N». 6. 124' 188L Zaterdag 8 Januari. Watersnood. De dichteres van Carcassonne. Dit blad verschijnt da gel ij ks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 5/m. franco f 5,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Ad vertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50' iedere regel meer f 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 7 Jannari. Aan het bureau dezer courant is eene ge sloten bus geplaatst, bestemd voor giften, tot het overmaken waarvan aan de algemeene commissie de redactie zich bereid verklaart. Heden ontvangenvan D. M. P. 1. Van W. 50, te zamen met de vorige opgave 152.50. Ook Noorman betoogt in den Tijdspiegel, m een opstel over den poUtiekeu toestand van ons land, dat grondwetsherziening, bij den tegenwoor- digen stand der partijen, een „onbegonnen werk" is, dewijl daartoe eene meerderheid van 2/3 der stemmen in de staten-generaal gevorderd wordt. Hij grondt dit oordeel voornamelijk op de verdeeld heid der liberale partij, welke hij zoo uit de geschiedenis van het kabinet-Kappeijne, a!s uit hetgeen daarna voorgevallen is, aantoont. Scherp is zijne afkeuring over het voorstel tot grond wetsherziening van den heer Kappeijne en over het uitstellen der behandeling van de rentebe lasting door diens vrienden in de kamer. Herstel der eenheid onder de liberalen acht hij vooreerst niet waarschijnlijk, en hij deelt, ten bewijze daar van, een en ander mede, dat op de jongst gehouden vergaderingen der party moet zijn voor gevallen. Toen onlangs, na langen tijd, weder eene zoo danige vergadering werd belegd, verschenen de Kappeyneauen niet en werden tot leden van het bareel der party verkózen de heeren Van Delden, Van Rees en Van der Linden. Later werd nog eene vergadering gehoudendaar verschenen de aanhangers van den beer Kappeyne wel, maar er werden geen zaken van algemeenen poiitieken aard behandeld. De slotsom van Noorman is zeer weinig bemoe digend. „Het spel dat met de politieke zaken gedieven wordt, moet, meent hij, met meer oi minder geduld gedragen worden, totdat de spelers öf het zei ven moede worden, óf hun dood er een einde aan maakt, óf de kiezers een ver andering tot stand brengen." Het eerste zal niet licht gebeuren; het tweede kan zeer lang op 'zich laten wachten; op het derde heeft hij geen hoop, dewijl het den kiezers ontbreekt aan ken nis, aan zelfstandigheid en aan nauwkeurige, on partijdige voorlichting. Wij hebben dit korte overzicht aan onze lezers niet willen onthouden, dewijl het opstel in den ^BurxXuXa^aroisr. NOVELLE VAN PAUL HEUSE. Hij zonk op het bed en drukte zijn gelaat in het kussen om de tranen van woede en schaamte, die hem uit de oogen stroomden, terug te dringen. Zoo bleef hij een geruimen tijd liggen totdat hg meende voetstappen te hooren en de angst dat hij een getuige zijner schande in het gelaat zou moeten zien, deed hem eensklaps oprijzen. HQ gordde zijn zwaard om, maar nam van de andere zaken niets mede, sloop de wenteltrap weer af, zonder iemand tegen te komen en vond de oude Vrouw nog, zooals by haar verlaten had. Onder de ernstigste bedreigingen prentte hg haar in, aan niemand een woord ervan te reppen dat Zij hem gezien had. De oude beloofde het met de stelligste verzekeringen en stak haastig het goudstuk op, dat hij haar toewierp. „Uw ziel zal in de hel brauden, als die vau de zwartste heks, inaien gij babbelt 1" riep hij haar nog toe, .toen by reeds ia den zadel zat en het vermoeide Tijdspiegel behoort tot de merkteekenen van onzen polidéken toestand bg het begin dezes jaars. Maar wy zijn van meening dat Noor man in zijne jammerklacht de zaken al te somber inziet en door zijn klagen, zonder iets voor te stellen dat practisch tot verbetering leiden kan, weinig nut zal stichten. Onze po litiek is menschenwerk en dus vol gebreken onze kamerleden zijn vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk en hebben dus, behalve alle algemeene menschelijke zwakheden, de goede en kwade eigenschappen, die onze natie aankleven. Maar al laat, om deze redenen, de gang van zaken te wenschen over en al lijkt, op een gegeven oogenblik, de toestand ongunstig, daarom bestaat er geen reden om het bestaande goeue voor by te zien en eraan te wanhopen dat hetgeen op den lfn Januari van 1881 af te keuren valt, op een volgenden nieuwjaarsdag misschien verbeterd kan wezen. Wanneer men den algemeenen toestand van ons land vergeigkt met dien van andere na tiën, vindt men meer reden van tevredenheid dan van beklag, en wanneer men den tot stand ge- brachten wetgevenden arbeid van bet afgeloopen jaar overziet, dan kan men niet, zonder grove ondankbaarheid, uitsluitend van „het spel dat met de politieke zaken gedreven wordt," gewag maken. Wy hopen dit eerlang meer in bgzanderheden aan te toonenvoor ditmaal leek dit korte protest tegen Noorman 's zwartgallige en machtelooze jammerklacht, nu wij melding van haar meenden te moeten maken, ons onvermydelyk. Een onzer stadgenooten heeft, onder het pseu doniem: Een Kollandsch liberaal, in de I'all Mali Gazette betoogd dat de Transvaalsche Boeren geen opstandelingen, maar oorlogvoerenden zyn. Ten bewyze daarvan, haalt hy Biuntschli's woor den in paragraaf 289 van zyn gezaghebbend werk: Droit International codifiê aan, luidende„De verovering is een wettig middel om een grondge bied te verkrijgen, wanneer een verdrag, of bij gebreke daarvan, de erkenning door de bevolking, van de plaats gegrepen veranderingen, de nood- zakelykheid van den nieuwen staat van zaken bewezen heeft". De „verovering" nu, is in1 dit geval noch door een verdrag, noch door de erkentenis der bevol king bekrachtigd. Een verdrag werd niet gesloten en de ingezetenen van de Transvaal hebben, sedert president Burgers, onder protest, teneinde bloedstorting te voorkomen, de sleutels van het gouvernementsgebouw aan Shepstone overhandigde, niet opgehouden daartegen bij de Engelsche regeering met verzoekschriften en be* toogen op te komen. Da Transvaal heeft dus, volkenrechtelijk, nooit opgehouden een staat te zijn. Dit betoog is vooral van beteekenia met het dier de sporen gaf. Zij stak den vinger op en legde haar magere hand op haar borst. Maar bij was de poort reeds uit en vloog als door den geest der wrake achtervolgd, doelloos de wyde wereld in. Zoo bleef hij meer dan een jaar weg. Er verspreidde zich een gerucht dat heer Raimou van Miraval te Marseille was scheep gegaan, maar men wist niet waarheen, misschien naar het heilige land, om boete te doen, of naar een land waar men zijne geschiedenis niet kende en waar de vrouwen zich beter en liefderijker jegens edele zangers gedroegen; want ondanks haar gelofte had het oudje, toen zy hem ver weg waaude, toch zyn late versehyning-op üen-bruiloftsavond ver raden en heer Olivier had er, vol van overmoedig leedvermaak, onder zijne goede vrienden geen geheim van gemaakt, met welk een fijn gesponnen net zijn vrouw dien welluatigen vogel verstrikt had. Daarover was een luid hoongelach opge gaan, maar hetgeen er over het verstooten van zijn eigen vrouw in geheel Provence gesproken werd was nog veel onbarmhartiger en bitterder. Want toen heer Gancelm zgn schoonzuster met haar kind vermiste en baar eindelijk te Carcassonne terug vond en van haar vernam onder welk een nietig voorwendsel haar man van haar geseheiden was, spaarde hy zyn eigen broeder niet en weldra oog op het voornemen der Engelschen om de Transvaal, van den kant der Delagoa-baai, dus over Portugeesch grondgebied, te bestoken en de Boeren aizoo tusschen twee vuren te brengen. Waren de Transvalers opstandelingen, dan zou de Portugeesche regeering aan een bevriend land hare medewerking niet kunnen weigeren om op roerige onderdanen tot onderwerping te brengen, Zyn zij „oorlogvoerenden" dan maakt Portugal, door hulp te vèrleenen aan de andere partg, zich schuldig aan schending der onzydigheid. En hier tegen zal de Portugeesche regeering, tegenover de op de grenzen harer kolonie gevestigde, taaie en krachtige Boereu-bevolking, vermoedelyk wel eenigszins opzien. In de heden namiddag gehouden vergadering van den gemeenteraad van Middelburg werd mededeeling gedaan van de overname der gasfa briek en daarbij behoorende goederen voor 108,305.934, welke som is gesplitst als volgt losse goederen 22205.934, fabriek f 54000, ver goeding voor winst gedurende I4 jaar 20000, voor overname van den zinker in het kanaal f 6000 en voor kosten op de overdracht vallende 6100. In verband met het door den directeur uitge bracht, niet zeer rooskleurig verslag omtrent den toestand der fabriek, werd medegedeeld dat men thans op last der gascommissie bezig is met het bouwen van 2 nieuwe ovees, ieder van 7 retorten. Aan het doen van herstellingen van buitenge wonen aard en het aanbrengen van verbeteringen op uitgebreide schaal zal een grondig onderzoek moeten voorafgaan. Op voorstel van burg. en weth. en de gascom missie hechtte de raad zyne goedkeuring aan de overneming der losse goederen tegen.de getaxeerde waarde, ook voor zooveel de gasornamenten be treft, en verleende machtiging het bovengenoemde bedrag, voor zoover zulks het toegestane crediet van 104,000 te boven gaat, te betalenterwijl de gascommissie werd gemachtigd om de overge nomen gasornamenten tegen billijken prijs van de hand te zetten. De begrooting van den Middelburgs-—Vlissing- schen straatweg is goedgekeurd. Nog werd medegedeeld dat aan de gemeentebe- grooting over 1881 door ged. staten van Zeeland de goedkeuring is onthouden. 23 glazen bokalen, enkele voorzien van deksels, en alle betrekking heboende op Middelburgsche instellingen, door den heer mr. Gr. N. de Stoppe laar voor de oudheidskamer aangeboden, werden in dank aanvaard. Hierbg werd door den voor» zitter medegedeeld dat de nieuw ingerichte oud heidskamer binnen eenige dageu zal worden ge opend, terwyl ook besloten werd de verzameling tegen brandschade te verzekeren. verhaalde men in de geheele buurt, dat de dich teres van Carcassone door haar echtgenoot het huis was uitgezet, omdat hij haar erop betrapt had, dat zij in stilte verzen maakte en hij haar die kunst als een misoaad aanrekende. Zijne broeders in Apollo, die hem reeds lang vijandig waren uit naijver, omdat het hun vaak aan schoone rgmwoorden en bevallige denk beelden ontbrak, namen thans gretig deze gelegen heid te baat om hun woede aan hem te koelen» Meer dan êen spotlied en hekelzang ging van hand tot hand, waarin hij hevig aangevallen werd over zijne vreeselijke schending van alle ridderlyke gebruiken en van de heilige wetten der wellevendheid. Vooral een sirvente van Peire Duran, dat van smaadwoorden en verwijten over- vlotide, maakte veel opgang en zelfs aan het hof van zijn ouden vriend, den koning van Arragon, klonken de beschuldigingen tegen hem, zoodat ook de spaansche Troubadour Uc vau Mataplaua, die een ouden wrok tegen hem had, de Zaak van Gaudairenca met ijver aanvatte en over den laffen dwaas, die een lieve vrouw om haar talent wellicht ook uit louter naijver verstooten had, de wraak des hemels en de verachting der wereld afriep. Wat den vogelvrg ver klaarde van al deze berijmde banvloeken ter oore kwam, is nooit bekend geworden. Men weet zelfs niet met juistheid ia welken schuilhoek den zwaarbeproefde man zijn leed verborgen heeft, Eindelijk werd op voorstel van den heer Luteijn besloten dat de houders van de obligatiën der 5 pet. leening van 1871 en van de 4j pet. leening van 1878, waarvan de aflossiDg op 1 Juli a. is bepaald, dadelijk aflossing zullen kunnen bekomen tegen korting eener rente van 3 pet., gerekend van den dag van afbetaling tot 1 Juli a. Plissingen, 7 Jan. In de heden namiddag gehouden zitting van den raad is benoemd tot hulponderwijzeres mej. N. E. Vermenlen. Tot ambtenaar van den burgerigken stand werd benoemd de heer Van Duuren Dutilh. Door het rijks-telegraafkantoor alhier werden in 1880 16306 regeerings-, bijzondere en betaalde diensttelegrammen en 32 onbetaalde diensttele- grammen verzonden, terwijl 16831 regeerings-, bijzondere en betaalde diensttelegrammen, 1363 onbetaalde diensttelegrammen en 21 opgenomen en verder geseinde telegrammen ontvangen werden# Te zamen werden dus 34553 telegrammen be handeld. De kamer van koophandel en fabrieken alhier, zal op Zaterdag den 8en dezer, des namiddag» te 3 uren precies, een openbare vergadering houden. Cloes, 7 Jan. De collecte voor de noodlij denden door de overstrooming heeft alhier f 457 48 opgebracht. Eigen Kuip heeft een circulaire verzonden, waarin de „ondersteuning" van de ingezetenen gevraagd wordt, teneinde bg ziekte en daardoor ontstane „werkeloosheid" een hoogere uitkeering te kunnen geven, dan de vereeniging met eigen krachten zou kunnen doen. Ofschoon deze circu laire op verre na niet zoozeer den toon heeft van een bedelbrief, als de primitief voorgestelde, komt zy toch in zooverre daarmede overeen, dat zg in strijd is met de leus der vereeniging: „Help u zei ven.", Het waarborgfonds voor het onderboudeu ge durende twee jaren eener driewekelyksche stoom vaart tusschen Amsterdam en New-York is, dank zij eenige nagekomen bgdragen, waaronder ook de Roll. IJz. Spoorwegmij, toch nog volgeteekend. De vaart zal, onder beheer der Kon. NedStoom- bootmij, in Maart a. aangevangen worden. Ter Neuzen, 6 Jan. Tengevolge van den voortdurenden val van het water in Oost-Vlaan deren, zal morgen te Sas-van-Gent, zoo mogelijk, een aanvang met het schutten worden gemaakt» Het is nu bijna drie weken dat met elk getg alhier met beide sluizen getapt is. Door de gezag voerders van de vele hier en op het kanaal tot Gent liggende schepen wordt verlangend naar de hervatting der vaart uitgezien. maar het waarschijnlijkste is dat hg, na een poos in woeste bergstreken en dalen rond gedoold te hebben misschien wel strijdende met het voor nemen om in een diepen afgrond een einde aau zijn rampzalig leven te maken toen de wonde een weinig begon te heelen, de wgk genomen heeft in een klooster, om daar door zware boete doeningen en kasty dingen des lichaams, vergiffenis voor zijne zware schuld te zoeken. Ten minste het eerste bericht dat ons weer met hem ia aanraking brengt, vertoont hem in monniksgewaad, met geschoren kruin en laag op de borst neerhangenden baard, de wangen zóo uitgeteerd van het vasten en de oogeu zóo diep in de kassen liggend, dat toen hij op een avond door de poort van Carcassonne ging, niemand in dien bleeken, sehamelen monnik, den ridderlijken zanger zou herkend hebben, die hier eens te paard aan de zijde van zyn grafelijken vriend zijn intrede had gehouden. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1