BUITENLAUT De Transvaal. néclames, Zeet ij dingen. Handelsberichten. Weerkundige waarnemingen, 1 Maart des morgens te 8 uren. Algemeen Overzicht. TEER-CAPSULES THEVENOT. Verkoudheid en Borstaandoening. De flacon fl. 0.60. TERPENTIJN-CAPSULES THEVENOT. Lever- en Lendenziekten. De flacon fl 0.75. In 't klein: In alle Apoth. In 't groot: VAN DB G00R- BEB.GH, Breda; TTLOTH, Amsterdam en hunne corresp. Graanmarkten enz. Fry zen van Mie eten. namen Ba- Wind- Toe Tem der rom. stand pera tuur. Cels. plaatsen. afwijk. richt. kracht lucht. Delfzijl 4.0 3.8 N NNW 3 z. bew. z. bew. O Groningen 2 - 2 Helder 1.4 NNW 2 regen - 1 Vliasingen. 0.8 WNW 2 regen 0 Maastricht. 2.1 W 1 z. bew. 0 Sylt 6.2 NNO 4 betr. - 5 Shields 4*" 0.5 W 3 betr - 3 Valentia 4.1 O 2 z. bew. 4- 3 Hamburg 8.6 W 4 regen, - 1 Swimmunde. U.4 Z 2 regen - 1 Leipzig 7.6 NW 3 regen - 3 Carlsruhe 49 NW 2 betr. 0 Grisnez 1.4 N 3 helder - 1 Parijs C.2 N 0 helder - 3 St Mathieu 1.3 O 2 betr. - 2 Biarritz 0.7 N 6 regen - 6 Peipignan 0.1 Z 4 bew. - 7 Chnstiaausund Stockholm. Koppenhagen Portsmouth Yarmouth Grootste verschil in Nederland: 'sochtends 8 uren: D. 3.2 V. des namiddags; Thermometerstand te Middelbnrg. 28 Febr. 's »v. 11 n. 34 gr. 1 Maart, 'a morg. 8 u. 33gr. 'amidd. 1 u. 42 gr, 'sav. 5 n. 33 gr. F. In verband met de nieuwe en ernstige neder laag der Engelschen in den Langnek-pas verdient het plan töt outruiming van Kandahar bijzondere aandacht. De annexatie van de Transvaal en d® bezetting der Afghaansche vesting spruiten voort uit denzelfden gedachtengang, namelijk dat En ge lands koloniën nog voor groote uitbreiding geschikt zijn, en dat deze uitbreiding de voort durende opoffering waard is, waarvan wij in de laatste jaren getuigen waren. De strijd tusschen hen welke deze de imperialistische-politiek zijn toegedaan, en tusschen hen welke meenen dat het Britsche rijk topzwaar wordt in zijne kolo niën, zal Donderdag in het huis der lords naar aanleiding van Kandahar ontbranden. En die strijd zal des te heviger zijn, omdat het voorbeeld van Znid-Afrika de tegenstanders der politiek van het vorige ministerie zal aanvaren. De oppo sitie weet dat en er is gisteren aan de conserva tieve pairs een zeer dringende whip gezonden, waarin zij niet alleen ernstig verzocht worden om Donderdag in de zitting te komen, maar ook bericht te geven als zij verhinderd zijn, eene bijvoeging welke in dergelijke circulaires der tohippers-in nimmer voorkomt. In de laatste weken hebben nagenoeg alle Indische specialiteiten over deze zaak hnn advies uitgebracht, eu de meeste adviezen zijn uitgevallen ten voordeele van het behoud der vesting, als uit een politiek en militair oogpunt noodzakelijk voor het behoud van Indië, en de bladen der oppositie behandelen met groote minachting de andere adviezen, die aanraden de bezetting uit Kandahar terng te trekken, met het oog op de koBten. Deze achten zij eene overweging van ondergeschikt belang. Dit moge zoo zijn, maar het is ontwijfelbaar dat Engelands militaire kracht op eene zware proef wordt gesteld. Ierland en de groote steden van Engeland en Schotland, waar nog steeds groote angst heerscht voor complotten der fenians, mogen niet worden ontbloot. In Indië moet men, zoolang Kandahar bezet blijft en men zich niet tot de verdediging der grens bepaalt, een vrij aanzienlijk leger gereed honden voor de moge lijkheid dat Ayoeb Khan de vesting1 uit Herat aanvalt. Daarenboven zal men na de illusie wel hebben laten varen dat de Transvaalsche Boeren met een legertje van een paar duizend man te overwinnen zijn. Men heeft dien vijand te licht geschat, een oude fout der Engelsche officieren tegenover een kolonialen vijand. In het lagerhuis deelde sir Charles Dilke giste ren mede dat Engeland, Frankrijk en Italië zullen trachten, een vergelijk tusschen Chili en Peru tot stand te brengen, terwijl Duitschland voor die taak heeft bedankt. Lord Hartington kondigde de spoedige indiening aan van de agrarische wet voor Ierlandmaar eerst moeten de wet op het dragen en verkoopen van wapens en een deel der begrootingen voor oorlog en marine behandeld worden. Voor deze laatste ontwerpen zou hij heden, volgens de nieuwe parlementaire regels, de urgentie vragen, terwijl hg dan tevens de Arms li'11 zou indienen. Het huis der lords nam de Coercion bill in eerste lezing aan. Terwijl de diplomatie in Konstantinopel wacht op de aanbiedingen der Porte, wat zij aan Grie kenland wil afstaan, dringen de collega's te Athene aan op eene vreedzame houding van Grie kenland gedurende de onderhandelingen welke thans gaan aanvangen. Zaterdag drongen de gezamenlijke ambassadeurs daarop zeer ernstig aan bij deu heer Coumonndouros. Deze antwoordde dat zjjuo regeering zich zou onderwerpen aan het verlangen der mogendheden, maar hij vestigde de aandacht der diplomaten op den treurigen toestand der grensprovinciën en vroeg hen die streken en hare bewoners toch niet uit het oog te verliezen. Griekenland verkeert in eene crisis welke geen wachten toelaat, tenzij de beslissing snel worde genomen. En niettegenstaande de heerschende opgewondenheid, heeft de regeering nog niets gedaan wat de onderhandelingen der diplomatie zou kunnen storen, ook de troepen nog niet op gesteld aan de grenzen. Deze taal van den heer Coumoundouros klinkt veel verzoeneuder dan de Grieksche premier ette lijke weken geleden sprak; maar zij kon toch het hart der ambassadeurs niet vermurwen, die droog weg erop lieten volgen, dat huune regeeringen met leedwezen de oproeping der reserve hadden gezien. Op dat verwijt antwoordde de minister, dat die maatregel eenvoudig een onontbeerlijk deel was der oorlogstoebereidselen. Griekenland kon niet stilzitten en de hauden in den tchoot leggen, terwijl de aan dat rijk tcegewezen proviuciëu overstroomd werden met Aziatische wilden en roofzieke Alba- neezen. De volkomen verantwoordelijkheid van den toestand valt op Europa, dat logisch moet zijn, indien het rechtvaardig wil genoemd worden In plaats daarvan vergeet het ten eerste zijn eigen verbintenissen en ten tweede de politieke kwade trouw en dubbelhartigheid van de Porte. Daarop Bchijnen de ambassadeurs niet veel meer geantwoord te hebbenalthans hnn antwoord wordt niet gemeld. Terwijl air Evelyn Wood, om zich met de naar Newcastle trekkende versterkingen te bemoeien, naar Pietermaritzburg was vertrokken, heeft generaal Colley, met of zonder overleg met ge neraal Wood, eene expeditie gewaagd die hem zijn leven en Engeland nagenoeg 500 man gekost heeft. Kapitein Cameron, de correspondent van de Standard, die men vreest dat in het gevecht is omgekomen seinde Zaterdag namiddag dat dien avond eene expeditie zou uitrukken om een kamp der Boeren aan hunnen rechtervleu gel (westzijde van deu pas dus) te bemeesteren vanwaar zij dikwerf de Engelsche piketten en transporten hadden lastig gevallen. En den volgenden morgen, Zondag om half tien, seinde hij het telegram dat waarschijnlijk zijn laatste geweest isGeneraal Colley vergezelde zelf de macht die heden nacht uitrukte. Zij baande zich een weg langs de heuvels en heeft een bergrug bezet, die de gansche stelling der vijanden be strijkt. Zij hadden dit punt onbewaakt gelaten eu de bezetting daarvan is van groot belang voor ons. De Boeren gevoelen het gevaarlijke van hunne positie en onderhouden een hevig vuur. Wij hebben de voordeeligste stelling en hebben tot nogtoe geene verliezen geleden, terwijl menig vijand door onze kogels is gevallen. Spoedig zal het medegenomen Gatling-kanon opges eld zijn. Indien wij het genomen punt kunnen be houden, zullen de stellingen der Boeren volkomen onhoudbaar blijken. Tot nogtoe is de operatie een groot succes. De laatste telegrammen van Colley luidden: Majuba berg van nacht bezet, overzien onmiddellijk des vijands positie. Boeren vuren op ons van beneden. 11 uur. Boeren vuren nog hevig op den heuvel, maar hebben hun kamp opgebroken en beginnen af te trekken. Tot mijn leedwezen is kommandant Romilly (de aanvoerder der marine- brigade) gevaarlijk gewond. Overigens zijn slechts drie man iicht gewond. Toen, om elf uren, was dus alles zoo gunstig mogelijk voor de Eugelseheu. Het zou echter niet iang meer duren, eer men zelfs uit het veraf gelegen kamp op Mount Prospect eene verande ring waarnam. Wij gaan daarom weer een stap terug en deelen het officieels telegram medej dat kolonel Bond, die in het kamp als bevel hebber was achtergelaten, Zondag middag om vijf uren aan het ministerie van oorlog zond. Gisteren avond, luidt dit telegram, rukte sir G. P. Colley en zijn staf, bestaande nit luite nant-kolonel Stewart en majoor Fraser, uit met 20 officieren en 627 man, van het 58e regiment, van het derde bataljon van het 60e, van het 92e en van de marine-brigade, om den berg Majuba te bezetten, vanwaar men de positie van den vijand kan overzien. Ongeveer te zeven uren in den morgen vielen de Boeren hen aan. De generaal zond voldoende rapporten door de sig nalen, welke ik u tot 11 uren overseinde (de zoo even vermelde telegrammen van Colley). Ouge- veer om éen uur vermeerderde het vuren en om half twee was het in ons kamp duidelijk merk baar dat er iets gewichtigs had plaats gehad. Wij bespeurden op den heuvel groote verwarring, maar door den afstand was bet onmogelijk te bepalen of de vijand, of wel da onzen aftrokken. Te 2 uren 20 werd het ons echter maar al te duidelijk, dat wij den heuvel hadden verloren en dat onze manschappen terugtrokken onder hevig vuur. Ik vrees dat er geen twijfel bestaat of sir George Colley is onder de gesneuvelden, maar de vijand is in de buurt van het kamp, en ik heb nog geene zekerheid kunnen krijgen. Ik zend nu manschappen naar het slagveld om de gewonden weg te halen en de dooden te begraven. Sir Evelyn Wood seinde anderhalf nur later nit Maritxburg in hoofdzaak hetzelfde. Hij had den dood van Colley, behalve van kolonel Bond, nog uit een andere bron vernomen en zou gisteren morgeu vroeg naar Newcastle terugkeeren. Reuter ontving over de zaak twee telegram men, waaruit wij overnemen wat tot aanvulling van het bovenstaande kan dienen. Deze berichten noemen den heuvel, die het tooneel van den strijd was, niet Majuba, maar Spitskop. Op onze kaart vinden wij in den Langnek-pas den naam Amajuba. Volgens Reuter hebben niet meer dan 100 Eu- gelsehen het gevecht overleefd. De Boeren had den vier malen den heuvel bestormd, doch waren telkens teruggeslagen eu op het punt om het gevecht op te geven, toen de ammunitie denEn- gelschen begon te ontbreken, wijl niet zooveel mogelijk patronen waren medegenomen. Zoolang de Engelschen maar een stevig vuur konden onderhouden, handhaafden zij hunne stelling met geringe verliezen, dank zij hunne voordeelige positie boven op den heuvel. Maar toen zij bij gebrek aan patronen moesten terugtrekken, begon er eene felle slachting. Twee compagnieën Hoog landers bleven op den top van den heuvel den aftocht dekken. Zij wierpen steenen op de Boeren, die de helling opklommen, en wachtten ze later met de bnjonet op. Velen vielen natuurlijk. Van de beide compagnieën van het 58e regiment, welke aan een strijd deelnamen, zeide men dat slechts zeven man waren overgebleven. Een bataljon in Engeland, dikwerf overeenkomende met een regiment, want de 109 regimenten infan terie leveren slechts 141 bataljons, heeft eene minimum-sterkte van 603 man, welke voor den kolonialen dienst eenigszins vermeerderd wordt. Het is verdeeld in 8 compagnieën, zoodat twee compagnieën ruim 150 man zijn. Dit komt Oek uit met de samenstelling van Colley 's legertje waarmede hij den aanval waagde. Het bestond, volgens Reuter, uit twee compagnieën van het 92e, twee van het 60e, twee van het 58e en de marine brigade en was, volgens het officieele te legram, buiten de officiereu627 man sterk. Rekent men nu voor de zes compagnieëu ongeveer öOO man, dan heeft de rest der troepen uit de marinesoldaten bestaan, wier kommandant Romilly, de bevelhebber van het vlaggeschip van het Zuid- Atrikaansche eskader, ernstig is gewond. Vóór de Eugelseheu aftrokken, schijnen zij nog een wanhopiger) aanval gewaagd te hebben, doch tevergeefs, zij waren niet meer tegen het vuur der Boeren bestand. Het vuur der kanonnen uit het kamp op Mount Prospect poogde den aftocht te dekken en deed nogal uitwerking onder de Boeren. Men was voor de veiligheid van het kamp niet bedacht, maar nam toch alle mogelijke voorzorgen. Sir George Pomeioy Colley was vijfenveertig jaren oud en had een muoien staat van dienst. In 1858, 1859 en 1861 vocht hij tegen de Kaffers op de grens der Kaap-kolonie, waar hij twee eervolle vermeldingen kreeg. In 1860 vocht hg in China, in 1873/74 tegen de Ashautijuon, ter wijl hij in den luatstan oorlog tegen de Zoeloe's chef van den staf van sir Garnet Wolseley was. De indruk welke al deze berichten te Lon den hebben gemaakt, is groot. De militaire autoriteiten, de hertog van Cambridge, als opper bevelhebber van het leger, sir Garnet Wolseley, als goed bekend met het terreiu van den oorlog, en de minister van oorlog Childers, waren giste ren den ganschen dag met de huotdambtenaren van het ministerie vergaderd, wachtende op nadere berichten en overleggende wat er te doen was. Maatregelen werden genomen dat er troepen ge reed zouden staan om onmiddellijk na ontvangen bevel zich in te sohepen. De heeren aan het ministerie van oorlog erkenden wel het ernstige van de aan Colley's troepen overkomen ramp, maar zij waren toch het meest ongerust over hare uitwerking op de Boereu in Natal, Vrijstaat en de Kaap-kolouie. Blijft de oorlog beperkt tot de Transvaler», dan heeit men veel vertrouwen in bet beieid van sir Evelyn Wood, die in Colley's plaats benoemd is tot gouverneur der kolonie Natal. Twee vragen doen zich op na de lezing dezer berichten. Zuilen de Boeren het behaalde voor deel door een aanval op het kamp doen volgen? Wat zal de houciug der Afrikaauders buiten de Transvaal zijn? Op beide kan het antwoord niet lang uitblijten. Vooral de laatste vraag is van gewicht, na hetgeen in deu Volksraad te Bloem fontein is gebeurd. Een der Londensehe dagbladen besluit eene korte beschouwing over dit voor de Engelschen ontmoedigende nieuws met de volgende zinsnede, die ons voorkomt den toestand uitnemend van het Engelsche standpunt samen te vatten: „Alles te samen genomen is het onmogelijk zonder angst te zijn voor de eerstvolgende tijdin gen uit Afrikaonmogelijk om niet te zien dat, indien deze laatste eu meest sprekende overwin ning der Boeren een plotselingen stoot geeft aan da in het gausche land onder de Hollanders tegen ons heerschende vijandelijke gevoelens, dat wij dan een kwaden dag voor ons kunnen hebben in Zuid-Afrika". (Prijs der plaatsing 30 cent per regel.) Vllsslngen, 1 Maart. Naar zee vertrokken het Ned. stoomschip Utrechtgezagv. Boon, met bestemming naar Rotterdam. Goes, 1 Maart. Gerst en haver 10 centhooger; anders onveranderd. Rotterdam, 22 Febr. Ter veemarkt van beden, waren aangevoerd 1(84 runderen; 99 vette, 88 nuchtere kalveren54 schapen313 varkens 89 biggen; runderen 1® qual. 90, 2e qual. 74; 3e qual. 56; kalveren 1® qual. 120, 2® qual. 100 schapen 90 cent. Vlossingen, 25 Febr. Boter per kilogram f 1.40 a f 1.34. Eieren f 4.per 104 stuks. Bergen op Zoom, 1 Maart. Boter per stuk 1.30, halve f 0.78eieren per 26 stuks 0,90. Amsterdam 28 l STAAT9LEENINGEN. Febr. Maart. Vederl. Cert. N. W. Soh. 2$ pet. 65$ 65$ dito dito dito. 3 77$ 78$ dito dito dito. 4 102$ 102$$ dito Obl. 1878 f 10004 I02f§ 102$ België. Certificaten. 2$ 67 Frankrjjk. Origin. Inschr. 3 Hongarije. Obl. Leening 1867 fl. 120.5 90$ dito Goudleenning5 75$ 74$ dito dito fl 500 6 95$ 95$ Italië. Cert. Adm. Amsterd. 5 Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 62$ 62$ duo Febr.-Aug.62$ 62$ dito Jan.-Juli. 5 6464$ dito April Oct. 5 64$ 64$ dito dito Goud 4 76$ Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 51$ 51$ dito dito 1876. 6 101$ dito dito 6® Ser. 1878igl00 6 101$ 102 Rusland. Obl. Hope C. 1798/1815 5 99$ 99ff Cert. Inschr. 5® Serie 1854. 5 58$ 58$ dito dito 6® 1855. 5 83$ Obligatiën 1862 5 dito 1864 1 10005 97$ 97$ dito 1864 1005 dito 1877 dito5 94$ 94$ dito Oosteische 1® serie. .5 57$ 57f$ dito dito 2® 5 58$ 58 dito dito 3® 5 57$ dito 1872 gecons. dito5 91$ dito 1873 gecons. dito. 5 91$ 91$ dito 1850 1® Leening dito. 4$ 92$ dito 1860 2® Leening dito. 4$ 88$ 88$ dito 1375 gecons. dito 4$ 83$ aito 1980 gecons. dito.. 4 72& 72$ Cert. Hope C° 1840 4 dito 2®, 3® 4® Leen. 1842/44. 4 62 Obligatie-Leening 1867/69. 4 80$ 80 dito dito 1859 3 Cert. van Bank-Assign. 6 40$ 40 Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 21$ 21ïV dito dito 1876 2 41$ 41$ dito Binnenl. Es. 5000-10000 1 20$ 20$ dito dito 1876 2 38$ Turkjje. Obl. Alg.Sch. 1865 5 12$ 12$ dito dito 1869 6 11$ 11$ Kgynte. Obl. Leening 1876 4 70$ 71 dito dito 1876 5 93$ Vereen. Staten. Obl. 1877 4 dito dito Obl. 1876 4$ 110$ 110$ dito dito 1871 5 100 100 dito dito 1861 6 100$ 100$ Brazilië. Obl. Londen 1865 5 dito Leening 1875 5 96$ dito 1863 1004$ INDUSTRIEELS EN FINANCIEELS ONDERNEMINGEN. Scderl. Afr. Hand.-V.Aand. pet. 146 146 Ned. Hand.-Maatsch. Aand. rescontre5 110^ 110$ Ned. Ind. Handelsb. Aand. 126 126 Stoomvaartm. Java Obl. 5 dito Zeeland Aand dito Obl5 ,101 dito gegarand. dito4$ 102 1Ö2 ikultschland. Cert. Rijks bank Adm. Amsterdam. Oostenrijk. Aand. Nat. B. 117$ SPOORWEG-LEB S IN GEN. Nederland. Holl. IJz. Spw. Obl. 18715 pet. dito Maats, tot Éxpl. van St.- Spw. Aand120$ 120 Ned. Centr sp. Aand. f 250. 42 42 dito gestemp. Obl. f 235. 66$ 67$ Ned. Ind. Spoorw. Aand. e 144 Ned. Ivijn-spw. volgef. Aand. 150$ N.:Brab. Boxt. Obl. gestemp. 1875/80b 68$ 69 Hongarjje. Theiss. Spoorw. Aand. fl. 200 5 - ito dito Obl5 86^r 86f$ li (së. Zuid Ital. Spw. Obl. 3 52$ 52$ Oor. enrijk. Fr. O. Sp. Obl. 3 Polen. Wars.-Bromb. Aand. 4 54$ Warschau-Weeneu ito. 86$ 86 Rusland. Sr. Sp. Maatsch. Aand. ..,.5 126$ dito Hypoth. Obli 'iën 4$ 93$ dito dito ito. 4 a Baltische Spoorweg. Aand. 3 56$ Chark.-Azow Ot lig. 100. 5 94$ -— JelezGriasi dito5 s 88$ 89$ Jelez-Orel dito f 1000. 5 93$ Kursk.-Ch.-Az. Obl. 100. 5 Losowo-Sewastopol 1000. 5 85$ 85$ Morschansk-Sysran. Aand.5 74$ 73$ Moek.-Jaroslaw Obl. 100, 6 a 99$

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 3