BUITENLAND.
Laatste Berichten.
Réclames.
Briefwisseling.
Zeet ij dingen.
Handelsberichten.
Een stuk Transvaal-ge-
sckiedenis.
Weerkundige waarnemingen.
14 April des morgens te 8 uren.
- 7
zw
Verkoopingen en aanbestedingen.
Algemeen Overzicht;
Graanmarkten enz.
tigde echter dit gevoelen geenszins. Men vond
daarin geen verklaring der ziekte, zelfs geen
spoor van schadelijke zelfstandigheden. Eeeds
twee der aangetaste personen waren gisteren
overleden.
Wind-
Toe
Tem
If AMEN
Ba-
DER
rom.
stand
pera
tuur.
Cels.
PLAATSEN.
afwijk.
richt.
kracht
lucht.
Delfzijl
b 4.0
OZO
2
bew.
b 9
Groningen
- 3.1
OZO
3
bew.
- 9
Helder
- 1.8
OZO
2
bew.
- 9
Vlissingen.
- 1.9
OZO
2
bew.
-12
Maastricht.
- 0.4
OZO
2
bew.
-11
Sylt
H
b 8.8
OZO
4
helder
- 6
Shields
-
- 0.8
N
8
bew.
- 6
Valentia
- 1.2
NW
1
mist.
- 8
Hamburg
b 8.0
O
4
kelder
- 8
Swinemunde.
-11.8
ZO
2
helder
- 8
Leipzig
- 6.9
O
3
helder
Carlsrnhe
- 0.4
NO
3
1. bew.
-10
Grisnez
- 2.4
NNO
1
betr.
-12
Parijs
2.8
1
regen
-11
St Mathieu
2.0
stil
0
1. bew.
- 8
Biarritz
- 0.6
ZW
4
bew.
-12
Perpignan
Christiaansund
b 13.3
OZO
1
z. bew.
5
Stockholm.
(-16.1
stil
0
helder
- 2
Koppenhagen
-12.4
O
2
helder
3
Portsmouth.
Yarmouth.
Grootste verschil in Nederland:
'sochtends 8 uren: D. 5.9 V.
des namiddags:
Thermometerstand te Middelburg.
18 April. 'sav. 11 u. 54 gr.
14 's morg. 8 u. 54 gr. 'smidd. 1 u. 69 gr.
'sav. 5 u. 57 gr. F.
Op het Zand onder Koudekerke is gisteren in
het openbaar verkocht de hofstede, genaamd
Klein Steenhoven, aan den Seisstraatweg in de
gemeente Middelburg, met 18 h. 61 a. 30 c. a.
bouw- en weiland, liggende in de gemeenten Mid
delburg, St. Laurens en Grijpskerke, voor een
gezamenlijk bedrag van f 36,805.75.
Voorts 1 h. 81 a. 20 c. a. weiland, aan den
Schotelweg in de gemeente Middelburg, verkocht
voor f 2535.
's Gravenhage. E. K. H. prinses Hendrik
heeft een rustigen nacht gehad en bevindt zich
overigens redelijk wel.
Newcastle. De Transvaalsehe volksraad
vergadert 15 April a. In eene proclamatie zullen
de Boeren aangemaand worden zich te onthouden
van daden en woorden, die verbittering kunnen
wekken tusschen deEngelschen en de Hollanders.
De Iersche Land League heeft haar voorloopig
oordeel gezegd over het wetsvoorstel van den
heer Gladstone. Eergisteren werd te Dublin eene
algemeene vergadering gehouden, welke door den
heer Parnell werd geopend met eene redevoering
waarin hij zijne bezwaren tegen de wet uiteen
zette. Hij wees met voldoening erop dat de
regeering zakelijk getreden was in de beginselen
der League, maar hij achtte de voorgestelde
ik had weinig gedacht dat men mij dien nog eens
zou benijden, zooals toch kort daarop het geval
is geweest."
„Maar," begon de apotheker weer, „ik be
grijp niet wat gij tegen dien naam hebt. Ik heet
zelf Emil en ik heb mij daar altijd iets op laten
voorstaan."
„Ter zake, mijne heeren," viel de collega
van den raadsheer in. „De heer Bamm is aan het
woord en ik verzoek u den geachten spreker niet
op zulk een ongemotiveerde wijze in de rede te
vallen. Stel er u niet aan bloot om tot de orde
geroepen te worden, mijnheer Hemling. Ik ver
zoek den heer Bamm, die aan het woord is, om
voort te gaan."
„Dus," begon de raadsheer weer, „kwam ik
in de groote stad met het vaste voornemen om
het verzuimde in te halen. Ik legde mij met
hart en ziel toe „op het corpus juris, verdiepte
mij in de Instituten, hield trouw college, las thuis
met ijver iu de pandecten en maakte op die ma
nier tamelijk goed kennis met keizer Justinianus
en de Byzantijnsche rechters, die ik zoo lang
verwaarloosd had. Maanden lang was mijn om
gang daartoe beperkt en vermeed ik elke afleiding
even zorgvuldig, als ik die vroeger gezocht had.
Mijn eenige uitspanning vond ik op geregelde
wandelingen in het plantsoen langs de rivier, door
de kronkelige straten en over de schilderachtige
pleinen der oude stad, oi de prachtige lanen van
middelen om die beginselen toe te passen vol
komen onvoldoende. De voorgestelde rechtspraak
zal duur zijn en de ingestelde rechtbank wekt
geen vertrouwen. Voor de kleine pachters, die
f 100 en minder pacht betalen en nagenoeg allen
insolvent zijn, is het vaststellen eener gerechte
lijke pacht eene illusie. Zij zullen hunne pacht
verkoopen tegen eiken prijs en dan het land
verlaten, om naar Amerika te gaan. Hoofdzakelijk
zou de opbrengst van hun pachtrecht bij verkoop
dienen om achterstallige pacht aan den landheer
te betalen, zoodat de behoeftige pachter zelf er
geen profijt van zou hebben.
De vergadering nam eene resolutie aan, voor
gesteld door predikant Bylett. Uitgaande van
het dubbele doel der League, strijd tegen te
hooge pacht en tegen verbreking van het con
tract wegens wanbetaling ten eerste, en de be
vordering van zulk eene volkomen verandering
in de regels, van het grondbezit, waardoor iedere
Iersche pachter op billijke voorwaarden eigenaar
zal kunnen worden van den grond dien hij be
bouwt, verklaarde de vergadering
lo dat de regeering door het indienen der
wet de noodzakelijkheid van het bestaan der
League en de rechtvaardigheid harer beginselen
erkent, maar dat de wet in de middelen welke
zij. aan de hand geeft, deels onvoldoende is,deels
het bestaande stelsel van het grondbezit ver-
Bterkt
2o dat de bepalingen der wet, welke een stand
van boeren-grondeigenaars willen in het leven
roepen, hoop geven op een duurzame verbetering;
3o dat aan het bestuur der vereeniging wordt
opgedragen een advies over de wet op te stellen
en dit te brengen in eene nieuwe vergadering,
den 21en en 22en van deze maand te Dublin te
houden.
De heer Dillon achtte de wet voornamelijk
gericht tegen de Land League. De invoering
van den vrijen verkoop der pacht zou voor een
aantal kleine pachters die in moeilijkheden zitten,
een lokaas zijn om hen tot verkoop te verleiden,
waardoor ze uit den pachtersstand en dus ook uit
het verband der League zouden geraken, welker
groote kracht zij vormen. De wet zou in
weinige maanden de kracht der vereeniging
geheel en al gebroken hebben, en daarom zal de
heer Dillon in het parlement zijne stem niet aan
de voordracht schenken. De Ieren van dit type
zouden liever de 175,000 pachters, die vier pond
en minder in het jaar en de 145,000 die van vier
tot acht pond betalen of niet betalen, allen
tot eigenaars willen gemaakt zien, krachtens het
recht dat de bebouwing van den grond hun zou
geven. Yoor den economischen toestand des
lands is echter het verdwijnen dezer klasse van
pachters zeer gewenscht. Zonder hulp van kapi
taal, onderwerpen zij een armzalig lapje grond
aan een zeer gebrekkige bebouwing, waardoor
het grootste deel der productieve kraoht van den
grond ongebruikt blijft. Zelve zijn zij, ook al
werden zij eigenaars van hun stukje grond, ge
doemd tot voortdurende armoede. Maar als deze
klasse van pachters verdwijnt, gaat de Land
League teniet. En dat zou den heer Dillon zeer
aan het hart gaan.
Beuter seint dat Griekenland het voorstel der
mogendheden heelt aangenomen, op de voorwaarde
dat zij de bezetting der te annexeeren landstreken
zouden waarborgen. Griekenland zou daarbij de
bevolking van Griekschen stam, welke onder
Turksche heerschappij staat, aan de bescherming
der mogendheden hebben aanbevolen. Wij kunnen
tot ons leedwezen geen geloof aan dat bericht
hechten. Zaterdag heelt de Grieksche regeering
op het voorstel der mogendheden geantwoord
met een tal van bezwaren, en als die reeds zoo
spoedig vervallen waren, dat Beuter gisteren naar
waarheid het bovenstaande bericht kon seinen,
dan zou de diplomatie zich eene vlugheid van
het nieuwe kwartier, die genoeg afwisseling op-
leverden.
„Het leven biedt daar veel meer, het is bonter,
kleuriger, bloemrijker, zou ik haast zeggen dan
hier in het Noorden.
„Men heeft slechts een paar stappen ver te gaan
om uit de beslommeringen van het dagelijksche
leven in hoogers feeren te geraken. Daar staan
zij aan den publieken weg, die rijke kunsttem
pels, voor iedereen toegankelijk. Nu voel ik be
halve den verBchuldigden eerbied voor de kunst,
ook hare noodzakelijkheid voor het nationale
leven, dat anders spoedig zou uitdoovei)maar
ik ben niet genoeg kenner om een enthousiast te
zjjn. Veel meer trokken mij nu en dan de hoofdkerken
aan, waarvan de deuren steeds ook voor den niet-
geloovige openstaan, wanneer hij het drukke
stadsgewoel een oogenblikw il ontwijken.
„Daar dit voor mij iets geheel nieuws was deed
ik het vaak en dus ook op een bewolkten namid
dag in het voorjaar. De schemering onder het
statige gewelf, de geheimzinnige glans aan de
zoldering en langs de wanden, de van verre op
het hoogaltaar brandende kaarsen, in wierook
damp gehuld, dat alles maakte altjjd een eigen-
aardigen indruk op mij. Overigens was de kerk
weinig bezocht; er stond geen priester voor het
hoogaltaar, van het koor klonk geen mis van een
ouden Italiaanschen meester, zooals men die alleen
hier kan hooren. De grootste stilte heerschte alom
beweging hebben eigen gemaakt, welke afbreuk
zou doen aan hare deftigheid.
In het noorden van Albanië is de toestand
weer kritiek. Er is daar eene vrij aanzienlijke
Turksche legermacht om het Albaneesch verbond
in bedwang te houden, onder bevel van Derwisch
pacha. De generaal heeft reeds enkele hoofden
der beweging laten gevangennemen en naar de
kust gezonden. Nu schijnen de Albaneezen, vol
gens een bericht van de Neue Freie Presse, zich
verzameld te hebben en, ten getale van 15.000,
gewapend verzet tegen de Turksche troepen in
den zin te hebben. Trouwens, zulke berichten zijn
in de laafste twee jaren reeds meermalen ver
spreid, zonder dat er erge gevolgen van gezien
zijn.
De heer Goschen zal eindelijk zijne tijdelijke
missie te Konstantinopel verlaten en naar Enge
land terugkeeren, waarschijnlijk om als chancellor
of the exchequer zitting te nemen in het ministe
rie. Eene zeer belangrijke aanwinst voor het
kabinet bij de behandeling der Iersche wet. Hij
zal vervangen worden door lord Dufferin wiens
plaats te St. Petersburg door sir Augustus Paget,
den Engelschen gezant te Bome, zal worden inge
nomen.
Men wil trachten in Italië een ministerie tot
stand te brengen uit alle fracties van het libera
lisme. Zoowel Cairoli en Zanardelli, als Crispi en
Nicotera zouden daarvan deel moeten uitmaken,
terwijl de onderhandelingen door Depretis gevoerd
worden. Een langdurig leven zou zulk eene proef
niet kunnen hebben, en waarschijnlijk is dit de
reden dat de heer Cairoli tot nogtoe zijne mede
werking aan combinatie heeft geweigerd. Hij
schijnt wel beloofd te hebben een liberaal kabinet,
welk dan ook, te zullen steunen, maar wil zijn
standpunt zuiver houden en niet in een ministerie
zitten met Crispi en Nicotera, die hem pas bij
verrassing den voet hebben gelicht.
Een der Engelsche oppositiebladen schreef on
langs in een artikel over de Transvaal: „Hoe
wij ook mogen oordeelen over het verstandige der
annexatie, zij werd ongetwijfeld geboden door
redenen, welke juist die zijn waarop altijd de
grootste nadruk wordt gelegd bij het beoordeelen
van de rechtvaardigheid of onrechtvaardigheid
van een oorlog. Die redenen waren zelfverdedi
ging en bezorgdheid voor de belangen van een
onderworpen ras."
Mejuffrouw Frances Ellen Colenso, waarschijn
lijk eene dochter van den beroemden bisschop van
Natal, antwoordt op deze bewering het volgende,
dat wel geen groote waarde heeft voor de geschie
denis van deze laatste dagen, doch eene belang
rijke bijdrage bevat voor de kennis der koloniale
politiek van Engeland, waarmede de Transvalers,
in wie ons volk voor het oogenblik zulk een
levendig belang stelt, nog lang zullen te kampen
hebben.
Dat de meerderheid der Engelschen in Engeland
in den waan gebracht werden, dat dit de redenen
waren voor de annexatie der Transvaal, schrijft
miss Colenso, is waarschijnlijk waar; doch ik
aarzel geen oogenblik om te verzekeren dat zij
die de annexatie aanraadden, volstrekt niet zulk
een doel voor oogen hadden. Wat het eerste aange
voerde motief aangaat, wij verkeerden in geenerlei
gevaar van een aanval en beeldden ons ook niet
in dat wij dit deden. Wij hadden dus volstrekt
geene aanleiding om iets tot zelfverdediging te
doen. En ten tweede is het zoozeer bezijden
de waarheid dat de annexatie in het belang der
inboorlingen werd ondernomen, dat toen ter tijd
dit motief zelfs niet genoemd isterwijl ons later
gedrag jegens die inboorlingen toonde dat wij
ten minste eerlijk waren, als wij geen aanspraak
maakten op menschelijk gevoel jegens hen.
De moeilijkheden der Transvaal met de inboor
lingen bestonden deels met Secocoeni 's volk, deels
met de Zoeloes. Laat ons zien waarin zij be
stonden. De periodieke oorlogen tusschen de
Boeren en het eerstgenoemde volk droegen nooit
een karakter om vrees te doen ontstaan voor de
blanken, hoezeer de inboorlingen er zeer onder
leden. En wat is de waarheid omtrent de vijand
en hef zachtst gefluister verwekte een spookachtig
gedruisch.
„Ik bleef tegen een pilaar geleund staan waarheen
ik op mijne tonen voortgeslopqp was. De meeste
biddenden lagen meer in hef midden of aan de
andere zijde der kerk geknield en ik ontwaarde
in mijne nabijheid slechts een witte vrouwenge
stalte, die op het marmer geknield lag en haar
gebogen, omsluierd hoofd en gevouwen handen
naar een zijaltaar toekeerde, waarop slechts twee
bijna opgebrande kaarsen stonden. Zij lag zoo stil
en roerloos dat ik begon te twijfelen of zij wel
leefde en of het geen marmeren of steenen beeld
was.
{Wordt vervolgd.)
schap tusschen de Boeren en de Zoeloes en het
gevaar dat de laatsten van de eersten dreigde
Eenvoudig het volgende. De Boeren hadden
jarenlang inbreuk gemaakt op den grond der
Zoeloes en ten slotte zich van een groote uitge
strektheid meester gemaakt. De koning der Zoe
loes, zich liever willende schikken naar den wensch
der regeering te Natal, dan zijn eigen zaak met
sterke hand verdedigen en de indringers met kracht
terugwerpen, zond boodschap op boodschap, ette
lijke jaren lang, of de Natalsche regeering de
Boeren in bedwang wilde houden, en of de En
gelschen eene strook gronds iu bezit wilden nemen
tusschen Zoeloeland en de Transvaal, om verdere
aanvallen der Boeren te voorkomen; -- en ein
delijk of indien de Engelschen niets voor hem
wilden doen zij hem wilden toestaan de
Boeren op zijn eigen verantwoordelijkheid te be
vechten, om zijn volk te beschermen. Geen onre
delijke vraag wellicht; maar toch werd zij, evenals
al zijne andere protesten, enkel beantwoord met
vermaningen om zich rustig te houden en verze
keringen dat Engeland, indien hij dat deed, hem
zijn recht zou doen erlangen.
Met welken innerlijken wrevel de Zoeloekoning
onze voorschriften gehoorzaamde en geduldig jaar
in jaar uit, op het beloofde recht wachtte, het
kwam dan toch ten slotte, in de beslissing van
de Engelsche grenscommissie van 1878, die ver
klaarde dat de tusschen de Boeren en Zoeloes
betwiste grond eerlijk en rechtmatig aan de
laatsten toekwam. Deze beslissing kwam echter
in éen adem met Bir Bartle Frere's ultimatum dat,
met de daarop onmiddellijk gevolgde oorlogsver
klaring, haar, in het vergeetboek bracht. De
Boeren hadden zeker geroofd van de Zoeloe's en
deze waren ongetwijfeld sterk genoeg om hun
eigendom terug te nemen en de aanvallers te
straffen; doch wijl zij dat nalieten om zich te
onderwerpen aan de wenschen der Natalsche re
geering, is er wel geen voldoenden grond voor
de bewering „dat de Transvaal op het punt was
overstroomd te worden door krijgshaftige stammen
der inboorlingen, en dat zijn ondergang dien van
het Engelsch gezag zou na zich sleepen." Andere
gronden worden niet opgegeven. Tot zoover over
die beweerde zelfverdediging.
Ons tweede motief zou dan geweest zijn: „be
zorgdheid voor de belangen van een onderworpen
ras." Het motief werd in dien tijd niet op den
voorgrond gesteld, en het werd versmaad door de
leden der annexatie-partij. Het zou hun op het
stuk van zaken in den weg hebben gezeten, wijl
het een deel der politiek van dién tijd was de
Boeren te winnen door hunne twisten met de
inboorlingen voor hen uit te vechten, en ons kort
daarop gevolgd gedrag tegen deze inboorlingen
getuigt zeker maar van weinig eerbied voor
hunne „belangen."
Inderdaad, zoo besluit miss Colenso deze
critische beschouwing, inderdaad, indien wij
de Transvaal annexeerden om een Zoeloe-oorlog
te voorkomen en Secocoeni's volk tegen de Bueren
te beschermen, blijft het eene eeuigszins zonder
linge samenloop dat, binnen enkele jaren na onze
inbezitneming van het land, wij een aanvallenden
oorlog gingen voeren tegen de Zoeloes en aan
een groot deel van Secocoeni's volk de bescherming
van het graf bezorgden, met behulp van dynamiet
en wilde Swazi-Kaflers.
(Prjjs der plaatsing 30 cent per regeL)
Welk een dienst kan niet het middel bewijzen,
dat ieder die een zwakke maag heeft of lijdt aan
bloedarmoede en bloedeloosheid, daarvan kan be
vrijden! Het is daarom van het hoogste nut de
aandacht te vestigen op de zoo algemeen bekende
Echte Klna-liaroche. Terecht wordt zij
aanbevolen door de beroemdste Geneesheeren,
zoowel om haar aangenamen wijnsmaak, als om
hare afdoende werking tegen zwakte dep
maag, gemis van krachten, gevolgen
Van hardnekkige koortsen, enz. Men
eische de handteekening van JLA.BOCUE ter
vermijding der namaaksels, welke zich verschuilen
achter den naam zelf van ENROCHE.
Middel UFDUJIirrDlIUr Adres 8, v. MEIJEB-
ter lElUlimuLnlllU, BEEB, Parijs, aan
Fabrikant van antl-Ohésltas.
Den heer F. te Goes. Zoodra mogelijk.
Volgens ontvangen bericht passeeide het bark
schip Jacobus Johannesgezag v. A. Jorgensen, den
12en dezer Dover, op de reis van Cardiff naar
Kopenhagen.
Oostburg, 13 April. Bij wat minder aanvoer
bestond heden tamelijk geanimeerde vraag voor
bijna alle artikelen en kon men Of ten volle