Laatste Berichten.
BUITENLAND.
Briefwisseling.
Réclames.
Weerkundige waarnemingen.
9 Mei des morgens te 8 uren.
f.
w
4
O
Staten-GeneraaL
Burgerlijke stand.
Algemeen Overzicht.
Een alledaagsche geschiedenis.
der GROOTE MAGAZIJNEN van den
zullen worden uitgeloofd en die zal worden ge
houden in Fishmongers' Hall te Londen in Juni
van het volgende jaar. Voor de tentoonstelling
worden modellen en teekeningen aangenomen van
al wat maar schip kan genoemd worden, van
eenvoudige sloepen en visschersvaartuigen tot
gepantserde oorlogschepen toe.
De Russische grootvorst Nikolaas, zoon van
Ronstantijn, die onlangs werd gevangen genomen»
is voor onbepaalden tijd geïnterneerd in de ves
ting Dunaburg, waarheen zijne vrouw hem mag
vergezellen.
De wetgevende macht in den Amerikaanschen
staat Kansas is zoo overtuigd van het verderfe
lijke van alcoholische dranken, dat zij verboden
heeft dat bij het avondmaal in de kerken wijn
zou worden gebruikt, op straffe van sluiting der
kerk.
De Berlijnsche gemeenteraad, prins Bismarck's
héte noire, heeft besloten 18.090 bij te dragen
aan een gedenkteeken voor Lessing.
Eerstdaags komt bij Pion te Parijs de cor
respondentie uit, door Talleyrand tijdens het
Weener congres aan Lodewijk XVIII gericht. De
uitgave is bezorgd door den heer Pallain, hoofd
ambtenaar aan het ministerie van buitenlandsche
zaken te Parijs. Deze brieven zullen de geschied-
vorschers eene welkome aanvulling zijn van Tal
leyrand's Mémoires, waarin de groote diplomaat,
naar Pallain's meening, wat met de nakomeling
schap „gediplomatiseerd" heeft.
Prinses Stephanie van België is Vrijdag
middag met hare ouders en haar zusje, het acht
jarige prinsesje Clementine, in Weenen aangekomeu,
waar haar van de zijde der keizerlijke familie en
door de bevolking der hoofdstad eene hartelijke
ontvangst bereid was. Zooals men weet, is de
koningin van België van Oostenrijkschen bloede.
De heer Gladstone is Vrijdag nogal erg
'ongesteld geweest, zoodat de dokter hem aan
raadde den Zondag buiten te gaan doorbrengen.
Zaterdag middag ging bij naar een buiten van
lord Rosebery in Kent, om daar tot heden te
blijven.
Ba-
Wind-
Toe-
Tem
namen
der
rom.
Btand
pera
tuur.
Cels.
plaatsen.
afwijk.
richt.
kracht
lucht.
Delfzijl
1-10.6
NNW
3'
z. bew.
h 7
Groningen
-11.2
N
4
betr.
- 7
Helder
-13.5
NNW
4
betr.
- 7
Vlissingen.
-14.3
NNW
3
z. bew.
- J0
Maastricht.
-12.8
NW
2
betr.
- 9
Sylt
-10.3
N
5
z. bew.
- 6
Shields
-19.1
N
2
z. bew.
- 8
Valentia
-17.4
stil
0
helder
-17
Hamburg
- 8.0
NW
4
z. bew.
- 8
Swinemunde.
- 6.1
NO
4
fcew.
- 7
Leipzig
- 7.4
NW
4
z. bew.
- 7
Carlsrnhe
-10.1
NNO
3
betr.
- 8
Grisnez
-16.2
N
4
1. bew.
r 8
Parijs.
-13.6
N
3
betr.
- 7
St Mathieu
r 14.8
ZO
2
helder
-13
Biarritz
- 5.6
4
betr.
- 16
Perpignan
Christiaansund
(-16.8
N
4
betr,
Stockholm.
-18.3
N
8
betr.
2
Koppenhagen
- 7.2
2
biw.
7
Portsmouth
Yarmouth
Grootste verschil in Nederland:
'sochtends 8 uren: V. 3.7 D.
des namiddags;
Thermometerstand te Middelburg,
8 Mei. 'sav. 11 u. 46 gr.
9 's morg. 8 u. 50 gr. 'smidd. 1 u. 54 gr.
'sav. 5 u. 49 gr. F.
Tweede kantep. Ingekomen een wetsont
werp tot aanvulling der wet op de toelating van
geneeskundigen.
Aan de orde is het wetsontwerp ter beteugeling
van het misbruik van sterken drank. Het wordt
bestreden door de heeren Schaepman en De
Beaufort. Beiden betuigen hun afschuw van het
misbruik van sterken drank. Maar terwijl de laatste
genoemde de bevoegdheid van den staat erkent
om in deze regelend op te treden verzet de beer
Schaepman zich krachtig tegen deze nieuwe uit
breiding der staatsbemoeiing. Beiden achten den
grondslag onjuist waarop de wet steunt. De oor
zaken van het kwaad worden eenzijdig beschouwd
en vooral de verwachte gevolgen overdreven.
Godsdienst en zedelijkheid moeten den toestand
verbeteren. Hoogstens kan de heer Schaepman
zich met het amendementDe Jong vereenigen.
f&onslantlnopel. De Fransche zaakge
lastigde heeft geprotesteerd tegen het eventueel
zenden van Turksche pantserscbepen naar Tunis
en gedreigd dat de Franschen op die schepen
zullen schieten als zij Tunis naderen. De Porte
zal de aandacht der mogendheden op die bedrei
ging vestigen.
De heer Van der Feltz is onvoorwaardelijk
tegen de wet, omdat zij niet noodzakelijk, niet
doeltreffend en onuitvoerbaar is. Alleen beperking
der fabricatie zou het kwaad in de bron treffen,
^itzelfde betoogt de heer Donner, die hoofdzakc -
lijk ook om het beginsel der individueele vrijheid
ernstig bezwaar tegen het ontwerp heeft, dat hij
alleen met het amendement De Jonge zou
willen aannemen nu bet eenmaal ingediend is.
De heer Van Baar bestrijdt het ontwerp omdat het
willekeur zal bevorderen en anti-democratisch is.
Alleen wanneer het door amendementen te ver
beteren is, zal bij voor het ontwerp stemmen.
Er zijn amendementen door den heer De Jonge
en andere door den heer De Jong ingediend, van zeer
verschillende strekking. Wij kunnen uit de telegrammen
niet altijd opmaken welke hedoeld worden. (Ked.)
Drankwet.
De heer De Jong heeft eene serie amendementen
op de drankwet ingediend, welke hij aldus toe
licht:
„De door de regeering voorgestelde middelen
ter beteugeling van het misbruik van sterken
drank, met uitzondering van het eerstgenoemde
beperkingen van het aantal tapperijen), kunnen
en moeten op elk die het tappersbedrijf uitoefent
gelijkelijk worden toegepast, onverschillig of de
tapperij is bordeel of speelhuis, logement van
lagere of hoogere klasse, koffiehuis, uitspanning,
Btalhouderij, of onder welke benaming ook het
bedrijf van tapper wordt opgegeven, terwijl mis
bruik, in welk lokaal ook gepleegd, aau dezelfde
strafbepaling is onderworpen.
„Zeker zal het aantal tapperijen door deze
maatregelen merkbaar verminderen en, bij gestrenge
handhaving der voorgestelde middelen, de vernie
tiging van derumoermakende dronkeumanshuizen
en van de stille knippen ten gevolge hebben,
zonder dat iemand in de uitoefening van een ge
oorloofd bedrijf wordt belemmerd of daarin boven
anderen bevoorrecht wordt.
„Anders is het met het middel onder punt lo
genoemd. De toepassing daarvan moet onvermij
delijk aanleiding geven tot willekeur.
„Regeling van het aantal tapperijen, zoo als die
onder verschillende benamingen voorkomen, naar
het zielental, is zelts voor het publiek niet wen-
schelijk.
„In kleine steden, met zeer druk bezochte week
en jaarmarkten, bestaat de behoefte aan stalhou
dergen, logementen en koffiehuizen veel meer dan
op meer bevolkte stille plaatsen. Het gevolg
daarvan zal zijn, dat men aan den een, naast de
nitoefening van zijn bedrijf, drankverkoop zal
toestaan, terwijl het aan een ander, die hetzelfde
bedrijf uitoefent, verboden wordt, of dat menden
een zijn geoorloofd middel van bestaan zal ont
nemen teneinde aan zijn buurman dubbele inkom
sten te verzekeren, ofschoon beide in de uitoefe
ning van hun bedrijf zich stiptelijk hielden aan
de voorschriften der wet.
„Deze onbillijkheid te voorkomen, en aan ieder
burger, bij gelijke verplichtingen, gelijke rechten
te verzekeren en tevens het misbruik van sterken
drank zoo veel mogelijk te beteugelen, is hot doel
der voorgestelde amendementen."
Op grond dat niet beteugeling van hartstochten,
maar wel regeling, waar handelingen de openbare
veiligheid in gevaar brengen of tiandel de open
bare veiligheid bevordert, de plicht van don staat
is, stelt de beer De Savornin Lohman voor in de
Beweegreden te lezen „dat het noodzakelijk is
wettelijke bepalingen v»st te stellen tot regeling
van den kleinhandel in gedistilleerd en likeuren
en tot beteugeling van openbare dronkenschap".
Voorts, in art. 5 te bepalen dat, ingeval een
keuze moet worden gedaan tusschen verschillende
verzoekers om vergunning, deze aan den meest
biedende zal worden verkocnt, dit zoowel ter
vermijding van willekeur, als om de moeilijk
heid voor de gemeentebesturen te verminderen.
Eindelijk in art. 17 het toedienen van drank om
niet strafbaar te stellen, teneinde de onzedelijke
concurrentie en verleiding tegen te gaan, waar
aan vele winkeliers tot behoud van hunne clan-
disic de dienstboden bloot stellen.
Van 1 tot 8 Mei 1881.
Middelburg. Ondertrouwd: J, H. Spierings,
jm. 27 j. met A. J. M. Larsen, jd. 28 j. W. J.
Kögeler, jm. 22 j. met P. J. Rijkse, jd. 24 j.
A. van Hemert, jm. 26 j. metL. J.Jansen, jd 20 j.
Bevallen: N. Overweel, geb. Fep, d. M. Ale-
wijnse, geb. Lakkee, d. P. J. Timmerman, geb.
Wondergem, z. M. van de Woestijne, geb. Lamepn,z.
J. Pouwer, geb. Minderhoud, z. J. E. Pluijmers,
geb. van Oers, z. S. Moens, geb. Broeke, d. J. J. W.
ZevenhuijzeD, geb. van der Harst, z. J. B. de
Zeeuw, geb. Schreuder, z. G. P. de Vroom, geb.
van Eldijk, z. S. W. van Aartsengeb. Koppelle, z.
OverledenJ. H. Teunis, man van A. den
Hengst, 59 j. C. Marsie, wed<\ van C.Tilroe, 87 j.
J. A. van den Broecke, d. 44 j. J. J. van de
Vijver, z. 19 j. J. F. Robert, z. 26 j. G. J. Jeras,
vrouw van T. P. Roest, 60 j. D. Casteleijn, z. Ij.
A. Machgeels, d. 2 m. M. Bugs, d. 3 m. A. M.
Siegers, d. 31 j.
Van 30 April tot 7 Mei 1881.
Vlissingek. R. Huibregtse, jm. 25 j. met E.
Ouderdorp, jd. 25 j. P. J. Brackx, jm. 28 j. met
V. O. J. Speckens, jd. 22 j. M. A. Otto, jm. 36j.
met C. de Koning, jd. 39 j.
Bevallen: A. Adriaanse, geb. Stofkoper, z. J.
Jansens geb. Rut, z. J. J. Voorman, geb. Geer
vliet, z, P. de Ruijter, geb. Kuijpers, z. C. Zietse'
geb. Schot, d. H. Maquelin, gob. Bestelink, z,
E. van de Kop, geb. Koets, d. H. C. Storm, geb.
Harte, d. J. M. G. Sehwarz, geb. van Malcoté z.
M. A. Schot, geb. Naerebout, d.
O reilt denJ. H. van den Bosch, z. 9 m. M. J.
van Aalst, vrouw van J. C. Michel, 28 j.
Van 25 April tot 7 Mei 1881.
Zierikzee. Gehuwd: A. J. GildeD, jm. 22 j.
met W. de Bie, jd. 20 j. F. Schoonen, jm. 23 j.
met D. J. Moermond, jd. 21 j. jbr. mr. W. H. de
Savornin Lohman, wed'. 39 j. met H. C. W. Cau,
jd. 26 j. J. H. Appel, jm. 23 j. met J. M. Beneker,
jd. 21 j. L, van Krieken, jm. 20 j. met D. J. van
der Valk, jd. 22 j. M. de Jonge, jm. 27 j. met
W. Rijngoud, jd. 26 j. J. Pannekoek, jm. 30 j.
met M. de Blok, jd. 27 j.
Bevallen: L. van der Wielen, geb. Findsom, d.
J. Berrevoets, geb. Bakker, z. K. Tuijtel, geb.
Versteeg, d. M. Labrujère, geb. Botbijl, z. P. Ver-
loo, geb. Oberst, (z. levenl.) J. C. Verbeek, geb.
Overbeke, d. W. Meulblok, geb. Karelse, d. F. H.
Bal, geb. de Looze, z. J. P. Maste, geb. Beije, d.
M. Verschuur, geb. Looteman, z. M. M. Cashoek,
geb. Vermaas, z.
Overleden: N. A. Koevoets, z. 12 j. P. Neste
laar, z. 1 j.
Nadat de Turksche en Grieksche regeeringen
beide hunne toestemming betuigd hebben in de
door de Konstantinopelsche ambassadeurs getrok
ken nieuwe grenslijn, bleef er in deze quaestie
maar éen zwarte stip dreigen. Het was de hou
ding van bet Grieksche volk, dat door overdreven
verklaringen zijner regeering tot eene temperatuur
was gebracht waarop het koude stortbad van de
onverschillige houding der mogendheden sterke
reactie moest te voorschijn roepen. De zaak
schijnt echter kalm te zullen afloopen, als wij een
bericht over den toestand in Griekenland van den
Atheenschen correspondent van de Kölnische Zei
tang mogen gelooven.
Volgens hem begint de eerste opwinding plaats
te maken voor eene kalmer beoordeeling der
zaken. Men begint te begrijpen dat Griekenland
zich niet alleen kon wagen aan een oorlog met
Turkije, nadat de mogendheden éen voor éen de
handen van de zaak hadden afgetrokken. Na
tuurlijk echter wil de oppositie munt slaan uit
het gebeurde. Zij verwijt aan het ministerie
kleiumoedigheid en lafhartigheid en gaat zelfs
zoo ver, dat zij de ministers landverraders noemt.
Zij riep enkele openlijke demonstraties in het
leven, maar het ministerie liet zich niet mede-
sleepen en verklaarde in zijn blad, Ethnikon
Pneuma, „eerder zijne populariteit en zich zeif
te willen opofferen dan het land in gevaren te
storten, welker einde niet te voorzien is." Zoover
zal het ook wel niet behoeven te komen; want
behoudens enkele uitzonderingen is het leger ver
standig en laat bet zich door zijne teleurstelling
niet tot dwaasheden overhalen. Ook het volk
erkent dat er geene andere keuze overbleef.
Wat zal echter de kamer doen De oppositie
hoopt daar het ministerie Coumoundouros ten
val te brengen. Daarom eischt zij dadelijke
samenroeping der kamer, teneinde rekenschap te
vragen van het ministerie, waarom dit gehandeld
heeft tegen het besluit, bijna eenparig door de
kamer genomen, dat Griekenland eerder alleen
den oorlog zou voeren, eer bet eenige verminde
ring zou toestaan van de grenslijn der Berlijnsche
conferentie. De regeering stelt echter het bijeen
roepen der kamer uit, tot de zaken wat verder
zullen zijn en zij met het feit kan voor den dag
komen, dat de overgifte van grondgebied langs
vreedzemen weg is begonnen. Zij zal daD tevens
voor den dag komen met eene leening van 200
millioen franken der vlottende schuld, voor de
krijgstoerustingen aangegaan. Dat is het hin
kende paard, dat achteraan komt. Men zal
waarschijnlijk voor aflossing en rente een deel
der inkomende rechten verpanden.
De Fransche kamers komen Donderdag weder
bijeen tot einde Juli of begin Augustus. In de
een te zitting zal door de regeering, zoowel in den
senaat als in de kamer, eene verklariDg worden
afgelegd omtrent den staat van zaken in Tunis,
welke voorloopig waarschijnlijk nog niet door een
debat zal gevolgd worden. Men acht het beter
daarmede te wachten tot de regeering een buiten
gewoon crediet voor de expeditie aanvraagt. Ook
het definitief traetaat met den bey zal in de
kamers moeten behandeld worden, zoodat er
gelegenheid genoeg zal zijn voor parlementaire
critiek.
Uit Tunis zelf weinig of geen nieuws. De krijgs
verrichtingen worden belemmerd door de felle
regens; de troepen loopen met natte voeten en
krijgen de koorts. In Bizerta blijft men maar
troepen ontschepen; gisteren waren er al 13.000
man, zoodat, als de bey aan ernstig verzet tegen
de Franschen denkt, bij vinden zal a qui par Ier.
Maar zoover zal het wel niet komen. Mohammed
el Sadok protesteert maar cu wordt daarin ge
steund door zijn leenheer, den sultan, die ook
protesteert en die de beslissing der mogendheden
inroept over deze schending van Turksch grond
gebied. Er doet zich bij de mogendheden echter
nog geen spoor van lust om conferenties te hou
den. Het eenige wat daartoe zou kunnen leiden,
ia een overmatige eisch van Frankrijk, en de
Fransche diplomatie is omzichtig genoeg om dat
te vermijden.
De standjes tusschen den Parijscheu gemeente
raad en den prefect van politie, den heer Andri-
eux, nemen een zeer scherpen vorm aan. De
prefect had eene memorie iugediend, waarin hij
een of ander crediet aanvroeg, maar de gemeente
raad besloot de zaak geheel buiten behandeling
te laten, zoolang de verhouding tusschen den
raad en den prefect niet zou gewijzigd zijn.
Stremming in den dienst dus. Dc gemeenteraad
houdt volde heer Andrieux wil zijn ontslag niet
vragen, en zonder aanvraag wil de minister het
hem niet geren.
De debatten over de tweede lezing der Iersche
landwet in het lagerhuis zullen zeker nog de zes
zittingen dezer week in beslag nemen. Er zullen
nog dertig leden der oppositie en meer dan een
dozijn liberalen het woord voeren, ongerekend
nog de Ieren. Deze laatsten zijn verdeeld. De
heer Parnell en anderen willen, uit verstoordheid
over de arrestatie van de heer Dillon, niet aan
de stemming deelnemen; maar vele anderen, als
wier leider de heer Sullivan te beschouwen is,
willen de hnn gereikte hand niet afwijzen. De
meeste home-rulers zullen voor de wet stemmen.
Juliette Chennevière is een meisje van achttien
jaren, de dochter van een metselaar te Boulogne
a/d Seine. Zij werkte bij eene waschvrouw, juf
vrouw Bernard, naast wien zekere Bidault, een
aannemen, woonde. De gedachten van het meisje
waren buiten haren stand en omgeving geleid
door de ongezoude lectuur van de feuilletons der
kleine Fransche blaadjes. Bidault vond haar mooi
en kende weinig gewetensbezwaren; de wasch
vrouw diende als koppelares en het moisje werd
door dit helsch verbond van hare eer beroofd.
De liaison een mooi woord voor een heel
leelijk ding duurde een tijdlang, wel meer dan
een jaar, hoewel Juliette zich wel eens over de
trouw van haar minnaar had te beklagen. Zij
had het aan hare moeder verteld, die zweegmaar
eindelijk kwam haar vader alles te weten, de
eerlijke werkman, wien zijn dierbaarst kleinood,
de eer zijner dochter, door een schurk ontstolen
was. „De rechte weg of de deur uit," zeide de
oude Chennevière. Het meisje ging de deur uit,
naar Parijs, waar zij haar minnaar wist op te
sporen, die haar wegjaagde uit zijn logemant.
„Dan ga ik mij verdrinken." „Ga je gang
maar," zeide hij. Juliette verdronk zich niet,
maar ging terug naar Boulogne en dacht aan
vitriool, het wraakmiddel der Fransche vrouwen
in den laatsten tijd. Zij gebruikte het echter niet,
misschien hechtte zij nog wel zooveel aan de
trekken van den beminde, dat zij ze niet wilde
misvormen. Toch wilde zij iets doen. Zij kocht
een doosje lucifers en stak de werkplaats van
Bidault in brand. Toen kwam zij bij haar vader
en zeide dat zij de brandstichtster was. Vader
Chennevière sloot haar op, maar zij sprong door
een venster en ging zelve zich bij de politie aan
geven.
Donderdag stond ze terecht. Ze vertelde eerlijk
wat gebeurd was, eu Bidault en de koppelares
logen brutaal. Me Lachaud verdedigde Juliette,
die door de jury werd vrijgesproken.
„Vrijgesproken, zoo'a brandstichtster, hooren
wij reeds menigeen zeggen, die brandbare eigen
dommen heeft, zoo'n jury heeft toch niet veel
rechtsgevoel." Doch wat had men dan gewild?
De jury had drie schuldigen voor zich: de
gehuwde man, verleider van een jong meisjede
infame koppelares, en het meisje zelf, dat ia
haar wanhoop en woede een belachelijk wraak
middel had gekozen. Slechts éen dier drie
schuldigen en zeker niet de meest schuldige
kon zij straffen; voor den bewerker van al het
kwaad en zijne helpster bepaalt de wet geene
straf. MoeBt nu de jnry dat meisje, dat reeds
onherstelbare schade leed, ten tuchthnize zenden,
terwijl het boevenpaar Bidault en Bernard met
opgeheven hoofden de rechtzaal verliet, wellicht
reeds het oog hebbende op een nieuw slachtoffer 1
Ja, zeker ja, de jury moest een veroordeelend
vonnis uitspreken, al bleef het haar plicht om
bij den rechter aan te dringen op de toepassing
van verzachtende omstandigheden. By de toe
passing van slechte en onbillijke wetten wordt
echter ook de jury het spoor bijster en begaat
zij fonten, zooals zij het in Frankrgk in de laat
ste jaren in processen van dezen aard meer
dan eens deed. Hare vrij spraak eencr schuldige,
van Marie Bière die haren minnaar doodde, van
mevrouw De Tilly die hare mededingster ver
minkte en nu van Juliette Chennevière, is een
protest tegen de oneerlijke wetgeving, welke de
vrouw tot speelbal van den man maakt en weer
loos tegen mishandelingen als die welke de drie
genoemde vrouwen hadden te lijden. En als de
man dan van die vrouw heeft gemaakt eeue
femme qui tue, qui vitriols, qui incendie, dan
krijgt de jury niet den hoofdschuldige voor zich:
hem geeft de wet een vrij brief. Maar over het
meisje, over de vrouw moet zij oordeelen, en
dan denken de rechtsprekende huisvaders om
hun dochters, om hun vrouwen, en dan geven
zg de wet een slag in het aangezicht, wgl zij hen
vertoornd heeft door de bron van het kwaad on
aangeroerd te laten.
L. te Vlieringen. Uwe klacht behoort thuis bij
de redactie die het aangaat.
(Red.)
(Prijs der plaatsing 30 cent per regel.)
Middel Adres 3> T* MEIJER-
ter ïllMlAu&UillU, BEER, Partf», aan
Fabrikant van anti-Obéslfas.
Commanditaire Vennootschap op Acties