N°. 101. 124e Jaargang. 1881. Zaterdag 30 April. WILLI. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Ad ver ten tien: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Puhlicité G. L. Daubï Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlyn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 29 April. Axel, 28 April. Onze gemeenteraad besloot heden, voor de op den 23 Juni aanstaande alhier vanwege de afdeeling Halst der Mij i. b. v. land bouw en veeteelt te honden tentoonstelling, eene bijdrage te verkenen van f 150, onder de bepa- IDDELBIIRGSCHE COIJRAIVT. De Duitsche rijksdag heeft Woensdag, op voor stel van prot. Virchow, dr. Thilenius en andere afgevaardigden, besloten den rijkskanselier te versoeken „maatregelen te beramen om Dnitschland deel te doen nemen aau het onderzoek der poolstreken, voornamelijk in 't belang der meteorologie en der kennis van het aardmagnetismus. zooveel mogelijk ook tot bevordering der aardkunde en der overige natuurwetenschappen, in verbinding met andere natiën welke het voornemen hebben in diezelfde richting werkzaam te zijn." Aangezien dit eene zaak betreft, welke ook bij ons te lande, door prof. Buijs Ballot voornamelijk, aan de orde is gesteld, lijkt het ons van belang het in den rijksdag gevoerde debat in hoofdtrekken te doen kennen. Men zal opmerken dat het voorstel van prof. Yirchow in zeer algemeene bewoordingen vervat is en de regeering eigenlijk tot niets bindt. Waarschijnlijk is dit de reden waarom het door den staats-secretaris voor binnenlandsche zaken, Yon Bötticber, niet bestreden werd. Deze bewinds man toch deed nitkomen dat de regeering, hoe zeer ook met belangstelling het wetenschappelijk onderzoek der poolstreken gade slaande en bereid dit naar hare krachten te bevorderen, ten opzichte der financieele eiscben, welke uit de officieele deel neming van het Duitscbe rijk zouden voortvloeien, volkomen in onzekerheid verkeerde. De voorstel lers hadden de kosteu voor een in het jaar 1882 op te richten onderzoekings-station op Jan-Mayen- eiland berekend op 180.000. De minister re kende echter voor dat wanueer men in beginsel besloot, voor het wetenschappelijk onderzoek in de Koord- en Zuidpoolitreken, de Dnitsche regeering, voor zooveel haar aandeel in den internationalen arbeid betreft, het initiatief te doen nemen, er op minstens f 360.000 gerekend moest worden, waarbij dan nog de bijstand der rijks-marine, door het kos teloos verstrekken van een oorlogschip en verdere onder haar bereik liggende hulp, als eene stil zwijgende voorwaarde werd aangenomen. Prof. Virchow maakte hierop het voorstel voor de regeering nog wat aannemelijker, door op te merken dat men niet op groote schaal en op alle punten te gelijk behoefde te beginnen. Het doen van meteorologisch-natnurkundige waarne mingen in de Noordpoolstreken alleen, zou zoo veel geld niet kosten. Bovendien kon de regee- iing het hare doen om andere regeeringen tot deelneming aan het werk aan te sporen; terwij) hij aanvankelijk het reeds als een gunstig teeken beschouwde, dat zij hare welwillendheid ten op- FETJILLBTOIT. ïo Novelle van Augutt Becker. „Goed1 Er bleef mij dus niets anders over dan de vlucht te nemen op het kerkhof zelfdoch op het oogenblik dat ik naar beneden trachtte te klanteren, rnkte de wind mij den hoed van het hoofd, zoodat die op den weg terecht kwam, ter wijl ik zelf niet zeer zacht tusschen de kruisen en grafzerken neer viel. Met gescheurde kleeren en bebloede handen lag ik daar, en hoorde hoe mijne vervolgers juichten over de vangst Van mijn vilten hoofddeksel. „Maar ik kon daar toch niet blijven liggen en overnachten. Genoeg, ik krabbelde overeind en sloeg, vloekend, met de handen het stof van mijne kniëenmaar eer ik nog tot een besluit gekomen was over hetgeen mg te doen stond, ontwaarde ik op geen zes passen van mij af, tusschen de grafsteenen, de hurkende gedaante van een dikken bejaarden man, die mg vast in het oog hield. Hij zag mij aan en ik hem. „Oudje," zeg ik, „kom mij niet te na!" en ik dreigde hem met den opgeheven wijsvinger; maar hg, niet lui, kwam luid schreeuwend op mij af en wilde mg te lgf. Nu gold het aelfverdedi- zichte der onderneming uitgesproken en hare medewerking, met oorlogschepen en andere tot hare beschikking staande hulpmiddelen, toegezegd had. Na deze toelichting hoopte hij dat het voor stel eenparig zou worden aangenomen. Dit geschiedde dan ook. Nn wij de Deteekems van het aangenomen voorstel alzoo vernomen hebben, is het van niet minder belang den tegenwoordigen stand van het vraagstuk der internationale pool-waarne- mingen, volgens de door de voorstellers daarvan gegeven toelichting, te doen kennen. Het werk moet Internationaal zgn. Verzekerd is men tot dasver nog alleen van het onderzoe kingsstation bg Kaap-Nassau op Nova Zembla, dat door graaf Wilczek, den vriend van den Oostenrijkuchen poolvaarder Weyprecht, op eigen kosten onderhonden zal worden. Daarenboven heeft de Russische regeering eene toelage van 42,000 roebels, de Noorweegsche eene van 9000 kronen in drie jaren, de Deensche eene van 55,000 franken ingewilligd. Met behulp zoo van deze snbsidiën als van bijdragen van verschillende aardrijkskundige genootschappen en particulieren, hoopt men twee Russische stations aan de monden van de Lena en van de Kolyma, een op de eilan den van Nieuw-Siberië, door prof. Nordenskjold, twee Amerikaansohe stations, het eene op Burrato- punt en het andere aan het Kennedy-kanaal tot staud te zien komen. Op Spitsbergen, in Noorweegsch Lapland en aan de Noordkaap zullen de Deensche en Zweedsch-Noorweegsche regeeringen waarne mingen laten doen. Op haar reeds voor twee jaren tot de verschillende regeeringen gericht voorstel, om naar aanleiding van de op het pooi- congres te Hamburg gevoerde beraadslagingen het plan van eene internationale samenwerking vast te stellen, heeft de Dnitsche regeering echter nog geen officieel antwoord ontvangen. Omtrent Frankrgk en Nederland verkeert men in 't onze kere, doch hadden de voorstellers goeden moed. Den naam van Engeland vonden wij in het debat niet genoemd. Belangrijk mag voorts de uiteenzetting genoemd worden, waarmede dr. Thilenius het nut dezer waarnemingen, niet slechts uit een wetenschap- pelijk, maar uit een algemeen maatschappelijk oogpunt in 't licht stelde. Door middel van waar nemingen, gedurende een jaar in vaste stations binnen den poolcirkel te doen, vertrouwen de meteorologen stellige gegevens te krijgen voor het uitvorschen der thans nog duistere wetten der verdeeling van den luchtdruk en de warmte, waardoor de loop der winden, de ontwikkeling en het verloop van het weder en de verhoudingen der klimaten opgehelderd zullen worden. Men weet dat twee groote lachtstroomen onzen damp kring beroeren, de eene van de pool naar den equator, de ander in omgekeerde richting. Behalve ging, overrompeling. Met een flinken stoot duwde ik het mannetje omver en sprong over hem heen naar het groote pad, waar Willi langs gegaan was. Ondanks mgn overijling had ik toch boven van den mnur schielijk overzien dat het kerkhof in de lengte en de breedte door evenwgdige paden doorsneden werd en daarnaar kon ik thans mQne maatregelen nemen, om mijne vervolgers te ont- loopen. Het was ook duidelgk dat het lange middelpad, met zgne uitwegen naar alle kanten, een vluchteling meer kans bood om te ontsnappen dan de andere paden langs den mnnr. Intusschen maakten de schreeuwende wachters buiten en de dikke oude man achter mg een vreeseigk lawaai, zoodat alle honden in den om trek begonnen te blaffen. Er werd overal gescheld, men draafde, riep en gilde, zoodat ik als een ge jaagd hert voortholde om ergens een schuilplaats te ontdekken of een plekje van den muur dat laag genoeg was om er overheen te wippen. In de verte voor mg nit brandde een licht, dat stil op dezelfde plaats bleef. Het gegil en geschreenw achter mij nam steeds toe. „Schreeuwt u te bersten, dacht ikggznltmij toch niet kragen!" Ik liep tamehjk onbesuisd regelrecht op dat licht af en bereikte ademloos een overdekt portaal, waar ik plotseling als aan den grond genageld bleef staan door het buiten gewone schouwspel dat zich aan mijn oog voor deed. Rechts lag aohter glazen deuren een eche- deze stroomen ziet men op de windkaarten nog een aantal kringen, welke sebgnbaar onregelmatig, toch eene vaste wet volgen. Dit zgn de z. g. n. atmospherische schommelingen, de barometrische maxima en minima, rondom welke de winden zich wentelen. De grootste volgen een vaste baan rondom de aarde, doch daarnevens wor den kleinere soortgeigke kringen gevormd, die voornamelijk aan de Zuidzgde van den hoofd stroom waargenomen zgn. In het Noorden heeft men echter nog geen waarnemingen kunnen doen; onze kennis van den loop dezer verschgn- selen blijft du3 onvolledig en aangezien juist uit deze atmospherische schommelingen de verande ringen in het weder ontstaan, is het duidelijk hoezeer de vooruitgang der wetenschap in dit opzicht de juistheid der weer- en windvoorspel- lingen moet bevorderen. De beteekenis nn dezer laatste voor den zeeman en den landbouwer, be hoeft geen betoog meer (iu den Duitschen rijksdag namelijk). Van hoeveel belang eleetriciteit en magnetismus voor ons maatscbappeigk leven zijn, behoeft even min aangetoond te worden. Dr. Thilenius kon daartoe volstaan met te wijzen op het kompas, de gzeren schepen, de telegrafen, telephonen en andere toepassingen der eleetriciteit, welke wg nog slechts in een gedeelte harer practische bruik baarheid kennen, doch die in de toekomst een van de nuttigste, aan den mensch ondergeschikt ge maakte natuurkrachten belooft te worden. De wetten nu van het aardmagnetismus, zgne ver houding tot de electrisctie toestanden op de aarde en in den dampkring, zijn met juistheid slechts af te leiden uit de waarnemingen, die men zich voorstelt in de nabijheid der polen te doen om trent het Noorder- en Zuiderlicht, de zonnevlekken en andere verschgnselen aan de zon enz. Het blgkt hieruit hoe nauw de waarneming der natuurkrachten in het verre Noorden en Zuiden samenhangt met de meest gewone verschgnselen in ons dagelijksche leven. Deze samenhang, even als het verband dat bestaat tusschen de schgnbaar meest afgetrokken wetenschappen en hare toe passingen op practiseh gebied, staat aan weinigen duidefljk voor oogen. Daarom kunnen vele, zoo genaamd practische lieden, zich zoo moeilijk een vooFsteiling maken van het „nut" van wetenschap pelijke onderzoekingen, met welke zij, bij nauw keuriger kennis, juist op grond van haar practiscb „nut," het warmst ingenomen zouden moeten zgn. Ook in dit opzicht is de gevoerde beraadslaging in den Duitschen rgksdag zeer leerzaam. merachtig verlichte zaal, waar tusschen groene bloemperken, jonge meisjes, als bruiden getooid, nederlagen alsof zij sliepen, met de bleeke ge zichten naar mij toegekeerd. Huiverend en tot in het diepst mgner ziel ontroerd, overzag ik ze allen en zocht haar, die ik over het kerkhof had zien gaandoch op hetzelfde oogenblik noopte het geluid eener opengaande deur en naderende voet stappen in huis mg om bet portaal weder te ver laten en mij tusschen de dicht op elkaar staande monnmenten zoo goed mogelijk te verbergen. Ik hoorde de stemmen mgner vervolgers steeds naderbij komen 1 doch de wind joeg weer donkere wolken langs de maan cd dat zon mij wellicht helpen om ongezien te bigven. Terwijl ik daar stond te overleggen van welken kant mg het grootste gevaar dreigde en waarheen ik zou vluchten als men mij op het Bpoor kwam, bewoog zich vlak naast mg iets dat ik voor een monument had aangezien* „Och kom 1 dacht ik, het is zinsbedrogde wind ruischt door de dorre kransen; doch eensklaps voelde ik een koude hand die de mijne aanraakte. Ik rilde over mijn geheele lichaam. „Kóml" zeide een zachte stem; die al mijne zenuwen deed trillen fcom, hierheen, hierheen!" „O Goden! Willi! Wat doet gg hier „Stil 1 vraag niet 1 Kom hier, dan vindt men ons niet." „Dit zeggende trok zij mg voort; doch zjj ling dat die tentoonstelling zal gebonden worden op een dichterbij gelegen terrein dan tot nu toe daarvoor was aangewezen. Door gedeputeerde staten van Zeeland is aan H. Boers te Utrecht en E. Lebaigue te Brussel vergunning verleend tot het leggen van ijzeren sporen op en langs den provincialen kunstweg tusschen Walzoorden en Hulst, en tot het daarover doen rgden van door stoom in beweging gebrachte wagens of rgtuigen. De gemeenteraad van Rotterdam heeft gisteren met algemeene stemmen bet ontwerp-beslnit tot het verleenen eener bijdrage van drie millioen voor den waterweg aangenomen. Het comité voor de oprichting van een stand beeld voor graaf Jan van Nassau heeft den ge meenteraad van Utrecht verzocht om afstand van een gedeelte van het Mnnsterkerkhof, grenzende aan de zuidzijde van den Domtoren, ter grootte van hoogstens 64 M2. Deze plek is gelegen in de onmiddellgke nabgheid van die waar de Unie gesloten is. De heer Straeké heeft eenige wijzigingen ge maakt in het model voor het beeld en het voet stuk. In hoeverre echter het gewijzigde plan uitgevoerd of nog vereenvoudigd zal moeten wor den, zal van de nog te ontvangen bijdragen afhangen. Mejuffrouw Rika Duintjes te Veendam, is benoemd tot geagreëerd klerk aan het postkan toor te Dokkum. Een in Michigan gevestigd Nederlander, schrgft aan de Veendammer courant Verschillende voorbeelden en mgn eigen treu rige ervaring leveren mg het bewijs, dat het Nederl. publiek, 'twelk naar herwaarts wil ver huizen, geen gebruik moet maken van Engelsche, Belgische of Duitsche booten. Talloos zijn de klachten van lieden, die van deze diensten gebrnik maken, over slechte behandeling, verlies van goederen, bedrog bg geldwisseling, om van den grooten last die van de vreemde taal ondervonden wordt, nu niet te spreken, want de vreemde gezaghebber stelt zich eenvoudig* san of hij het Nederlandsch niet verstaat, wat in den regel ook het geval is. Men vermij de dus de reis over Engeland, Havre en Antwerpen en kieze die over Rotterdam of Amsterdam. Ook slnite niemand vooraf verbintenissen over werk, want bijna altgd loopen deze op afzetterij nit. De groote belangstelling, door Z. M. den koning en de koningin voor de vereeniging Eet Neder landsch tooneel gekoesterd, geelt in Amsterdam tot eene zonderlinge moeilijkheid aanleiding. struikelde over een graf en viel, zoodat ik haar ophief en naar de schuilplaats droeg die zg mij aanwees. Niet ver van den muur aan deH anderen kant spreidde namelgk een der weinige groote treurwilgen zgne laag neerhangende takken uit over een groep dicht opelkaar gedrongen monumenten, waartusschen êen persoon in alle geval een goed verborgen zitplaats vond; want staan was door de lage takken niet mogelijk* Hier nam ik dus zoo goed als het ging met haar plaats, terwijl zij machteloos, sprakeloos in mijn armen hing. Slechts eenmaal fluisterde zg „Hier zgt gg veilig! Hier vinden zg ons niet zij denken dat ik lig te slapenmaar hod kon ik rusten terwijl men u vervolgt!" „Daarna lag zij weer stil, heel stil, roerloos met haar bleeke wang tegen mijn borst. Doch toen mijn mond den haren aanraakte, en op haar hals rustte, waarvan ik het doekje aflichtte en in mijn hand hield; toen ik haar inniger tegen mg aandrukte, toen voelde ik dat ik geen doode, geen marmeren beeld in de armen hieldik voelde hare polsen slaan, haar hart kloppen. „Wat ons hier samen had gebracht, wat ons zou scheiden, het geheim dat haar omgaf, met al zijne akeligheden was vergeten. Doch als in een droom klonk het van hare lippen: - „Slechts eenmaal nog Nog eenmaal aan uw hart rusten, nog eenmaal met u dansen, dan moge er komen wat er will"

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1