1246 Jaargang.
1881.
Dinsdag
11 Januari.
Watersnood.
18BO.
N«. 8.
Dit blad verschijnt dagelij ks.,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7regels /l.50
iedere regel meer 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenlandode Compagnie-générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Middelburg, 10 Januari.
Benoemingen en besluiten.
Onder wijs.
Marine en leger,
Rechtszaken.
r.tfflriiTTinrrnrgirrminr^^
Aan het bureau dezer courant is eene ge
sloten bus geplaatst, bestemd voor giften, tot
het overmaken waarvan aan de algemeene
commissie de redactie zich bereid verklaart.
Heden ontvangen: Inhoud eener bus, geplaatst
in het magazijn van kantoorbehoeften enz. der
firma J. J. Ceulen alhier 4.70; N. N. 30
Van de kleine Marie 10S. A. 50; C. H.
ƒ0.60; te zamen met de vorige opgaven
398.30.—
N. B. Men wordt verzocht de bijdragen óf
in de daarvoor bestemde bus te steken, óf aan
een van de leden der redactie persoonlijk te
overhandigen, dewijl anders voor de goede
bezorging niet kan worden ingestaan.
(Slot.)
Bij onze opsomming van hetgeen door de re
geering en de staten-generaal in het afgeloopen
jaar tot stand werd gebracht, mag de herinne
ring niet ontbreken dat de schoolwet van 1878
werd ingevoerd. Aan de regeering komt de lof
toe dat zij die invoering heeft bewerkstelligd
op eene wijze, welke aan de grieven van de te
genstanders der wet geen nieuw voedsel gege
ven heeft, terwijl ook van de zijde der vrienden
van de openbare school geen klachten vernomen
zijn. Hoe men ook over de nieuwe wet moge
denken en hoe onvoldoende zij voor de ontwik
keling van ons volksonderwijs moge wezen, nu
bij schier alle beschaafde natiën, waar de bij ons
nog ontbrekende leerplicht wet is, ook Frankrijk
zich is komen voegen, zooveel is zeker dat üe
wet van '78, door welke de openbare school
inderdaad tot een onderwerp van staats-zorg ge
maakt is, terwijl zij tevens het aantal onder
wijzers vermeerdert, hun beter bezoldiging ver
zekert, het toezicht verbetert, het bijzonder
onderwijs tot grooter krachts-inspanning nood
zaakt en de gemeentebesturen in staat stelt het
schoolverzuim eenigszins tegen te gaan, een
stap vooruit is op onze vroegere wetgeving, waar
van heilzame gevolgen voor de ontwikkeling des
volks verwacht mogen worden.
Wanneer wij thans komen tot hetgeen de
wetgevende macht niet gedaan heeft, dan
willen wij in de eerste plaats eenige beslissingen
der tweede kamer niet onvermeld laten, welke
onze instemming wegdragen. Zij wees een
wetsontwerp af, waardoor het tarief van uit
voerrechten in Ned. Indie uitgebreid en aan
de handelsbeweging der Indische buiten-bezit
tingen belemmeringen in den weg gelegd zou
den zijn. Zij verwierp het wetsontwerp op de
maten en gewichten, dat door het opdringen
van onverstaanbare en impopulaire benamingen
den binnenlandschen handel bemoeilijkt zou heb
ben. Bewoog de kamer zich, door deze beslis
singen, in de richting, welke de belangen van
den handel zoekt te bevorderen door eene vrij
zinnige wetgeving, zij deed eene daad van
rechtvaardigheid door het wetsontwerp te ver
werpen, waarbij aan Oost-Indie het opbrengen
eener vaste bijdrage zou opgelegd zijn, op het
oogenblik dat de inkomsten der kolonie voor
haar eigen behoeften te kort schieten.
Met de vermelding van t\iee ontwerpen tot
aanvulling der wet op den suiker- en den
zout-accijns, betreden wij van zelf het gebied,
waar de Vertegenwoordiging werkeloos bleef
I)e tweede kamer besloot, het wetsontwerp tot
invoering der rentebelasting niet in behandeling
Je nemen. Niettegenstaande door de veranderde
omstandigheden in Indie het ontvangen van
batige saldo's in de eerstvolgende jaren bijna on
mogelijk is geworden, niettegenstaande met de
schoolwet van '78 een nieuw beginsel van
staatsbeheer is aangenomen, dat aanzienlijke
uitgaven voor het openbaar lager onderwijs ten
laste der schatkist brengt, en niettegenstaande
de rijks-uitgaven tengevolge van de onvermijde
lijke uitbreiding der staats-zorg in 't algemeen
voortdurend toenemen, heeft de kamer nog niet
willen toegeven dat verhooging van 's lands
middelen noodzakelijk is. Zij heeft heil ge
zocht in het besnoeien der staatsbegrooting en
heeft het niet verder kunnen brengen dan tot
het schrappen van een aantal posten en postjes,
tot een gezamenlijk bedrag van elf ton, waar
van het grootste gedeelte, als behoorende tot
da noodzakelijke uitgaven voor het krijgswezen,
later toch weder terug zullen komen. Er is
dus niets dan een weinig tijd gewonnen de
verrassend hooge opbrengst der rijks middelen
in 1880 zal het tekort over dat jaar tot een
lager bedrag doen slinken dan waarop men
aanvankelijk heeft durven rekenenmaar de
oorzaken, welke een onevenredigheid tusschen
de inkomsten en uitgaven hebben doen gebo
ren worden, blijven bestaan en daartegen heeft
de kamer geen voorziening willen nemen.
Had de regèering, door met meer nadruk
die voorziening te eischen, de kamer tot het
behandelen der rentewet kunnen bewegen
Op den ernst, waarmede de minister van finan
ciën zijn betoog voor de noodzakelijkheid van
het openen van een nieuwe bron van inkomsten
volhield, op de stelligheid zijner toezegging
dat de aanneming der rentewet de eerste stap
zou zijn tot een algemeene hervorming van het
belastingwezen, valt niets af te dingen. Maai
de herstelling van het evenwicht tusschen
's lands uitgaven en inkomsten is een onder
werp van genoeg belang, het voorstel tot in
voering eener rente-belasting is gewichtig ge
noeg, om den drang der geheele regeering op
eene onwillige vertegenwoordiging te wettigen.
Had het kabinet-Van Lijnden van de rentewet
eene portefeuille-quaestie gemaakt, misschien
ware de kamer tot eene andere beslissing
genoopt.
Tot zoodanige handeling mist echter deze
regeering de kracht en hiermede komen wij
op het punt, dat onzen politieken toestand bij
't begin van 1881 beheerschtde verhouding
van het ministerie tot de tweede kamer.
Naar onze meening heeft het tegenwoordig
bewind, door zijn optreden alleen na den val
van het kabinet-Kappeijne, aan de liberale
meerderheid een zoo grooten dienst bewezen,
dat het op veel meer welwillendheid en erken
telijkheid aanspraak zou mogen maken dan
het tot dusver ontmoeten mocht. Het wordt
meer geduld dan vertrouwd. Wanneer al éen
zijner leden, de minister van justitie, in
de kamer de waardeering vindt, op welke zijne
wetenschappelijke verdiensten en zijne bekwaam
heid in het debat hem aanspraak geven, dan
laten de kamerleden, ook de liberale,
toch zelden een gelegenheid voorbijgaan om
de andere ministers óf met hun verledèn, óf
met hun geschriften, óf met de moeielijkheden
hunner tegenwoordige positie in 't nauw te
brengen. Dit heeft tot dusver nog den val
van geen hunner ten gevolge gehadmaar
wél belet het de regeering, bij beslissende ge
legenheden het gezag te doen gelden, waarop
de persoonlijke talenten harer leden en de
diensten door hen aan het land en aan de libe-
rale zaak bewezen, haar aanspraak zouden
geven. Wanneer men een oogenblik terugdenkt
aan de hopelooze verwarring na de aftreding-
van 't ministerie-Kappeijne, toen niemand in
't land raad wist te geven op welke wijze de
crisis op te lossen, en men neemt in aanmer-,
king dat nog op dit oogenblik eene aftreding
van het kabinet ons weder tegenover een bijna
geheel onveranderden toestand plaatsen zou,
dan wekt het verwondering dat de regeering
hare sterke positie niet beter gebruikt tot
doorzetting van hare inzichten, op punten welke
niet in strijd zijn met de liberale beginse
len, welke door de meerderheid der Verte
genwoordiging beleden worden.
Er zijn in de jongste dagen weder verschil-,
lende doctoren aan 't raadplegen geweest over
de zieke, welke men de Nederlandsche politiek
noemt. Bemoedigend luiden hun adviezen niet
en wanneer 't de gewoonte is bij den aanvang van
een jaar een nieuwjaars w e n s c h uit te bren
gen, mogen hun ontboezemingen met meer recht
op den naam van nieuwjaars-k 1 a c ht aanspraak
maken. Prof. Buijs beschrijft grondwetsherzie
ning als eene onbereikbare zaak. Toch wil hij dat
de kiezers in Juni '81 dit onbereikbare doel, dat
noch door de regeering, noch in de kamer
voorgesteld is en tot dusver slechts behal
ve bij de pers, bij eene kleine minderheid
in het land instemming ontmoet, als vuurproef
voor de candidaten voor de tweede kamer zullen
gebruiken. Noorman beschrijft de kamer als
beheerscht en bedorven door een troep intri
ganten en scheurmakers, de kiezers als eene
onkundige, onzelfstandige, slecht voorgelichte,
verkeerd kiezende menigte. Ter genezing
geeft hij dit „eenvoudig" recept: weest
kundig, staat op u zeiven, 1 a a t u nauw
keurig inlichten, kiest beter. Wij twij felen
of een dezer adviezen in den toestand verbe
tering brengen zal. Maar wel gelooven wij
dat de regeering, zoo lang zij niet afwijkt van
de liberale beginselen, welke haar steun en
haar reden van bestaan zijn, zich met meer
kracht zou kunnen laten gelden tegenover de
kamer; dat zij, aldus te werk gaande, instem
ming zou ontmoeten bij de publieke opinie en,
liet zij het erop aankomen, ook bij de kiezers.
De slotsom onzer balans is dat het jaar
1880, evenals al zijne voorgangers, in onze
binnenlandsche politiek zijn goede en kwade
posten heeft opgeleverd, doch dat het kwaad
meer bestaat in hetgeen achterwege gebleven,
dan in het verkeerde dat gedaan is. Wat aldus
in het eene jaar verzuimd is, kan in een
volgend goed gemaakt worden. Wij zien geen
reden tot j uichen, maar ook niet tot wanhopend
weeklagen. Verbeteren zullen wij met dit
laatste niets; voldoening zullen wij er daaren
tegen mede geven aan allendie uit beginsel
of beginselloosheid, door hun partijzucht of hun
lauwheid, tot de tegenstanders der liberale
zaak gerekend moeten worden.
Goes, 9 Januari. Omtrent de oever-afschuif
ving bij het Goeache Sas vernemen wjj nader, dat
er een val in een val heeft plaats gehad, ter lengte
van 170 meter breedte, van gemiddeld 60 meter.
De peilingen om te constateeren waar de grond
is gebleven, worden voortgezet, De geul heeft, ten
gevolge van dezen val, eene verdieping ondergaan
op een plaats, waar van tijd tot tijd gebaggerd moest
worden, om de voor de vaart gevorderde diepte te
behouden, zoodat de schipperij dit accident min
der betreuren zal dan het betrokken polderbe
stuur, dat zeker niet-onaanzienlijke kosten zal
hebben te maken. De gemeente Goes heeft een
eindje glooiing te herstellen, waarvan de steenen
doOreengeworpen liggen.
Door het U. D. zijn twee der candidaten, die op
het drietal ter benoeming van een secretaris der
Mij. tut Nut van 't algemeen zullen voorkomen ge
noemdnl. de Ueeren P. Bruijn, tegenwoordig adjunct-
secretaris ©n J. de Koo, lid van de plaatselijke
schoolcommissie te Amsterdam. Volgens de N.
B. C. zou de heer mr. A. Kerdij k onder de
personen behooren die zeer in aanmerking komen.
Wanneer de heer Kerdijk de betrekking van
directeur der rijks-spaarbank, die hij pas heeft
aanvaard, zou willen nederlcggen, zou volgens
dat blad niemand anders dan hij de man zijn.
.i in .mui. i.i
Door de gemeenteraden van St. Kruis en
IJzendijke is besloten geen subsidie te verleenen
aan de concessionarissen voor den tramweg van
Breskens naar Maldeghem.
Naar het U. D. verneemt zou eene verandering
gebracht zijn in het uitbetalen der postwissels,
welke verandering voor de bewoners van het
platteland van groot gerief zou zijn. Met heden
te beginnen zou het bedrag der postwissels, zonder
dat het bestelloon vermeerdert, door de postboden
aan de geadresseerden worden bezorgd, wanneer
deze wonen ten platten lande, op 20 minuten of
meer afstand van een hulppostkantoor.
De wet tot verhooging van het vijfde hoofdstuk
der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1880 is
in de St. Ct. opgenomen.
In de St. Ct. is opgenomen bet verslag der
commissie belast met het afnemen van het eind
examen voor de hoogere burgerscholen in de
provincie Zeeland in 1880.
notarissen. Op verzoek, eervol ontslag ver
leend ah notaris te Heerde aan J. H. van Meurs.
Benoemd tot notaris binnen het arr. Heerenveen,
ter standplaats Wolvega, gemeente Weststelling
werf F. H. Ii. J. J. van den Heuvel tot Beich-
lingen, gezegd Bartolotti Rijnders, cand.-not. te
Zwolle; binnen het arr. Winschoten, ter stand
plaats de gemeente Scheemda, jbr. S. W. H. A.
van Beyma tboe Kingfia, cand.-not. te Heerenveen.
telegraphie. Benoemd tot lijninspecteur en
directeur bij den rijkstelegraaf L. van Bergen,
thans directeur van het rijkstelegraaf kantoor te
Dordrecht.
De minister van binnenlandsche Zaken heeft
bepaald dat kinderen van on vermogenden koste
loos, en van minvermogenden tegen lager school
geld moeten kunnen gebruik maken van het
openbaar onderwijs in de vakken t van art.
2 dernieuwe onderwijswet, overal waar de behoefte
aan dat onderwijs is erkend. (Hiermede worden
bedoeld de vakken Fransch, Engelsch en Duitsch,
algemeene geschiedenis, wiskunde, handteekenen,
landbouwkunde, gymnastiek en fraaie handwerken.)
Ingevolge machtiging des koDings wordt Zr. Mg.
schroefstoomschip 4e kl. Suriname, liggende te
Hellevoetsluis, met den eersten Februari a. in
dienst gesteld, met bestemming voor buitenland*
scben dienst, en het bevel daarover opgedragen
aan den luit. t/z le kl. jhr. H. M. van der Wijck.
De luit. t/z le kl. W. van Hasselt wordt
eervol ontheven van de waarneming der betrek*
king van assistent-directeur der afdeeling „Waar
nemingen ter zee" bij het Kon. Ned. Meteorologisch
Instituut te Utrecht en vervangen door den luit*
t/z 2e kl. B. J. G. Volk.
De état-major van Z. M. stoomsch'p Suriname j
dat 1 Febr. a. in dienst wordt gesteld, is als volgt:
komm. luit. t/z. le kl. jhr. H. M. v; n der Wijck,
tot dusver adjudant van den minister van marine,
eerste off. luit. t/z 2e kl. O. J. de Vriese, luit. t/z
2e kl. W. P. A. M. Klhit, idem jhr. J.A. G. van
der Staal, off. van gezondh. le kl. F. H. L.
Roessingh van Iterson, off. van adm. 2e kl. H.
J. Knottenbelt.
Naar men verneemt, doet zich in verband met
de bekende twijfelachtige huwelijkèn, te Utinge-
radeel, een quaestie voor, waaromtrent de recht
bank geroepen is een beslissing te nemen. Uit
een dier huwelijken is een kind geboren, terwijl
de vader vóór die geboorte overleden is. Nb weigert
de broeder van dien overleden vader een aan dezen
verschuldigde som aan de'weduwe ie voldoen, op
grond dat niet het kind, daar het buiten huwelijk
geboren en dus noch erkend is noch gewettigd
kan worden, maar hij zelf erfgenaam is van zij#
overleden broeder.