Ingezonden Stukken. Staten-Generaal. De Sophiapolder- van het kwaad. Hij wil die, door betere hand* having der openbare eerbaarheid. Wat in die richting gedaan kan worden, heeft men o. a. te Stockholm beproefd, door de namen der heeren verleiders van meisjes, op de daad betrapt, in de dagbladen bekend te maken. Hij wil de bor- deelen opheffen en den slavenhandel, die gedreven wordt in vrouwen en meisjes, den kop indrukken. Maar tot zulke maatregelen acht spr. den tjjd nog niet gekomen. Wat hij voorshands alleen wil, is het stelsel afbreken, dat naar zijne over tuiging geen nut doet hoegenaamd, en daaren tegen het kwaad steeds grooter afmetingen doet krijgen. Waar de keuring bestaat, neemt de ge heime prostitutie toe en woekert de kanker der besmetting voort. Is eenmaal het door spr. be doelde vernielingswerk voltooid, dan houdt hij zich verzekerd dat men zal gaan inzien dat de geheele toestand moet veranderen. Dan zal men met kracht aan onze jonge mannen deze waarheid onder de oogen moeten houden, welke dr. Teilegen hem gemachtigd heeft te verspreiden: „dat het een leugen is, wanneer men beweert dat een man zichzelven niet zou kunnen beheerschen zonder nadeel voor zijne gezondheid." Dan zal men aan de jongelieden, die het ouderlijke huis verlaten, deze waarschuwing medegeven, welke spreker tot zijne beide volwassen zonen heeft gericht: „éen enkel bezoek bij eene geprostitueerde vrouw, kan u een ziekte bezorgen, die u voor uw geheele leven ongelukkig maakt," en die waarschuwing zal een minstens evengoed voorbehoedmiddel wezen als de door den staat gepatenteerde en gekeurde bordeelen. Dan zal men door ver hooging van het besef der persoonlijke verant woordelijkheid, door geen overheidszorg meer verkort of bemanteld, de „heeren" terug moeten houden, en voor zooveel noodig hen moeten dwingen, om af te laten van het belagen en ver leiden der kinderen des volks, wier ellende en vernedering spreker uit dagelijksche aanschouwing kent en onder welke hij weet dat veel eigen schuld en lichtzinnigheid, veel slechtheid huist, maar ook veel dat meer op medelijden dan op veroordeeling aanspraak maakt. Aldus was in hoofdtrekken de gang dezer bijeenkomst. Slechts hier en daar hebben wij woordelijk het gesprokene kunnen wedergeven veel hebben wij moeten uitlaten dat óf van ondergeschikt belang scheen, óf voor eenigszins duidelijke mededeeling te veel woorden zou heb ben gevorderd; grootendeels hebben wij ook meer den zin van het betoog, zooals die door ons is opgevat, dan den werkelijken gang daarvan medegedeeld. De zeer ongunstige omstandigheden waaronder de bouwstoffen voor dit verslag zijn verzameld, mogen tot verschooning dienen van hetgeen daarin onvolledig mocht zijn weder gegeven. De heer Henry Richard, lid van het Engelsche parlement en een van de stichters en bestuurders van den Vredebond, heeft aan een Engelsch blad een brief geschreven over de Transvaal, waarin hij de inlijving der republiek als eene onrecht vaardige daad brandmerkt en het betreurt dat het ministerie-Gladstone, by zijn optreden, die niet dadeiyk ongedaan heeft gemaakt. „Men behoort, schrijft hij verder, niet te vergeten dat de geheele Europeesche bevolking van Zuid-Afrika uit 340,000 zielen bestaat. Van dit getal zgn er slechts 120,000 Engelschen, de overigen zijn Hollanders of van Hollandsche af komst. Dat deze laatsten krachtig sympathiseeren met hunne stamgenooten in de Transvaal, blijkt uit het opmerkelijk adres dat de heer Gladstone van de Hollanders in de Kaapkolonie ontvangen heeft. Reeds zijn er onheilspellende geruchten tot ons gekomen, dat de lieden van den Oranje- Vrijstaat bezwaarlijk weerhouden kunnen worden zijn nadering op de vlucht had gejaagd, betoonde zich tegen aller verwachting wars van bloedver gieten, en menschlievend beloofde hij den raad en de schepenen der stad een zacht en genadig bestuur en verzekerde hare oude privilegiën te zullen hand haven. Des avonds van den eersten dag liet hij zich echter, nadat de dringendste zaken afgedaan waren, naar het huis brengen, waar Gaudairenca woonde. Hij wist zelf niet wat hg aar ging zoeken, maar hij gevoelde behoefte om onder al het woeste en ruwe dat tot zijn handwerk be hoorde, weer eens verkwikt te worden door een rein beeld en die liefelijke vrouwestem nogmaals te hooren, die hem zoo lang in de ooren geklonken had. Terwijl de dichte menigte, die hem verbaasd en angstig tot aan het huis met den rozenstruik gevolgd was, op straat bleet staan, ging hij met zijn vriendelijkste gelaat naar binnen en toen de hnisvrouw hem met hare gewone bedaardheid tegemoet trad, verontschuldigde hij zich dat hij haar nog zoo laat kwam storen. Hij wilde slechts het bezoek, dat zij hem te Toulouse gebracht had, beantwoorden en tevens vragen of de jonge juf frouw zich al bedacht en moed gevat had om gravin de Montfort te worden. Deze grap, dien hij van een kus op het voor hoofd van het elfjarige kind deed vergezeld gaan, verdreef terstond alle bezorgdheid, dat de komst van den gebieder onheil over het zwaardvegers- bnisje zou brengen. Toen hg plaats genomen had zich met hunne verdrukte broeders in de Trans vaal te vereenigen. „Maar inzonderheid wil ik de aandacht uwer lezers vestigen op een merkwaardig stuk, een adres uit Nederland aan het volk van Engeland. Ik heb een afdruk van dat stuk, mg rechtstreeks uit eerstgemeld land toegezonden, voor mg, dat onderteekend is door meer dan 2000 van de voor naamste ingezetenen van Nederland, waaronder leden van de staten-generaal, burgemeesters, hoog leeraren aan de onderscheidene hoogescholen, geestelijken, kooplieden, mannen uit de nijverheid enz. Het is een zeer waardig en ernstig beroep op het gevoel van rechtvaardigheid en edelmoe digheid van het Engelsche volk, ten behoeve van een volk van eigen vleesch en bloed. „Ik houd mij overtuigd dat dit beroep van een zusternatie niet vergeefs zal geschied zijn. Nie mand zal het betwijfelen dat wij de Boeren in de Transvaal kunnen ten onder brengen. Maar wat voordeel of roem hoegenaamd kan er in zulk een wapenfeit gelegen zijn Waarom toch zouden wij die lieden van hunne onafhankelijkheid be- rooven? Onmogelijk kunnen mannen als Glad stone en Bright met zulk eene staatkunde over eenstemmen. Laat de openbare meeniog zich slechts duidelijk openbaren, en wy mogen de hoop koes teren dat zoodanige voorschriften naar Zuid-Afrika zullen worden gezonden, als waardoor verder bloedvergieten zal worden verhoed door eene of andere schikking, welke metterdaad aan dat volk zyu land en zgne onafhankelijkheid hergeven zal." Kanaal Amsterdam-Boven-Bijn, De minister van waterstaat heeft een voorstel ingediend, waardoor „zeker en binnen den kortst mogelgken tgd voorzien zal worden in de zoo lang gevoelde behoefte aan eene betere verbin ding van de haven van Amsterdam met den Boveu-Rgn, op eene wijze die aan ruime eischen van handel en scheepvaart voldoet, zonder dat andere belangen worden geschaad." Een beslissing mag zijns inziens niet langer worden uitgesteld; de Keulsche vaart is niet meer voldoende, vooral volgens de toenemende laadruimte der vaartuigen, en de zaak is thans veelzijdig voorbereid. Is de bestaande vaart te verbeteren? In hun rapport van Febr. 1878 achtten de hoofdinge nieurs daarvoor 14 miliicen noodig, plus de kos ten van onteigening. Een nader onderzoek is toen gedaan, vooral teneinde zekerheid te ver schaffen omtrent al de kosten. En op dat nader onderzoek berust het tegenwoordig voorstel om een kanaal te maken van de Stadsrietlanden te Amsterdam, met een ombuiging ten westen langs Utrecht, langs Vreeswijk en Vianen, tot in de Merwede bg Goiinchem. Drie punten golden bij de overweging: 1° het doel, het handelsbelang; 2° de technische bezwa ren; 3° de kosten. Het verschil tusschen de beide uiterste projec ten is 8| uur per reis, ten voordeele van het kanaal door de Geldersche vallei. Maar de min. betoogt dat dit op de geheele Rijnvaart (90 a 100 uren reis) niet van overwegend belang mag heeten; te minder omdat practisch, speciaal ten aanzien der sleeploonen, dit verschil bgna geheel ver dwijnt. De langere riviervaart kan evenmin een bezwaar zgnen bovendien is de verbetering van Waal en Merwede een internationale verplich ting, welke wg evenwel, afgescheiden van het kanaal, in den kortst mogelijken tijd moeten en zullen vervullen. Zou bovendien het kanaal door de Geld. Vallei vlugger verkeer geven De min. ontkent dit wegens het groote verhangde geheele vaart zou immers toch beperkt zijn, door het getal schuttingen (14 a 15) die door de sluizen kunnen geschieden. Tegen dat plan bestaan dus de be- in den armstoel, waarin de oude jichtlijder zoo veel jaren gezeten had, ging hij voort met allervrien delijkst tot de bewoners van het nederige vertrekje té spreken, vroeg den broeder, die zich bescheiden en ernstig aan hem voorstelde, naar zijne reizen» de huisvrouw naar hare plannen voor de toekomst en of zij nog altijd van geen deftigen minnaar wilde weten, die het zich ongetwijfeld tot een eer en geluk zou rekenen, om de dichteres van Car cassonne haar eersten, slechten gemaal te doen vergeten. Gaudairenca antwoordde op al die vroolijke praatjes met een verstrooid lachje. Eindelijk ging zij de kamer uit om voor haar voornamen gast wgn en een versnapering, zooals het huis die opleverde, gereed te maken en plukte in den tuin de eerste voorjaarsbloemen. Toen zg daar mede binnen kwam vond zg de kleine Constance weder op den schoot van den graaf, die het kind allerlei, niet zeer uitgezochte aardigheden zei, en zich vermaakte met haar bedremmeld gezichtje. Het avondeten wees hij beleefd dankend van de hand, nam een paar bloemen en stak die, na het neusje der kleine ermee gestreeld te hebben, in zgn fluweelen gewaad. „Wanneer gij mij onthalen wilt," zei hij lachend „moet gij mij voorzetten wat ik nergens zoo goed toebereid en opgedischt vind, als in het huis eener dichteres. Laat mij nog eenmaal uw zang hooren en dan moet mijn preutsoh klein zwaren van a de onzekerheid van den rivierover gang, b. het gevaar van een doorsngding van de Neder-Betuwe, c het beperkt doorvoervermogen wegens het verhang. Het nu ontworpen kanaal daarentegen levert geen enkel technisch bezwaar omtrent de zeker heid van slagen; zal zonder overdrgving 3 a 4 maal meer schepen kunnen doorlatenvoorziet dus in de ruimste behoeften van Amsterdam, en schaadt de andere groote belangen niet, welke het behoud van de Keulsche vaart vereischen. De geheele verbetering is gemakkelijk binnen vier jaren tot stand te brengen. Met het andere plan zouden minstens 9 a 10 jaren verloopen. Met dit ontwerp zal tevens elk afgewerkt onder deel dadelijk de bruikbaarheid verhoogen. De kosten van dit ontwerp zijn geraamd op 12 millioen, die van de Geld. Vallei-vaart op 18 millioen. Als algemeen profil is aangenomen een bodem breedte van 20 M. en een diepte van 3.10 M. Door de aangenomen richting, in verband met de belangrijke afsnijdingen, worden al de gebrek kige gedeelten van het tegenwoordig kanaal buiten gebruik gesteld. Wat ten slotte de sluis- en bruggelden aangaat, een schip dat thans ruim f 54 moet betalen zal dan nog slechts f 2.50 hebben te voldoen. Blijkens een nota omtrent den yermoedelijken toestand van 's lands kas op 1 Jan. 1881, door de reg. aan de eerste kamer overgelegd, was bij de betaalmeesters, na aftrek van de bgzondeie fondsen, in kas f 19.451.000, daarin begrepen f 2.559.000 voorschot aan Indië. Van de leening en batige saldo's moest over zyn f 1.395.000, voor den dienst van 1881 was dus nog f 18.056.000. Daarvan gaat af voor renten en pensioenen 8.766.000. Eerst na verloop van nog eenige maanden zal nauwkeuriger kunnen worden nage gaan, of van de resteerende 9.290.000 eenig batig saldo overblijft. Voorloopig moet men hierbij nog rekenen op Indië voor 6.441.000 aan nieuwe voorschotten. In het bijvoegsel der Middelburgsche courant van 9 November 11. is opgenomen een verslag van het verhandelde in de vergadering der pro vinciale staten van Zeeland, gehouden den 4 November te voren. Uit dat verslag blijkt onder anderen, dat inge landen van den Sophiapolder een verzoekschrift hebben ingediend bij de provinciale staten, de strekking hebbende dat gemelde polder, om daarbij aangevoerde redenen, mocht worden calamiteus verklaard. Gedeputeerde staten hebben in diezelfde zit ting het voorstel gedaan, om het verzoek van ingelanden niet in te willigen, op grond, dat de inwilliging in strijd zoude zijn met de stellige bepaling, in de laatste zinsnede van artikel 60 van het reglement voor de calamiteuse polders in Zeeland, omdat de zeewering en oeververdediging werd verwaarloosd en die verwaarloozing inmiddels niet meer door het polderbestuur kon worden hersteld en zelfs, zooals ook uit des hoofd ingenieurs rapport blijkt, sinds 1878 niets meer aan de oeververdediging is gedaan. Door gemeld college van gedeputeerde staten werd bg het doen van voorschreven voorstel tot afwijzing van het verzoek tevens overgelegd het ambtsbericht van den hoofdingenieur van den waterstaat van 9 Juli jongstleden. Uit dit ambtsbericht, waarin nog al het een en ander ter verzwaring der ingelanden van den Sophiapolder is opgenomen, moet men besluiten, dat voorschreven ambtsbericht niet geheel juist bruidje toonen of zij gedurendl den winter nog wa heeft aangeleerd op de viool. Zulk een duet te hooren is weldadiger voor mgn oud hoofd dan wanneer de edelste wijnen er het bloed heen jagen." Het meisje wierp haar moeder een vragenden blik toe en toen deze haar met haar peinzend oog toestemmend aanzag, sprong zij naar het kastje in den hoek, waar haar viool geborgen was en maakte zich gereed om te spelen. Gaudairenca fluisterde haar een woord in het oor en zij begon een zacht weemoedig voorspeldaarna opende de waardige vrouw hare lippen en zong met een eenigszins trillende stem, die echter tegen het einde van het lied voller en krachtiger werd, zoodat men buiten op straat niet alleen de melodie kon hooren, maar by de groote stilte zelfs ieder woord kon verstaan: Weer kom ik met mijn droeve klacht En bede tot u, machtig Heer O hoor me, als toen, goedgunstig aan En schenk mij uw genade weer 1 Herinnert gij u de ure niet Toen gij, getroffen door mijn lied, Den nachtegaal zijn vrijheid gaaft? Na lange ellend werd hein vergund Te vluchten uit zijn enge cei iioo My sloeg hij de vleugels uit En vloog door berg en dal zoo snel is; en dat de ambtenaar, daarbij bedoeld, tevens den schijn geeft niet genoegzaam met den toestand der noordelgke kust van Noord-Beveland bekend te zgn; ook niet met het gevaar dat het eiland bedreigt bij het vergaan van den Sophiapolder en evenmin met de onvermgdelgke onderhouds kosten, die de polders Anna Friso, Maria en Thoorn bg eene verwacht wordende inundatie te dragen zullen hebben. Met het oog op het door gedeputeerde staten gedaan voorstel tot afwyzing en met het oog op het ambtsbericht van den hoofdingenieur van den waterstaat, konde worden verwacht dat het be sluit van de provinciale Btaten niet gunstig voor den Sophiapolder zonde nitvallen. Intusschen rees by schrijver dezes al dadeiyk de vraag: wat hebben de ingelanden van den Sophiapolder toch wel gedaan, om de strafbepa ling in de laatste zinsnede van art. 6 van het reglement vervat, op hun polder te zien toegepast Hebben zij zich onttrokken aan de bevelen en aanschrijvingen van het gewestelijk bestuur, nu of indertijd Iu geenen deele, althans by hem is daarvan niets bekend en toch meent hy met de geheele correspondentie tusschen het gewestelijk bestuur en den Sophiapolder volledig bekend te zijn hem staat het nog levendig voor den geest dat ingelanden in het jaar 1845 en later, toen de zeedgken van den Soelekerke-, Jacoba-, Thoorn- en Willempolder werden verhoogd, ook den zeedijk van den Sophiapolder hebben verhoogd niet alleeD, maar ook verzwaard, dat in later tijd zelfs, aan de oostzijde van dien zeedijk eene be langrijke verhooging en verzwaring is aange bracht en met rgsbeslag en steen bestorting is voorzien, onmiddellgk toen de directie zuiks noodig achte en zonder daartoe door het gewes telijk bestuur te zijn aangeschreven. Werken, die voor de ingelanden van den Sophiapolder (hoogstens 85 hectaren groot) zeer bezwarend waren en een hoog dykgeschot ver- eischten. De ingelanden van den Sophiapolder, die over het jaar 1878/79 een dykgeschot hebben opge bracht van f 62 per hectare, over 1869/70 van ƒ69.50 per hectare en over 1880/81 van ƒ59 per hectare, hadden alzoo een gunstig besluit mogen verwachten, toen zij zich genoodzaakt vonden calamiteusverklaring te vragen; althans wanneer een polder, die te zwaar wordt gedrukt door de kosten der zeewering en oeververdediging en tevens alle krachten heeft ingespannen tot zelf behoud, aanspraak maken mag op calamiteus verklaring. Vanwaar dan die vreeselijke, doch naar de bescheidene meening van schryver dezes, onver diende straf, om den polder, in strgd met het reglement, aan zgn lot over te laten, waarvan de geheele ondergang het gevolg zal zyu, en waardoor sommige ingelanden zware en onher stelbare verliezen zullen lijden? Of zonde de oorzaak moeten worden gezocht in de verdediging der nol van Ouwelek Daarover is indertijd eene langdurige corres pondentie gevoerd tusschen het gewestelijk bestuur en het bestuur der nol van Ouwelek; de ko3ten ter verdediging dier nol werden op tonnen gouds begroot, waaruit volgde, dat het bestuur der nol moest zwarigheid maken die kosten voor sijne rekening te nemen. Nu heeft het polderbestuur van Sopbia uitslui tend het beheer over zijn polder, zooals zulks by het polderreglement is aangewezen; heeft dus niets te maken met het bestuur vau het water schap de nol vau Ouwelek en kan dus ook nooit verantwoordelijk worden gesteld voor hetgeen buiten zijn beheer wordt verrieht. Den Haag, 10 Januari 1881. V. v. 's G. Doch toen hij 't oude nest weervond, Zag hij slechts vreemde gasten rond Den disch op 't slot te Miraval. Geen eigen dak, geen Welkom maal Mocht hij er vinden als voorheen; Toen heeft hij schuw zich afgewend En dwaalt nu rond, zoo droef, alleen. Hij kan niet zingen, blij te moê. En brengt geen lof zijn redder toe, Daar men hem 't warme nest ontstal. Heer graaf Van Montfort, tot uw dienst Staan steden, burchten al te maal Geen ad'laar ziet biet nijdig oog Naar 't nestje vSn den nachtegaal. Laat hem daar wonen als weleer Dan zingt hij tot uw roem en eer, Zijn schoonsten zang te Miraval. {Wordt vervolgd.) GEDRUKT BIJ DE GEBROHDEB3 ABRAHAMS TE MIDDELBURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 6