. In nap grooten ijver dacht ik er niet
zal blijken, welke partij het sterkst is, wilde de
kerkeraad, in geval de laatste party in de min
derheid zal zijn, geen misbruik maken van zij do
nog kortstondige macht. Het kiescollege zal dus
dadelijk aan het werk kunnen.
Wij hebben ter aankondiging ontvangen de
eerste aflevering vanVan en over Setje Wolff
geb. Bekkeruitgegeven door mr. E. H. J. Gal-
landat Huet, bij W. C. de Graaff te Haarlem.
Met belangstelling namen wij deze uitgave ter
hand, dewijl zij in de eerste plaats eene briefwis
seling tU8schen Laurens Bekker te "Vlissingen,
oudste broeder van Elisabeth, en dr. D. H.
Gallandat, in 1759 student te Parijs, later stads-
vroedmeester te Vlissingen, en vervolgens brieven
van Betje zelve aan dezen laatste bevat.
Wij hebben ons echter zeer teleurgesteld ge
vonden. De broeder blijkt een breedsprakige
femelaar te zijn, wiens brieven weinig belangrijks
bevatten en bovendien, dewijl die van Gallandat
ontbreken, vaak onverstaanbaar zijn. Over zijne be
roemde zuster spreekt hij zeer weinig, maar dan
op een manier die, tusschen al zijne godzalige
praatjes, walging wekt. Ziehier eenige zinsneden
uit den brief, waarin hij baar huwe'ijk met den
52jarigen predikant Wolff, uit de Beemster, ver
meldde
«Die ouden Collega is op mejuff. betje zoo verliefd
wegens haere groote verstand welke zij bezit, en waerlijk,
ik weet niet waerin deselve bestaet, in wat Poezij en wat
uytterlyke fraDjen Ja dien ouden Heer beeft aan
twe predikanten verhaelt, hij was verwondert dat zoo een
Juff., begaeft met zoo een goed oordeel en '"Verstant, zoo
lang haren tijd had versieeten sonder te huwlijken
waar op die eene predikant antw.«mijn heer UEd Weet
mogelijk niet wat de oorsaek zij, dat die Juff. zoo lang
heeft moete wagtenis UEd. niet hekent welk een kwade
uitstap die Juff. begaen heeft en het haer in deezen zeer
nadeelig heeft geweest Ja, daer had wel van gehoord,
maar lieven heeden, een Jnff. van 17 jaer, dat kan wel
gebeuren, en daarbij zoo ik hoor verleyd. «Nu ik seg
UEd. de reden mijn Heer en als het UEd. Niet verscheelt,
my nog minder en wensch UEd. des Heeren Kijken
Segen", en Collega bedankte voor zijn schatje
«Mejuff. betje heeft my ook versogt dat ik bet aen
UwEd. zoude schrijve, maer indien dat wijsheidsehatje
wist, wat en hoe omst. ik schreeff, zij zoude groot onge
noegen hebben want onze vriendschap en is zoo niet te
bestig. Ik hebbe Snster somtijds wat de waerheyd ge-
segt, en dan: «dogt ik niet", «ik was een zot",
«ik had mijne kueren" etc. Dat kende UwE. denken
zulks mij niet wel smaekte van soo een vuyl ding, en
daer om gaet zij, dat zij gaet, Gods Zegen haer en de
haere."
Deze „broederlijke" ontboezeming, waarin het
bekende geval tusschen Betje en den vaandrig
Gargon op zoo venijnige en lasterlijke manier te
pas wordt gebracht, ia nagenoeg al wat in deze
brieven voorkomt dat op de beroemde Bchrjjfater
betrekking heeft.
aan of zij ook vermoeid kon worden en zij gaf
er door geen gebaar, geen zucht zelfs, eenig blijk
van. Alleen toen ik mijn eigen vermoeidheid
voelde, begreep ik hoeveel meer behoefte aan rust
zij hebben moest. Ik legde dus mijn palet en
penseelen neer, maakte een diepe buiging en
sprak mijn leedwezen uit over mijn onnadenkend
heid. Zoo waar! zij verstond mij, want zij
glimlachte en bloosde; welk een blos! welk
een glimlachHet was de eerste keer en de
eenige in jaren dat ik dien glimlach en dien blos
zag, die jarenlang een toovermacht over mijn
leven hebben uitgeoefend.
Het is overbodig en zou ook heel vervelend
zijn om al de dagen te beschrijven die op den
eersten van mijn avontuur volgden. Geen enkele
onderscheidde zich door eenige afwisseling of
iets dat der vermelding waardig is met betrek
king tot het groote geheim. Ik voltooide het
Johanneshoofd en het akelige model verdween.
Daarna werkte ik ochtend, middag en avond aan
het beeld der schoone prinses, maar steeds be
waakt door de gesluierde duenna, die eiken dag
opnieuw mijn werk prees.
De schilderij naderde haar voltooiing en de
betoovering van het geheimzinnige onderwerp
doodde alle andere gevoelens. Twijfel, achterdocht,
angst, zelfs nieuwsgierigheid sluimerden in onder
dieu invloed. Ik wist dat ik wakend droomde en
die droom was niet zonder smartmaar de smart
De eene brief (van 1773), welke deze aflevering
van Elisabeth zelve bevat, handelt over een ge
zwel dat zij in den mond bad en waarvoor zij
eene pijnlijke operatie moest ondergaao, omtrent
welke zij Gallandat's geneeskundigen raad vraagt.
By zonder belangrijk is ook deze brief niet.
Geven de volgende afleveringen niet iets beters
dan deze eerste, dan achten wij de uitgave geen
aanwinst voor onze letterkunde. Al dit wroeten
in de intiemste familiepapieren, niet slechts van
beroemde personen, maar zelfs van al wie tot hen
in eenige betrekking heeft gestaan, lijkt ons even
onkiesch en doelloos, als strijdig met den goeden
smaak. Het behoort tot de letterkundige „ma
nieren" van onzen tijd, maar zeker niet tot
de goede.
Door het bestuur van de vereeniging Het
eeretseken voor belangrijke krijgsverrichtingen te
'sGravenhage is het denkbeeld geopperd om
generaal Van der Heijden bij zijn aankomst iü de
gemeente een ovatie te brengen. Wij zijn over
tuigd, dat velen, die de groote diensten, door den
generaal te Atjeh aan bet vaderland bewezen,
weten te waardeeren, met ingenomenheid van dit
voornemen kennis zullen nemen. Vad
Sedert de laatste opgaven zijn te Vuren en
Dalem in twee huisgezinnen, die van de aange
boden gelegenheid tot vaccineeren wegens ge
moedsbezwaren weigerden gebruik te maken,
opnieuw 6 gevallen van pokken voorgekomen, en
wel in elk gezin 2 met doodelijken afloop. Het
aantal aangetasten aldaar beloopt thans reeds 20
en dat der overledenen 6.
De heer Van Lansberge, oud-gouverneur-gene-
raal van Ned. Indië, is den 12en dezer te Mar
seille aangekomen en bevindt zich thans te Parijs.
Bij de rijks-postspaarbank is gedurende de maand
April, de eerste maand van haar bestaan, inge
bracht (in ronde cijfers) f 113,338, terugbetaald
1467, in kas gebleven ten name der verschillende
inleggers f111,870.
In 304 van de 351 post- en hulpkantoren,
welke voor den dienst der spaarbank zijn aange
wezen, heeft inbreng plaats gehad. De inbreng
bedroeg in de provinciën: Noord-Brabant f27,586,
Gelderland f 10.661, Zuid-Holland f 23,206, Noord-
Holland ƒ21,944, Zeeland 6571, Utrecht 3030,
Friesland ƒ3099, Overijssel 4873, Groningen
1437, Drenthe 561, Limburg 10,365.
Na de viering van het derde eeuwfeest van den
dichter P. Cz. Hooft, is eene commissie benoemd
voor de herstelling van het Mniderslot, te begin
nen met de groote zaal. Die commissie is
samengesteld uit de beeren mr. W. W. van
Lennep, mr. N. de Koever en A. C. Wertheim.
was voor het oogenblik zoodanig vermengd met
genot, dat ik bang was om te ontwaken en in het
gewone leven terug te keerenwant dan zou
alles eensklaps in het niet verzinken.
In al die dagen hoorde ik geen andere stem
dan die der duenna, die echter nooit het woord
tot de prinses richtte en deze was zeer stil en
uit de hoogte tegen haar. Was zij dat ook tegen
mij Kon zij dat zijn, als zij uren lang met hare
hemelsche oogen haar ziel tot de mijne deed
spreken? En toch nam zij geen notitie van mijn
werk. Ik was mij bewust dat dit stuk alles over
trof wat ik tot nogtoe gemaakt had, dat ik
onder een bezielenden invloed werkte. Maar de
prinses keek geen enkele maal naar haar eigen
beeld; geen gebaar, geen trek op haar gelaat
verried dat zij er eenig belang in stelde en ik ge
loof dat die onverschilligheid mij wanhopig zou
gemaakt hebben, als ik mij niet getroost had met
het vermoeden dat zij alleen zoo ongenaakbaar
was ter wille van haar hoogen rang; maar dat zij,
als ik weg was, de gelegenheid waarnam om de
schilderij te bekijken, daar ik meermalen den
ezel verplaatst had gevonden.
Op hoeveel verschillende wijzen is de oude ge
schiedenis reeds verteld? Ik zal haar niet meer
op mijn manier verhalen, 't zij genoeg te ver
melden dat zij in mij herleefde. Had ik er iets
tegen kunnen doen Neen, en nogmaals neen
Ik had evenveel macht om eraan te ontkomen
Bij de. redactie van Eigen Haard zijn voor deze
herstelling reeds bijdragen ontvangen tot eene som
van f 2143.
Terwijl men in den-aanvang alleen zijne aan
dacht had gewijd aan de groote zaal, is allengs
het ontwerp uitgebreid, en wordt nu ernstig
gedacht aan eene zorgvuldige herstelling, die het
geheele slot zal omvatten, teueinde dit weder te
brengen in dea staat, zooals het zich in de eerste
helft der zeventiende eeuw vertoonde.
De giften, die tot de inrichting van de groote
zaal zijn bijeengebracht, doen de hoop voeden dat
het aanzienlijker bedrag, dat voor het nieuwe plan
zal noodig zijn, ook wel zal bijeenkomen, om
aldus het waardigste monument te stichten voor
het glorietijdperk onzer zeventiende eeuwsche
letterkunde.
Men mag verwachten dat de giften van alle
kanten zullen toestroomen, zoodra het bewustzijn
algemeen is doorgedrongen, dat hier geen sprake
is van een stichting van plaatselijken aard, maar
van een monument, waarmede de eer onzer ge
heele natie gemoeid is.
consuls. Erkend en toegelaten als consul van
Portugal te Soerabaija, de heer W. A. Driessen.
pensioenen. Pensioen toegekend aan de eervol
ontslagen griffiers bij de directiën der marine te
Amsterdam en te Hellevoetsluis P. H. ReyDS en
C. F. Blankenstein, eerstgenoemde van 1824,
laatstgemelde van 1815.
hypotheken. Op verzoek, eervol ontslag ver
leend als bewaarder van de hypotheken, het
kadaster en de seheepsbewijzen te Utrecht aan
S. Cats, behoudens aanspraak op pensioen.-
watekstaat. Benoemd tot havenmeester, tevens
sluiswachter aan de Zuidwillemsvaart te 's Herto
genbosch, L. Dekkers, thans sluiswachter aan
sluis no. 4 op genoemd kanaal.
Te Amsterdam wordt weder gelegenheid aan
geboden om eenige leerlingen kosteloos te
plaatsen op het gymnasium, op de handelsschool,
op de hoogere burgerscholen voor jongens en
meisjes, op de openbare lagere scholen der 4e
klasse voor jongens en voor meisjes, op de indus
trieschool voor vrouwelijke jeugd, op de ambacht
school, op de kweekschool voor machinisten en op
de Quellinusschool.
In eene buitengewone vergadering der
Zuid-Beveiandsehe onderwyzers-vereeniging zijn de
heeren C. M. van Visvliet, oud-inspecteur bij het
lager onderwijs, en mr. J. H. de Laat de Kanter,
oud-schoolopziener, bij acclamatie tot eereleden
benoemd.
als iemand die met gebonden handen en voeten
door een snelvlietenden stroom wordt meegesleept.
Bovendien had die opsluiting, afzondering, inspan
ning en overspanning mijne zenuwen sterk aan
gedaan. Mijn spiegel vertoonde my weêr de
ingevallen wangen met roode vlekjes, die vóór
drie jaar de reis naar Italië hadden noodig
gemaakt. Eiken dag kon ik minder etenmaar
ik versmachtte van dorst en dronk meer. Elke
nacht was onrustiger dan de vorige. Des nachts,
en eindelijk ook over dag, had ik een gevoel van
een steeds drukkender en zwaarder wordenden last,
die in mijn hart zonk; het was de wanhoop!
Maar ik bracht myn werk te einde,
„Hebt gij gedaan? Hebt gij heelemaal ge
daan vroeg de duenna, toen ik uitgeput in mijn
Btoel zonk en palet en penseel op den grond liet
vallen.
„Geheel, mevrouw. Ik zou het bederven
door er nog meer aan te doen."
Praktig I Het is heerlijk, so als ik u vau
te foren gezegd heb. Denk er nu niet meer om.
Gij zijt niet uiohl lijt gij tiekf' vroeg zij op
vriendelyken, bezorgden toon.
„Ik schaam mij te moeten zeggen, dat ik mij
zeer zwak gevoel."
„A ach! dan sal ik u gefen een kleinig
heidje, dat u feel goed sal doen." Ik was te
machteloos om te zien wat zg deedmaar dronk
lijdelijk een glaasje leeg dat zij mij braohfe