124e Jaargang.1
1881.'
Dinsdag
1 Februari.
No. 26.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 5/m. franco f o,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels f 1.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Publicité G. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlyn Weenen, Zurich enz.
VEEMARKT TE MIDDELBURG.
Middelburg, 31 Januari.
Onder wijs.
Kerknieuws.
Kunstnieuws.
Marine en legers
Rechtszaken.
Donderdag den 3en Februari 1881van des
voormiddags 8 tot des namiddags 4 uren.
De burgemeester en wetho uders voornoemd,
PICKÉ,
De secretaris, a. i.,
J. W. DE RAAD.
De gedurende de stremming van den stoom-
bargedienst tusschen Middelburg en Ylissingen
ten gerieve van het publitk ingelegde extra-treinen,
zullen van morgen, den 1 Februari af, niet meer
loopen.
Naar wij vernemen zal de heer W. J. van Gor-
kom, vroeger superintendent van het onderwijs
in de Zuid-Afrikaansche republiek (Transvaal),
hier Vrijdag 11 Februari eene voordracht houden
over genoemd land.
Morgen middag te half een uur zal de dienst
doende schutterij alhier onder de wapens komen,
bij gunstig weder op de Markt en bij minder
gunstig weder op den Dam, bij welke gelegenheid
de nieuw benoemde kommandant, de heer F. G.
Sprenger, door den burgemeester dezer gemeente
zal worden geïnstalleerd.
De aandacht onzer lezers, die uit de mededeeling
in andere bladen, of uit het door ons overgeno
men bericht, mochten meenen dat men te Deventer
eene kweek- en leerschool voor het rijk is gaan
bouwen zonder aan schoorsteenen te denken,
wordt gevestigd op het achterstaande ingezonden
stuk, waarin dat verhaal, naar het schijnt op
goede gronden, weersproken wordt.
Onze vrees, dat de onhandigheid van het be
stuur vaB het Boode Kruis, van zich te onttrekken
aan het verleenen van hulp aan de Transvalers,
eene misdaad zou blijken, heeft zich verwezen
lijkt. In de Frankfurter Zeiiung wordt de stelling
van het hoofdbestuur, dat de Boeren de rechten
van oorlogvoerende partij missen, wederlegd in
een betoog met dezen aanhef:
„In Engeland, zoowel in het parlement als in
de pers, heeft men deze stelling nog niet zoo
kras durven verkondigen: aan den Nederlandschen
volksstam was het voorbehouden, zijne stamge-
nooten in het buitenland zóo te verloochenen."
Nu hetgeen aldus ten onrechte eene daad van
„den Nederlandschen volksstam" genoemd wordt,
eenmaal door de buitenlandsche pers besproken
is, lijdt het geen twijfel of het zal zijn weg ook
naar Engeland vinden en aldaar de argumenten
voor de rebellen-theorie gaan versterkeu.
Het Nederlandsche Boode Kruis zal dan gedaan
Iiebben wat wij vreesden: in plaats van onze
stamgenooten te helpen, heeft het hen benadeeld.
De openbare liefdadigheid te hulp te roepen,
is dezen winter een onbegonnen werk. Toch
durven wij het andermaal beproeven, zonder er zelfs
verschooning voor te vragen, dewijl het niemands
ischuld is indien de gevallen, waarin aanspraak
op hulp bestaat, dezen winter zoo talrijk zijn.
De reeds sinds eenige dagen bestaande vrees
omtrent het lot van een der Arnemuidsche vis-
achersvaartuigen, is bewaarheid geworden. De
Vrouw Clatina is op de Engelsche kust vergaan.
Slechts een der schepelingen, een vader van
zes kinderen gelukkig, werd gered. De overige
zes manschappen, zijn in de golven omgekomen.
Vijl weduwen hebben de kostwinners voor hare
tien kinderen verloren een harer heeft niet alleen
haar man, maar ook haar oudsten zoon, een veel-
belovenden knaap van zeventien jaren, te betreuren.
Voor de ondersteuning van de nagelaten be
trekkingen dezer ongelukkigen, die arbeidende
Voor hun brood, de slachtoffers der woede van
Vind en zee geworden zijn, heeft zich eene com
missie gevormd, bestaande uit de heeren C. J.
Crneq, burgemeester van Arnemuiden, P. van
Vlaanderen, wethouder, S. van Eenennaam, raads
lid, A. van Eenennaam, kerkvoogd en P. Kwek-
keboom, hoofdonderwijzer.
Wij bevelen het werk dezer commissie in de
aandacht onzer weldadig gezinde lezers aan.
Mocht men daartoe van onze bus gebruik willen
maken, zij staat op ons bureau weder gereed.
Ook onze stadgenoot, de heer P. M. de Ligny, is
tot het in ontvangst nemen van giften bereid.
Y lissingen, 31 Januari. De ijsgang op de
Boven-Schelde is zoo ver verminderd, dat stoom
schepen van minderen diepgang beginnen op te
varen.
Heden begint men de betonning der Schelde in
orde te brengen.
does, 31. Januari. Ofschoon ons nog 4§
maand van den 14en Juni, de dag waarop wij
ter stembus voor de verkiezing van een lid van
de tweede kamer zullen opgaan, scheidt, begint
er hier reeds eenige beweging op politiek gebied
te komen.
Het hoofdbestuur der Centrale Liberale Kiesver-
eeniging stelt voor, eene bepaling in de statuten
op te nemen, dat men twee maanden lid der veree-
n iging moet geweest zijn, om aan stemmingen te
kunnen deelnemen. Dit is een zeer goed voorstel,
dewijl er het middel in ligt, om te voorkomen,
dat op het laatste oogenblik, vóór dat tot het
stellen van een candidaat wordt overgegaan, door
een plotselingen toevoer van nieuwe leden, aan
de stemming een wending gegeven wordt, waarvan
men niet altijd verzekerd kan zijn dat zij de
uitdrukking is van de meening der onafhankelijke
en bezadigde kiezers.
Tusschen de Engelsche klokkenspelers en onze
kiesvereeniging is geen overgang te vinden,
tenzij men wenschen mocht dat ieder lid dezer
laatste, op het beslissende oogenblik, moge toonen
dat hij niet alleen „de klok heeft hooren luiden,"
maar ook zoo goed weet „waar de klepel hangt"
als deze Britten, wier vorige reis door ons land
een ware triomftocht is geweest. Inhet begin van
Maart a. verwachten wij hen ook hier. Hunne
uitvoering geschiedt ten voordeele van het Rot
terdamsche Blinclen-Instituut en andere liefdadige
inrichtingen.
Uzendijke, 30 Jan. Ruim dertig van
de voornaamste ingezetenen dezer gemeente,
waaronder velen, die een veelvuldig gebruik maken
van de post, hebben in een adres aan den gemeen
teraad de wenschelijkheid uitgesproken het hulp
kantoor der posterijen alhier in een postkantoor
veranderd te zien. Zij noodigen verder den raad
uit, ten behoeve daarvan een verzoek te willen
richten tot den minister van waterstaat, handel
en nij verheid.
Hun verzoek is gegrond op de volgende punten:
lo. IJzendijke is het middelpunt van 't post
verkeer in Westelijk Staats-Vlaanderen. 't Aantal
aankomende of vertrekkende posten bedraagt 14
per dag.
2o. In de meeste gevallen treedt het postkantoor,
in het rechtstreeksch en niet onbelangrijk verkeer
met België, tegenover dit land reeds als postkan
toor op. Verzending en ontvang van brieven
met aangegeven geldswaarde boven f600, is
alleen met het buitenland mogelijk.
3o. Door het bezit van een postkantoor zou
het ongemak ophouden, ontstaan door dat men
nu in de onmogelijkheid verkeert aan dit kan
toor brieven te wisselen met aangegeven gelds
waarde boven f 600rechtstreeksche postwissels
op te zenden naar Belgie (voor 1 a 2 uren
atstands heeft een postwissel thans, via Breskeus,
2 dagen noodig); en het verzenden van telegra
fische postwissels.
4°. De gemeente zou daartoe geen verandering
aan het thans bestaande kantoor te brengen heb
ben.
5°. Bij het bezit van een postkantoor bestaat
er grooter kans op uitbreiding der pakketverzen
dingen; een pakket voor Watervliet wordt door
velen zeer noodig geacht, ook in verband met
de Belgische correspondentie der omliggende
plaatsen, die via IJzendijke verzonden wordt.
De algemeene watersnood-commissie te Amster
dam heeft aan de commissiën in de meest ge
teisterde gemeenten by circulaire aanbevolen
•-Allereerst dat men slechts, hen ondersteuue, die wer
kelijk noodlijdend worden ten gevolge van den watersnood.
Beaiging van rampen door watersnood toch is de taak der
watersnoodcommissie, en niet de verzorging van gewone
armen.
"En dan, dat de verleende ofte verleenen ondersteuning
niet overdadig zij. Noodlottig zou het in de toekomst
kunnen werken, indien velen ten gevolge der hun ver
leende hulp thans beter en ruimer kunnen leven, dan
gewoonlijk in strenge winters. Voor allen dient goed te
worden gezorgd, doch zoo dat allen na het ophouden der
ondersteuning naar huis en werk sterk blijven verlangen.
De Haagsche correspondent van de Arnh. Ct.
schrijft o. a.
„Tot nogtoe had men hier te lande de ijsclubs
aldus opgevat, dat de leden zorgden voor het
aanleggen en onderhouden van behoorlijke banen,
die ze dan ten dienste van iedereen, jong en oud,
rgk en arm, openstelden; op die banen had dan
een echt nationaal en algemeen ijsvermaak plaats,
welks prettige aanblik door geene enkele slag
schaduw van ontevredenheid of afgunst werd
verstoord. Maar de haagsche IJsclub vat de zaak
anders op zg heeft van des rentmeesters der
prinses van Saksen-Weimar genadige beschikking
het uitsluitend recht van gebruik van den ijsvloer
op de wateren van hare doorluchtigheid verkregen.
Aangezien naar het oordeel van dien machthebbende
niet van prinses Sofie, die te veel Nederlandsch
in haar hart is om zoo iets goed te keuren, en
dus blijkbaar van de zaak niets weet dit door
luchtig ys niet door de schaatsen of voetzolen
van den eerste den beste mag worden beroerd,
zijn alle bevrozen wateren van den Schlossgarten
(men gebruikt onwillekeurig een duitsch woord
voor zulke toestanden) voor het publiek rigoreu
selgk gesloten en alleen voor de heeren en dames
van de IJsclub opengesteld. De politie is door
het gemeentebestuur tot handhaving van het rent-
meesterlijk „goedachten" geleend; eene uitstekende
gelegenheid voor onze wakkere politieagenten oa
de keur hunner vloeken, scheldwoorden en onheb
belijke bejegeningen te luchten tegen de jongens,
niet zoons van ysclubleden, die zich vermeten het
groothertogelijk ijs te betreden. Deze poging tot
verfatsoenlijking van een zoo bij uitstek demo
cratisch volksvermaak is laf en verdient een deer-
lijk fiasco te maken.
„Maar genoeg over dooi en vorst. Ik kan met
een ander bericht besluiten, dat reeds sedert
eenige dagen in de residentie in omloop is en my
zoo pas van eene „welonderrichte zg de" bevestigd
werd. Wanneer men zijne verbazing te kennen
geeft, dat tot nogtoe geen hoffeesten gegeven zijn,
en de levendigheid zich lang laat wachten, die
velen van de aanwinst eener jonge levenslustige
koningin verwachtten, dan fluistert men u eene
geldige en wettige oorzaak in het oor, waarvan
de officieele bevestiging hoe drukte men dat
in 1880 ook weêr uit? door de natie onge
twijfeld met de grootste vreugde zal worden
vernomen."
In het tijdperk van 26 December 1880 tot 22
Januari 1881, is, blijkens ingekomen ambtsbe
richt, éen rund in Noord-Brabant door longziekte
aangetast, In het daaraan voorafgaand tijdvak
van vier weken waren geen gevallen der ziekte
bekend geworden.
De St. Ct. bevat de wet, houdende goedkeuring
eener dading met de maatschap „de Johannes-
Kerkhovenpolder" over den eigendom van den
Johannes-Keikhovenpolder en van de daarvoor
liggende slikken in den Dollard, benevens eenige
naturalisatie-wetten.
In de St. Ct. brengt de minister van oorlog ter
algemeene kennis dat in de maanden Juni en Juli
een examen zal worden gehouden tot toelating
van jongelingen als kadet aan de koninklijke
militaire akademie.
De vereischte kundigheden en de over te leggen
stukken worden vermeld in de St. Ct. van heden.
Sluis, 30 Jan. Do heer Voerman, onder
wijzer by de bijzondere Christelijke school alhier,
is als zoodanig benoemd te Arnhem.
Zoowel de gemeente- als de byzondere school
zgn thans vacant, eerstgenoemde reeds bgna eene
maand. Men is vol belangstelling welke dier
twee vacaturen het eerst vervuld zal worden.
jMumu'iji. .'■'jij"'*,*!*!,
Ylissingen, 31 Jan. De heer N. de Gaay
Fortman, predikant by de N. H. gemeente alhier,
is beroepen naar die gemeente te Aalten.
Gisteren is in de Groote en Nieuwe kerken te
's Gravenhage een bidstond gehouden met het
oog op den bij den toestand der rivieren opnieuw
dreigenden watersnood.
Een predikant uit den omtrek van Dokkum,
het vorige jaar wegens onzedelijkheid ge
schorst, ontving dezer dagen, binnen eene maand
nadat hy beroepbaar was drie beroepen in
naburige gemeenten, waar men van een en ander
niet onkundig kan zgn. Men ziet aan welke
handen de kerk wordt toevertrouwd, als men
maar „geloovig" is! (V. B. Ct.)
Gaarne verwijzen wg onze lezers naar achter
staande advertentie voor een te houden tentoon
stelling voor decoratieve schilderkunst en voor
alle werken en zaken, op dat vak betrekking
hebbende.
Deze eerste in Nederland geopende gelegenheid
voor de beoefenaars van dat vak om hunne
proeven van bekwaamheid in verschillende rich
tingen ten toon te stellen, zal door alle
belanghebbenden worden toegejuicht, daar het
streven, om de waarde van het schildersvak te
verhoogen, zeker zal bgdragen tot zgn vooruitgang.
Vooral zullen de vertegenwoordigers van het
decoratie-schildersvak op deze tentoonstelling
blijken kunnen geven dat zij vaak miskend zijn
tegenover buitenlandsche kunstenaars, en deze
poging tot vooruitgang, door hunne medewerking,
krachtig ondersteunen.
Dat dit streven van het Schildersbond, en de
bemoeiingen van de commissie voor deze ten
toonstelling op hoogen prijs gesteld worden, is
daaruit gebleken, dat zonder nitzondering alle
daarvoor uitgenoodigde heeren, voorstanders van
kunst nijverheid, het lidmaatschap in het eerebe-
stuur hebben aangenomen. Deze medewerking zal
van overwegenden invloed zgn op het welslagen
der onderneming.
Wg gelooven dat het onnoodig zal zijn andere
Nederlandsche schilders aan te moedigen, om
blijken te geven dat zg, nu er pogingen worden
aangewend om den bloei van hun vak te bevor
deren, die oproeping op waardige wyze zullen
beantwoorden.
Op eene uitvoering der afdeeling Rotterdam
van de Mij t.' b. d. Toonkunst is onder veel toe
juiching o. a. ten gehoore gebracht eene ballade
van den heer Th. H. H. Verheij, Der Bitter vott
den Kr einzen, gedicht van Robert Reinick. Dit
is een werk voor gemengd koor en orkeBt, met
sopraan-sole, welke door mej. Kempner keurig
voorgedragen werd.
Blijkens een bij het Dep. van Marine ontvangen
telegram, is Zr. Ms. schroefstoomschip Alkmaar,
onder bevel van den kapitein-luitenant ter zee
G. Doorman, laatst komende van Curasao, in den
namiddag van 28 dezer, te Falmouth aangekomen.
Aan boord is alles wel.
Aan den nieuwen tocht der Willem Barents
ingeval deze wegens voldoende geldelijke bijdra
gen kan doorgaan, zullen deelnemen: de luit.
ter zee le kl. H. van Broekhuijzen eu de luit. 2e
kl. L. A. H. Lamie, die den vorigen tocht hebben
medegemaakt, benevens de luit. le kl. C. Hoff
mann en de luit. 2e kl. C. J. G. de Booy.
Door het gerechtshof te 's Gravenhage is Zater
dag behandeld een appèl van een vonnis der
rechtbank te Middelburg, ingesteld door J. v. A.,
stoker en olieman op de stoomboot Prinses Eli
sabeth, waarbij hij tot éen jaar celstraf is veroor
deeld ter zake dat hij in de maand September jl,,
uit een niet gesloten koffer, toebehoorende aan
mevr. K. uit Utrecht, die te Vlissingen op de
boot passage had genomen, heeft weggenomen
een doos met diamanten en gouden sieraden ter
waarde van 2000. De diefstal werd bij aan*