N°. 96.
124e Jaargang.
I881J
Maandag
25 April.
Gemengde Berichten.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Publicité G. L. Daitbe Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlyn Weenen, Zurich enz.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL
Middelburg, 23 April.
Onderwjjs.
COURANT.
Alzoo is de rentewet, na eenige maanden
schriftelijk en eenige weken mondeling bepraat
te zijn en na ettelijke dagen als tnsschen
hemel en aarde gezweefd te hebben, voor
't oogenblik weer uit de rij der op te lossen
politieke vraagstukken afgevoerd.
De vraag of hare verdwijning, na korter of
langer tijd, nog andere gevolgen zal hebben,
of de minister van financiën zijn ontwerp vol
gen en aftreden zal, dan of hij voornemens is
zijne taak voort te zetten, lijkt van onderge
schikt belang. Wij zien er weinig heil in,
dat een ander bewindsman aan het werk tijgt
om eene ongeloovige kamer te overtuigen dat
er nieuwe inkomsten voor de schatkist gevor
derd worden, en om met eene onwillige kamer
de hervorming van het belastingstelsel aan te
vangen door eene belasting te leggen op het
tot dusver onbelaste vermogen in portefeuille.
Of een ander minister dat beproeft, of wel de
heer Vissering het andermaal onderneemt, het
is al om het even. Zoolang de kamer het
eene niet gelooft en het andere niet wil, zal
het een Sisyphus-arbeid blijven, waar de eene
regeerkracht na de andere aan versleten zal
worden. En aangezien wij van meening blijven
dat verwisseling van de hoofden der minis-
terieele departementen op zichzelve een kwaad
is, dat grooter afmetingen aanneemt naarmate
het veelvuldjger voorkomt, zien wij ook dezen
minister van financiën voorshands liever blijven
dan heengaan, zonder te beweren dat een
dezer twee alternatieven de macht bezit om
ons bijzonder warm of koud te maken.
Belangrijker is de vraag, welke gevolgen het
verongelukken der rentewet voor den politie-
ken toestand in 't 'algemeen hebben kan. De
verkiezingen staan voor de deur. Nog een
week of zes en de vernieuwing van de helft
der tweede kamer zal de mogelijkheid doen
geboren worden dat, door eene nederlaag der
liberalen, het bestaan zelfs van een gematigd
liberaal ministerie als het tegenwoordige onmo
gelijk zal wezen.
Beschouwen wij het verwerpen, of neen,
dat is het niet, het steken blijven van het
wetsontwerp uit dit standpunt, dan heeft deze
gebeurtenis in ons oog een allerongunstigste
betekenis. Even als vóór twee jaren het
uiteenspatten van het ministerie-Kappeyne,
juist op het oogenblik der verkiezingen, aan
de liberale zaak haar ruggemerg en levens
sap ontnam, zoo worden nu de handen der
liberalen in het land, op hetzelfde beslissende
oogenblik, met krachteloosheid geslagen door
de gebleken onmacht der liberale kamer-meer
derheid. Daar toch komt het op neer. Er is eene
liberale meerderheid in de vertegenwoordiging.
Belasting-hervorming, in de richting eener be
lasting op het roerend vermogen en ontheffing
der eerste levensbehoeften en der bronnen van
handel en bedrijf, is sedert de grondwetsherzie
ning een deel van het liberaal regeerings-
program. Een verschijnsel, waar men nauwe
lijks op had durven hopen, het zelfstandig
partij kiezen der Limburgsche afgevaardigden
vóór de rentebelasting, versterkt in dit bijzon
der geval nog de kracht der liberale meerder
heid. Een minister doet een voorstel in haren
geest. Niemand uit haar midden verklaart
zich in beginsel ertegen en zelfs uit den boe
zem der tegenpartij laten zich stemmen in den
zelfden geest hooren. En niettemin valt,
neen dat is het weer niet, niettemin raakt
het ontwerp zoek, zakt het ineen, vliegt het de
lucht in, wordt het onder den grond gestopt,
jiit pure onbekwaamheid om het beginsel,
waarover mèn het eens is, in een bruikbaren
wettelijken vorm belichaamd te krijgen.
Men werpe ons niet tegen dat niet de kamer
maar de regeering de schuld draagt; dat de
minister zwak en onhandig is geweest; dat
hij met beginselen geschipperd, toegegeven waar
hij op zijn stuk had moeten staan en uit de
hoogte alle toelichting geweigerd heeft waar
die geenszins overbodig ware geweest. Want
eene partij, die een langen staat van dienst
in het regeeren heeft, en die ten laatste uit
haar midden niets meer weet voort te bren
gen dan bewindslieden, buiten staat om bruik
bare wetten voor te stellen en te verdedigen,
en vertegenwoordigers, alleen in staat om de
onbruikbaarheid van het voorgestelde te doen
uitkomen, zulk eene partij behoeft het bre
vet harer machteloosheid niet van de natie
meer af te wachten.
En nu, onder deze omstandigheden, zalmen
van de pers, dat is, van de woordvoer
ders der liberale partij buiten de kamer, in
het land, verlangen dat zij over weinige
weken de kiezers de wenschelijkheid zal gaan
voorhouden om toch de liberale meerderheid
in de kamerdie deze dingen doet, ze
geschieden laat of ze achterwege laat, in stand
te houden en zoo mogelijk te versterken
Wat wil men dat wij aan de kiezers zeggen
zullen Of dwalen wij wellicht, wanneer wij
beweren dat de rentebelasting voorkomt op het
program, ook der liberale kiezers? Zou
de afkeer van 't betalen van 2 pet hunner
coupons bij hen missehien grooter wezen dan
hun wensch naar hervorming van 't belasting
stelsel Ook indien men dat aannemen wilde,
hoe zouden wij, gesteld wij konden het met
onze overtuiging overeen brengen, het ver
ongelukken der reDtewet onzen vertegenwoor
digers als eene verdienste kunnen toerekenen,
nu zij de - wet niet verworpen, er niet over
gestemd hebben, nu integendeel ieder, die
haar met amendementen tot uitstel, tot nieuw
sectie-onderzoek, tot verbetering van redactie,
tot verandering van stelsel, heeft helpen be
graven, om strijd verklaard heeft dat hij in
beginsel het, - o zoo hartelijk! met haar
eens was
Of kan men ons wellicht eene andere strijd
leuze aan de hand doen Wij bekennen er
geen te weten. Kieswet-herziening is een ding
waar kamer en regeering zoo eenstemmig over
zwijgen, dat men gerust, op de manier der
oude-juffrouw inde Schipbreuk v an den School
meester, aan de 86 kamerleden plus de 8 mi
nisters, zonder kans op een bevredigend ant
woord, de rondvraag zou mogen doen„of
iemand, bij geval, iets van uitbreiding van
het kiesrecht heeft vernomen Het militaire
vraagstuk dommelt. Persoonlijke dienstplicht
steekt nauwelijks meer van tijd tot tijd zijn
hoofd omhoog, als een verongelukt schip de
toppen zijner masten boven de oppervlakte der
zee. De koloniale quaestie slaapt. Daar zijn
nog de drankwet en de zeevisscherij en de
waterwegen en de kanalen en nog een heele
reeks dingen, die met hun allen den lijvigen
stapel bijlagen van het kamerverslag vormen.
Maar wie daarin, met het scherpst gewapend
oog, een bruikbare partijsehifting onderscheiden
kan, mag den geheelen papierberg van ons
present hebben.
Eén ding blijft over. Het plechtanker onzer
hoop. De rots waarop wij bouwen. Het anti-
clericalismus. Onder de hoede zijner liberale
volksvertegenwoordigers
Ia oud-Nederland vrij
Van priester-dwinglandij I
Achter dezen wal zullen wij ons opstellen
om, even als de Fransche generaals in den
oorlog van '70 zoo dikwijls beloofden, „door
eene stoutmoedige rugwaartsche beweging den
vijand te verpletteren."
Maar wanneer straks, bij 't roeren van de
trom, het instrument misschien dof mocht klin
ken en de strijders onder hunne tenten blijven
of lusteloos toekijken, dan wijte men het
toch niet aan de trommelslagers. Zij doen al
zoo lang met dit éene kalfsvel. Dat het nooit
bijster dik is geweest en in den laatsten tijd
angstwekkend dun begon te worden, hebben zij
dikwijls genoeg verkondigd. Maar bet vullen
van den magazijnsvoorraad is niet hunne taak.
Men schrijft ons;
De geruchten omtrent het aftreden van den
heer Vissering als minister van financiën blijven
in sommige kringen in Den Haag nog steeds aan
houden. Na de onverwachte intrekking-der rente
wet, waartoe, wij zijn daarvan zeker, vóór
weinige dagen bij den heer Vissering het plan
nog niet bestond, zouden wij die hernieuwde ge
ruchten niet durven tegenspreken; vooral omdat
de minister aanvankelijk werkelijk, voornemens" is
geweest de groene tafel te verlaten en alleeo
voor den aandrang zijner ambtgenooten om niet
heen ta gaan, is gezwicht. Nu hij echter zijn
voordracht blijkbaar uit moedeloosheid
heeft ingetrokken, verkrijgt de oorspronkelijke
lezing, dat de minister zal aftreden, zoodra een
opvolger voor hem zal zijn gevonden, meer schijn
van waarheid.
De toestand van prinses Hendrik wordt, hoewel
langzaam, voortdurend beter.
De prins en prinses Von Wied met hun kinderen
zullen morgen te 5 uren in de residentie aankomen.
In de St.'Ct. komt een uitvoerig antwoord
voor, door den minister van koloniën gegeven
op drie adressen, allen klachten bevattende over
de wijze waarop de verordeningen betreffende
de immigratie uit Britsch-Indië gedurende den
laatsten tijd door de autoriteiten in de kolonie
Suriname zijn toegepast, terwijl het laatste adres
bovendien eenige beschouwingen inhondt, waarin
de goudindustrie als nadeelig voor de kolonie
wordt voorgesteld.
De minister is van oordeel, „dat al de te berde
gebrachte klachten en beschouwingen berusten op
onjuiste berichten, welke het voornoemde bestuur
zonder nader onderzoek als gegrond 'schijnt te
hebben aangenomen
„dat door de openbaarheid, welke aan het laatste
adres is gegeven, die onjuiste berichten in ruimen
kring zijn verspreid geworden;
„en dat het wenschelijk is om te trachten het
daardoor veroorzaakte misverstand, hetwelk van
nadeeligen invloed kan zijn op de belangen der
kolonie Suriname, uil den weg te ruimen door
eene uitvoerige beantwoording der adressen bij een
openbaar te maken beschikking."
Daarom heeft hij bepaald, dat zijn antwoord in
de Staats Courant zal worden opgenomen.
Door den heer L. Van WaesbergheJanssens
te Hulst is eene circulaire verzonden aan de
belanghebbende polderbesturen in oostelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen, waarin besproken wordt de
onvoldoende toestand der zoogenaamde oostelijke
waterleiding te Ter Neuzen, welke uitloozing ver
schaft, behalve aan een tal van Belgische polders,
aan meer dan 50 polders in dat distriet, met
eene gezamenlijke oppervlakte vau omstreeks
25,000 hectaren. Sinds jaren reeds, maar vooral
dit jaar, moet de onvoldoende waterloop dier
leiding stof tot vele klachten geven, daar zich
nu nog op weiden en landerijen de ongelukkige
gevolgen van het overtollige water doen gevoelen:
het gras kwijnt, vele gewassen zijn gerot en de
kostbaarste, bemestingen verloren alle kracht.
De heer Van Waesberghe roept de medewerking
der betrokken polderbesturen in, om bij de be
voegde overheid, zijnde de staat, die voor het
onderhoud dier leiding van de verschillende Ne-
derlandsche polders eene aanzienlijke vergoeding
bekomt, stappen te doen, ten einde verandering
en verbetering te brengen in dien ongel ukkigen
toestand. (JV. R. Ct.)
De minister van waterstaat enz. heeft den com
missaris des konings in Noord-Brabant gemachtigd
tot het sluiten van de overeenkomst tusschen het
rijk en het groote waterschap in Noord-Brabant,
waarbij 2 millioen als bijdrage in de kosten door
dit waterschap wordt aangeboden en eenige werken
in verband met de rijkswerken worden geregeld.
(DU.)
In de geldleening groot 40.000 ad 4%, onlangs
ten laste der provincie Noord Brabant opengesteld,
is voor een kapitaal van ƒ233.000 ingeschreven.
De geheele leening kon worden gegund tegen
gemiddeld 1009%oo percént.
Door den commissaris des konings is bepaald
dat de aflevering van de bij de nationale militie
voor de lichting van dit jaar in te lijven man
schappen uit deze provincie zal geschieden:
te Middelburg op 2 Mei a., 's voormiddags te
10 uren, van hen die zich voor de zeemilitie heb
ben aangemeldop Dinsdag 3 Mei 's voormiddags
te 9} uren, die der gemeenten in Walcheren, uit
gezonderd Vlissingen; te'11} uren die der gemeen
ten in Schouwen, Duiveland en Noord-Beveland;
Jte Vlissingen op Donderdag 5 Mei, 's voormid
dags te 10 uren, die van Vlissingen en die der
gemeenten in het westelijk gedeelte van Zeeuwsch
Vlaanderen; 's middags te 12 uren, die der ge
meenten, in het oostelijk gedeelte van Zeeuwsch
Vlaanderen, uitgezonderd Bosehkapelle, Graauw,
Hengstdijk, Hontenisse, Ossenisse en Stoppeldijk;
te Goes op Vrijdag 6 Mei, des voormiddags te
9} uren, die der gemeenten Boschkapele, Graauw,
Hengstdijk, Hontenisse, Ossenisse en Stoppeldijk;
en te Tholen op Maandag 9 Mei, des voormiddags
te 9} uren, die der gemeenten in de eilanden
Tholen en St Philipsland.
Te Haarlem is eene openbare vergadering ge
houden tot bespreking van de drankwet. Nadat
de beeren dr. Van Reeken, L. P. Smidt, Goeman
Borgesius en mr. A. C. Waller verschillende
punten hadden toegelicht, werd een adres om op
aanneming van het ontwerp aan te dringen ter
teekening gelegd. Het adres werd terstond door
100 aanwezigen geteekend, t ei wijl nog een twin
tigtal leden tot de afdeeling van Multapafiorsbond
toetraden.
De heer G. E. Overweg, thans hulponder
wijzer aan de Chr. schoei te Doetinchem, beeft de
benoeming tot hoofd der te Aagtekerke te openen
diaconieschool aangenomen.
Weder is een zilveren kruisridder overleden, nh
de heer H. F. Lam brecüt, gepensioneerd rijksamb
tenaar, wonende te Gouda.
In het Friesch rundvee-stamboek waren op 1
April 59 slieren en 411 koeien ingeschreven.
Het veenbranden in üe Weerdiuger venen, dat
in den zomer van het Vorige jaar zooveel schade
heeft aangerioht door de verwoesting van groote
massa's vurf, is weer in volleu gang en dat on
danks de groote droogte en den scherpen wind,
zoodat men niet zonder angst de .gevolgen tege
moet ziet.
Amsterdam, 22 April. Een gelukkig
echtpaar dat den 20en jl. zijn gouden huwelijks
feest vierde, heett aan verschillende inrichtingen
van liefdadigheid, zoo hier als elders, een gift
geschonken van ƒ50,000, zegge 50 mille.
Vanwege het - genootschap Natura Artie
Magistra, zijn, ten overstaan van een bevoegd
ambtenaar, in den IJssel boven de vaste brug biji
Zutten, wederom 160,000 jonge zalmen losgelaten.
Vrij dagmiddag had te Hans weert een treurig
ongeval plaats. Ten behoeve van 'srijks water
staat werd er uit een schip blauwe steen gelost
voor de dgkglooiing. Een der werklieden, zekere
J. Yzermaus, belast met het opzicht daarover,
wilde een der meertroosen vieren; dit geschiedde
echter te snel en, aangezien de tios haperde en
't schip door don stroom werd afgezet, brak de
tros, waardoor een daarop liggend blok omhoog
vloog en genoemden persoon zoodanig aan 't hoofd
trof, dat hij ernstig werd gekwetst en bewusteloos
neerzonk. Volgens verklaring van den genees-
dige heeft Y. eene hersenschudding bekomen;
hoewel het slaapbeen is gebroken, is dit gelukkig
niet gesplinterd. De lijder is tot nu toe geheel
buiten kennis en zjjn toestand is zorgwekkend.
(G. Ct.)
Als eene bijzonderheid deelt men mede, dat
gedurende deze week langs de kusten van Hoorn
zijn gevangen en daar aangebracht: 165 laist of
8250 tal (200) haring; dus 1,650,000 stuks.
Op een prijsvraag, door üe regelings com
missie oer tentoonstelling van hulpmiddelen voor
den boekhandel uitgeschreven voor do teekening
van een eerediploma, zijn ingekomen twaalf antj