m 72. 124e Jaargang. 1881. Zaterdag 26 Maart. Gemengde Berichten. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 5/m. franco 5,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité C. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. ERIOHT. Zij die zich vóór 1 April 1881 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom mers gratis. Middelburg, 25 Maart. In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad van Vlissingen werd aangenomen een voorstel van het dag. bestuur tot het bouwen van een tolhuis bij de schutskooi, waarvan de kosten op f 1800 worden begroot. Burg. en weth. werden tevens gemachtigd tot de aanbeste ding over te gaan. Benoemingen en besluiten. Onder wys* Kerknieuws. Marine en leger. 11,1,1 rir r .„.ft.,. De rekening der Zeemans- en Visschersbenrs werd goedgekeurd in ontvang op 53242.69J, in uitgaaf op f 51.611.11, dus met een batig saldo van f 1631.58$. Eindelijk werd aangenomen een voorstel van bnrg. en weth. om de obligatiën van de 4$ pots. leening, die de gemeente heeft ingekocht, te be schouwen als afgelost. *AxeI, 25 Maart. Ons JVMis-departement heeft voor het algemeen secretariaat gekozen den heer P. Bruijn. Oost- en West-Souburg, 25 Maart. Tot gemeente-veldwachter alhier is benoemd H. J. Adriaansen, agent van politie te Vlissingen. De N. B. Ct. bevat een hoofdartikel, waarin dank en hulde gebracht wordt aan de Britsche regeering dewijl zij ten slotte gehoor gegeven heeft aan de stem van recht en menschelijkbeid in de Transvaal-zaak, alsmede aan allen die in Engeland tot het verkrijgen van die uitkomst hebben medegewerkt. Het slot van dit opstel luidt aldus: „Bij dank en hulde brengen, intusschen, mogen wij het vooral niet laten, zoo min als bij de lut tele giften die er uit onze beurzen vloeiden ten bate van de gekwetsten en de weduwen der ge sneuvelden in de Transvaal. Neen! deze oorlog moet ons tot het levendige besef brengen, dat wij jegens Zuid-Afrika eene schuld goed te maken, en in Zuid-Afrika eene roeping te vervullen hebben. „De schuld was het gevolg van onze onwetend heid. Wij waren schier vergeten (immers het gros van ons volk), dat de Kaapkolonie van den aanvang af geen Nederlandsche bezitting, zooals Indië, maar eene Nederlandsche volkplanting is geweest. Wij wisten niet dat het Hollandsche element daar, na zeventig jaren van Engelsch bewind en Engelsche immigratie, nog steeds verreweg het overwegende is. Allerminst ver moedden wij, dat er in dit Kaapsch-Hollandsche element zóóveel nationale kracht, samenhang en taaiheid scholen; „Thans is ons dit bekend geworden: door ge schriften en door feiten. „En Uit die kennis, die vermeerderd en gaande gehouden moet worden, spruit vanzelf bet begrip van onze roeping in Zuid-Afrika voort. Eene bevolking, zóo na aan ons verwant, en bare her komst van het onde Nederland zóo waardig, moet niet langer van ons vervreemd blijven. De band( door den Transvaaslchen vrijheidsoorlog opnieuw gelegd, moet bevestigd en verveelvoudigd en nauwer aangehaald worden. Nederland en Zuid- Afrika moeten van nu af elkander niet weer loslaten zij moeten elkander voelen, elkander aan vullen en helpen. Zuid-Afrika putte uit Nederland nieuwe elementen tót zijne echt Nederduitsche ontwikkeling en Nederland vinde in Zuid-Afrika èene uitkomst voor zijne treklustige zonen, een wijder veld voor het voortbestaan van zijn volks karakter en nationalen geest. „Waarom zullen onze landbouwers, het merg onzer bevolking, voortgaan zich te verliezen in het reusachtige conglomeraat van de Amerikaan- ache unie? Waarom zullen zij niet naar Zuid- Afrika verhuizen, waar zij, bij vermoedelijk even gunstige stoffelijke uitzichten, Nederlanders kunnen big ven in taal en aeden en gevoel? „Daarheen ligt de weg, door den heldenmoed der Transvalers ons aangewezen. Het Kaapland worde weder zoo niet in politieken, dan toch in eiken anderen zin een Alrikaansch Neder land. De maatschappij, van welke professor Harting geroepen is den eersten steen te leggen, zal ons allen in staat stellen tot meewerken om het daartoe te brengen ten zegen van Zuid- Afrika en Nederland beiden." Bij het geopende grat van wijlen den staatsraad mr. P. J. Bachiene, wiens levensbericht wij in een onzer nommers van de vorige week hebben mede gedeeld, werd het woord gevoerd door den heer Boot als oudste lid van den raad van state, den predikant Heevers, den heer Molhuijzen en door zijn oudsten vriend, mr. D. van Eek, lid der tweede kamer. Als eene historische herinnering aan een tijd vak, dat bij het levend geslacht op den achter grond begint te raken en als eeno bijdrage tot waar deering der nagedachtenis van een der maunen, die tot de gebeurtenissen van dien tijd door woord en daad met kracht hebben medegewerkt, verdient de ontboezeming van mr. Van Eek in ruimer kring bekendheid. Wij laten zijne woorden daarom hier volgen: „Is het achting voor de ruatelooze werkzaam heid en het helder verstand,dat daaraan ten dienste stond, is het genegenheid voor hem die dat alles deed om nuttig te zijn voor zijn even- mensch en diens geluk te bevorderen, dat ons hier aan deze groeve bijeen voert, dan zal het wel een behoefte zijn voor een der oudste vrienden van Bachiene, die in zooveel wat hen lief was hem ter zijde stond, om ook aan zijn gevoel hier ter plaatse lucht te geven. „Onze vriendschap vond zijn oorsprong in eene van die handelingen, die Bachiene zoozeer tot eer hebben verstrekt. „Toen vrijheid en vooruitgang zich bekneld gevoelden door staatsinstellingen van verouderden zin, maar wier handhaving door eene onderdruk king en vervolging, waarvan men zich thans moeilijk meer een begrip kan vormen, werd vol gehouden, was Bachiene, hoewel hij ambtenaar was en ook de zorg voor een huisgezin had, desniettegenstaande, hoewel hij wist welke geva ren hij daardoor op zich laadde, en terwijl zoo vele anderen terugdeinsden, een van de eersten die door woord en pen openlijk en krachtig medewerkten om de grondwettelijke instellingen, in wier bezit wij ons thans verheugen, in het leven te doen roepen. „Maar zelfopoffering viel hem licht, indien hij daardoor aan het algemeen geluk bevorderlijk kon zijn. „En nadat de inwendige bevrediging was tot stand gebracht, was het voor hem eene behoefte om het kwaad te keeren, dat in de onderlinge samenleving der volkeren wordt teweeg gebracht door een op slechten grondslag ingericht volken recht. Van dat zoogenaamde recht, op hartstocht, aanmatiging en geweld gebouwd, gruwde hij. Van dien voortgezetten broedermoord en onder linge mishandeling der volken had hij den groot- sten afkeer, en van daar dat hij onder de eerste oprichters van het Nederlandsch Vredebond mag worden gerekend, hetwelk hij gedurende vele jaren met ijver heeft geschraagd. „Eu ook van daar, dat zijne talenten niet ontbraken aan verschillende buitenlandsche ver- eenigingen van vrienden van den vrede en van Europeesche geleerden, die steeds de medewerking van Bachiene op hoogen prijs hebben gesteld. „Zoo ging h^ steeds voort en op zoo velerlei terreinen, Bteeds zijn doel voor oogen houdende, om nut te verspreiden en dienstbaar te mogen zijn aan het geluk van anderen. „Daarom zal zijne nagedachtenis steeds in eere blijven!" Aan een brief van den Haagschen correspondent der Zutf. Ct. onleenen wij het volgend, waarlijk niet overbodig, overzicht van den stand van het debat over de rente-belasting. „De zelfbeperking, die bij het wetboek van strafrecht zulke goede resultaten heeft gegeven, is geheel verdwenen en het aantal ingediende amendementen neemt van dag tot dag zóo toe, dat het moeilijk meer te berekenen is wat er uit dien chaos moet voorkomen. De minister van financien heeft in dezen een slecht voorbeeld ge geven. Midden in de algemeene beraadslaging heelt hg, om te gemoet te komen aan de bezwaren van sommige financieele specialiteiten, nog weder wijzigingen in zijn ontwerp gebracht, die in lijn rechten strijd zijn met hetgeen de meerderheid in de afdeelingen heeft gevraagd. Zoo b. v. met de vrij stelling van kooplieden, voor de renten uit effecten die bestanddeelen zijn van hun bedrijfs kapitaal. De minister Gleichman had in zijn eersten ontwerp die vrijstelling niet opgenomen, in zijn tweede wel. De minister Vissering nam eerst de vrij stelling terug, maar heeft haar nu, weder naar aanleiding van een ingediend amen dement hersteld, 't Gevolg is geweest, dat er nu, om het spel te volmaken, door den heef van Delden een amendement is voorgesteld om de vrijstelling er weer uit te nemenHet betreft hier toch een quae3tie van overwegend belang1 De beslissing over de vraag of kooplieden al of niet van hun schuldvorderingen en effecten, die bestanddeelen zijn van hun bedrijfskapitaal, moe ten betalen, is voor de schatkist de quaestie bij uitnemendheid, want van die beslissing zal het afhangen of millioenen, ja ik durf gerust zeggen of tientallen van millioenen aan kapitaal in porte feuille al of niet van belasting vrij zullen zijn. Ja zelfs wanneer men, wat weer door anderen wordt voorgestaan, de vrijstelling tot bankiers, kassiers en commissionairs in effecten beperkt, is de be slissing van groot financieel belang, want het is bekend genoeg, dat de bankiers c. s. millioenen aan effecten bezitten. „Met de quaestie van de dividenden der naam- looze vennootschappen gaat het evenzoo. Thans wordt door elke vennootschap als patentrecht twee percent van het uit te keeren dividend betaald. Op dien grond wilde de minister billijk heidshalve de houders van aaudeelen van naam- looze vennootschappen van de rentebelasting vrijstellen, omdat anders van het dividend dubbel zou worden betaald: eerst bij de bron en later door de houders. Maar ziet wat gebeurt Midden onder de algemeene beraadslaging schrapt de minister die vrijstelling, met deze aanvulling dat nu voortaan niet meer bij de bron betaald zal behoeven te worden. Daarmede niet tevreden, stelt de heer De Beaufort voor het ontwerp ook op dit punt in zijn oorspronkelijken vorm te her stellen. Zóo draait men in een cirkel rond. „De heer Van Dedem wil vrijheid geven om alle schuldvorderingen af te trekken. De heer Van Houten heeft nog meer ingrijpende wijzigin gen voorgesteld. Woiden zijn amendementen aangenomen, dan zal ieder belastingschuldige op een bepaalden dag van het jaar moeten nagaan hoe groot de kapitaalswaarde van zijn kapitaal in portefeuille is. Dan zal hij moeten uitrekenen hoeveel rente daarvan te maken is naar 4 pet. in tjaar en van die rente betaalt hij dan 2 pet. „Ook het vraagstuk van den eed zal waarschijn lijk nog tot lange debatten aanleiding geven, want reeds is door de Limburgsche afgevaardig den een amendement ingediend, dat de strekking heeft om althans in de meeste gevallen de ver klaring naar eer en geweten in plaats van den eed te stellen." Tot aanvulling van dit overzicht diene nog dat lo ter verbetering van de bepaling betreffende de goederen in de doode hand, door de heeren Van Nispen, Donner, Lohman, Vermeulen en Beydeurijck is voorgesteld het laatste lid van art. 11 te lezen: „De vrijstelling en vermindering gelden ook voor onverdeelde boedels", en art. 11 (nieuw)„Zedelijke lichamen, vereenigingen, maatschappijen en stichtingen worden, voor zoo ver hun inkomsten uitsluitend besteed worden voor eerediénst, weldadigheid, onderwijs en op leiding, vrijgesteld van deze belasting"; 2o door den heer Brouwers: bij art. 5 vrij te stellen genootschappen van gemeenschappelijk bezit van fondsen, onderlinge waarborg- en levensverzekeringmaatschappijen, pensioen-, wedu wen-, weezen-, zieken- en begrafenisfondsen, spaar- en voorschotbanken en coöperatieve ver eenigingen; fondsen voor onderwijs', opvoeding en eeredienst, en instellingen van weldadigheid; 3o door den heer Van der Kaay: art. 16, le lid, zoodanig te wijzigen dat de bevestiging der aangifte onder eede vervalt, en daarmede ook de tusschenkomst van den kantonrechter; 4o door de heeren Heydenrijck en De Brnyn: Alin. 1 van art. 39 te lezen: „De verklaring moet binnen 40 dagen na het uitreiken van de oproeping, voor elke aangifte afzonderlijk, worden afgelegd voor den kantonrechter der plaats waar de aangifte is ingediend, naar een der volgende formulieren „ik verklaar dat", en weg te laten: „zoo waarlijk helpe mij God almachtig". In verband hiermede ook in de onderscheiden andere artt. den eed te vervangen door de ver klaring. Tot candidaat voor de betrekking van alge meen secretaris der Mij. tot nut van 't Algemeen is gekozen te Sneek, Grouw, Oude Tonge, Fra- neker, Colijnsplaat en Groningen mr. A. Kerdijk. Te Abcoude, 's Gravenhage en Medemblik P. Bruijn. De hydrographische werkzaamheden, welke dit jaar onder leiding van den kapitein-luit. ter zee jhr T. E. De Biauw en den luit. ter zee 2e kl„ H. F. Kouwenberg zullen worden uitgevoerd, be staan in de voor- en najgars-opname van het zeegat aan den Hoek van Holland en de banken dwars van het zeegat van Brouwershaven. Bekend is 'tdat enkele ouders te Ameide en misschien ook elders terstond nadat hunne kinderen zijn ingeënt, de pokstof door uitknijping en uit- wassehing weder verwijderen. Dit middel, om de kunstbewerking machteloos te maken, schijnt ook door enkele miliciens te worden toegepast. Althans een verlofganger uit de gemeente Ameide, dezer dagen door pokken aangetast, verklaarde aan den geneeskundige wel te zijn ingeënt, doch de stot werkeloos door uit- wassching gemaakt en de wond verder met een pruim tabak bedekt te hebben. De St.-Ct. bevat een kon. besluit, houdende nadere bepalingen omtrent het gebrnik, enz. van weegwerktuigen. Den 24en Maart heeft Z. M. de koning in een bijzonder gehoor ontvangen den heer A. Paz, die zijne geloofsbrieven 'heeft overhandigd als gevol machtigd minister der Dominicaanschere publiek. belastingen. Benoemd tot ontvanger der in» voerr. en - acc. te Schiedam T. D. Abbing, ontv, derzelfde middelen te Delft. Woensdag avond werd den heer I. Brevée, hoofdonderwijzer te Sluis, als aandenken bij zijn aanstaand vertrek naar Winschoten, door zijne hulponderwijzers, kweekelingen, oud-leer liugen en eenige leden der zangvereeniging, een netté canapé ten geschenke aangeboden. Axel, 25 Maart. Tot predikant bfj de herv. gemeente alhier is beroepen ds. H. J. P. van de# Linde, predikant te Sehoonrewoerd (Zuid-Holland); Naar men verneemt zal het oetenings-eskader, bestaande uit de schroefstoomschepen Van Galent Zilveren KruisMarnix en Suriname, ongeveer half April te Pola zijn en vervolgeus aandoen Venetië, Napels, Spezzia, Toulon, Maüon; Carta gena en Cadix. Men berekent dat gemeld eska» der omstreeks half Juni in de laatstgemelde plaat# zal aankomen. Sedert den beruchten Haagschen moofd leest men bijna wekelijks van brand- of bedrei- gingsbrieven, meestal met het doel om geld te bekomen, een enkele maal ook uit wraak. T© Zegwaart heelt echter zulk een briet als kiesma- noeuvre dienst moeten doen. Op den dag der herstemming voor een lid van den gemeenteraad tusschen J. L. (antlrev.) en J. U. (liberaal), ontving eerstgenoemde de«

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1