N°. 66] 124e Jaargang. 1881J Zaterdag 19 Maart. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van'Zon- en Feestdagen. Prijs per 3jm. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. r 1 Zij die zich vóór 1 April 1881 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom mers gratis. Middelburg, 18 Maart. IDDELBURGSCHE COURANT. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad van Vlissingen werd de veror dening op het schoolwezen in dien geest gewij zigd, dat de ouderdom tot toelating van kinderen op de openbare scholen van 7 tot 6 jaren is gebracht. In beginsel werd besloten tot het bonwen van eene nieuwe school en die te plaatsen aan de noordzijde van de groote markt, of op het plein tegenover de hoofdwacht. De jaarwedde van den deurwaarder bij de plaatselijke belastingen werd verhoogd en ge bracht op f 350. Na discussie werd het voorstel van burg. en weth. om een hoofd der meisjesschool op te roepen, aangenomen. Nog werd besloten tot den verkoop van het stadskoffiehuis De Beurs. Eindelijk werd aan de heer J. L. Gruber te Utrecht, concessionaris van den stoomtramweg MiddelburgVlissingen, op zijn verzoek uitstel verleend tot 1 Sept. 1882 voor den aanleg van de geprojecteerde lijn KeersluisHavenstation en eene verandering toegestaan in het leggen der rails door de gemeente. In een volgend nommer geven wij het gewone verslag. Tot verbetering van het gisteren opgegeveD, in vele opzichten foutief, bericht omtrent de feestviering op morgen te Vlissingen ter eere van den opperstuurman J. Hobein, strekke het vol gende. Des morgens te 10 uren zal aan boord van Zr. Ms. wachtschip eene groote parade worden gehouden, ter bijwoning waarvan de ridder Hobein is uitgenoodigd. Des middags te twee uren zal de jubilaris met open rjjtnig aan zijne woning afgehaald en naar het staudbeeld van De Rugter worden gevoerd, waar door het muziekkorps van het 3e reg. infanterie ©enige nommers zullen worden uitgevoerd en waar hij door een der leden van de commissie zal worden toegesproken; van daar zal men zich in optocht begeven naar het raadhuis, waar de een en zeventigjarige held door het gemeentebestuur gecomplimenteerd en hem de eerewijn aangeboden zal worden. Daarna zal men zich eveneens in optocht naar de sociëteit de Unie begeven, waar de heer Hobein door bet bestuur zal worden ODtvangen en toe gesproken, terwijl eenige muzieknommers uitge voerd zullen worden. Te vier uren zal de heer Hobein per rijtuig, begeleid door leden der commissie, naar zijne woning worden geleid. Des avonds te half negen zal het muziekge zelschap Ons genoegen aan den heer Hobein eene serenade met fakkellicht brengen en daarna eene wandeling door de stad maken. Met den len April a. wordt in de administratie der posterijen eene aanmerkelijke vereenvondiging gebracht. Alle porten, zonder onderscheid, die door geadresseerden van binnen- en bnitenland- sche brieven en andere stukken verschuldigd zijn, worden alsdan door portzegels verantwoord. Die zegels, waarop het verschuldigde port staat uit gedrukt, worden naast elkander aan de adres- sljde der brieven of andere stukken vastgehecht én, biedt de adreszijde geen voldoende ruimte aan, dan kan dit op de achterzijde geschieden. In verband daarmede zijn strenge straffen be paald tegen het heffen van port van de geadres- aeerden, dat niet door portzegels is verantwoord Eene menigte schrifturen en omslachtige con- tröle worden daardoor opgeheven, wat bij de voortdurende toeneming van werkzaamheden den postambtenaren ten goede komt. Vlissingen, 18 Maart. Door den heer W. van Kamer, hoofdonderwijzer alhier, is in eene portefeuille van teekeningen, in zijn bezit, een oorspronkelijk portret in crayon van J. Hobein gevonden, vervaardigd in 1831 door den schilder C. Kimmel te Middelburg. Bij dit portret lag een schrijven van Z. K. H. prins Frederik, waarin deze den schilder dank zegt voor een dergelijk portret, ten behoeve van den prins vervaardigd. Mevrouw Lina Schneider hield gisteren avond in de goed bezette concertzaal hare aangekondigde letterkundige voordracht. Na haar ingenomenheid betuigd te hebben dewijl zij zich weder te midden van een Necterlandsch publiek bevond, en met eene korte herinnering aan eene voordracht, vóór korten tijd door haar te Leipzig gehouden, waar na eene vergelijking tusschen Vondel en Klopstock, onder algemeene toejuiching van het geletterd Duitsch publiek, de eerepalm aan onzen „prins der dich ters" werd toegekend, ging mevr. Schneider over tot het voornaamste gedeelte harer voor dracht: fragmenten uit en beschouwingen over Schiller's Lied von der GljcJce. De ontwikkelings geschiedenis van dit schoonste zijner didactische gedichten begint reeds in 1788, toen hij bij Rudolstadt, in Thüringen, waar hij destijds op zijne latere vrouw Charlotte von Lengeield ver liefd raakte, eene klokkengieterij bezocht, die nog bestaat. Het duurde echter tot in 1796, eer het gedicht in den Muzenalmanak verscheen. Mevr. Schneider deelde nit Schiller's leven in dien tjjd verschillende bijzonderheden mede en toonde aan hoe in het gedicht vele dier voorvallen en indrukken teruggevonden worden. Hierdoor is 't het meest persoonlijke zijner werken geworden. Zij droeg verder de meest belangrijke gedeelten eruit voor en helderde die door eenige critische opmerkingen op. De bekende aardigheid, dat in het klokkenlied éen ding ontbreekt, nl. de klepel, werd daarbij niet vergeten. Na de pauze was de voordracht gewijd aan kleinere gedichten. Eenige oude bekenden, waar van de herinnering uit haar vroeger bezoek haren hoorders aangenaam gebleven was, herhaalde mevr. Schneider op verzoek. Eene zeer kunstige, met zorg bewerkte, doch op 't eerste gehoor niet vol komen te waardeeren vertaling van het gedicht Carrara, uit mr. C. Vosmaer's roman Amazone, was het belangrijkste van dit gedeelte der voor dracht. Mevr. Schneider liet zich hoogst gunstig, zoowel over Lilith van M. Emants als over den roman van den heer Vosmaer uit, twee dich ters, zeide zij, te buitengewoon misschien om in een klein land zonder bezwaar op 't zelfde oogenblik nevens elkander te staan. Zij had uit beide werken enkele fragmenten bekend gemaakt in haar vaderland, waar ze bij de meest bevoegde beoordeelaars met veel bewondering ontvangen waren. Zij rekende zich echter gelukkig, ook in Nederland iets te mogen zeggen, dat wellicht als tegenwicht zon kunnen dienen voor de „verket tering" aan welke Vosmaer's roman heeft bloot gestaan. Ons komt het voor, dat mevr. Schneider het met die „verkettering" misschien wat hoog op neemt. Amazone is ongunstig beoordeeld door prof. A. Pierson in het Vaderland en door Cd. Busken Hnet in de Amsterdammermaar is elders daarentegen gunstig aangekondigd. Ook is de uitdrukking „verkettering," toegepast op de twee genoemde critieken, misschien niet geheel juist. Als roman zijn op het boek aanmerkingen gemaakt, waarvan de gegroudheid niet betwist kan worden; doch in zijn voornaamstebeteekenis, als in beelden gebrachte verhandeling over schoon heidsleer, vindt het eene waardeering, welke daaruit blijkt, dat het zijn tweeden druk reeds beleeft. Aesthetiek is juist genoeg mode-artikel van onzen tijd om zulk een boek, in znlk een vorm, den wind der populariteit te doen vatten. En wat het kieschheids-bezwaar betreft, waar mevr. Schneider een oogenblik op zinspeelde, zijn onze dames en heeren, vooral zij die aan aesthetiek „doen," naar wij gelooven genoeg geëmancipeerd om zich niet te laten afschrikken door de mededeeling in eene critiek, dat in zeker boek eene dame voorkomt, die zich „in eer en deugd" tot model leent voor de Victoria van een beeldhouwer, haar vriend. Dit zij echter zoo 't wil, de moeite welke mevr. Schneider zich geeft om de werken, ook onzer jongere letterkundigen, in Duitschland te doen kennen, geeft haar aanspraak op onze dank baarheid, gelijk het letterkundig genot, ons gis teren avond geschonken, diegenen onder hare toehoorders welke gekomen waren om dat te smaken, zeker niet onvoldaan naar huis zal hebben doen keeren. Van hen maakte dr. F. P. J. Sibmacher Zijnen zich de tolk, toen hij haar zijn dank be tuigde, dewijl zij ons wel in de gelegenheid had willen stellen, na met het talent der dochter pas kennis gemaakt te hebben, ook dat der moeder opnieuw te bewonderen. Het hoofdcomitê voor de behartiging van de be langen der Tramvaalsche Boeren heeft een bericht uitgegeven, onderteekend door prof. P. Harting, voorzitter en den heer H. F. Jonkman, secretaris, waarin medegedeeld wordt dat het comité zich ten doel stelt: lo. door alle geoorloofde, d. i. vreedzame, met de neutraliteit van ons vaderland strookende middelen te trachten de Engelsche regeering te bewegen aan de Zuid- Afrikaansche republiek hare vrijheid en onafhankelijkheid terug te geven. Dit is het hoofddoel, welks bereiking zich het hoofdcomité tot taak heeft gesteld, en waarvoor het de gelden, die daaraan worden toevertrouwd; in de eerste plaats gebruikt. Ter bereiking van dit hoofddoel worden: a. brochures en kleinere geschriften gedrukt en ver spreid, die strekken moeten om de gebeurtenissen, welke aanleiding gegeven hebben tot de annexatie der Zuid Afrik, republiek en die, welke gedurende het annexatie-tijdperk hebben plaats gehad, toe te lichten en de menigvuldige onjuiste en kwaadwillige voorstellingen, die van hare be woners gegeven zijn, te wederleggen h. betrekkingen aangeknoopt en onderhouden met allo andere comité's, zoowel binnen- als buitenlandsche, die hetzelfde doel op dezelfde wijze beoogen en ondersteuning verleend, waar bet voor de bereiking van 't gemeenschap pelijk doel noodig mocht blijken c. correspondentiën onderhouden met bijzondere personen, die op eenigerhande wijze dit doel kannen bevorderen. 2o. Indien de oorlog onverhoopt mocht worden voort gezet en de geldmiddelen het toelaten, zonder het hierna onder 3o te noemen te veel te schaden, zal het hoofdco mité een gedeelte dier geldmiddelen kunnen aanwenden om, al dan niet in verband met Eet Roode Kruis en andere vereenigingen, aan de gewonde Transvaalscbe Boeren heelkundige hulp te verschaffen. 3o. Na den vrede onderstand te verleenen aan de we duwen en weezen der gesneuvelden Boeren en in het al gemeen de door den oorlog veroorzaakte rampen te lenigen. Om dit op de beste wijze te doen stelt het hoofdcomité zich in verband met personen in Zuid-Afrika of aldaar gevormde comité's, die het de noodige voorlichting kunnen verschaffen om dit doel zoo goed mogelijk te bereiken. 4o. Wanneer de oorlog geëindigd en de orde in de Zuid-Afrikaansche republiek hersteld is, behoudt het hoofd comité zich voor om, in vereeniging met andere belang stellenden, maatregelen te beramen, teneinde de beschaving in de Transvaal op de meest gepaste wijze te bevorderen. Tot candidaat voor de betrekking van algemeen secretaris der Mij. tot Nut van 't Algemeen is gekozen te Vlaardingen, Eindhoven, Geldermalsen, Zutfen, Sexbierum, Beemster, Leiden, Kolhorn, Mr. A' Kerdijk. Te Houtrijk en Polanen, Doetinehem, Nieuw- Beerta, Gorinchem, Wamel, Haaften, Hoogwoud, Apeldoorn, Goor, P. Bruijn. De lang verwachte stoomtram van Bergen op Zoom naar Tholen zal eindelijk verschijnen. De richting is bepaald dooor de Stationstraat, de geslechte gronden achter den Meerschetuin en de school van gewoon lager onderwijs naar den Tholenschen Btraatweg. (N. R. Cf.) Het hoofdbestuur der Ned. vereeniging van het Roode Kruis heeft, onder dagteekening- van 15 Maart jl.mededeeling gedaan, dat in een naderen brief van den consul-generaal G. Mij burgb, te Kaapstad, kennis wordt gegeven, „dat men aldaar zeer is ingenomen met de wijze waarop de vereeniging van het Roode Kruis is opgetreden, en dat reeds verschillende ruime giften daarvoor zijn ingekomen." Te Durban zou ook door den consul aldaar een comité worden opgericht. Uit dit en andere berichten blijkt tevens, dat de keuze van geneeskundigen, beschikbaar voor het oorlogstooneel, in de Kaapkolonie niet zeer ruim is. Daarom stelt het hoofdbestuur het op hoogen prijs, dat het aan 't comité te Kaapstad is gelukt reeds drie geneeskundigen en drie assis tenten naar het slagveld te zenden, die met de in aantocht zijnde vijf Nederlandsche geneeskun digen veel lijden kannen verzachten. Niettemin, zegt het hoofdbestuur, kan zich de behoefte aan meer geneeskundige hulp doen ge voelen. Daarom verzoekt het aan de comités en correspondenten het wel te willen inlichten, indien in hun omgeving ongehuwde Nederlandsche ge neeskundigen, tot het. uitoefenen der genees- en heelkunst bevoegd, geneigd mochten zijn zich belangloos, voor rekening van het Roode Kruis, beschikbaar te stellen tot het verleenen van hulp aan gekwetsten en zieken der strijdende partijen in Zuid-Afrika.. Het hoofdcomité is bereid de Bchade, die ten gevolge van dezen belangloozen dienst wordt ondervonden, te vergoeden. Aan de Paarl, in de Kaap-kolonie, is 9 Februari op eene druk bezochte vergadering beraadslaagd of men gelden voor het Nederlandsche Roode Kruis zou bijeenbrengen of uitsluitend de gewonden der Bóeren bijstaan. De predikant Du Toit stelde de volgende resolutie voor: „Deze vergadering acht den tijd gekomen om geneeskundige hulp aan te bieden aan de gewonde Boeren in den Trausvaal- schen oorlog. Zij besluit dus, dadelijk inteeken- lijsten tot dat doel te openen en een beroep tot medewerking hiertoe te doen op het gansche land, onder de verstandhouding, dat alle fondsen, die er mochten over zijn, na den afloop van den oorlog zullen verdeeld worden onder de behoef tige weduwen en weezen der gesneuvelde Boeren en onder andere Boerenfamiliën, door den oorlog verarmd, en zij benoemt een comité om hierin ta handelen, hetzij zelfstandig of in verband met de beweging uit Holland en met het comité in den Oranje-Vrijstaat." Algemeen was men tegen medewerking met het Roode Kruisomdat men alleen hulp verleend wilde zien aan de Boeren. De heer D. P. v. d. Heever, voorzitter der Albertsche Boerenbescherming-vereeniging, zeides „In mijn district zullen de menschen 1 p. st. geven in plaats van 5 sh., indien er bijdragen worden gevraagd voor een zelfstandig comité. Hulp te verleenen aan de Engelschen is alles goed en wel, maar straks nemen zij ook inboor lingen in hunne gelederen op om de Boeren te bevechten, en moeten wij hunne gewonden dan ook verplegen Als wij geven, moeten wij ruiterlijk toonen, voor wie wij geven. Laat de menscben verstaan en begrijpen, welk standpunt wij innemen en voor wie wij optreden." Het onderstaande is de vertaling (uit het Engelsch) van den eed, door een groot aantal Transvaalsche Boeren jegens elkander afgelegd. «In tegenwoordigheid van den Almaohtigen God, den kenner der harten, en biddende om zijne genadige hulp, zijn wij burgers van de Zuid-Afrikaansche republiek plechtig overeengekomen, voor ons en onze kinderen, ons te vereenigen in een heilig boud, wat wij bezegelen met een pleohtigen eed. Veertig jaren is het geleden, dat onze vaders de Kaap- kolonie verlieten, om een vrij en onafhankelijk volk td worden. Het zijn veertig jaren geweest van kommer ett lijden. Wij hebben Natal gesticht, den Oranje-Vrijstaat en de Zuid-Afrikaansche republiek (Transvaal) en drie malen heeft de Engelsche regeering onze vrijheden ver trapt en onze vlag, gedoopt in het bloed en de tranen onzer voorvaders, is door haar neergehaald. Als door een dief in den nacht is onze vrije republiek ons ontstolen. Wij kunnen dit niet dulden en wij mogen het niet. Het is Gods wil, dat de eendracht onzer vaders en de liefde voor onze kinderen ons noodzaakt aan onze kindereiij ongekrenkt, weder het erfdeel onzer vaderen na te laten. Het is om die reden dat wij hier zijn vereenigd ei elkaar de hand geven als mannen en broeders, plechtig belovende getrouw te zijn aan ons land en aan ons volk en met vertrouwen op God samen te werken, tot den dood toe, tot herstel van de vrijheid van onze republiek. Zoo waarlijk helpe ons God Almachtig". De minister van mariue heelt bepaald, dat aan alle schepen voor buitenlandschen dienst bestemd, een machine zal worden verstrekt tot het maken van ijs. De levering zal geschieden door den heer Arct- zenius te 's Hage, terwijl de beproeving zal plaats hebben aan 's Rijks werf te Amsterdam. Door 39 fabrikanten en handelaars uit Enschedé en omliggende plaatsen is een adres gericht, „aan de handelaars en fabrikanten van Engeland" oe§

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1