N". IT.
124'
?ang.
1881.
Y rijdag
21 Januari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertèntiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels f 4.50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Middelburg, 20 Januari.
Dit een en ander is voldoende om te doen zien
,SW1 r&zxtf I <5*&& I
MIDDELBURGSE
COL
De interpellatie van den heer Van Kijckevorsel
over den toestand in Noord-Brabant, bestond uit
drie vragen
lo. of een definitief plan van uitwatering kan
en zal worden overgelegd?
2o. zoo ja, wanneer
3o. of er, in verband met den aan te leggen
spoorweg Zwaluwe—'s Bosch, aan de gemeenten
Vlijmen, Nieuwknyk en Onsenoord geen spoedige
tegemoetkoming kan worden gegeven, door bet
zand op te ruimen en te brengen op het tracé
van die lijn?
Het antwoord van den minister van waterstaat
behelsde de belofte der spoedige indiening van
een wetsontwerp tot algemeene rivier-verbetering,
waaronder ook Noord-Brabant begrepen zal zijn.
Als het mogelijk is van het zand gebruik te
maken, dan zal dit zeker geschieden. De ophoo
pingen van zand schijnen echter zeer ongelijk te
zijn, zoodat het moeilijk was thans op dit punt
een bepaald antwoord te geven.
Meer gevolg was op dit oogenblik van de
interpellatie niet te wachten.
Van belang lijken ons echter de volgende be
schouwingen van het Utr. Dagblad, waarbij de
regel „Wien water deert, die water keert," tot
tekst genomen is.
Men zou zich zegt genoemd blad aan groote
overdrijving schuldig maken, wanneer men met
de toepassing van dien bekenden grondregel alle
regeeringsbemoeiing uitgesloten achtte. In de
eerste plaats behoudt de koning het oppertoezicht,
dat de grondwet hem in art. 190 toekentmaar
er is bovendien in de Noord-Brabantsche toe
standen veel, wat regeeringstusschenkomst noodig
maakt. Men behoeft zich slechts te binnen te
brengen, hoe groot de invloed is der verschillende
overlaten op de wateitoestanden in Noord-Bra
bant, dat behalve zijn eigen water, mede bet water
bergen moet, dat anders ten laste van Gelderland
en Znid-Holiand zou komen; men behoeft slechts
in aanmerking te nemen, dat met het oog op die
overlaten voor de verschillende aeelen van Noord-
Brabant bepalingen bestaan, volgens welke men
de dijken niet boven een voorgeschreven hoogte
mag brengen, om toe te stemmen dat hier voor
de regeering wel het een en ander te doen valt.
Hoe ver moet de regeering echter gaan Daarin
i3 de groote moeielijkheid gelegen. Wij kunnen
hierbij in geenen deele het oog heb oen op de
ongelukkigen, die, van have en goed beroofd, om
hulp roepen. Misschien kon over de wijze, waar
op Neer lands gaven besteed worden en vooral
over de wijze, waarop zij voortaan besteed moe
ten worden, ook meer licht ontstoken worden. Is
echter de milddadigheid van Nederland niet een
prikkel tot zorgeloosheid, of verlamt zij althans
niet de veerkracht, waarmee de vijand bekampt
wordt? Er zijn er, die op deze vragen een beves
tigend antwoord geven, en hun stem klinkt te
luide, dan dat men er geheel gehoor aan zou
mogen weigeren.
Bovendien, er zijn feiten, die bewijzen dat niet
altijd met den noodigen spoed en de noodige
kracht gehandeld wordt. Als alles waar mocht
zijn, wat uit het land van Hensden en Altena
bericht is omtrent de zorgeloosheid, die zich voor
en tijdens de doorbraak bij Vlijmen heeft voorge
daan, zou men hier aan ergerlijk plichtverzuim te
denken hebben.
Bij het aangevoerde komt nog, dat in een deel
van Noord-Brabant, zoo wij wel ingelicht zijn,
verdronken land indertijd voor lage prijzen gekocht
is, terwijl, de eigenaren daarvan nu klagen over
waterbezwaar en op algemeene kosten veranderin
gen willen, die hnn vroeger bijna waardeloozen
grond moeten verbeteren. Vooral ten aanzien van
de laatsten, is het noodig vast te honden aan den
regel: wien water deert, die water keert. Kunnen
de eigenaren de kosten der verbetering niet goed
maken door do hoogere opbrengst hunner gronden,
dan is de verbetering eenvoudig de kosten niet
waard. Kannen zij daarentegen in hoogere op
brengst die kosten terugvinden, waarom zonden
anderen die dan betalen?
dat men in Noord-Brabant met zeer ingewikkelde
verhoudingen te doen heeft, en dat de treurige
toestanden, die daar van tijd tot tijd zich voor
doen, het gevolg zijn van zeer uiteenloopende
invloeden, welker eigenlijke beteekenis en welker
werking op elkander, op verre na niet ten volle
bekend is.
De slotsom van het Utr. Dbl. is, dat vóór alles
een onderzoek noodig is, behalve het reeds door
den minister en door gedep. staten ingestelde,
door eene afzonderlijke commissie, naar het doen
en laten van hen, op wie de zorg voor de be
zweken dijken gerost heeft, naar de middelen tot
verbetering en naar het deel dat het rijk, de
provincie en de eigenaren in de kosten hebben
te dragen.
Wij worden verzocht mede te deelen, dat de
Algemeene Vereenigde Commissie voor den Waters
nood op 13 Jan. jl. de volgende circulaire aan
de burgemeesters van alle gemeenten van meer
dan duizend zielen heeft verzonden:
»De Algemeene Vereenigde Commissie tot leniging van
rampen door den Watersnood in Nederland, te Amster
dam, heeft de eer, in aansluiting aan de circulaire welke
u van den commissaris des konings in uwe provincie
hebt ontvangen of zult ontvangen, u met den meesten
aandrang te verzoeken om hetzij zelf, of door middel
van eene watersnood-commissie zoo die zich ten uwent
geconstitueerd heeft, of van vroeger in 't leven kan ge
roepen worden, in uwe gemeente giften in te zamelen ten
behoeve der noodlijdenden.
-De onderstand aan de duizenden ongelukkigen, die door
de ramp getroffen zijn, zal groote sommen vereischen, en
alleen de medewerking der algemeene liefdadigheid kan
ons in staat «tellen in de behoefte te voorzien."
Ook de te Berlijn seisehiyeevMe National Zeitung
uitte dezer dagen de hoop dat Engeland, voor de
eer van zijnen naam, de onafhankelijkheid van
de Transvaal herstellen zou. Dit (voegt zij er
bij) zou kunnen geschieden zonder nadeel voor
Engeland's stelling in Zuid-Afrika, daar de Boeren
bereid zijn toe te treden tot een koloniaal staten
bond, waarin Engeland's invloed toch overwegend
zou blijven.
Het hoofdcomité der Nederlandache vereeniging
Het Boode Kruis heeft aan belanghebbenden te
kennen gegeven dat de Vereeniging in de Trans
vaal niet werkzaam kan optreden, „omdat de strijd,
die daar thans gevoerd wordt, niet is een oorlog
waarin hulp wordt verleend overeenkomstig de
bepalingen van het koninklijk besluit van 19 Juli
1867 no. 60 Staatsblad no. 210) en van de
statuten der Vereeniging."
Indien het geen oorlog is, die in de Transvaal
gevoerd wordt, dan kan het niet anders zijn dan
een opstand.
Het maakt een allertreurigsten indruk, dit
volkenrechtelijk vraagstuk, dat naar onze mee
ning volstrekt niet twijfelachtig is, maar zelis in
Engeland verschillend beschouwd wordt, door eene
Nederlandsche Vereeniging te zien beantwoorden
in den meest nadeeligen zin voor onze stamver
wanten in de Transvaal.
Te meer omdat het Bood» Kruis o. i. op veel
ouschadeltjker gronden zijne medewerking had
kunnen weigeren. Hulp te verleenen aan zieken
en gewonden in een oorlog, die gevoerd wordt op
zoo grooten afstand, onder zoo bijzondere omstan
digheden, zou eene zeer moeilijke ondernemiug
zijn en de Vereeniging had zich zeer gevoegelijk
huiverig kunnen verklaren om daaraan hare
finanoieele en materieele krachten te besteden.
Maar van alle redenen juist de bewuste te
kiezen, dat mag naar waarheid genoemd wor
den: een onhandigheid tot een misdaad maken.
Tlissingcn, 20 Jan. De mailboot Prins
Henarik kon te Queeuboro haar lading niet
ontschepen, om welke reden dat schip daar
is gebleven en in zjjne plaats de Prinses Marie
van daar is afgevaren, welke gisteren avond te
10 uren hier is aangekomen. De Prins Hendrik
is heden morgen binnengekomen en vertrekt van
avond weder naar Engeland.
Uit zee is in de haven gekomen de reddiügs-
kotter Willem van Houten, waarvan een matroos
over boord geslagen en verdronken is. De ge
zagvoerder heeft een arm gebroken.
De reede alhier is vrij van ijs.
Een inzender klaagt in de Vliss. Ct over de
geringe opbrengst der watersnood-collecte te Vlis-
singen, welke naar zijne meening niet in verhou
ding staat tot hetgeen daar wordt uitgegeven aan
zaken, die niet tot de rechtstreeksche behoeften
behooren. De oorzaak van dezen schralen oogst
zoekt hij echter, voor een gedeelte, ook in de
wijze waarop de collecte heeft plaats gehad,
zijnde met eene bus, door een bezoldigd persoon,
voor wien een politie-agent uitliep, langs de straat
galmende„Collecte voor den watersnood
De spoorboot WalsoordenVlake heeft Dinsdag
door den sneeuwstorm den dienst niet kunnen
volbrengen, en waarschijnlijk zal deze wel gestaakt
moeten worden, daar de buitenhaven te Hansweert
thans zóo opgepropt met ijs zit, dat zelfs de
sleeper Goliath den geheelen dag te vergeefs
heeft beproefd buiten te komen. G. Ct.
Woensdag nacht strandde tegen den oever van
den Anua-polder onder Cortgene de Engelsche
kotter Drift (sohietersjacht), na door het vele ijs
in de Zandkreek 4 ankers met kettingen, bene
vens eene stoomkano en schietsloep te hebben
verlorenen averij aan het roer to hebben
bekomen. De eigenaars, twee Engelsche
heeren, zijn naar Vlissingen vertrokken, om
door middel van een stoomboot, wanneer die te
krijgen is, het schip af te brengen en zoo moge
lijk langs den Koompot Vlissingen te bereiken.
Wanneer die proef door de steeds toenemende
massa ijs onmogelijk mocht worden, zal men
trachten het schip in de haven van Cortgene te
brengen. (G. Ct.)
Tholen, 18 Jan. De vorst heeft weer ge
maakt, dat de Eendracht niet meer is over te
trekken, nu nog slechts voor rijtuigen, maar zeker
spoedig ook voor personen. Aan 't Westen van
dit eiland, bij Stavenisse, ziet het er weinig beter
uit. Al zeer spoedig zal men de heugelijke tijding
vernemen: „de post kan er 's nachts niet meer
worden overgezet," Dan is ons eiland, niettegen
staande zijne drie telegraafkantoren, weer geheel
van de overige wereld afgesloten. Onwillekeurig
rijst de vraag iu zulke omstandighedenzouden
wij niet beter zijn met eeu telegraafkantoor
minder en een brug over de Eendracht b. v.
meer?
Hoedekcnskerke19 Jan. Tengevolge
van den sneeuwstorm, dien wij hier gisteren uit
het NNO. uit de eerste hand ontvingen, moest
de post van hier op Gravenpolder, niettegen
staande de afstand slechts een uur gaans is,
terugkeeren. Heden morgen werden vau gemeente
wege verscheiden mannen aan het werk gezet,
om den weg naar 's Gravtnpoldcr en dien naar
Kwadeudamme, die op verschillende plaatsen met
bergen sneeuw bezet waren, te banen,
Heden dreef er hier onder den wal veel drijfijs.
Blijft de wind nog eenige dagen oost zooais
thans, dan zal de vaart op Antwerpen spoedig
gestremd zijn.
Aardenburg, 18 Jan. De gemeenteraad
alhier heeft besloten de toelage voor den tramweg
met f 250 te verhoogen.
{Zie laatste beriohten van gisteren)
Gedep. staten van Zeeland bebben bij Prov.
blad no 11 de aandacht der gemeentebesturen erop
gevestigd, dat het uitdrukkelijke voorschrift van
art. 6 j;° art. 32 der kieswet drie afzonderlijke
kiezerslijsten eischt. Hiervan mag niet worden
afgeweken, zelfs al mochten alie kiezers voor de
tweede kamer tevens kiezer voor de provinciale
staten en daardoor het kiezerspersoneel voor
beide collegiën geheel hetzelfde zjjn.
Bij de tweede kamer is ingekomen een wets
ontwerp tot bekrachtiging van eene grensregeling
met verkoop en ruiling van buitengronden in de
Ooster-Schelde, gesloten met G. A. G. P. baron
Van der Duijn van Maasdam en de overige eige
naren der Hinkelenoortsche schorren en slikken.
Met veel moeite is het gelukt den ei ach dier
eigenaren te beperken en de thans aangenomen
grenslijn te verkrijgen, waardoor ongeveer 400
hectaren toekomstige schorren voor den staat zijn
gewonnen.
Men schrijft aan het Vaderland:
Zoo langzamerhand komt er in de overstroomde
streken wat orde in den chaos. Er is ten minste
nu een overzicht te maken van de dagelijksche
behoefte. Door de commissie moet voor levens
behoeften gezorgd worden, dagelijks voor ongeveer
4500 personen en 500 stuks vee. In het binnen
land zijn da mensehen in de kerken, torens en
scholen opgehoopt. De schade over het geheel
is op dit oogenblik onmogelijk te overzien, maar
zeker zal zij die van '61, '76 en '80 verre over
treffen. Jammer is het, dat velen, door te groo
ten ijver aangegrepen, afzonderlijke commissies
van onderstand zijn gaan oprichten, zooals Nieuw-
kuyk, Druoen, Woudrichem en Uitwijk; dat moet
verwarring geven en tot schade werken van de
bedoelingen der hoofdcommissie.
Zij, die verzekerd willen zijn dat hun liefde
giften zoo goed mogelijk zullen besteed wordoni
zenden ze aan de hoofdcommissie. Die heeft zich
als leden toegevoegd al de burgemeesters van de
noodlijdende dorpen. Dezen hebben, elk in zijn
gemeente, subcommissiën gevormd, die zich voor
alle behoeften te wenden hebben óf naar Heusden,
óf naar Werkendam.
Nog een enkel woord over den dijksteel. Deze
bestaat uit een dijkgraaf en 9 heemraden, die zich
noodheemraden kannen toevoegen. Steeds waren
in den laatsten' tijd de dijkgraaf en twee der
heemraden Heusdeuaars; de dijksteel had in
tijden van gevaar ook steeds te Heusden per
manente zitting. Verder is er nog eeu secretaris
penningmeester. In Augustus 1880 stierf de
dijkgraaf en half November een der Heusdensche
heemraden. In plaats nu die vacaturen, de eerste
ten minste, spoedig te vervullen, bleef het maken
eener voordracht uitgesteld; de kiezerslijsten
moesten herzien worden enz. Zooals dikwijls
personeels en partij-quaesties de publieke zaken
beheerschen, schijnt dat ook hier het geval te zijn.
Een krachtig man aan het hoofd van zulk een
gewichtig college is geen overdaad.
Bij den minister van binnenlandsche zaken Is
van onzen gezant te Brussel ontvangen eene som
van f 1310.25, door zijne zorg en die van den
vice-consul der Nederlanden aldaar, ten behoeve
van de .noodlijdenden door den jongsten waters
nood in ons vaderland ingezameld, als eerste
storting op de tot dat doel ingtkomen inschrij
vingen.
De minister van waterstaat enz. brengt in dfi
St. Ct ter kennis van belanghebbenden dat in de
maand April een vergelijkend onderzoek zal plaats
hebben van personen, die wenschen te dingen
naar de betrekking van klerk bij den rijkstelegraaf.
De voordeden aan die betrekking verbonden en
de vercischte bewijsstukken zijn vermeld iu de
St. Ct no. 16.
Tengevolge van den sneeuwstorm kwameti
eergisteren alie treinen der Holl. Spoorwegmig en
die uit Duitschland en het Oosten des lands te
Botterdam een paar uren te iaat aan.
De verbinding met België was geheel gestremd,
gelijk bleek uit het volgende telegram van gis
teren morgen half twaalf uit Oudenbosch:
„De dienst tusschen Botterdam en Antwerpen
is grootendeels gestremd. De trein van Dinsdag
avond, die omstreeks half negen hier moest zijn,
is van nacht halt drie uur hier gearriveerd. De
ochtendpost is op dit oogenblik nog niet aan
gekomen."
Het verkeer werd overal belemmerd en heeft
zich op dit oogenblik nog niet hersteld, want
overal ligt de sneeuw nog hoog opgehoopt.
Op den Oosterspoorweg en den Noord-Holland-
schen spoorweg is gisteren de dienst geheel ge
staakt. Zie laatste berichten van gisteren.)
Op het HollandtiChe spoor zijn gisteren in de
richting van Botterdam vier treinen te Amsterdam
aangekomen, en van daar naar Botterdam vier
vertrokken. Elke trein werd getrokken door twee
locomotieven en bestond slechts uit twee wagens.
De ebrate trein van den Rijnspoorweg van Am
sterdam bleef steken te LoenenVreeland, maar
werd na opruiming door eene groote massa werk
lieden vrijgemaakt.
Wegens de groote Bneeuwophoopingen zijn
Dinsdag de spoorwegdiensten van Zwolle op
Almelo en Meppel gestaakt» Trein No, 5 uif