N». 59. 124e Jaargang. 1881. Vrijdag 11 Maart. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 5/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels /1.50 iedere regel meer 0,20a Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 10 Maart. Benoemingen en besluiten. Onderwijs. Kerknieuws. Marine en leger. Rechtszaken. IKIDDELBCRGSCHË COURANT. In de gisteren gehouden vergadering van het departement Middelburg der My. tot Nut van H Algemeenwerd met 39 stemmen gekozen tot candidaat voor de betrekking van algemeen secretaris, de heer mr. A. Kerdijk. De heer Bruijn verkreeg 34 stemmen. De voorzitter deed vervolgens mededeeling van eenige ingekomen stukken, alsmede van nieuw toegetreden of door overlijden als anderszins ver loren leden. Onder deze laatste wijdde hij eenige woorden van hnlde aan het eerelid J. van Meeren- donk, den23en December jl. overleden, wien in 18E8 het eerelidmaatschap van het departement werd opgedragen. In 1799 te Zierikzee geboren, eerst matroos, daarna schioper en schipper-verificateur bij de recherche, eindelijk commies le klasse alhier, was Van Meerendonk vooral bekend als redder van drenkelingen. Het aantal der door hem geredde personen wordt op meer dan 70 ge schat. Benoemd tot broeder der orde van den Ned. Leeuw in 1839, door den koning begiftigd met de groote medaille voor verdienstelijke daden in 1859, ging Van Meerendonk tot op hoogen ouderdom voort met het verrichten van daden van buitengewonen moed en menschlievendheid. In hem heeft het Nut een zijner verdienstelijkste eereleden verloren. Ha de pauze werd door dr. D. G. Jelgersma eene voorlezing gehouden over de rechtsspraak in strafzaken gedurende de 17e en 18e eeuw, in de republiek der Vereenigde Nederlanden. De strekking dezer voordracht was, te doen uitkomen dat wanneer met reden de 19e eeuw beschouwd wordt als het glanspunt onzer vaderlandsche ge schiedenis, die glans ons niet verblinden mag voor de grove misbruiken en verkeerdheden, welke den maatschappelijken toestand in dat tijdperk aankleefden. Spreker had, om dit aan te toonen, zijne studie bepaald tot eenige bijzon derheden uit de strafrechtspleging, welke in de archieven van het Hof van Holland, over het tijdsverloop van 1572 tot 1810, in overvloed te vinden zijn. Niet alleen ontmoet men, in dat over 't algemeen als vroom en godvruchtig beschouwd tijdperk, eene lijst van misdadigers in iederen stand en ieder beroep, welke aan die van den tijd, waarin wij leven, niets toegeeft; maar de archieven van het Hof vertoonen éen verschijnsel, waardoor de 17e eeuw bij de onze buiten tegenspraak op de treurigste wijze achterstaat. Bijna op iedere bladzijde leveren zij het bewijs welk een misbruik van macht, welke knevelarijen en onrechtvaardigheden gepleegd werden door hen, aan wie de handhaving der gerechtigheid was toevertrouwd. Dat geeft een zeer ongunstigen maatstaf voor het recht en de zedelijkheid, welke in de maatschappij der 17e en 18e eeuw aange troffen werden. Niet minder dan 133 processen tegen baljuws of schouten vindt men, over het straks genoemde tijdvak, in de archieven van het hof. Neemt men in aanmerking dat, uit den aard der zaak, slechts het kleinste gedeelie van het kwaad dat gepleegd werd, op deze wijze door eene procedure voor het hoogste rechtslichaam aan het licht werd gesteld, terwijl daarentegen Onnoemelijk veel in stilte verdragen, of door de macht der patricische geslachten, aan welke het schout- en baljuwschap voorbehouden was, ge heim gehouden werd, dan komt men tot eene zeer ongunstige gevolgtrekking tèn aan zien der rechtszekerheid en der onkreukbaarheid van de rechterlijke macht, in dit overigens zoo luisterrijke tijdperk onzer historie. Den baljuws of schouten was eene uitgestrekte macht in handen gegeven. Vertegenwoordigers van het souverein gezag in de middeleeuwen, hadden zij dat gezag behouden toen de plaats van den graaf, of heer des lands, door de repu- blikeinsche overheid werd ingenomen. Daaren boven werden zij gekozen uit de deftigste patri cische familiën en waren niet alleen hierdoor, maar ook door hun wetenschappelijke opleiding, door hun kennis van het Bomeinsche recht, ver verheven boven hunne bijzitters in de rechterlijke lichamen» De macht van den baljuw was dan ook op het platteland veel minder beperkt dan ia da steden, waar bjj door de leden der vroed schappen, zijn gelijken in stand en opvoeding, op de vingers gezien werd. Maar in de steden zoo wel als op het platteland bestonden verkeerdheden, aan de rechterlijke inrichting zelve eigen, welke tot misbruiken aanleiding gaven. Zoo werden eene menigte misdrijven gestraft met geldboeten, waarvan de schout zijn deel ontving. De verlei ding om het vellen van een veroordeelend vonnis te bevorderen, was dus groot. Het schoutsambt werd dan ook geacht een geldelijke bezitting te vertegenwoordigen, zooals nog bleek in 1795, uit de klacht van den schout van Egmond over de ontzetting uit zijn ambt, dat hij van den baljuw van Eennemerland gekocht had. Gedurende de stadhouderlooze tijdvakken schijnt het kwaad iets minder geweest te zijn dan onder het bestuur der stadhouders, die zich niet ont zagen zelf met de baljuwen bij contract omtrent zekere verplichtingen overeen te komen, in strijd met de onkreukbaarheid van hun ambt. Dit blijkt o. a. uit een bewaard gebleven contract, door den stadhouder Willem III met een baljuw in Holland gesloten. Veel verschil kon er echter tnsschenhet eene en het andere tijdvak niet bestaan, dewijl de grootste verkeerdheden met den geheelen maatschappelijken toestand samenhingen. Men lette b. v. op de algemeen lagere ontwikkeling der volksklasse. Hieronder heeft men niet alleen den grooten hoop te verstaan, maar eene tal rijke menigte landloopers en veroordeelde misda digers, die door verbanning uit hun stad of dorp verdreven, op de plaats waar zij zich gevestigd hadden letterlijk van niets anders dan van roof, bedrog en oplichterij konden leven. Op het plat teland zwierven zij bij benden rondin de steden bewoonden zij geheele wijken, zooals te 's Hage het Lamgroen, het Paddemoes, het Kikkerstraatje, en andere slecht befaamde buurten. De onveiligheid was dan ook groot. In 1661 werden twee notaris-dochters in een der lanen van het Haagsche bosch door gewapende mannen op klaarlichten dag aangerand en beleedigd; in 1643 vond men er een afgehouwen hoofd; in 1666 werd de advocaat Roosenboom met zijne nicht in de Maliebaan, midden op den dag, door twee onbekenden aangevallen en beroofd. In geen dier gevallen kwam men de daders op 't spoor. Zoodra het donker viel, werden de straten over stroomd met een heirleger lichtekooien en slecht volk; des nachts behoorden vechtpartijen, moord en roof tot de meest gewone zaken. Amsterdam, dat zich beroemde op zijn voor treffelijke politie, was niettemin met zijn ontslagen zeevolk, zijn matrozenkroegen, zijn zielverkoopers en zijn Jodenbuurt niet veel beter. In de kleinere plaatsen en op het platteland werd de politie vaak geheel gemist. In zulk een maatschappelijken toestand was de willekeurige macht van den baljuw een bijna onontbeerlijk wapen voor de openbare veiligheid. Hij kon verdachte personen gedurende maanden en jaren preventief laten opsluiten. Hij kon hen op allerlei manieren kwellen en vervolgen. Hij kon op de uitspraken der rechterlijke lichamen een onwettigen invloed uitoefenenhij kon, onder steund door de barbaarsche rechtspleging, bij de instructie pijnbank en andere martelingen doen opleggen. Aldus gewapend, was zijne macht zoo groot, dat het voor bijna ieder geraden was die liever te ontwijken dan met haar een strijd aan te gaan. Yoor geld kon men dan ook voor het grootste misdrijf „composeeren"; maar om het geld werd ook menigeen door den baljuw valschelijk beschuldigd, teneinde hem tot „composeeren" te noodzaken. Voor geld moesten de katholieken van den baljuw de vergunning tot uitoefening van hun eeredienst koopen; voor geld kregen de doopsgezinden hetzelfde gedaan, gelijk o. a. bleek uit het proces tegen den baljuw van Beijerland in 1664. Al deze feiten, door spreker met aanvoering van datums en namen uit 's Hofs archieven ge staafd, geven een allertreurigsteu indruk van de rechtsspraak der republiek. Het eenige lichtpunt te midden der algemeene duisternis, is de rechtsspraak van het Hof van Holland» Wel liet ook deze te wenschen over en zijn de voorbeelden, dat andere overwegingen dan die der gerechtigheid, 's Hofs uitspraken en handelingen beheerschien, niet zeldzaam. Maar toch was daar, als men 't zoeken kon, dikwijls nog recht te vinden. Yergeljjkt men echter met dien toestand den ongekreukten goeden naam onzer hedendaagsche rechterlijke macht, dan kan er geen twijfel be staan of in dit belangrijk opzicht althans heeft onze tegenwoordige maatschappij het recht om op hare voorgangster uit de hoogte neder te zien. In eene heden namiddag ten raadhuize alhier, onder voorzitterschap van den heer mr W. O. Bor- sius, gehouden vergadering van het kiescollege Middelburg van stemgerechtigde aandeelhouders, waarop 27 stemmen vertegenwoordigd waren, is, in plaats van den heer J. Luteijn, die deze be trekking heeft nedergelegd,benoemd als commissa ris-plaatsvervanger der Nederlandsche Handelmaat schappij de heer J. P. Fokker, met 25 stemmen. 2 stemmen waren op den heer B. A. Fokker uitgebracht. Grocde, 9 Maart. Bij de gisteren gehouden herstemming voor 3 leden van den gemeenteraad kwamen, van de 130 kiezers, 127 ter stembus. Bij de opening op heden bleek dat waren uit gebracht rood briefje: 68 stemmen op Iz. Tromp. 57 P. B. Geeraert (kath.), aftr. lid. groen briefje 70 stemmen op J. de Vlieger, aftr. lid. 65 L. H. Leunis, id. 62 H. G. Hammacher. 56 A. J. Luteijn. Herkozen zijn dus J. de Vlieger en L. H. Leunis; gekozen in de plaats van P. B. Geeraert, Iz. Tromp. De raad is thans samengesteld uit vijf oude en twee nieuwe leden, waarvan een candidaat van de liberale party, éen van de antirevo lutionaire. De coalitie tusschen de partij-Mazure en de antirevolutionaire partij heeft de meerderheid in den raad. Het minst goed loopt de verkiezing uit voor de katholieken; deze hadden éen verte genwoordiger in den raad, welke ook onder de vier was die onlangs hun ontslag namende liberalen stelden een ander katholiek in zijn plaats candidaat, maar deze viel door de coalitie met de hulp van de katholieken. Nu bij de herstemming evenwel, laten de antirevolutionairen den katho liek Geeraert in den steek en stemmen op den liberaal Tromp, zoodat thans geen katholiek in den raad zitting heeft. Een lesje voor zijne ge- loofsgenooten, om zich voortaan niet door hunne natuurlijke vijanden te laten gebruiken. De openbare uitvoering gisteren avond door den Zangersbond Walcheren, in het Schuttershof alhier, ten voordeele van de nagelaten betrekkingen der met de Vrouw Clasina verongelukte Arne- muidsche visschers, gegeven, werd door een talrijk publiek bijgewoond. In de eerste afdeeling werden een zestal nommers door de gezamenlijke zangvereenigingen ten ge- hoore gebracht, terwijl in de tweede afdeeling de verschillende vereenigingen een of meer liederen ten beste gaven. De zanguitvoering werd door twee voordrachten afgewisseld, waarvan een, die van den heer K., bestond uit het in Arnemuidsch dialect gedaan verhaal van de schipbreuk en de redding vanB. Meulmeester. Deze werd vervolgens aan het pu bliek voorgesteld. De opbrengst van dit werk der liefdadigheid zal ruim /T00 bedragen, terwijl een ten behoeve van Blaas Meulmeester gehouden collecte ongeveer f 40 opbracht. De Vereeniging voor den effectenhandel te Am sterdam heeft zich tot den minister van waterstaat enz. gewend, met een adres houdende klachten over den langen duur van den abnormalen toestand, waarin de hoofdstad verkeert ten gevolge van het afbreken der telegraphisohe gemeenschap. Met het stoomschip Prinses Amalia der Neder landen, hetwelk 12 Maart a. uit Amsterdam ver trekt, zal van daar rechtstreeks eene brievenmaal worden verzonden naar Atjeh. Voorts zal op Dinsdag 22 Maart a., met den trein Van 7 u. 's m. uit Amsterdam naar Emmerik, in aansluiting op het vertrek van het bedoelde stoomschip uit Napels, mede eene verzending naar Atjeh geschieden. Het bericht van het Deventer Zondagsblad, dat dr. Kan uit Deventer, die uit den Oranje-Vrijstaat naar het oorlogstooneel was vertrokken om zich onder de banier van het Boode Kruis te scharen, aan een kogelwond zou zijn overleden, is minst genomen voorbarig. Althans de familie van genoemden geneesheer heeft van zijn overlijden niets vernomen, en te Deventer houdt men het bericht voor een praatje zonder eenigen bekenden grond. NB. Ct.) belastingen. Opgeheven de controle der dir. bel. en van het kadaster te Sneek. Ingesteld con? troles der dir. bel. en van het kadaster te Eind hoven, Dordrecht en Heerenveen. Verplaatst de controleur der dir. bel. en van het kadaster J. S. P. Schnebbelie, van Sneek naar Dordrecht. leger. Op nonactiviteit gesteld de le luit. J. Hora Adema, van de Ie afd. vest.-art. in afwach ting dat omtrent hem nader zal worden beschikt. Eervol ontslag verleend uit den mil. dienst, met toekenning van den titulairen rang van luit. kolonel en van pensioen, aan den met verlof hier te lande aanwezigen majoor der inf. van het leger in Nederl.-Indië A. G. C. E. W. von dem Bus- sche Ippenburg. De heer G. L. P. van Ham, hoofdonderwijzer te Sluiskil, is benoemd tot onderwijzer bij de op leidingsklasse voor onderwijzers te Axel. Te 's Gravenhage is op 72jarigen leeftijd over leden de heer S. F. van Hasselt, sedert 1859 adviseerend lid en secretaris van de synode der N. H. kerk. De luit. t/z. le kl. G. H. van Steyn en D. L, M. E. Keus worden als tijdelijk le off. geplaatst respectievelijk aan boord van Zr. Ms. opleiding schip Admiraal van Wassenaer en Anna Paulowna. Voorts wordt de luit. t/z. 2e kl. W. Römer, dienende aan boord van de Admiraal van Wasse naer, op nonactiviteit gesteld en vervangen door den luit. t/z. 2e kl. A. L. van der Moolen, in wiens plaats aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis wordt voorzien door den luit} t/z. 2e kl. R. O. J. Verschoor. Bij het 3e reg. inf. te Bergen op Zoom zijn door den minister van oorlog voor speciale dien sten aangewezen de kapiteins H. J. Opscholtens en J. F. Meyer. Ter terechtzitting van het kantongerecht te Middelburg van 8 Maart zijnde volgende personen veroordeeld: H. M. K., en J. C. v. V., te Middelburg, wegens het doen schrikken van paarden aldaar, ieder tot eene boete van f3 of een dag gevangenisstraf. A. H., te Middelburg, vvegens het zonder daartoe uitgetergd te zyn tegen iemand uiten van scheld woorden, tot eene boete van ƒ1 of een dag ge vangenisstraf. J. B. F., te Middelburg, wegens het in gestrek- ten draf rijden in eene binnenwyk aldaar, nai gedurende het laatste jaar voor gelijke overtreding te zijn veroordeeld, tot eene boete van f5 of twee dagen gevangenisstraf en tot eene gevangenisstraf van een dag. J. H.; P. J. de Z., te Middelburg, en C. M.P., te Vlissingen, wegens openbare dronkenschap te Middelburg, ieder tot eene boete van /I of een dag gevangenisstraf. H. v. S.; L. J. S., te Vlissingen, en P. de V., te Westkapelle, wegens het maken van nachtelijk burengerucht tot verstoring van de rust der in woners, ieder tot eene boete van ƒ6 of twee dagen gevangenisstraf. J. D.; J. v. d. S.; en P. J., te Vlissingen, wegens het luid schreeuwen op de straat aldaar, ieder tot eene boete van ƒ3 of een dag gevan genisstraf. J. G., te Westkapelle, wegens het doen van afgravingen in de duinen van een polder in Zee land op eene andere plaats dan de daartoe door het bestuur van dien polder aaugewezene, tot eene boete van 10 of een dag gevangenisstraf, W. v. L,, te Middelburg, wegens het werpen met sneeuw op de openbare straat aldaar, in eene boete van ƒ1 ol een dag gevangenisstraf. P, P, Hz., te Domburg, wegens openbasj

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1