N®. 67. 124® Jaargang. 1881. Maandag 21 Maart. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1 -7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Bij deze oourant behoort een BIJVOEGSEL' Zij die zich voor 1 April 1881 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom mers gratis. Middelburg, 19 Maart. Het Hobein-feest te Yliseingen. De voorbereidende stappen tot het houden eener collecte langs de huizen te Middelburg, ten voordeele van de hulpbehoevenden in de Transvaal, zijn naar wensch geslaagd. Bij allen tot wie het comité zich wendde, onder vond het de meest gewenschte medewerking. Omtrent de bestemming aan de gelden te geven, verwijzen wij naar de circulaire, in ons hijvoegsel van heden opgenomen, door welke het comité het houden van collecten in de andere gemeenten van Walcheren hoopt te bevorderen. Uit die circulaire blijkt dat het plan is, de opbrengst der collecte over te maken aan het comité voor de Trausvaal te Amsterdam of aan het Harting-comité te Utrecht, welke beide in vereeniging werkzaam zijn voor de beharti ging der Transvaalsche belangen. Op welke wijze deze comités hare taak opvatten, is in bijzonderheden gebleken uit de in ons nommer van gisteren opgenomen bekendmaking van het Harting-comité. Daaruit heeft ieder Boeren- vriend kunnen zien, dat de bijdrage, door welke hij zijne sympathie voor hunne zaak aan den dag mocht willen leggen, zeker, op de eene of andere wijze, in het belang onzer dappere stamverwanten besteed zal worden. Het Middelbnrgsche comité is samengesteld uit de heeren F. Nagtglas, voorzitterD. J. Dronkers, aecretaris-jgenningmeester, J. P. Non hebei, H. L. F. Pisuisse, J. W. de Raad en dr. G. Smit Sibinga. Bij hen hebben zich, tot het houden der collecte op aanstaanden Woensdag, welwillend aangesloten de heeren M» H. Boasson, J. Borsius, M. van Boven, J. J. Geulen, G. J. van Deinse, F. Ermerins, jhr. mr. W. H. Snouck Hurgronje, D. Jeras, E. J. W. Koch, W. J. J. Koole, J. G. Kraft, D. G. Kröber Jr., dr. B. H. Steringa Kuyper, A. A. Nonhebei, W. de Rijcke, J. H. Snijders, P. C. Tevel, C. Yerhage, B. A Yerheij, R. J. Verschoor van Nisse, J. C. Worrell en J. A. Zip} Naar wij vernemen zullen de leerlingen der Huisvlijtschool alhier, die Bedert de maand October jl. onder leiding van den heer J. Sanders in dit vak onderricht ontvangen, in eene vergadering van de atdeeling Middelburg der Vereeniging t. b. v. fa briek- en handwerksnijverheid aanstaanden Woens dagavond proeven hunner vorderingen afleggen. Behalve voor de leden en begunstigers heeft het bestuur deze bijeenkomst ook toegankelijk gesteld voor andere belangstellenden, die zich daartoe kosteloos van eene toegangkaart zullen kunnen voorzien. Allerwege wappert van huizen en schepen de driekleur, ten bewijze dat gemeentebestuur noch burgerij dezen dag onopgemerkt zal laten voorbij gaan. Heden voor 50 jaren was het dat hun tegenwoordige stadgenoot Jacob Hobein, destijds een 21jarig matroos, op de Schelde het heldenfeit onderstond om ODder het hevig vuur van den vijand, zwemmende, Neêrlands vlag te bewaren voor de schande van in de handen onzer toenma lige tegenstanders, de Belgen, te vallen. Maar niet alleen de vlaggen getuigen dat Vlissin- gen 'a burgerij dit herinneringsfeest medeviert. Te half tien opent let klokkenspel het feest. Tegen 10 uren stelt de bemanning van Zr. Ms. kanonneerboot Hydra zich voor dat vaartuig in parade op, terwijl de leden vau het gemeente bestuur, de officieren van het garnizoen en der schutterij, allen in uniform, benevens de uit de burgerij gevormde feestcommissie, zich mede daar vereenigen en eene talrijke menigte zich op de Kade verdringt. Te 10 uren verschijnt de held van den dag, de twee en zeventigjarige Hobein, het welverdiende kruis der Militaire Willemsorde op de borst, ne vens het eereteeken van broeder der orde van den Nederlandschen Leeuw, de gouden medailje voor öOjarigen eerlijken en trouwen dienst, het Metalen Kruis en de eereteekenen voor belangrijke krijgs verrichtingen. Zijne niet groote, doch kloeke en flinke ge stalte, gekleed in de uniform van opperstuurman der marine, draagt het kenmerk van vastberaden heid en kracht, terwijl op het door grijze haren gekroonde gelaat en in de oogen nog een flik kering van den jeugdigen moed is blijven schit teren. De kommandant van het wachtschip, de luit. ter zee De Kanter, hield eene toepasselijke rede, waarin hij, wijzende op de hooge beteekenis van dit feest, de trouwe plichtsbetrachting en dapper heid van Hobein roemde en tot voorbeeld stelde en hem, uit naam van Z. M. den koning, de zil veren medaille van de Eikenkroon op de borst hechtte. Met een leve de koningbesloot de heer De Kanter zijne toespraak, dat driemalen daverend werd herhaald. Daarmede was het eerste en officieele deel der feestviering afgeloopen. Bij den tocht naar zijns wouing werden den heer Hobein door de ingeze- nen talrijke hoera 's toegebracht. Te half twee had zich roud het standbeeld van De Ruijter, waaromheen door vlaggen eenige ver siering was aangebracht en in de nabijheid waarvan het stafmuziekkorps van het 3e regiment infanterie eenige muzieknommers uitvoerdeweder eeue talrijke menigte verzameld, terwijl het bestuur der gemeente, de oificieren van de schutterij eu het garnizoen, de feestcommissie, de schepelingen van de Hydra en eene deputatie van het Nederland- sche loodswezen met hun vaandel zich bij het standbeeld opstelden. Nadat te twee uren de beer Hobein in open rijtuig, begeleid door twee leden der commissie, daarheen was gevoerd en met een luid hoera en fanfares der muziek begroet was, nam de voor zitter der feestcommissie, de kapitein ter zee Spanjaard, het woord en zeide ongeveer het vol gende: „De Nederlandsche driekleur, wapprende van Ylissingens torenspits, het uit vele openbare en vele particuliere gebouwen uitgestoken dundoek, zijn zoovele bewijzen dat in deze gemeente heden feest wordt gevierd en dat de deelneming alge meen is. En wat wonder, want zoo ooit dan heeft beden het wappren van het rood, wit en blauw gegronde reden, dewijl wij den dag her denken waarop nu 50 jaar geleden zulk eene vlag ongeschonden voor Nederland bewaard bleef, door den onverschrokken moed van den toen nog jeugdigen schepeling van de Kon. Ned. marine, Jacob Hobein. „Wij, ingezetenen van Vlissingen, hebben het groote voorrecht, dien onverschrokken man thans in ons midden te hebben, nu ais gepensioneerd opperstuurman, ridder van de Mil. Willemsorde broeder van den Ned. Leeuw, terwijl het Z. M. onzen geëerbiedigden koning behaagde hem heden nog toe te keunen de zilveren medaille van de orde van de Eikenkroon i,Aan mij, zeer geachte, eerwaardige grijsaard, is de eervolle taak opgedragen u op dezen feest dag in het openbaar met een enkel woord toe te spreken en u daardoor het bewijs te leveren van ons aller warme belangstelling in het door u ge- ierd wordende, merkwaardige feest. „Daartoe is juist deze plaats Uitgekozen, omdat gij, de nog in ons midden verkeereude, ons het zelfde herinnert, als het beeld van Neêrlands grootsten zeeheldwaaromheen wij geschaard staan, namelijk de heldendaden onzer vaderen en voorvaderen. 9Jacob HobeinHet is geheel overbodig hier de bijzonderheden in herinnering te brengen van de moedige daad, door u nu 50 jaren geleden verricht. En het moet voor u juist de grootste, de meest streelende zelfvoldoening zijn, de over tuiging te hebben, dat geen Nederlander met die bijzonderheden onbekend is. „Ouden van dagen herinneren zich het feit en de kinderen hebben door hun ouders en op de scholen uw naam leeren uitspreken als die van een moedig Nederlander, wiens voorbeeld in de ure des gevaars in alle opzichten navolging ver dient. „Het is dan ook ons aller vurige wensch dat, moge, wat God verhoede, Nederland ooit weder gedwongen worden met de wapens in de hand zijne rechten te verdedigen, er altijd mannen ge vonden zullen worden, die, als gij, hun b;oed veil hebben voor het ongeschonden behoud van het ons allen zoo dierbare kleinoodde Nederlandsche „Jacob Hobein uit naam van Vlissingen's inge zetenen, uit naam van alles wat militair is, uit naam van het korps, waartoe gij behoordet, wensch ik u geluk met dezen feestdag, waar aan gansch Vlissingen deelneemt, en met de hoogst eervolle onderscheiding u heden door Z. M. toegekend, eene onderscheiding waarin ook vooral gij, jeugdige schepelingen, het bewijs kunt zien hoe ware verdiensten door onzen koning worden gewaardeerd en beloond. „Moge het u, Hobein, gegeven zijn dezen dag nog tal van jaren te herdenken en moge gij u dan ook met zelfvoldoening herinneren de geest drift, waarmede heel de burgerij instemde toen ik voorstelde met een driewerf hoera het „lang leve Hobein!" te bezegelen." 't Behoeft niet gezegd te worden dat aan het hierop volgend gejuich bijna geen einde kwam. Vervolgens begaf de held van den "dag zich, begeleid door leden der feestcommissie en de au toriteiten, onder het gejuich der menigte naar het raadhuis, waar hij in de trouwzaal ontvangen werd. Deze zaal was toepasselijk versierd. In het midden der zaal was eene vlaggen- en wapen tropee opgericht, waarvoor het borstbeeld van Z. M. koning Willem III prijkte. Aan de rechterzijde zag men het Vlissingsche stads wapen, eveneens met vlaggen omgeven, terwijl aan de linkerzijde het door den Middelburgschen schilder Kimmel geteekende portret van Hobein, als jongeling, door vlaggen en groen omkranst het onderschrift Hulde uan Jacob Hobein droeg. Daar gekomen, sprak de waarnemende burge meester, de heer Th. van Uije Pieterse, ongeveer het volgende „Mijnheer Hobein„Het vaderland getrouw, blijf ik tot in den dood," deze oud-vaderlandsche lens moet u bezield hebben, toen gij het helden feit hebt verricht, zoo even, op zoo welsprekende wijze, in zulk eene hartelijke taal, daar, vóór het standbeeld van onzen onsterfelijken De Ruijter, ons in het geheugen terug geroepen. „Ik herinner mij nog die gedenkwaardige dagen, toen onze vaderlandsche dapperen streden voor het behoud der Zuid-Nederlandsche gewesten; ik herinner mij nog goed, hoe, behalve de namen van zooveel andere "helden, ook uw naam in scholen en door straten weerklonk, als van den dapperen held, die, met minachting van doods gevaar, de eer had gered van Neêrland 's vlag „Sedert zijn vijftig jaren verloopeneen halve eeuw ligt achter ons en wij hebben het voorrecht ons hier te mogen vereenigen om u, namens inge zetenen van Vlissingen, die stad, zoo merkwaar dig in Nederlands historie, geluk te wenschen dat gij, in het bezit der gezondheid en geëerd door het Nederlandsche volk, dat nimmer uw heldenfeit vergeten, maar hat voor de geschiedenis bewaren zal, terug moogt denken aan de heer lijke dagen uwer jeugd, waarin gij door kracht en vaderlandsch gevoel, eene daad verrichttet, die onzen toenmaligen vijanden, gelukkig thans weder onze bevriende naburen, bewondering afperste; eene daad, een heldenfeit, waarvoor Zijne Majos- teit de koning u begiftigde met de Mil. Willeme orde, u in de orde van den Ned. Leeuw deed opnemen en onze regeerende vorst u dezen mor gen nog als bewijs van zijn waardeering deed schenken de medaille van de orde van de Eiken kroon. „Wij Vlissingers zijn er trotscb op, dat onze stad de geboorteplaats kan worden genoemd van den groot en vlootvoogd M. A. de Rugter, wiens standbeeld onze stad versiert. Maar we gevoelen ons ook vereerd dat gij, waardige held, hoezeer niet binnen onze muren geboren, onze stad wildet kiezen als de plaats uwer inwoning, om daar de rust te genieten, na uwen weivolbrachten arbeid. „Als blijk van hoogachting en sympathie, mijn heer Hobein, bieden wij n op dezen gedenkwaar- digen dag, op dit uw gonden feest, dezen eer e wijn aan en verzoeken n het glas, waaruit gij dien drinken zult, te behouden als een aandenken aan dezen dag. „Drinken wij allen, mijne heeren, met een recht Nederlandsch hart, doordrongen van liefde voor ons dierbaar vaderland, ter eere en op de gezond heid van den Nederlandschen held Hobein! met de hoop, dat we hem nog vele jaren in ons mid den zullen mogen zien, dat hij nog vele jaren, onder Gods zegen, zal mogen genieten van zijne welverdiende rust en van de hoogachting van het Nederlandsche volk." Spreker eindigde met een „leve de held Hobein i" dat door alle aanwezigen daverend werd herhaald. De kristallen bokaal, den heer Hobein aan geboden, rust op een zilveren voet en draagt aan de eene zijde als inschrift: Jacob Hobein 1831. 19 Maart - 1881." en aan de keer zijde: Ingezetenen van Vliseingen." In antwoord op het gesprokene antwoordde de heer Hobein, diep geroerd„heb dank voor nw aller sympathie, mijn hart is vol, ik kan niet meer." De heer Wels nam vervolgens het woord en deelde mede dat door den jubilaris vanwege prins Frederik, behalve een gelukwensch, een aanzienlijk geschenk in geld ontvangen was. Werd de uitnoodigiug van den heer Pieterse om een Leve de koningaan te heffen, met luiden bijval ontvangen, niet minder gaarne werd het Leve prins Frederik! door den laatsten spreker aangeheven, donderend herhaald. Nadat de eerewijn gedronken was begaf men zich weder in optocht, voorafgegaan door de muziek, naar de sociëteit He Vnte, waar de heer Hobein door het bestuur ontvangen en hem bij monde van den president, den heer Van Kaalte, in hartelijke bewoordingen het eerelidmaatschap der sociëteit aangeboden werd. Daarna voerden ook nog de heeren Van Hille, kommandant van het garnizoen en M. Pot het woord, beiden hun gelukwensch met een hoera voor Hobein bezegelende. De heer Hobein, tot tranen bewogen, sprak ook hier nog eenige woorden, waarin hij ver klaarde de hem betoonde sympathie op zeer hoogen prijs te stellen. Geen enkele wanklank heeft zich in dit schoons feest, dat door het fraaiste weder begunstigd werd, doen hooren. De commissie voor deze in alle opzioh ten goed geslaagde feestviering bestond uit de heeren Je Spanjaard, kapitein ter zee en inspecteur van het loodswezen, als voorzitter en de heeren A. Smit, burgemeester, Th Van Uije Pieterse, wethouder en notaris, P. Van Hille, majoor der infanterie, Jos. van Raalte, directeur van de kon. maatschap-* pij de ScheldeW. J. H. de Kanter, kornis, van Z» M. stoomkanonneerboot Hydra, W. C. van Duren Dutilh, majoor komm. der dd. schutterij, G. L. van Woelderen, oud zee-officier, W. A. J. van den Hurk, komm. van het depot van discipline en P. Forbes Wels, gemeente secretaris. Heden avoüd wordt de feestelijkheid met een door het Vlissing sche muziekgezelschap Ons Genoegen aan den jubilaris te brengen serenade met fakkellicht en met eene wandeling door de stad besloten. Onder de bewijzen van belangstelling welke dé heer Hobein ontving, vermelden wij nog, behalve tallooze kaartjes en brieven, een schrijven namens Z. M. den koning, een van Z. K. H. prins Frederik en een ander van den commissaris des koningsin Zeeland, allen de hartelijkste gelukwenscheö bevattende» De jongens van het marine-opleidingsschip de Wassenaer, te Amsterdam, zonden per telegraaf hun gelukwensch en legden daarbij de belofte af, Hobein's voorbeeld niet te zullen vergeten. Ook de officieren van Z. M. instructiebrik dé Zeehond en de vereeniging Het eereteeken voo¥ belangrijke krijgsverrichtingen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1