BUITENLAND. MIDDELBURGSCHE COURANT BIJVOEGSEL Maandag 16 Mei 1881. N° 114. Middelburg 14 Mei. De groote Murillo della Merced. II. CARL. S. Staten-Generaal. Gemeenteraad van Goes. Gruwelen in Peru- VAN DE VAN Met leedwezen zal zeker in ons land, en in onze provinoie vooral, het plotseling overigden vernomen worden van den heer H. Q. Janssen, sedert de invoering der nieuwe wet op het lager onderwijs schoolopziener in het district Goes. De overledene heeft een werkzaam leven achter zich. In 1812 geboren, werd hij in 1835 candidaat te Utrecht, van October 1835 tot October 1836 was hjj hulpprediker te St. Krais, den 27 Januari 1839 werd hg predikant te 's-Heer Abtskerke en Si- nontskerke, in 1846 te Vronwepolder en in 1855 te St.-Anna ter Muiden. Toen hg in het vorig jaar tot districts-schoolopziener werd benoemd, nam hg zijn emeritaat en vestigde zich metter woon te Goes. Hg verliet de gemeente St.-Anna ter Muiden met diep leedgevoel zgnerzijda, maar ook door zeer velen werd zijn vertrek daar, waar hg 25 jaren had geleefd, ten hoogste betreurd. In Goes woonde hg nog te kort om algemeen bekend te wezen; in zgne betrekking was hg nog te wenig tijd werkzaam, om hem op dat ge bied te herdenken; maar sedert 1860 is hij school opziener geweest in het 5" schooldistrict (Weste lijk gedeelte van Zeeuwsch-Vlaanderen)op letterkundig gebied heeft hij zich door verschil lende geschriften doen kennen en dat alles getuigt en zal big ven getuigen ter eere van de nagedach tenis van den overledene. Het zou strijden tegen zyn eenvoud, wanneer wij hier breedvoerig over zgne verdiensten uit weidden. Geen ridderorde versierde zijn borst; dit was niet noodig. Zijn werk zal meer en duidelijker van zgne verdiensten bigven spreken, en zgne vele vrienden in Zeeland zullen hem steeds blijven gedenken als iemand, die zooveel hij kon gewerkt heeft zoolang het voor hem slechts tgd van werken was. De dood maakte te spoedig een einde aan zgn welbesteed leven. Dit zij tot troost voor hen, die hij achterliet! (Qoesche ct.) Uit het in de vergadering van aandeelhouders in de Eotterdamsche Vleeschhoutverij en Brood bakkerij uitgebrachte verslag is gebleken dat de balans een verlies aantoont van f 32,237.52}, hetgeen door het bestuur in hoofdzaak wordt toegesohreven aan handelingen van den vorigen directeur. Het debat, dat volgde, was eene uiting van ontevredenheid over het slechte beheer, waarbij tal van grieven tegen het bestuur werden gericht. Ten slotte werd met 171 stemmen aan genomen (66 hielden zich buiten stemming) de motie van den heer Hegermans, luidende: „De algemeene vergadering, den gang van zaken afkeurende, acht reorganisatie noodig en houdt diensvolgens de aan de orde gestelde verkiezing van bestuursleden aan. De reorganisatie, in overleg met het bestuur te ontwerpen door eene com missie, door de algemeene vergadering te benoe men." Deze commissie werd vervolgens samen gesteld uit de heeren Van de Putte (directeur der Haagsche broodfabrieken), Perk (dir. der Delft- 4 DOOR HOOFDSTUK L Ik stond als verpletterd! Die aanraking wekte als met een tooverslag de herinnering aan hon- derde verhalen van misdaden die ik in mgn leven gehoord had op, en eensklaps zag ik mij omringd van allerlei spookgestalten en vormen van moord en doodslag. Ik herinner mg nog een onwêerstaanbaren angst, vermengd met toorn, daarna een gevoel van doodehjke uitputting en toen niets meer ik lag bewusteloos. Hoe lang het geduurd heeft eer ik tot mij zeiven kwam weet ik niet. Mijn eerste gewaarwording was een scherpe geur, die mijn reukorganen prikkelde en tegelijkertijd verslikte ik mij aan brandewijn, dien iemand in mijn keel goot. Ik schrikte op en wist in het eerst niet waar ik mg bevond of wat er met mij gebeurd was; maar weldra stond de geheele akelige werkelijk heid mij weer voor den geest. Nu was er weer iets bijgekomen, dat ofschoon niet zoo verschrik- keigk van aard, éven geheimzinnig was en ik sche fabriek), P. Kleiweg Dyserinck, H. J. Kliit- gen en W. Kooy. De goedkeuring van de balans werd ook tot na het onderzoek, aan de commissie opgedragen, uitgesteld. De coöperatieve winkel van de vereeniging Eigen Hulp te 's Gravenhage is in staat om over het afgeloopen jaar aan de leden als winst 9 pet. uit te deelen van hun verbruik. Het bedrag der brutowinst was f 20,368, of ruim 18 pet. van de inkoopwaarde der goederen. De exploitatie-kosten bedroegen circa 9300. Aan niet-leden werd voor f 42,317, of 32 pet. van het debiet verkocht. Onder het geheele debiet is begrepen ruim f 3400 voor sigaren en tabak sedert begin October. Van schier alle artikelen is het debiet in ver- geigking met het vorig jaar toegenomen, vooral na de opening van den nieuwen winkel en de toeneming van het ledental tot 641 op 1 Januari 1881. De waren zgn bgna zonder uitzondering van uitnemende qualiteit. Het bestuur tracht zooveel mogelpk alles rechtstreeks van de fabrieken te betrekken en hoopt weldra een proef te nemen met aankoop van een kaveling koffie op de veilingen der Handelmaatschappij. Het verwacht veel voor den directen aankoop in het groot van samenwerking met zusterverenigingen elders. Eigen Haard van jl. Zaterdag bevat het 7e stuk eener „oorspronkelijke marine novelle" van Rich. P. A. van Rees, getiteld Eb en Vloed. Of de heer Van Rees, dan wel de oud-zeeofficier Werumeus Buning, eenmaal onze Nederlandsche Marryat belooft te worden, durven wg nog niet beslissen; maar zeker is het dat beiden, bijnate- gelijkertgd, hun krachten gemeten hebben aan eenzelfde onderwerp: het afzeilen van een Neder- landsch oorlogsfregat van „lager wal." De heer Buning liet in een van de jongste nommers van den Ned. Spectator zgn fregat, de Trompde met angstige toeschouwers bezette rotsen aan de En- gelsche kust ontzeilen. In Eigen Haard heet het schip de De Euijter en is de kust die van Portu gal, nabg kaap St Vincent, waar vóór enkele jaren het stoomschip Friesland verging. Op de Tromp komen de stengen naar beneden, op de De Euijter waaien de marszeilen uit de igken, juist op 't oogenblik dat het gevaar ontweken is. Overigens komen beide schilderingen overeen. Het is aardig, ze te vergelijken. De slotsom onzer vergelijking willen wg echter niet verklappen, indachtig aan Goethe's woord, die, het eeuwige vergeigken tusschen hem en Schiller moede, zeide dat men liever bhjde moest zgn dat er twee zulke „kerels" tegelijk leefden, dan hen immer naast en tegenover elkaar te zetten. Toute proportion gardée, en zonder bij onze twee aspirant-Marryat's ook maar een oogenblik aan de beide Duitsche dichtervorsten te denken, doet het ons toch genoegen dat de zee, de grootsche, de on uitputtelijke, en het frissche, rijke zeemansleven aan Van Rees en Buning te gelijk de kleuren en lijnen voor eene schilderij heeft gegeven. Eigen Haard bevat voorts eene fraaie hout snede naar een zeestuk van B. J. Blommers, een opstel van dr. H. C. Rogge over de bibliotheek der Amsterdamsche universiteit en weder eenige „natuurkundige proeven zonder instrumenten," door dr. A. van Hasselt. Kohier en. De regeering heeft thans nader voorgesteld, de 3e en 4e alin. van art. 264 der gemeentewet te vervangen door deze „Indien het besluit van gedep. staten tot goed- kon mijzelven toch volstrekt niet diets maken dat ik droomde, met dit geprikkel in mgn neus, dien cognacsmaak in mijn mond, die gesluierde vrouw naast mg, die in de eene hand een reuk- fleschje en in de andere een glaasje hield. Wat mijn oog trof, had meer van een schitterend visioen dan van een beeld der werkelijkheidop de estrade stond, bevallig op éen voet, terwijl de andere naar achter was gebogen en op den toon rustte, met sandalen aan, een jonge vrouw, wier schoone vormen alles overtroffen wat ik tot nu toe in kunst en natuur gezien had liefelijker dan iets wat mijn verbeelding kon scheppen met den eenen arm los naar omlaag hangende en den ander sierigk gebogen, terwijl zij een vinger liet rusten op den rand van dien noodlottigen schotelde prachtig gevormde buste was half op zijde naar mij gekeerd en het liefeigke gelaat, met o! zulke sprekende, droeve, diepliggende brnine oogen op mij gericht. Haar kleeding was geheel in overeenstemming met haar schoonheid. Van haar linker schouder hing een Zwaar, met goud doorweven gewaad, zacht en glimmend als satijn neder en bevestigd door een geborduurden band met een juweelen slot; het viel aan dien kant in sierigke plooien over de borst en liet de andere met arm en schouder geheel bloot, tot aan het middel, waar het omsloten werd door een rgk met edelsteenen bezetten gordel en verder recht neerhing tot op de kniëen, omzoomd met een hoog opgewerkten keuring van een kohier door ons wordt geschorst of vernietigd, neemt het gemeentebestuur, met betrekking tot dat kohier, art. 159 in acht. „De burgemeester zorgt dat de kohieren binnen veertien dagen na de goedkeuring in hun geheel gedurende vijf maanden in afschrift op de secre tarie der gemeente voor de aangeslagenen ter lezing worden nedergelegd. Van de nederlegging geschiedt openbare kennisgeving. „Op het verzoek van den raad en gedep. staten gehoord, wordt van het bepaalde in het vorig lid door Ons ontheffing verleend, wanneer de belas tingschuldige, vóór het opmaken van de kohieren gelegenheid heeft gehad zich omtrent het bedrag van zijnen aanslag te verklaren en de kohieren zoo zijn ingericht, dat de aangeslagene door ken nisneming van het aanslagbiljet de juistheid van zijn aanslag kan beoordeelen." In de mem. van antw., waarbg die wgziging is gevoegd, verklaart de minister van binnen- landsche zaken, te meenen dat er geen reden bestaat om voor alle soorten van plaatseigke belasting de openbaarheid gebiedend voor te schrijven. Een interpretatie, als die van den Amsterdam- sclien raad, door deskundigen van erkende be kwaamheid en eerlpkheid verdedigd, is niet aan te merken als wetsverkrachting of als bigk van verzet tegen de wetveeleer behoort men, meent de min., aan de te Amsterdam bestaande bezwaren tegemoet te komen. Immers die bezwaren zullen ook wel elders bestaan, ofschoon men zich daar bg de wet heeft neêrgelegd, omdat er een algemeene weerzin bestaat tegen het openleggen van fortuinende min. meent zelfs dat daardoor in menige gemeente de invoering van een in komstenbelasting is tegengehouden, ofschoon deze zich in den regel gunstig onderscheidt van hoof- deigke omslagen. Nader verwgst de min. overigeus, ten aanzien der bezwaren tegen de publiciteit, naar een advies van burg. en weth. van Amster dam. Daarom wenscht hij te dien aanzien vrg- heid te laten aan de gemeenteraden, te meer daar de openbaarheid geen te lagen aanslag voorkomt en slechts kan leiden tot particuliere beoordee lingen, waarbij men zonder de noodige kennis van zaken te werk gaat. Evenwel, het hoofdmotief van het ontwerp ligt niet in de openbaarheid der kohieren, maar in de voorgestelde wijziging van het reclame-stelsel. De min. merkt verder nog op, dat de wettigheid van gem,-belastingen, die over de ingezetenen worden omgeslagen, zonder dat het belastbaar inkomen in cijfers uitgedrukt en de te heffen percentage vastgesteld wordt, z. i. boven twijfel verheven is. Voorts heeft nadere overweging den minister nog tot enkele andere wijzigingen geleid. Voor eerst is voorzien in het niet waarschgnigke, maar toch mogelpke geval, dat de goedkeuring van het kohier wegens strijd met de wet moet worden vernietigd: daartoe is een bepaling ingelascht overeenkomende met art. 202 gem.-wet. Ten tweede is het ter visie liggen van de kohieren verzekerd, door den burgemeester daarmede te belasten. Zitting van Donderdag 12 Mei. Voorzitter mr. De Witt Hamer. Afwezig de heeren dr. Callenfels, Den Boer en Kakebeeke. De voorzitter deelt mede dat op verzoek van den lijninspecteur van den telegraaf eene onder, grondsleiding van af het kantoor naar het station zal worden gelegd; dat aan de onderwijzeres in de handwerken aan school A bene helpster is toegevoegd met eene belooning van f 20 'sjaars; rand op rood fluweel. Om de heupen was een sjerp geslagen met gouden figuren op een witten grond, doorschijnend en fijn, als kant, met zulk een zware gouden franje aan de niteinden dat het een wonder scheen hoe zij aan zulk een dnn weefsel koude hangen en die van voren vastge knoopt was en met ongelijke punten neerviel. Op haar voorhoofd prijkte een diadeem van safieren en diamanten, waaronder een rgkdom van schit terend, hoogblond haar golvend uitkwam. Haar blanke bovènarm werd omsloten door een zwaren, gouden armband met lange hangers van smaragden en in hare ooren hingen buitengewoon groote juweelen met paarlen omzet. Om hare polsen en vingers en aan de banden harer sandalen, overal blonken edelgesteenten. Hoe zal ik haar verder be schrijven Groot, slank, bevallig, volmaakt, van ronde vrouwelijke vormendoch uit hare fijnbesne- den gelaatstrekken sprak nog iets zóo kinder lijks, ondanks haar weemoedigen, teederen, bijna smeekenden blik, dat het mijn hart met mede lijden vervulde en mij deed deelen in haar, mij onbekend leed. De betoovering waarmede ik naar haar zat te staren, werd verbroken door de heesche stem mijner gastvrouw, die op tamelijk weiwillenden toon vroeg: „Zijt gij peter nu? of wilt gij nog wat meer prandy P" „Groote God riep ik Uit, „wat beteekent dit alles dat aan A. Romeijn, aannemer van het onder houd der plantsoenen, op zgn verzoek, ontslag is verleend en het werk bg proef in daggeld zal worden verricht, ook met het oog om te kunnen nagaan of het niet wenschelijk zoude zgn een derden vasten arbeider aan te stellenen dat P. Quist aanvrage heeft gedaan om een strook gemeentegrond, voor zgne woning aan de Ganzenbarrière, in erfpacht te ontvangen. Daarna wordt in behandeling gebracht de spe cificatie der kosten van de gemeente-apotheek. Na ingewonnen advies van de fip. commissie stellen burg. en weth. voor genoemde kosten goed te keuren tot een bedrag van f 1465.99. Zonder beraadslaging of hoofdeigke stemming wordt con form het voorstel besloten. Op het adres der onderwgzers van school B, om eene tegemoetkoming voor de meerdere werk zaamheden die zij te verrichten hebben boven de overige onderwgzers, daar zg het geheele jaar door avondschool hebben, adviseert de comm. van toezicht op het lager onderwijs tot afwijzing. Dit wordt door burg. en weth. overgenomen en met algemeene stemmen alzoo besloten. Tot leden voor het stembureau bij de in Juni te houden verkiezing voor een lid der tweede kamer der staten-generaal, worden aangewezen de heeren B. Quist en W. L. Kakebeeke. Daarna is aan de orde het voorstel tot ophef fing van de afzonderlijke administratie van het fonds der weezen Blankert. Ingevolge het advies van het burg. armbestuur, wordt op voorstel van burg. en weth. besloten, deze suppletiekas op te heffen, op voorwaarde dat het bedrag niet onder de gewone baten mag worden opgenomen. Vervolgens wordt de wgziging der instructie voor den concierge van het manhuis, overeenkom stig het voorstel van den gecommitteerde voor het manhuis, onveranderd vastgesteld en daarna, na eenige discussie, met 7 stemmen goedgevonden, dat de benoeming van dien concierge voortaan zal geschieden door het college van burg. en weth. De heer jhr. Van Swinderen hield zich buiten stemming, terwgl de heer Massée tegen het voorstel was. De vergadering is daarna gesloten. Een lid van het Engelsche lagerhuis, de heer James, heeft aangekondigd dat hg tot den minis ter van buitenlandsche zaken de vraag zal richten, of deze eenig bericht heeft ontvangen aangaande het vermoorden op groote schaal van Chineezen in Peru en welke stappen genomen zgn om de Europeanen en andere vreemdelingen in den te- genwoordigen toestand van verwarring in dat land te beschermen. Wat gebeurt er dan wsl in Peru Wg vinden daarover eenig licht in een blad dat te San Fran cisco uitkomt, en wat daar verteld wordt, klinkt alles behalve vroolijk. Een groot aantal Chineezen waren te San Francisco aangekomen, op hun weg huiswaarts, vluchtende uit Peru, en hunne verhalen over de wreedheden, waarvoor zg vloden, luidden afgrijselijk. „Menige terugstootende bgzonderheid, zegt de Californiscbe reporter die deze menschen sprak, kwam mij ter oore, doch ik vertel alleen wat ik uit volkomen vertrouwbare bron weet. Een der episoden uit deze treurige tgden is de vermoording van dertig Chineezen teCerro Azul, op het landgoed van Henry Swaine. Het schijnt dat de Chiliërs, toen zij in den oorlog van deze plaats bezit namen, de koelies, die in Peru schandelijker behandeld worden dan slaven ergens ter wereld, bevrgd hebben, hun verlof „Wat meent ge?" „Dat bloedige hoofd die dame?" „Dat is de Laty die gg sjïlderen moet, en dat is het stuk van een schentelman waarvan ik u gesproken heb", antwoordde zg kalm. „Wg verlangen een Salomó met een Johannes den Doo- per. Het best is dat gg him zoo gauw mogelijk doet, hg kan het niet lang houden, begrijpt ge Zg sprak even onverschillig over die afgrijse- ïgke dingen, als een slagersvrouw over een lamsbout. „Lieve hemel! mevrouw, dat kan ik niet, eer ik gerust gesteld ben omtrent zgn dood." Zij kwam vlak voor mg staan en ik voelde dat zij mij strak aanzagdaarna hief zij haar gehandschoende hand omhoog, schudde dreigend met haar wijsvinger en sprak op zeer beslisten toon. „Ik heb u gezegd dat het ein geheim istf gij hebt uw woord gegefen om geen fragen te doen. Al wat gij te doen hebt is de sjilderij te sjilderen dat is onze afschpraakal het ofrige gaat u niet aan." Het leed geen twijfel of zij had gelijk. Ik zag van haar naar het heerlijke wezen op de estrade, maar ontmoette alleen dien innig droeven blik, die mij zoo aandeed. Ik was op het punt van mg opnieuw te gaan verzetten. „Luister, mevrouw, ik maar zij viel mij in de rede. „Gij moest u liever aan uw afschpraak

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 5