N°. 99.
124e Jaargang!
1881!
Donderdag
28 April.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhiicité G. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlin Weenen, Zurich enz.
Middelburg, 27 April.
Vlissingen, 27 April, Bij de verkiezing van
een lid voor den gemeenteraad zijn ingeleverd
211 stembiljetten, van onwaarde 4, blijft 207
geldige stemmes, volstrekte meerderheid 104,
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
In de heden namiddag gehouden zitting van
den gemeenteraad van Middelburg, waarvan wij
in een volgend nommer het gewone verslag geven,
werd een verzoek van den heer B. A. Fokker,
om eene verlenging met twee jaren van den ter
mijn, gesteld voor de bebouwing van een gedeelte
van het aan hem verkocht terrein aan de Loskaai,
ingewilligd.
Aan mej. E. Colijn werd, op haar verzoek,
eervol ontslag verleend nit hare betrekking van
gemeente-vroedvrouw en haar een pensioen van
86.67 's jaars toegekend.
Het verzoek van den concessionaris voor den
stoomtramweg MiddelburgVlissingen 1° om een
stuk grond aan den buitensingel tegenover de
Langeviele buitenbrug, gedurende den tijd der con
cessie in huur te hebben, om daarop eene bergplaats
voor tramweg-materieel te stichten, en 2* om aan de
concessie-voorwaarden een additioneel artikel toe
te voegen, waarbij hem vergund wordt, onder de
goedkeuring van burg. enweth., de concessie aan
anderen over te dragen, is ingewilligd. Bovendien
werden aan die voorwaarden nog enkele bepalin
gen toegevoegd.
Van den mioister van binnenl. zaken is een
schrijven ingekomen waarbij wordt medegedeeld
dat, nu de herstelling van eenige monumenten,
waarvoor rijkssubsidie wordt verleend, ten einde
loopt, de mogelijkheid ontstaat de restauratie van
die gebouwen te helpen bevorderen, ter zake
waarvan nit gebrek aan de noodige gelden tot
dusverre geen bijstand van wege de regeering
kon worden verleend, waaronder ook in aanmer
king komt het raadhuis te Middelburg, of althans
zijn toren. Deze brief is in handen gesteld van
burg. en weth.
De behandeling van het voorstel van burg. en
weth. omtrent de nieuw te bouwen school (Zie
Midd. Ct. van Maandag) is tot eene volgende
vergadering aangehouden. Intusschen is echter
besloten den post van f 31000 voorloopig
althans van de begrooting voor 1881 af te
nemen, ten einde die begrooting door gedeputeer
de staten kan worden goedgekeurd.
Tot lid der commissie van toezicht op de scho
len voor middelb. onderwijs werd benoemd de
heer mr. W. A. van Hoek.
Van de verschillende geldleeningen werden nit
geloot4 aandeeien van f 500 in de conversie
leening, no. 301, 266 (gespl.), 104 (gespl), en 311
1 aandeel van f 1000 in de leening van 1871,
no. 1281 aandeel van f 1000 in de leening van
1876, no. 9 en 2 aandeeien van f 1000 in de
leening van 1878, no. 27 en 77.
Voorts werden als buitengewone aflossing 96
aandeeien van ƒ1000 in de geldleening van 1871
en 57 in die van 1878 uitgeloot, waarmede die
leeningen geheel zijn afgelost.
Van wege de executeurs-testamentair van wjjlen
den heer M. K. Jeras is voor de oudheidskamer
aangeboden eene banier, door de timmerlieden
gebruikt bij de feestelijkheden bij de opening van
den spoorweg in 1872.
Door den heer dr. S. Dobbelaer de Wind is
voor de oudheidskamer aangeboden eene gonden
snuifdoos door prins Willem V by zijn verblijf in
Middelburg in 1786 geschonken aan Sara Maria
van Hoogendorp, ecbtgenootö van den burge
meester Willem Aarnoud Kien van Citters, en
twee zilveren penningen, betrekking hebbende op
de familie Van Gitters.
Er werden uitgebracht: op de heeren F. H. J.
Wibant 110, B. H. Esaer 52 en G.A. Kalbfleiscb
43 stemmen. Eerstgenoemde is dus verkozen.
does, 24 April. De bekroning voor gettonw
Schoolbezoek van wege het comité tot wering van
schoolverzuim zal plaats hebben op Dinsdag 16
Mei in de schonwbargzaai alhier. Voor het eerst
zal daarbij de maatregel toegepast worden, dat
niet voor elk jaar tronw bezoek een getuigschrift
uitgereikt wordt, doch dat de ganeehe schooltijd
in aanmerking wordt genomen. Bij het verlaten
der school ontvangen zij, die gemiddeld jaarlijks
tien of minder verzuimen hebben gehad, zulk een
eereblijk. Thans zijn er 11 kinderen aan wie dat
uitgereikt kan worden.
De Goesche Zangvereeniging zal op Woensdag
4 Mei een laatste concert geven, dat veel kunst
genot belooft. Ten gehoore zal gebracht worden
Der Bote Pilgerfahrt van Bob. Schumann en
Sch 'ón Ellenvan Max Brnch.
De heer Van Hemert, nit Botterdam, die bij
het vorige concert zijne medewerking verleend
heeft, treedt weder op. Ook hebben een drietal
dilettanten van elders hnn steun toegezegd.
does, 27 April. Aanstaanden Woensdag zal
eene algemeene vergadering plaats hebben van
ingelanden van de BreedeWatering bewestenYerseke,
waarin verslag van den toestand des polders over
het afgeloopen jaar, alsmede rapport van de ver
betering der zeesluis te Kattendijke zal gedaan
worden.
Hoofdzaak is echter de begrooting voor 1880/8L
Bg de vaststelling der uitgaven voor een polder
komt het streven, om dien in goeden staat te
brengen, maar al te dikwijls in botsing met de
zacht om het dykgeschot op het laagst mogeiyk
peil te houden en wordt aldus de wijsheid door
de zuinigheid bedrogen. De geschiedenis van
Bree behelst hiervan menig staaltje.
Goes, 27 April. Het voorstel tot aansluiting
aan het Ned. Werkliedenverbond zal in eene alge
meene vergadering der hier bestaande vereeniging
Eigen Hulp op den 6 Mei a. behandeld worden.
De tegen den 29 dezer aangekondigde voordracht
van den heer De Bot, (zie M. Ct. van 21 dezer)
zal wegens verhindering van dien spreker niet
plaats hebben.
Hals, 26 April. Door de werkende leden
der kamer van Bhetorika De Oranjebloem alhier,
is op Vrijdag den 22 dezer, eene uitvoering gege
ven ten behoeve der weduwen en weezen van in
den strijd voor hunne vryheid gevallen Trans-
vaalsche Boeren, waarvan het batig saldo bedraagt
f 60.12, welke som aan prof. Harting zal worden
toegezonden.
Kfcrklzec, 26 April. In de heden ge
houden algemeene vergauering van het wat erschap
Schouwen is de begrooting voor het jaar 1881
vastgesteld in ontvangsten en uitgaven op
188944.08.
Men schrgft ons nit het kanton Zierikzee:
„Den 7en Januari 11. kwam er te Zierikzee, door
overlijden, een notarisplaats open. Toen die drie
maanden later nog onvervuld was, vermoedde men
wel algemeen dat de evenaar nit het huisje was;
maar dat we, op 20 dezer, verrast zouden worden
met de benoeming van een onbekend candidaat
nit Arnhem, overtrof onze stoutste verwachting.
En daar zijn redenen voor! Onder de niet vele
sollicitanten toch, die naar de opengevallen plaats
dongen, waren er vijt nit het arrondissement
Zierikzee men kiest ze meestal nit het arron
dissement en daaronder éen notaris, die slechts
verplaatsing vroeg.
„De aanspraken van al deze sollicitanten, die
van den laatste vooral, en ik zeg dit niet
zonder het te weten overtreffen, wanneer
ancienneteit en kennis by het wegen daarvan iets
be teekenen, die van den benoemde; doch het is
hier de plaats niet om dit te ontvouwen.
^Zit er by het beaoemen van notarissen iets
voor en zoo ja wat
„Dit zon een mooie prysvraag zijn.
„Ik schrijf dit eerst nu, omdat ik niet wilde
afgaan op den eersten onaangenamen indruk, dien
de benoeming maakte. Thans kan ik dit gerust
doen, want de verwondering is verontwaardiging
geworden, al wordt het langzamerhand duidelijk
dat „een stem nit Sions zalen" de benoeming
bevorderd heeft.
„Ik ben wel overtuigd dat het niet voor volgende
benoemingen zal helpen, maar 't kan zijn nnt
hebben, als men weet hoe er hier over deze
dingen gedacht wordt."
De tweede kamer heeft gisteren hare bijeen
komsten hervat met eene discussie, waarover wij
misschien na het lezen van het ofiicieele Verslag
iets in 't midden te brengen zullen hebben. Aan
vankelijk maakt zij den indruk op ons dat het
gemis van den heer Dnllert, zooals wij dadelijk
bij zijn overlyden vreesden, zich reeds pijnlijk
doet gevoelen.
Het einde der woordenwisseling is geweest dat
.de openbare zitting aanstaanden Maandag hervat
zal worden, hetgeen op voorstel des voorzitters,
werd aangenomen met 33 tegen 24 stemmen,
tegen een tegen-voorstel van den heer Gratama
om Vrijdag reeds weder te vergaderen.
De regeling der werkzaamheden is Maandag
aldns
lo. demotie-Keucheniusbetrekkeiyk dequaestie
der vaccinatie in Indië
2o. de interpellatie-De Jong over den invoer
van vee in Engeland;
3o. die van den heer De Jonge betrekkelijk de
toepassing van art. 33 van de wet op 't lager
onderwijs
4o. de wetsontwerpen:
a betrekkeiyk de desertie van zeevisschers;
b nopens de zeevisscherij
o tot beteugeling van het misbruik van ster
ken drank.
De heer Gratama heeft verlof verzocht tot het
richten van een interpellatie aan den minister
van marine, omtrent de quaestie van de schry vers
aan 's lands werf te Amsterdam.
Dit verlof is verleend, zullende de interpellatie
plaats hebben op een nader te bepalen dag.
In de zitting van gisteren is tevens bevestigd
wat onze Haagsche correspondent ons den 18en
dezer schreef, dat de vervroegde byeenkomst der
kamer te danken was aan een verzoek, overeen
komstig het reglement van orde door minstens
vijf leden daartoe gedaan. De zes verzoekers
waren de heeren Yan der Linden, Wybenga,
Gratama, Patijn, Borgesiua en Gleichman. Hun
brief aan den voorzitter luidde aldus:
-Niet betend met uw voornemens ten aanzien van de
weder-bijeenroeping van de tweede kamer na bet Paasch-
reces, veroorlooven wij on3, voor het geval dat die bijeen
roeping van uwentwege eerst tegen een lateren datum
zou geschieden, u overeenkomstig art. 37 van bet regle
ment van orde te verzoeken, een vergadering te beleggen
tegen Dinsdag 26 April, 's namiddags te half vier ure.
«De redenen, die ons tot dit verzoek leiden, zijn de
volgende:
«Het zittingjaar is voor een goed deel verstreken, en
nog wachten onderscheiden ontwerpen van wet, voor het
land van dringend belang, afdoening.
«De kamer pleegt hare werkzaamheden omstreeks een
paar weken voor de verkiezingen te staken, en is niet
gewoon die na afloop dier verkiezingen te hervatten, al
thans niet tot -behandeling van gewichtige aangelegenheden.
«Feitelijk zullen alzoo de werkzaamheden van het zit
tingjaar 1880/81, in de laatste week van de maand Mei
ten einde loopen.
«Vóór dien tijd rekenen wij het wenschelijk en noodig,
dat zooveel mogelijk worde afgedaan en tot stand gebracht.
•Daar latende de vraag, of het overleg, dat de minister
van financiën .zich ten aanzien der rentebelasting beeft
voorbehouden, zal leiden tot hervatting van het debat over
het daartoe, betrekkelijk wetsontwerp, zijn wij van meening
dat de kamer in haar plicht tegenover het land zou te
kort schieten, indien zij niet al hare krachten inspande
om althans eenige, voor openbare behandeling rijp, ter
beslissing te brengen, en om dpor het aan te vangen of
voort te zetten onderzoek van andere, de behandeling zoo
spoedig mogelijk voor te bereiden.
Wij noemen slechts, om ons tot het voornaamste te
bepalen: de beteugeling van het misbruik van sterken
drankft inrichting van een postpakketdienstde regeling
van het auteursrechtde strafbepalingen tegen de desertie
van zeevisschersde wijziging der wetten op de registratie
en het recht van zegel;
«de eindverslagen omtrent dit een en ander zijn sedert
korter of langer tijd uitgebracht
«den aanleg van een kanaal ter verbinding van Am
sterdam met de Merwede de ontwerpen betreffende den
waterweg van Rotterdam naar de zeehet voorstel tot
het houden van een enquête omtrent de exploitatie der
spoorwegen
«het voorbereidend onderzoek van deze zaken is of
moet nog worden aangevangen, dient, voor zooveel van
de kamer afhangt, te worden bevorderd en bespoedigd.
«Alleen de wenseh om tijdverlies te ontgaan en om de
kamer in staat te stellen in dit zittingjaar nog ten
aanzien van verscheiden gewichtige landsbelangen tot een
besluit te komen, ligt aan het hierboven omschreven
verzoek ten grondslag."
De heer dr. J. Th. Mouton heeft in een vlug
schrift uitvoerig een rapport wederlegd van drie
leden der afdeeling Utrecht van de Vereeniging
t. b. v. fabr. en handw. nijverheid, waarin een
scherp praeventief toezicht op de grondstoffen en
de bewerking van margarineboter werd verlangd.
De schrg ver toont aan dat kunst- of margarine
boter niet meer aan vervalsching bloot staat dan
natuurboterdat hare onvervalschte bestanddeelen
volkomen zniver en onschadelijk zijn; dat toe
zicht op hare vervaardiging niet meer of minder
.noodzakelijk is dan op de fabrieatie van alle
andere voedingstoffendat dns een by zonder
toezicht op dezeb tak van nijverheid onbillijk en
hoogst schadelijk zon zijn, dewijl het niet anders
dan zeer hinderlijk en belemmerend zou kuunen
werken.
Aangezien dit betoog van den heer Mouton in
hoofdzaak overeenstemt met de opstellen, in ons
blad reeds herhaaldelyk aan de kunstboter gewijd,
achten wij 'tniet noodig er meer uitvoerig op
terug te komen. De lezing zijner brochure is
allen, die kennis van sommige byzonderheden der
knnstboter-fabricatie wenschente verkrijgen, zeer
aan te bevelen.
Alleen willen wg niet verzwggen dat naar 't ons
voorkomt, door dr. Mouton overtuigend wordt
aangetoond dat de Utrecbtsche commissie, bg het
uitspreken harer beschuldigingen tegen de kunst-
boterfabrikanten, minstens ondoordacht en zonder
voldoende gronden is te werk gegaan. En voorts
dat een van de leden der commissie deelgenoot
is of geweest is in eene Delftsche firma, welke
in natuurboter handelt. Deze omstandigheid zon,
zelfs zonder de brochure van dr. Mouton, aan de
vertrouwbaarheid van baar betoog schade doen.
Zooveel te meer dns daarna.
Men zal opgemerkt hebben dat in plaats van
den aftredenden referendaris van onderwgs, mr.
H. Vollenhove, die gedurende 33jaren die'gewich-
tige betrekking heeft bekleed, aan het ministerie
van binnenlandsche zaksn twee referendarissen
voor die afdeeling zijn benoemd, nl. de* heeren
A. v. d. Velde Az., hoofdcommies derzelfde afdee
ling en mr. H. J. Dyckmeester, tot dasver
hoofdcommies bij het ministerie van koloniën.
De uitbreiding der staatsbemoeiing met het
onderwijs maakt misschien een vermeerdering van
personeel noodzakeiyk. Maar op de keuze daar
van maakt het Vaderland deze aanmerking
„Niemand zal tegenspreken, dat men als ambte
naar van het departement van koloniën wel ver
trouwd kan worden met sommige Indische zaken,
maar zeker niet met hetgeen noodig is voor het
hoofd van de verschillende takken van onderwgs."
Opnieuw wordt in het Handelsblad hevig ge
klaagd over zeeroof en geweldenarijen, door En-
gelsche visschers vlak onder den Nederlandschen
wal gepleegd. De berichtgever (uit Terschelling)
beweert dat dit het werk is van slechts enkele
onbeschaamde Engelschen, doch dat de meerder
heid der Eugelsche visschers die handelingen ver
foeit.
De Indische dagbladen zetten de woordenwis
seling over de vervanging van generaal Van der
Heijden voort. Een argument, dat ook door ons
reeds werd aangestipt, is het volgende, door het
Alg. Dagbl. tegen de Locomotief aangevoerd
„Een bewgs, hoe groote woorden gemakkelijk
ingang vinden geeft, dunkt ons, de Locomotief
als hij het zeer prijst, wanneer het Bat. Handb.,
over „de intrigue" tegen generaal v. d. H.
sprekende, zoo flink voor de zaak uitkomt.
„De Locomotief onderstelt dus, dat dit woord
„intrigue" werkelijk „de zaak" is. Die intrigue
zou dan echter bestaan in het uitzenden van een
lid van den raad van Indië; in het uitbrengen
van zyn rapport na een tweemaands-bezoek aan
geheel Atjeh en na verkeer met officieren, amb
tenaren en inlandsehe hoofdenvoorts in het
advies door den geheelen raad van Indië, die ook
eenige maanden geleden met den generaal zeiven
te Batavia geconfereerd had; eindelgk in het
nemen van het besluit door den gouverneur-
generaal. In gewone taal heet dit alles een met
zorg gehomen regeeringsmaatregeliu het idioom
van het Bat. Handbl. scflijnt dit alles te zamen
een intrigue" te heeten, en de Locomotief vindt
het maar flink dat dit blad zoo ruiterlijk voor
_de zaak" uitkomt."