N°. 56.
124® Jaargang.
1881.
Dinsdag
8 Maart.
Nationale Militie.
lationale Militie.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels y 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland; de Compagnie générale de Publicité G. L. Baube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Eerste zitting van den Militieraad.
Middelburg, 7 Maart.
De Transvaal-meeting te Amsterdam.
MIDDELRURGSCHE COURANT
Ontheffing van den werkelijken dienst voor gees
telijken en studenten in de godgeleerdheid.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op art. 124 der wet op de nationale militie
van der» 9en Augustus 1861 Staatsblad no 72)
herinneren de geestelijken en bedienaren van den
godsdienst bij de erkende kerkgenootschappen en
de studenten in de godgeleerdheid, die daartoe
aan erkende inrichtingen van onderwijs worden
opgeleid en dit jaar voor den dienst der nationale
militie zijn aangewezen, dat zij hunne aanvragen
bedoeld in de eerste zinsneden van art. 127 der
bovengemelde wet, vóór den 1 April a-, behooren
in te dienen bij den burgemeester der gemeente,
binnen welke zij voor de nationale militie zijn
ingeschreven.
Middelburg, den 4 Maart 1881.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
P I C K
De secretaris,
J. W. DE RAAD, l. s.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
brengen ter kennis van de lotelingen dezer
gemeente behoorende tot de lichting van het
jaar 1881, dat de militieraad, op Dinsdag 22
Maart 1881, des voormiddags te 10 uren, in het
gewone lokaal in de abdij zitting zal houden om
uitspraak te doen omtrent de verschenen vrij
willigers voor do militie en de lotelingen, die
redenen van vrijstelling hebben ingediend, op
grond van de bepalingen der wet van den 19
Augustus 1861, Staatsblad no. 72); alsmede
omtrent de lotelingen, die, volgens de artt. 55 en
56 der wet, niet tot den dienst der militie kunnen
worden toegelaten en omtrent alle overige lote
lingen
dat bij art. 54 dier wet is bepaald dat geene
vrijstelling wegens ziekelijke gesteldheid of ge
breken of wegens gemis aan lengte wordt ver
leend wanneer de betrokken loteling niet voor
den militieraad is verschenen, zijnde dit evenwel
niet toepasselijk op den loteling, die wegens
ziekte of gebreken buiten staat is voor den
militieraad te verschijnen, daar deze, volgens art.
89 der wet, geneeskundig zal kunnen worden
onderzocht, op de plaats waar hij zich bevindt;
weshalve de lotelingen, die om bovengemelde
redenen vrijstelling van den dienst der militie ver
langen, en zij, die zich als vrijwilliger voor de militie
hebben aangeboden, worden aangemaand, om op
den bepaalden tijd voor den militieraad te ver
schijnen en zich niet te verlaten op het ontvangen
van een oproepingsbiljet, daar het niet ontvangen
van dit biljet niet ontheft van de verplichtingen
tot het verschijnen voor dien raad.
Hiervan is afkondiging geschied waar het
behoort, heden den 4 Maart 1881.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
P I C K
De secretaris,
J. W. DE RAAD, l. s.
DeTransvaal-»H«efi«9, Zaterdagavond in de groote
zaal van Artis te Amsterdam gehouden onder
voorzitterschap van den oud-wethouder F. C.
Tromp, werd door ruim 1500 belangstellenden
bijgewoond. Er heerschte groote opgewondenheid
en nu eu dan rumoer, de eerste zich openbarende
bij ieder warm woord dat ten voordeele der Boeren
gesproken werd; het laatste ontstaande wanneer
op de noodzakelijkheid gewezen werd om de gren
zen onzer neutraliteit niet te buiten te gaan, of
het verlangen te kennen gegeven werd dat de
Nederlandsche regeèring stappen zon doen, voe
rende buiten de tot dusver door haar gevolgde
gedragslijn van onzijdigheid. Op die oogenbiikken
werden telkens verwarde en luide kreten van
afkeuring en van instemming vernomen, welke
de geregelde gedachtenwisseling alsdan stoorden.
Het woord werd gevoerd 1<>, door den heer
Lion Cachet, die op de hem eigene, indruk ma
kende wijze de geestdrift voor do Boeren en hun
strijd deed opvlammen tot een vuur, dat zich in
daverende toejuichingen, aan welke geen einde
echeen te komen, openbaarde; 2». door den heer
yan Gorkom, die het ongeschonden recht van de
Transvaal op hare onafhankelijkheid uit verschil
lende oogpunten betoogde; 3°. door den heer
Beelaerts van Blokland, die vooral deed uitkomen
wat door het Transvaal comité, opgericht en voor
gezeten door prof. P. Harting, tot dusver werd
en nog wordt gedaan.
Uit deze laatste rede laten wij de volgende
fragmenten, aan het Handelsblad ontleend, volgen
Het adres van de Nederlanders aan de Engelsche natiet
voorzien van ruim 6000 handteekeningen, is gedrukt in
4000 ex. en in Engeland verspreid. Buiten Engeland
werd het adres toegezonden aan de voornaamste dagbladen
over de geheele wereld (de Kaapscke bladen niet te ver
geten) en aan de vertegenwoordigende lichamen. Da
adres heeft de Transvaal aan de orde gesteld niet alleen
hier, niet alleen in Engeland, maar overal, tot in plaatsen
waar men vroeger niet wist dat er een Transvaal bestond.
En wanneer men nu mag spreken van internationale be
langstelling in de Transvaalsche zaak, dan heeft dit adres
daartoe den grondslag gelegd.
In Engeland zelf ontbrak het niet aan weerklank. Er
ontstond een briefwisseling en daaruit een Londensch-
Transvaalseh comité, dat geregeld in overleg met het
Nederïandscbe handelt en onwaardeerharen dienst bewijst
aan de zaak.
Men had in Engeland noodig kennis van feiten en
kennis van argumenten. Beiden heeft het comité aan
Engeland geleverd door het doen herdrukken en versprei
den van al wat reeds geschreven, maar minder bekend of
;n 't vergeethoek geraakt was, tot aantooning van het
goed recht der Boeren.
Bovendien werden de beide proclamatiën van de Boeren
verspreid. De eerste, waarin o. a. de betichting, dat de
Boeren de slavernjj zouden begunstigen, zoo volkomen
wordt te niet gedaan door de nuchtere opmerking: «Eilieve,
ge hebt 3 jaar de Transvaal bezeten sedert de annexatie
en ge hebt geen enkelen slaaf vrijgelaten, omdat er geen
enkele slaaf te vinden was."
Inmiddels was het comité ook in andere richting on
verpoosd werkzaam.
Gelijktijdig worden ruime toezendingen van geld ge
vraagd tot leniging van de rampen van den oorlog, om
dus den Transvalers eenigermate te verzachten het name
loos weê, dat hun vrijheidskrijg hun bereidt.
Met die aanvraag van gelden was het comité in den
aanvang hijzonder bescheiden. Immers om het lijden van
ver, mochten we niet vergeten dat van nabij. "We waren
te midden van den watersnood en we mochten geen
voedsel geven aan het verwijt, alsof onze bemoeiingen voor
onze broeders aan de "Vaal nadeelig konden zijn voor de
inzamelingen voor onze broeders over de Maas.
Wat was bij dat alles onze gedragslijn Die gedragslijn
was en is hoogst eenvoudig. Zij lost zich op in dezen
regelbinnen de grenzen der neutraliteit alles te doen
wat mogelijk is voor de goede zaak. En nu druk ik
gelijkelijk op de beide deelen van den zin
a al wat buiten de grenzen der nentraliteit ligt
onmeêdoogenloos afsnijden
b van al wat binnen de grenzen der neutraliteit
ligt, n i e ts verzuimen.
Alle gedachten aan vrijkorpsen, aan toezending van
wapenen en ammunitie verbannen en tegengaan waar we
ze hij anderen ontmoeten.
Maar aan de andere zijde van hetgeen binnen de grenzen
der neutraliteit ligt, niets verzuimen.
En verder blijve men vooral milde bjjdragen geven in
geld. Dat is hoogst wenschelijk, het komt den Boeren
ten nutte. Ook uit dankbaarheid geven, want ook die
Transvalers hebben ons Nederlanders reeds zooveel goed
gedaan. Laat ieder geven waar en wien hij het mees
vertrouwt. Laat ons dagelijks vragenwat kunnen we
voor de Transvaal doen, altijd binnen de grenzen der
neutraliteit, ik moet dat tot vervelens toe herhalen,
dan is er oneindig veel te verrichten. Afkeuring en
toejuiching).
Daarna hield de heer Janson, secretaris van
het Transvaal-comité te Sloten, eene toespraak,
waarin vooral de noodzakelijkheid betoogd werd
om meer te doen dan hetgeen tot dusver gedaan
wordt, dat zich bepaalt tot adressen teekenen en
geld inzamelen voor gewonden, gedooden en
achterblijvenden. Wij laten bier het gedeelte van
het verslag in het Hbl., dat op deze rede be
trekking heeft, woordelijk volgen.
vis het ons niet alsof de schimmen onzer vaderen in
den 80-jarigen strijd voor de vrijheid gevallen, ons toe
roepen Laat uwe broeders in Afrika, die, evenals gij,
onze zonen zijn, niet over aan hun lot, zoolang ge nog
den moed en da kracht bezit om hun goed recht te
helpen handhaven 1
»Of heeft ons- volk den moed om voor recht en vrijheid
op te kornet», geheel en al verloren?
-Of heeft ons volk zoo geheel gebroken met zijne
roemrijke traditiën
«Neen ons volk heeft daarmee niet gebroken I ons
vplk betreurt het algemeen dat de regeering er niet even
zoo over denktWederom luide teeltenen vau instem
ming en afkeuring. Br heerscht groot tumult.)
«Ons volk heeft het niet vergeten; dat zijn vaderen
nimmer de moed- heeft ontbroken om op te komen voor
recht en voor vrijheid, ook waar het vreemden, zelfs
waar het Engeland gold
//Zullen we dan nu de stem- onzes harten, de stem voor
wet en recht versmoren, nu het geldt broeders, zonen
van onze eigene vaderen, mannen die bidden en strijden
in onze taal
Sprekers rede is nog niet geëindigd, maar hij verklaart
niet meer te willen zeggen.
Een stroom van toejuiehingen en van teekenen van
afkeuring barst in de zaal los.
Eenige minuten achtereen houdt de chaos van geluiden aan.
Die chaos werd gevolgd door redevoeringen
van prof. Jorissen, prof. Allard Pierson, en den
heer Leemans, predikant te Sloten, di9 zich in
verschillenden zin uitlieten, doch waarvan de
laatste verlangde dat onze regeering binnen 14
dagen, wanneer er dan geen vredespreliminairen
verkregen waren, ruiterlijk verklaren zou zich
het lot der onderdrukte Transvalers te zullen
aantrekken. {Stemmen: Dat zou zeer onvoorzich
tig zijn! Teekenen. van afkeuring. Bravo's. Hevig
gefluit enz.)
Te midden van de groote beweging, die hierna
weder was ontstaan, betoogde prof. N. G. Pier-
sen, directeur der Ned. Bank:
dat zelden eene vergadering in Nederland is gehouden,
waar, zooals hier, alle riehtingen en alle standen zijn
vertegenwoordigd
dat die demonstratie dus met recht mag worden ge
noemd een volksdemonstratie;
dat die volksdemonstratie niet is tegen Engeland;
dat die volksdemonstratie echter is voor de Transvaal;
dat dit niet is een indignation-meetingmaar het ka
rakter draagt van een beroep op de Nederlandsche regee
ring, tot wie men zegt:
Wilt gij iets anders zijn dan het orgaan der Neder
landsche bureaucratie, spreek dan in uwe taal, in uwe
vormen, maar met onze warmte, een woord ten gunste
van de Transvaal.
Een onbeschrijfelijke geestdrift ontstond na
deze woorden.
Met luid gejuich nam de meeting ten slotte de
volgende resolution aan
I. De vergadering in zake de Transvaal in
Neerland3 hoofdstad samengeroepen, betuigt hare
warme sympathie voor den vrijheidsoorlog, door
onze stamgenooten in Zuid-Afrika ter herwinning
van hunne nationale zelfstandigheid begonnen
gevoelt behoefte hare bewondering te doen blij
ken, én voor den heldenmoed, die in bun kloek
verzet uitblonk, én voor de humane wijze waarop
zij tot dusverre den krijg voerdenen onderdrukt
den hartgrondigen wenseh niet dat het loon van
zooveel onverschrokkenheid geen minder moge,
zijn dan het herstel hunner onafhankelijkheid.
II. De vergadering verklaart te hooge achting
te koesteren voor den rechtschapen zin van het
Engelsche volk, om te kunnen aannemen, dat het
protest, nu reeds allerwege in Groot-Brittannië
tegen de onderdrukking der Boeren opgaande,
niet weerklank zou vinden bij heel de natie, zoo
dra zij slechts beter zal zijn ingelicht en de
plicht om recht te doen weder hooger zal geacht
worden dan eene onjuiste opvatting van prestige
en eer.
III. De vergadering spreekt het vertrouwen
uit, dat do Nederlandsohe diplomatie verder geen
enkelen stap ongedaan zal laten, die strekken kan
tot het verkrijgen van een èn voor de Boeren èn
voor Engeland eervollen vrede, op den grondslag
van het herstel der Transvaalsche onafhankelijkheid!
Op de vergadering van het departement Mid
delburg der Mijtot Nut van 't Algemeen, te
houden op aanstaanden Woensdag des avonds te
half acht, zal de herstemming tusschen de beide
candidaten voor de betrekking van algemeen se
cretaris plaats hebben.
Het hoofdbestuur dier Maatschappij heeft bij
circulaire aan de departementen den uitslag der
stemming medegedeeld en hen uitgenoodigd de
herstemming tusschen de heeren Kerdijk en Bruijn
vóór den len April a. te doen plaats hebben.
Het hoofdbestuur zet in die circulaire tevens
zijn standpunt ten opzichte der voordracht uiteen.
Het erkent, door het niet alphabetiseh stellen dei-
voordracht eene volgorde te hebben aangenomen
tnsschen dengene der candidaten, dien het als
goed, als beter en als het best beschouwde» Het
meent dat deze vorm van prae-advies te minder
als aanmatiging of onbehoorlijke pressie kan be
schouwd worden, dewijl ook de commissie, welke
telken jare de voordracht doet tot aanvulling der
open plaatsen in 't hoofdbestuur, die niet alpha
betiseh stelt.
Het hoofdbestuur tracht de verdiensten van geen
zijner candidaten te verkleinen of te ontkennen. Het
is echter oDjuist te beweren dat de Maatschappij
ten opzichte van den heer Bruijn in eenig opzicht
gebonden zou zijn, even als bet geval was tegen
over den heer Van Hees in 1841. Deze was, van
zijn optreden als adjunct-secretaris af, de aange
wezen man voor de opvolging en had daarvan
reeds in 1838, krachtens machtiging der algemeene
vergadering, de verzekering gekregen. De heer
Bruijn heeft die nooit ontvangen, en bezit dan ook
niet den titel van adjunct-secretaris. Op grond van
de even welwillende als ijverige wijze, waarop hij
steeds de hem opgedragen werkzaamheden heeft
verricht, meende het bestuur hem eene plaats op
de voordracht niet te moeten onthouden; doch
het achtte zich niet gerechtigd hem de eerste
plaats aan te wijzen, waar andere candidaten
meer waarborgen voor eene juiste opvatting en
goede waarneming van de zoo belangrijke werk
zaamheden van alg. secretaris schenen op te le
veren.
Het gewicht dier werkzaamheden wordt vervol
gens in de circulaire uiteengezet. De secretaris
is de eenige ambtenaar der Maatschappij die blijft,
tegenover een afwisselend hoofdbestuur, welks leden
de belangen der Maatschappij slechts in hun vrijen
tijd kunnen behartigen. Hij heeft daarom dan
ook raadgevende stem in de vergaderingen van
het hoofdbestuur. De bewering dat hij slechts
uitvoering zou moeten geven aan de bevelen van
't hoofdbestuur, is even onjuist als dio, dat het
hoofdbestuur geen andere roeping zou hebben
dan uitvoering te geven aan de besluiten der
algemeene vergadering en aan de voorschriften der
wet. Dit is wel een belangrijk gedeelte zijner
taak, maar de Maatschappij verlangt van haar
hoofdbestuur vertegenwoordigingvoorbereiding,
voorlichting' en bepaalde voorstellen. Van die
verplichting en bevoegdheid heeft het hoofd
bestuur steeds een ruim gebruik gemaakt en
teneinde op dien weg te kunnen voortgaan, acht
het hoofdbestuur het van overwegend belang dat
het algemeen secretariaat worde opgedragen aan
diengene der candidaten, die zoo door degelijke
kennis der sociale wetenschappen en bekwaam
heid, als door werkkracht en geestdrift voor de
omvangrijke taak der Maatschappij, het best in
staat geacht kan worden het hoofdbestuur tot
steun en hulp te verstrekken.
In 't volle besef zijner verantwoordelijkheid
verklaart het hoofdbestuur als zoodanig te be
schouwen den heer mr. A. Kerdijk, wiens voort-»
durend, onvermoeid en krachtig streven tot dus
ver gericht was juist op de bevrediging van die
maatschappelijke behoeften, wier voorziening ook
de Maatschappij zich tot taak heeft gesteld. Zijne
meer dan gewone bekendheid met onderwijs en
spaarbankwezen zou ook ongetwijfeld de zoo
nuttige plaatselijke werkzaamheid der departe
menten niet weinig ten goede komen.
De circulaire is, namens den voorzitter, onder
teekend door de heeren H. J. Kist, algemeen
voorzitter eu M. A. Perk, waarnd, secretaris.
iriiggingeHL, 7 Maart. Het vaarwater naaf
Antwerpen is op sommige plaatsen in korten tijd
vrij belangrijk in diepte verminderd. Bij Lief-
kensboek wordt tegenwoordig in het diepst van
bet vaarwater met laag water niet meer dan 40
dM. diepte gevonden, terwijl korten tijd geleden
een schip met 54 dM. dipgang er gemakkelijk
passeeren kon.
«©es, 7 Maart. Dinsdag a. geelt de zang-»
vereeniging alhier eene uitvoering, op welke de
heer Van Hemert, baszanger uit Rotterdam, als
solist zal optreden. Den volgenden avond voert
Aurora drie stukjes teu tooneele: De terugkeer
van den krijgsmanJean Marie', De Buren,
terwijl tevens zal worden voorgedragen Wachten
naar het Fransch 1' Attente, van Goppée, vertaald
door mr. J. L. Wertheim. De volgende week,
den 15™, is de heer Dyserinck, van Vlissingen,
voornemens bij genoegzame deelneming hier eene
kunstbeschouwing te houdep»