Gemengde Berichten. Laatste Berichten. BUITENLAND. 2 Overstrooming. W atersno od. Benoemingen en besluiten. Kerknieuws. Kunstaieuws. Landbouw. Weerkundige waarnemingen. 7 Januari des morgens te 8 uren. 3 Algemeen Overzicht. Het Handelsblad levert het volgende verhaal van de doorbraak bij Nieuwkuik, van welke ge beurtenis tot dusverre een zoo gedetailleerde beschrijving ons niet onder de oogen kwam. In den nacht van 29 op 30 Dec. jl. omstreeks half twee, by zwaren storm en donker weder, begon de dijk zooveel water door te laten, dat de mannen van de dijk wacht niet langer op hun post dorsten te blijven, maar naar hunne wonin gen snelden, de beesten lossneden en met vrouw en kind en wat ze verder in aller ijl grijpen kou den, het hazenpad kozen naar hooger gelegen punten. Met uitzondering van de bewoners van eenige huizen in de onmiddellijke nabijheid, had niemand in dat gedeelte van den dijk gevaar gezien. Wel bevond zich een „kwel" in den dijk, en liet deze water door, maar dat water was volkomen helder. Het was dus, meenden de deskundigen, alleen doorgesijpeld, en de dichtheid van dat dijkvak was nog zoo groot, dat het water bij zijn tocht van buiten naar binnen gefiltreerd was. Op die „lekke" plaats waren dan ook slechts enkele voorzieningen gemaakt en dan nog, volgens de verklaring van ooggetuigen, alleen om de morrende bewoners der Peperstraat tevreden te stellen. Krachtige maatregelen tot versterking werden niet genomen. Zoo gaaf, zoo groen, zoo volkomen dicht scheen de dijk, dat er aan de mogelijkheid van een doorbraak op dat punt door de deskundigen niet werd gedacht. Toen de dijk- wacht dan ook aan het hoofdkwartier kwam melding maken dat de dijk op vallen stond, werd ze aanvankelijk niet geloofd. Maar hoe geloofwaardig haar rapport was ge weest, bleek weinige minuten later, toen het water met donderend geraas naar binnen begon te vallen, en het gat, dat aanvankelijk niet grooter was dan een kachelpijp, weldra een lengte van zes meter had gekregen. Dreunend viel de vuist van de mannen die de wacht hadden op de deuren en ramen hunner buren. „De dijk valt! Het water komt!" was de alarmkreet, die de bevende lippen slaakten. En thans begon die razende wedloop van mannen en vrouwen, met hun kinderen op den arm, naar de hooggelegen punten der gemeente, in de eerste plaats naar den Konijnenberg, een dicht met dennenhout begroeiden heuvel ten noordoosten van de doorbraak. Dien nacht verleende Ko nijnenberg aan circa 400 menschen eu evenveel stuks vee een toevluchtsoord tegen het vernielend element. Doch welk een toevluchtsoord! In 't holst van den nacht, bij tastbare duister nis en bulderenden stormwind zaten de ongeJuk- kigen, voor't grootste gedeelte slechts half gekleed en dan nog doornat, bijeeDgeschoold op een hoop duinzand, tegen welken het water zijn krachten ook reeds beproefde. Ieder oogenblik zelve gevaar loopende van te verdrinken, trof de doffe dreun, waarmede de eene woning na de andere ineenstortte, bovendien tel kens en telkens weder hun oor. Maar dat geluid werd, evenals het klotsen en bulderen van het water, overstemd door het noodgeschrei van de menschen, die geen tijd hadden gehad den vlucht heuvel te bereiken en die, met den dood voor oogen, op het dak waren geklommen, en voelden dat het huis op zijn grondvesten waggelde. Gelukkig is thans gebleken dat dien nacht slechts éen oude vrouw, en den lsten Januari een kind van tien jaar is verdronken. En thans begon de taak van die edelen, die 't leven veil hadden om dat van hun natuurgenooten te redden. Henri de Leeuw, Piet de Vaan, Hen drik van de Wiel, Leonard us Jegers en zooveel anderen nog, het grove buis dekt uw leden, ver eelt en knoestig is de vuist, die roeispaan en vaar boom hanteert, maar een edel hart klopt in uw borst, en nimmer zullen uw namen bjj de door u geredden uit het geheugen worden gewischt. Gemeenlijk slechts met hun tweeën of drieën, in een ranke kaan, waagden die mannen zich belangeloos in een stroom, die met reuzengeweld tusschen omstortende huizen, hokken, heiningen en geboomte voortstormde. Nu eens was 't een huisgezin van man, vrouw en drie kinderen, dat door hen van een drijvend dak werd gered dan voerde hun moed hen naar een huis, dat reeds gedeeltelijk was ingestort. Meermalen kostte het urenlange strijd voordat de kaan een woning kon bereiken, die wankelde op haar grondvesten, en werden de mannen vijf zesmaal door het element teruggeslagen. Maar volgehouden werd er toch. Menige oude van dagen, menige zieke vrouw, zelfs een kraamvrouw, die eerst den dag te voren tvas bevallen, werd op die wijze behouden. Over de gevolgen der doorbraak schrijft de Noordbrabanter Men moet eeuwen terugtellen om zich zoodanige ramp te kunnen voorstellen. Met den St. Elisa- bethsvloed in 1421 kan de ramp nog het best vergeleken worden. En waarom? Omdat het onheil dit bijzonder karakter draagt, dat de wa tersnood niet duurt een ot twee dagen, maar zoo lang tot de doorbraak beringd is. Tot zoo lang hebben wij dien vreeselijken stroom door het dorp. Altijd en onverbiddelijk rolt die verwoestend voort, en vernielt en bederft hoe langer hoe meer wat men eerst nog behouden waande. De felle stroom is juist het karakteristieke van deze over- strooming. In de N. Eott. ct. leest men: Ooggetuigen verzekeren dat de schade, die de ingezetenen aan hnisraad, aan verlies van oogst, maar vooral aan de gebouwen, aan verzanding en verwoesting van landerijen hebben geled n zóo groot is, dat aan herstel niet meer kan wor den gedacht. De gemeente is vernield; welge stelde landbouwers en neringdoenden zijn gehee tot armoede gebracht. Hoeveel ellende herhaalde waterrampen over Noord-Brabant ook hebten uitgestort, zóóveel leed als Nieuwkuyk heeft nog nimmer eene gemeente getroffen. consuls. Erkend en toegelaten als consul van Peru te Rotterdam, de heer Florentino Tristan. De heer F. C. Meyer, benoemd tot consul der Nederlanden te Neurenberg, is in die hoedanigheid door de Beijersche regeering erkend. adsl. In den Nederlandschen adel ingelijfd de heer Maarten Reuchlin, te Charlois, met al zijne wet tige, zoo mannelijke als vrouwelijke afstammelingen. burgemeesters. Benoemd tot burgemeester van Wijmbritseradeel, M. D. Tromp, en van Heel, F. H. Tonnaer, met opdracht deze betrekking gelijk tijdig waar te nemen met die van burgemeester van Thorn. pensioenen. Pensioen verleend, ten laste van den staat, aan J. J. Spruyt, eervol ontslagen op zichter le kl. van 's rijks waterstaat, te Amers foort, ten bedrage van f 985 's jaars. posterijen. Benoemd tot commies der posterij en le kl. C. van der Veen, thans commies der posterijen 2e kl. De heer J. J. L. Luti, predikant by de Waal- sche herv. gemeente alhier, is beroepen te Arnhem, Naar wy vernemen zal door de alhier bestaande rederijkersvereeniging Ons Genoegeneen tooneel- voorstelling worden gegeven in den schouwburg, waarvan de zuivere opbrengst zal strekken ten behoeve der watersnoodlijdenden. Tholen, 6 Jan. Hoe fel de N. 0. wind zich de laatste dagen ook doet gevoelen, toch is hij geweDscht. Vooral omdat hij komt zonder regen of vorst mee te breDgen. Nu kan het overtollige water, dat zich in de polders bevindt, zijn weg naar de sluizen vinden, en is er dus kans dat de te verwachten vorBt niet te nadeelig werken zal. De voortdurende regens en de steeds gewaaid hebbende westeiyke winden hebben de akkers onder water gezet en belet, dat de bestaande suatie-sluizen op gewenschte wyze werkten. Met genoegen maken wij melding van een in de brandkasten-fabriek van den heer L. Vogel alhier vervaardigd werkstukdat een gunstig getuigenis aflegt voor de Middelburgsche ny ver heid. Het is eene groote, voor het buitenland bestemde, keurig afgewerkte brandkast. Zij is 1.95 M. hoog, 1 M. breed en 0.45 M. diep, heeft twee deuren aan de voorzijde en eene binnendeur, met zeer ingewikkelde, doch eenvoudig werkende kunstsloten en geheime sluitingen, geheel bewerkt uit gepolijst staal. Vier afdeelingen (loketten) zijn aan de bovenzijde aangebrachtvier afdeelin gen voor geld en papieren van waarde. Onmid dellijk daaronder een atzonderiyke sluiting met deur, voor effecten. Het geheel pleit zoowel voor den fabrikant als voor de ondergeschikten die onder zijne leiding werkzaam zijn. De heeren Ozinga te Amsterdam zijn aanne mers geworden van de werken, die de Bouwgrond- onderneming Zandvoort aldaar laat uitvoeren, n. 1. eea passage voor winkels, van dezelfde afmetingen als die te Rotterdam, zich aansluitende aan het spoorwegstation te Zandvoort en van een hótel, onmiddellijk vóór de passage, aan den breeden bou levard aan de zeezijde, met groot teras en muziek tempel. Beide gebouwen zijn ontworpen door den heer Van Wijck, bouwmeester der Rotterdamsche pas sage. De aannemers hebben op zich genomen beide groote werken met 1 Juni, op welken dag men de opening van den spoorweg HaarlemZantvoort verwacht, op te leveren. Het Nieuws van den Dag meldt, als een bewys hoe natuurlijk het Panorama te Amsterdam geschilderd is, dat de musschen er tegen aan vliegen, denkende de vrije lucht voor zich te hebbenja dat sommige tusschen de bladeren der geschilderde booinen beproeven te gaan zitten. Deze réclame kan als de herleving eener zeer bekende anecdote uit de oudheid beschouwd worden. De musschen zouden namely k in de door een Grieksch schilder afgebeelde vruchten gepikt hebben. Maar 't vervolg van het oude vertelsel is, dat de mededinger van den vruchten- schilder dezen wederom overwon door het schil deren van een gordyn, zoo natuurlyk, dat degenen die zijn stuk kwamen bezichtigen, het beproefden weg te schuiven. De eerste, zeiden de Atheners toen, had slechts de vogels gefopt, maar de ander deed het de menschen. Hij stond dus hooger. Men zou met het Panorama soortgeiyke proef kunnen nemen. Bij voorbeeld door een Span jaard te brengen op de plek waar Kenau Hasse laar de belegeraars van Haarlem terug drijft. Als hy dan ook, even als mijne landgenooten van vóór 3 eeuwen, bang wordt, dan zal de triomf van den schilder nog grooter zyu dan na de musschen-proef van het Nieuws. Te Dordrecht is een Engelschman, die wegens gebrek aan middelen van bestaan den volgenden dag over de grenzen gezonden zou worden, in de voormalige gevangenis op het stad huis door een aanval van ijlhoofdigheid, vermoe delijk delirium tremens (dronkaards-waanzin), overvallen, waarin hij de ruiten stuk sloeg en zich een der polsen bijna doorsneed. Hij is daarna uaar het krankzinnigengesticht gebracht. Voorbijgangers ziju in de Haagsche straten niet meer veilig. Op hetzelfde oogenblik onge veer, dat Dinsdag eene dame werd aangevallen op den Bezuidenhoutschen weg, dat is dus op eene vrij eenzame plaats, buiten de drukst be zochte straten, des middags ongeveer half vyf, had hetzelfde plaats met eene andere dame, op den hoek van de Koninginnegracht, bij het paleis van den prins Von Wied, in het centrum dus der wandelaars en der deftigste buurten. De aan rander was een man in livrei, die poogde de dame hare oorbellen te ontroo\en, doch bij het toeschieten van voorbijgangers het hazenpad koos. Men zou zeggen dat de lucht der „vorstelijke residentie" niet van gunstigen invloed is op het gehalte van een deel harer bevolking. De Leeds Mercury weet mede te deelen dat lord Beaconsfield nog een anderen staatkundigen roman heeft geschreven, die binnenkort het licht zal zien en het belangrijke tijdperk in de ge schiedenis van den schryver zal behandelen, toen hy zoo heftig is opgetreden tegen sir Robert Peel, na de bekeering van dezen. Nu nog mooier. De heer Bradlaugh schijnt een brief te hebben geschreven, waarin de heer Laisant eene voor zich beleedigende uitdrukking heeft gevonden. Denkelgk heeft hij geprotesteerd tegen bet denkbeeld dat hy met den hertog van Aumale, een ultramontaansch journalist, prins Napoleon en den heer De Girardin bij eene vrouw van verdachten naam aan tafel zou gezeten hebben. Dit alles stond in den schandaai-brief van me vrouw Graux, die wij verleden week mededeelden. Hoe dat ook zy, Laisant heeft aan Bradlaugh getuigen gezonden, om het met hem uit te vechten. Het in of na by Athene gevonden beeld is geen echte Phidias. Het is eene verkleinde copie in marmer van de At r ene Nikephoros van den be roemden meester. Er bestaan nog andere copieën van het beeld, niet zoo groot en zoo getrouw echter als de nu gevondene, naar men meldt. In dit geval blijft de vondst van hooge waarde. Het beeld is iets meer dan een meter hoog en houdt evenals het orgineel het beeld der Nike (zege) iu de hand. De zonderlingste uiting van de warme republikeinsche en socialistische gemoederen bij de begrafenis van Blanqui was wel het herhaalde geroep: Vive Blanquit Een Parysche straat jongen riep op den tocht naar het kerkhof Louise Michel toe: „Zeg eens, Louise, zoudt ge niet beter doen uw kousen te gaan mazen?" De groote burgeres was geheel in het zwart met een vuurrooden halsdoek. 's Gravenhage. Ten behoeve der noodlij denden door de overstrooming, wier aantal meer dan 3000 bedraagt, is door Z. M. den koning en de koningin f 5000 geschonken. Goes. Aan het Goesche Sas heeft eene afschuiving plaats gehad, tengevolge waarvan een gedeelte der glooiing verdwenen en eenige schade aan den oever toegebracht is. De kosten voor de gemeente zullen echter niet aanzienlyk zijn. Londen. In het Hoogerhuis betoogde lord Beaconsfield dat het kabinet den binnen eu bni- tenlandschen vrede in gevaar brengt wegens den ernstigen toestand in Ierland. Hy meende echter het gezag der regeering niet temogen verzwakken. NAMEN DER PLAATSEN. Ba- rom. at wijk. Wind- Toe stand lucht. Tem pera tuur. richt. kracht Delfzyl L 18.8 OZO 1 1. bew. 4 Groningen .19.1 ONO 1 helder 4 Helder -19.1 O 0 1. bew. 1 Vlissiugen. r 16.3 ONO 2 heidei 2 Maastricht. -13.4 NNO 1 bew. 2 -19.3 wzw 2 helder 1 -23.3 stil 0 betr. Valentia. -15.0 O 4 betr. 1 Hamburg -18.6 NNW 1 mist. 4 Swinemunde. -16.2 W 3 helder 3 Leipzig -17.5 1 mist. 7 Carlsruhe -11.8 N 3 helder 4 Grisnez -13.0 O 4 helder 2 Parijs - 9.4 NO 2 helder 4 St Mathieu - 8.5 O 1 1. bew. 1 Biarritz - 3.8 ZZO 2 bew. 3 Perpignan w Cbristiaansund -f- 22.5 4 0 Stockholm. -f- 6.4 NW 6 bew. 1 Koppenhagen Portsmouth Yarmouth Grootste verschil in Nederland: 'sochtends 8 uren: G. 6.3 M. des namiddags Barometer te Middelburg, Graanbeurs:(Cbrr.) Thermometer 6 Jan. 'sav. llu.31 gr. 7 Jan. 'smorg. 8 u. 29 gr. 'smidd. 1 u. 36 gr. 'sav. 5 u. 32 gr. Het Engelache parlement is gisteren door eene koninklyke commissie geopend. De lord-kanselier, lord Selborne, las de troonrede voor. De paragrafen over Zuid-Afrika luiden als volgt: Een opstand in de Transvaal heeft my onlangs do verplichting opgelegd, militaire maatregelen te nemen om mijn gezag spoedig te hersteilen. Deze opstand heeft mij gedwongen voor het oogenblik ieder plan terzijde te Btellen om aan de Europeesche kolonisten dat volle beheer over hun eigen zaken te waarborgen, dat ik, zonder inbreuk op de belangen der inboorlingen te maken, hun zoo gaarue had toegestaan. Ik betreur het dat de oorlog in Basuto-land nog voortduurt, niettegenstaande de pogingen van de regeering der Kaapkolonie om er een einde aan te maken* Het zou mij veel voldoening geven, indien er zich eene passende gelegenheid voordeed om van mijne zyde vriendschappelijke pogingen in het werk te stellen tot herstel van den vrede." Met eene slimheid die weinig rekening houdt met de feiten, wordt hier gezegd dat de Trans- valers hun eigen zaak bedorven hebben. Hadden ze maar gewacht, dan was uit den Engel schen hoorn des overvloeds eene autonomie op hen neergedaald, welke hen tot de gelukkigste der stervelingen had gemaakt. Het is een argument pour le besoin de la causewaarvan niemand de dupe zal zijn eu dat niet belet dat men duidelijk de inconsequenstie ziet door de talryke gaten van des heeren Gladstone's ministerieelen mantel. En de Busuto's Met hen wil men vrede sluiten. Men klampt zich daarvoor vast aan een juist vau pas gekomen deputatie van een Parijsch zendelinggenootschap, welke aan lord Kimberley een practischeu raad heeft gegeven. De Basuto's zyn indertyd inge'yfd bij de Kaapkolonie en bedongen zich bij tractaat het recht om wapenen te blijven dragen. Zij leefden rustig en liepen zelfs veelal zonder wapenen, toen opeens de En- gelsche regeering beval dat zy alle wapenen, welke zij bezaten, moesten inleveren. Zij verzet ten zichvandaar de oorlog. Nu zeiden de ver breide» van het Christendom onder de Kaffers tot de Engelsche regeering „Handhaaf uwe by tractaat gegeven belufte om dit volk hunne wapens te laten behouden, maar leg op ieder geweer zulk eene zware belasting dat de KafferB ze toch moeten verkoopen." En op dezen grond slag zal men nu wellicht spoedig vrede sluiten met de Basuto's, om troepen vrij te krijgen voor de Transvaal, waar men ze wel gebruiken kan, volgens de berichten welke wij hierachter mede- deelen. „De oorlog in Afghanistan,zegt de troonrede verder, is geëindigd." Wy hopen hot voor En geland, maar het is reeds zoo dikwyis gezegd dat het moeilyk wordt aan die uitdrukking een onvoorwaardeiyk geloof te hechten. Vooral wyl de koningin voortgaat: „Het is mijn voornemen niet dat de bezetting van Kandahar by voortdu ring zal gehandhaafd worden, doch de aanhou dend onzekere toestand van het land eu de daaruit voortvloeiende moeilijkheid om een in- landsch bestuur te vestigen, hebben het terug trekken vau het leger van daar uog eenigeu tijd doen uitstellen. De paragrafen over Ierland laten wy in haar geheel volgen. „De verwachting welke ik u de laatste maai mededeelde, dat een overvloedige oogst den nood in Ierland zeer zou verminderen, werd verwezen- lykt, doch tot myn leedwezen moet ik zeggen dat de maatschappeiyke toestand van het land een verontrustend karakter heeft aangenomen. Agrarische misdaden zijn voorgekomen in eene verhouding, ver boven hetgeen wy in de laatste jaren hebben gekend. Aanslagen op het leven zyn niet in dezelfde mate toegenomen als andere misdaden; doch ik moet er bijvoegen dat ouder de leiding der uitvoerende macht, door de politie pogingen tot bescherming van personen zyn in het werk gesteld, meer dan ooit vroeger is ge schied. Ik moet nog andere, zeer verspreide mis standen noemen: de rechtsbedoeling is verlamd ten opzichte dezer misdaden, door de onmogelyk- heid om getuigenis te verkrijgen, en een uitgebreid schrikbewind is alzoo in verschillende deelen des lands gevestigd, dat bijua evenzeer de uitoefening van bijzondere rechten als de volbrenging van openbare plichten heeft onmogelijk gemaakt. „Iu eeu staat van zaken die in be'angryke op zichten nieuw is, met weinig vertrouwbare leering dus uit het verleden, heb ik eerst de gewone macht der wet streng doen gebruiken, vóór ik eene nieuwe vraag deed. Wyl echter de tegen woordige stand van zaken een overvloedig bewys levert van de ontoereikendheid der wet, deel ik u mede, dat onmiddeliyk voorstellen aan u zullen worden gedaan om mij buitengewone macht toe te vertrouwen, welke naar mijn oordeel niet alleen noodig is voor de handhaving van de orde en de wet van den staat, maar ook om mijne onder danen zekerheid voor leven en eigendom en per soonlijke vrijheid van handelen te verschaffen. „Naast de eerste en gebiedende verplichtingen welke ik noemde, wensch ik niet minder dau vroeger te streven naar het wegnemen van grie ven en het verbeteren der wetgeving, zoowel in Engeland als in Ierland. „De Iersche landwet van 1870 heeft groote voordeelen opgeleverd en veel bijgedragen tot de veiligheid eu den betrekkelyken welstand der bevolking, zonder van den eigendom de waarde te verminderen of de grondslagen te ondermijnen. In sommige opzichten echter, en vooral onder den drang der laatste rampvolle jaren, werd de be scherming welke zy aanbood niet voldoende bevondeD, noch in Ulster, noch in de andere provinciën. „Ik beveel u de verdere ontwikkeling harer beginselen aan in den geest der behoeften van Ierland, zoowel wat de verhouding tusschen eige naar en pachter aangaat, als met het oog op krachtige pogingen om een grooter deel der be volking door aankoop grondeigenaar te doen worden eu haar zoo een grooter belang bij den grend te geven. Deze wetgeving zal, ter berei-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 2