N°. 7. 124e Jaargang. 1881. Maandag 10 Januari. Watersnood. X O 3 O. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 5,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.; van 1-7 regels 4.50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte» Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G, L. Daübe Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 8 Januari. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL, j ministerie van justitie en op de griffie der W atersnood. De commissie doet al wat in haar vermogen MIDDELBURG» COURANT. Aan het bureau dezer courant is eene ge sloten bus geplaatst, bestemd voor giften, tot het overmaken waarvan aan de algemeene commissie de redactie zich bereid verklaart. Heden ontvangenvan X 25Wed. A. R. 10D. P. R. 1W. H. C. 100 H. H. 2; Onbekend 10; id 2.50; te zamen met de vorige opgaven 303.- rechtbank deze inschrijving wordt weder in de Staatscourant medegedeeld en na deze for maliteit is het recht voor 15 jaren verzekerd en door strafbepalingen tegen namaak be- schermd. Na 15 jaren is vernieuwing der inschrijving noodig. Een overgangs-termijn van 18 maanden is gesteld om de reeds be staande merken in de bepalingen der nieuwe wet te doen deelen. Yan het uitgebreide ontwerp van den minis ter Tak, dat ten doel had, naast het spoorwe gennet, een volledig net van kanalen over ons land te werpen, werd in den zomer van '80 een brokstuk aangenomen, waardoor het tot stand komen van eenige kanaalverbindingen in de Oostelijke provinciën verzekerd werd. Door de toekenning van subsidien, ten bedrage van ongeveer 3% millioen, over verscheidene jaren verdeeld, zijn het gemeentebestuur van Groningen, de twee Drentsche kanaal-maat schappijen en het provinciaal bestuur van Overijsel in staat gesteld tot het doortrekken van het Groninger stads-kanaal en de Hooge- veensche vaart, den aanleg van twee kanalen van Almelo en van Coevorden af, alle tot aan de grenzen, alwaar zij de door de Pruisische regeering aangelegde kanalen zullen ontmoeten. Door deze kanalisatie, tot welke ons land hij eene in 1876 met het Duitsche rijk gesloten overeenkomst reeds verplicht was, zullen de waterstand en de scheepvaart in de genoemde provinciën eene sedert lang gewenschte verbe tering ondergaan. Tot dezelfde soort van belangen behoort de overeenkomst met België ten aanzien van bet kanaal van Gent naar Ter Neuzen, en de daar mede gepaarde naasting van de spoorweglij nen AntwerpenBredaMoerdijk. Omtrent dit ontwerp, waarover wij indertijd onze lezers breedvoerig onderhouden hebben, behoeven wij niet in bijzonderheden te treden. De naasting der lijnen van den Grand Central was nood zakelijk en zal voor het algemeen spoorweg- belang haar nuttige werking niet doen missen, al is tot dusver het door het toenemend ver keer zoo dringend gevorderde dubbel spoor op den weg VlissingenEoosendaal nog niet gelegdterwijl de nadeelen voor Ter Neuzen, naar onze meening, overdreven zijn voorgesteld- Éene opmerking kan hier hare plaats nog vindendie namelijk, dat deze genaaste lijnen aan de Exploitatie-Mij op gelijke voorwaarden zijn overgegeven, alsof het nieuw aangelegde lijnen waren. Deze gelijkheid is in de over eenkomst van 1875 met genoemde onderneming niet bedongen en zou, bij het naasten van andere productieve lijnen, voor haar grooter voordeel opleveren dan waarop zij recht zou hebben. Onze staats-financiers mogen in 't vervolg hierop bedacht zijn. Even als deze overeenkomst, zoo maakte het tractaat met Luxemburg, waarbij de weder- zijdsche pretensiën van beide landen met ge sloten beurzen vereffend werden, een einde aan een sinds geruimen tijd hangend verschil, dat onder ongunstige omstandigheden tot onaan gename gevolgen had kunnen leiden. Eene zomervrucht was de wet tot bescher ming der nuttige vogels en andere dieren, door het welbegrepen belang van den landbouw gevorderd, welke eerst na jaren haar nuttige werking zal doen kennen, als een geslacht zal zijn opgegroeid onder de gewoonte om de dieren te sparen en de hoogere en lagere overheden beter zullen zijn vertrouwd met de kennis van wat werkelijk „nuttige" dieren zijn. Het gewichtigste werk van maatschappelijken aard, dat de wetgevende macht ons schonk, was de instelling der rijks-postspaarbank. Zij dagteekent, in de tweede kamer, van den 15ea April, in de le van den 24 Junizij heeft den „Eene poging om, bij de sluiting van het jaar, ook de balans van onzen politieken toe stand op te maken, is verleidelijk," schrijft prof. Buijs in zijn ffietó-artikel, waarop wij reeds de aandacht vestigden. De enkele dagen van het nieuwe jaar, welke verloopen zijn, hebben die poging te minder hare actualiteit ontnomen, dewijl onze Vertegenwoordiging van de vermoeienis der strafrechts- en begrootings- debatten rust neemt en geen van de beide zijden der balans dus nog met een nieuwen post bezwaard is. Overzien wij derhalve, wat 1880 ons op wetgevend gebied gebracht heeft. De oogst is niet onbeduidend. In de voor- jaars-zitting ontmoeten wij eene nieuwe wet op de openbare vervoermiddelen, waarbij het stelsel van voorafgaande vergunning (concessie) werd verlaten en deze ondernemingen werden vrijgegeven aan de algemeene mededinging, behoudens de noodige bepalingen tot verzeke ring der veiligheid voor de personen. Voort aan is, voor het openen van een stoomboot-, diligence- of anderen dienst alleen eene open bare aankondiging en eene kennisgeving aan de besturen van gemeente en provincie noodig. Het toezicht op de vervoermiddelen wordt bij een algemeenen maatregel van inwendig bestuur geregeld, dus niet aan het plaatselijk gezag overgelaten, maar een onderwerp van staatszorg. Tegen schadeloosstelling, zijn de ondernemers verplicht, des gevorderd, de brievenpost over te brengen. Verandering, staking of schorsing van den dienst moet weder bij openbare aan kondiging en kennisgeving bekend gemaakt worden. Door deze bepalingen, de vruchten van den opvolgenden arbeid van verschillende minis ters, is deze aangelegenheid geregeld in een vrijzinnigen geest, met opheffing van onnoodige reglementeering of belemmering, en met vol doende verzekering van het algemeen belang. Eene wet, die weinig hartstochten in beweging gebracht of rumoer gemaakt beeft, doch die op den duur zeker gunstig werken zal. Een ontwerp van gelijke nederige, üiaar nuttige strekking was de nieuwe regeling der wetgeving op de handels- en fabrieksmerken, tot verzekering van het recht, dat ieder heeft, om de door hem vervaardigde of in den han del gebrachte voorwerpen van een merk, als van zijne handteekening, te voorzien. Met intrekking der tot dusver gegolden hebbende wetsbepalingen uit den Franschen tijd, zal het verkrijgen van dit recht voortaan geschieden door inzending van het merk aan de griffie Van eene Nederlandsche rechtbank en door publicatie der aanvraag in de Staatscourant zes maanden na die publicatie wordt, indien geen bezwaren tegen het merk ingebracht of de ingebrachte bezwaren langs den weg van rechten opgeheven zijn, het merk ingeschreven pp een register dat ia dubbel berust aan bet wakkeren volksvriend, mr. A. Kerdijk, als directeur aan haar hoofdzij verheugt zich ook in 't bezit van een raad van bestuur maar bestaat met dat al nog slechts op 't papier. Uit eene goede bron wordt echter gemeld dat de algemeene maatregel van inwendig bestuur, betreffende de uitgifte en inrichting der spaarbankboekjes, de terugbetaling, en de andere voorschriften van organisatie, zoo ver gereed is dat de afkondiging: „binnen een niet ver verwijderd tijdstip te wachten is." (kanselarijstijl.) Daarna zal het feitelijk in werking treden der rijks-spaarbank misschien „het laatste tijdperk zijner voorbereiding zijn ingetreden" (weder kanselarijstijl). Als dat voorbij zal zijn, dan heeft de schatkist zich schrap te zetten tegen de overstrooming van spaarpenningen, die haar uit iedere gemeente des lands zal overstelpen. Maar hiertegen is de voorzichtigheid onzer uitvoerende macht weder een waarborg, die het invoeren der rijks spaarbank op alle hulp-postkantoren immers bin nen een tijdvak van vier jaren ondoenlijk achtte. Men verdenke ons niet van spot tegenover eene instelling, welke wij zoo lang gewenscht hebben en die wij, ook als blijk van de zorg der wetgevende macht voor de belangen der minvermogenden, met zooveel instemming be groet hebben. Wij hadden echter gehoopt dat iets meer van het feu sacréwaarmede de minister Vissering, de staathuishoudkundige der oudere school, de wet verdedigd heeft, waarmede de minister van waterstaat, als tot hare uitvoering geroepen, voor haar opgekomen is, en waarmede de oud-minister Tak, haar auctor intellectualishaar voorgestaan heeft, dat iets meer daarvan zich hij de uitvoering vertoond zou hebben. Het „langzaam gaat zeker" moge een oude Hollandsche spreuk zijn, onnoodige langzaamheid is geen eigenschap der oude Hollandsche degelijkheid. Noemden wij de spaarbankwet het gewich tigste wetsontwerp van socialen aard, wij zagen daarmede den arbeid niet over 't hoofd die de kroon op de wetgevende werkzaamheid van dit jaar zette de aanneming van het wetboek van strafrecht. Doch dit verbeidt nog de goedkeuring der le kamer. Desniettemin zijn wij aan de 2e kamer dank verschuldigd, dewijl zij de leiding der behandeling van dit natio nale werk in handen stelde van vijf uitstekende strafrechtskundigen, „bij de beraadslaging een zelibeheersching en spaarzaamheid in woorden aan den dag legde, welke zonder voorbeeld in onze parlementaire geschiedenis zijn en aldus een werk tot stand bracht, dat boven hare krachten geschat werd door hen, die gewoon zijn haar stelselmatig in een ongunstig licht te stellen. Aangezien wij ons bewust zijn niet tot deze categorie te behooren, verklaren wij ons, aan het einde van dit overzicht, in menig opzicht dankbaar en voldaan over hetgeen de staten- generaal in 1880 gedaan hebben. Of hetzelfde het geval is, wanneer wij in aanmerking ne men wat de kamers niet gedaan hebben Dat is eene andere vraag. Maar voor eenzij digheid zich te wachten, is plicht, en wanneer er reden tot erkentelijkheid bestaat, alleen dat gene op te halen waarover men zich onte vreden voelt, is onrechtvaardig. Nu wij aan de Eegeering en Vertegenwoordiging gegeven hebben wat haar toekomt, voelen wij ons ge rechtigd haar vrijuit te zeggen, in wélke op zichten zij, naar onze meening, beneden de verwachtingen des lands gebleven zijn. In de heden middag gehouden vergadering van de kamer van koophandel en fabrieken alhier werd herbenoemd als voorzitter de heer mr, W. 0. Bor- sius, als vice-voorzitter de heer mr. G. -N. de Stoppelaar en als secretaris de heer mr.E. Fokker. De bode A. Tapper is weder voor een jaar in zijne betrekking gecontinueerd. Aan het commissariaat van politie alhier is als gevonden gedeponeerdEen geciseleerde koperen haarspeld, een zilveren armband en een dames portemonnaie, waarin eenig geld. Veere, 7 Januari. In eene plechtige raadszit ting werd heden de heer P. G. Wijnmalen, nieuw benoemd burgemeester van Veere en Vrouwepol der, als zoodanig geïnstalleerd. Van alle huizen wapperde de vlag en aan het begin der gemeente werd de nieuwbenoemde met een luid hoera door de menigte hartelijk begroet. IJzendijke, 7 Januari. Met 1 Februari e. k. wordt de directeur van het rijkstelegraaf kantoor alhier, de heer M. J. Coster, overgeplaatst naar Hansweert, en vervangen door den heer W. H. Pieter, thans telegrafist te Ter Neuzen. Donderdag heeft in het strand vóór den Sophia- polder naar de zijde van den Anna-Friso-polder eene oever-afschuiving plaats gehad, naar het schijnt nog al van belangrijke afmeting, zoodaé de laagwaterrand op dat punt met eenige meters lengte den dijk is genaderd, (ff. Ct.) Op 1 Januari jl. telde de bevolking der gemeenten Ter Neuzen 4809, Boschkapelle 1276, Graauw 1970 en Hoek 1868 inwoners. Volgens te 's Hage ontvangen particuliere tij dingen moet een stoombarkas van de Borneo te Edi (Noordkust van At jeh) met man en muis zijn vergaan. De luit. ter zee 2de klasse Wiggers (wiens dood reeds gemeld is) en zes der opvaren den moeten bij dat ongeluk ziju omgekomen. (Fad.) Bij den minister van binnenlandsehe zaken is bericht ontvangen, dat zich te Parijs een comité heeft gevormd tot het inzamelen van gelden tea behoeve der slachtoffers van den jongsten waters nood in ons vaderland. Dit comité bestaat uit de heeren E. A. Buisman, D. B. Jordaan, E. Pinner, C. Eozenraad en I. van Raaite, hetwelk bereids f 2000 tot leniging der ramp heeft ingezonden. Men wil weten, dat eeue zeer groote uifbrei. ding is te wachten van het korp3 koninklijke marecbausbée, terwijl in verband daarmede de thans bestaande rijks veld wacht zou worden opge heven. De geheele divisie zal onder bevel staan van ten kolonel te 's Hage. Er zullen twee hoofdstandplaatsen zijn, te 's Hage eu te Arnhem, in elk van welke steden een majoor zal geplaatst worden. Deze hoofdofficieren zullen hunne diensten verrichten rechtstreeks en alleen onder de bevelen van den minister van justitie. De Arnh. Ct. verneemt, dat de Villa Rhenana, aan den Velper weg bij Arnhem gelegen, die als prijs diende voor de inteekenaren op het werk De Rijn, by de verloting ten deel is gevallen aan den heer W. K. Kien, die de niet geplaatste aan- eeelen van den uitgever had overgenomen. Z. K. H. prins Alexander, wiens vertrek naar het buitenland tegen 27 December werd aangekon digd, heelt de residentie nog niet verlaten, 't Kon wel zijn, dat er vourloopig van die reis nog niets komt. (Rott. Ct.) Men meldt uit Sleeuwijk van 6 Januari: Het water heeft zijne hoogte bereikt; gisteren was het stationair, en van morgen was er een val van ongeveer een halven voet. Gisteren woei het den gauechen dag vrij sterktegen den avond werd het zelfs stormachtig. Verscheiden huizen aan den dijk van Dewerkea zijn zoo gebeukt door den golfslag, dat zij ingeBtort zijn of weldra zullen vallen, terwijl de afslag ook van den dijk belangrijk is. Hoe het met de menschen gegaan is, die opgepropt op de zolders zitten van de huizen in het land, weet ik niet, maar wel, dat men gisteren reeds het ergste voor hen vreesde, zoodat er van Werkendam uit booten zijn gegaan om hon, zoo noodig, naar veiliger plaatsen over te brengen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1