Gemengde Berichten. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Marine en leger. Koloniën. Hg ging echter niet naar den hoofdingang, maar medelijden; en niet weinig werd dat gevoel ver meerderd door de akelige, doodaeha stilte om ons heen en het doffe drennen van het water, dat door het gat nog altijd in vliegende vaart naar binnen stroomde. Met den stroom mede lieten we ons, tnsschen de heggen der akkers door, naar den Klinkerweg dry ven, die midden door het dorp Haarsteeg loopt. Hoewel de Haarsteeg circa 1.2 a 1.3 meter onder water staat en ook daar de stroom nog zeer sterk is, hebben de meeste bewoners hun huizen niet verlaten. Het vee is voor een groot gedeelte naar den dijk gebracht en de menschen hebben de bovenverdieping hunner woning be trokken. Bijna voor al de vensters zag men dan ook de nieuwsgierige gezichtjens van een paar kinderen, die vol belangstelling naar onze kaan keken en zulk een watersnood schijnbaar nog niet zoo onaardig vonden. Niet aldus de oudersHun oog had een on natuurlijke strakheid, hun mond een scherpen trek en als er hier en daar een raam werd opgescho ven, om ons te vragen of we niet wat eten voor hen hadden, dan had de stem, die de vraag deed, een ongunstigen, onnatuurlijken klank. Gelukkig volgde ons een groote boot met le vensmiddelen en kon dus altijd aan dat verlangen naar voedsel worden voldaan. Den Bosch moge zich beroemen dat het spoedig hulp weet te brengen en hnlp te lenigen, ook aan Heusden mag waarlijk wel hulde worden gebracht. Met brood, koffie en kaas en verdere benoodigd- heden zwaar beladen, werkten zich de lichte booten uit die stad met inspanning van alle krachten tegen den stroom op, om aan de halt verhongerde menschen voedsel te brengen. Half verhongerd zal men mogelijk met een ongeloovigen blik vragen. Ja, stelligEn wie aan de waarheid van hetgeen ik hier neêrschrijf mocht twijfelen, had maar eens moeten zien, met welk een wolfshonger de arme schepsels aanvielen op het brood, dat een schroefstoomboot uit Hens den aanbracht. In een oogwenk was een mik van anderhalf pond, die onder drie personen werd verdeeld, in stukken gesneden en verdwenen en toch bedelde, al dorst de mond niet vragen, het oog nog om meer. Honger heeft eigenaardige kenteekenen. Ik zag dit hier. Weder aan den dijk gekomen, zag ik, dat de doode runderen, die ik 's morgens daar had zien liggen, reeds op de plaats zelve geslacht en af gehakt waren. Al de aardappelen in de kuilen zijn totaal bedorvenhet winterkoren begint door het water te rottenalle nog te velde staande groenten zijn verloren. En waar moet de boer het koren en de pootaardappelen om opDieuw te gaan telen, vandaan halen? Gebrek en ellende staan zelfs den voorheen meer gegoede voor de deur, want menige boer, wiens voornaamste rijk dom uit zes, zeven stnks vee bestond, heeft niet alleen die, maar ook zijn ganschen wintervoorraad verloren. Juist zette ik den voet op den dijk toen een schroef boot uit Heusden aan den wal schoot om menschen en vee af te halen. Alles sloeg dade lijk handen aan 't werk. Och, hoe dankbaar en erkentelijk straalde bet oog van al die arme moe ders, toen we haar kleinen, in een schort of een ouden schoudermantel gewikkeld, van haar over namen om ze aan boord te brengen en een plaatsje te geven bij de warme kachel in de kajuit Schreiend zonken de arme schepsels op de banken neer en drukten haar kinderen aan 't hart en streelden en liefkoosden ze, alsof zij ze in jaren niet hadden gezien. Het bewustzijn van zijn kind gered te weten, moet een ongekende zaligheid schenken. „En nu een heete kom koffie en een paar sneden brood, hè, moeder Dat zal smaken Maar „moeder" zeide niets. De lippen beefden te sterk; en bevend namen de vereelte handen toen h^ den tweeden dag het slot van Ermengarde naderde, zag hij weder met zulke drieste, fonke lende oogen om zich heen, als ooit een bruigom naar het huis nitziet, waar hg zijn bruiloft zal vieren. Het was laat in den avond toen bij Castres bereikte en het slot der weduwe lag zoo tusschen het hout verscholen, dat hij het eerst kon zien toen hij nog slechts een steenworp van de poort verwijderd was. Toen schrok hg bijna van verbazing en hield zyn paard in, teneinde zijn ontsteltenis meester te worden. Uit alle vensters stroomde hem licht tegen en het geluid van fluiten en violen klonk hem in de ooren. Zij had hem wel is waar beloofd dat er, als hg terug kwam, een vroolyke bruiloft zou gevierd worden maar hoe kon zij dag en uur zoo juist van te voren weten? Hg had haar geen bode gezonden en dat die onaangename zaak thuis zoo gemak kelijk en schielijk zon afloopen, dat had hij zelf niet durven hopen. Nadenkend en aarzelend reed hij het burchtplein op. De poort was niet gesloten, ook de portier scheen naar de bruiloftsmuziek te zijn gaan luis teren en voor de te laat komende gasten de poort open gelaten te hebben. Alleen een stok oude vrouw, die geen arbeid meer kon verrichten en kuchend naast het hondenhok hurkte, rees omhoog toen zij den statigen ruiter gewaar werd en strompelde met haar krukje naar hem toe, om hem te verwelkomen» het verwarmend voedsel en brachten de kom met heete koffie aan de loodblauwe lippen van „de arme wurmen, die 't vannacht zoo bitter koud hadden gehad." Wat ik in mijn brief van gisteren schreef, her haal ik. Voor voedsel wordt wel gezorgd, maar dekking en ligging en brandstof ontbreken zoo goed als geheel. Te Maastricht wordt gverig gewerkt om den scheidingsmuur tusschen de Maas en het zij- kanaal naar Luik in weerbaren toestand te krij gen. Op verschillende hoogten wordt die dubbele muur met zware ankers voorzien en aan beide zgden met ankerplaten als het ware in een gzeren keurslijf geschroefd, zoodat dit gevaarlijke punt zeer in hechtheid heeft gewonnen. Waarschijnlijk zal bij lateren lagen waterstand van de Maas, ook de fundeering een duurzame herstelling on dergaan. Venlo zal weldra droog zijn; daar is weer een stoomboot nit Botterdam aangekomen. De weg van Grave naar Den Bosch is weder begaanbaar. bübgembesïebs. Benoemd tot burgemeester van Steenbergen J. W. Laane; van Benschop, Hoenkoop, Polsbroek en Willeskop J. A. van Bumo, secretaris dier gemeentevan Ohé en Laak, Ph. Buma, secretaris dier gemeentevan Helden* J. H. Jansssenvan Hèerde, A. T. H. van Troostenburg de Bruyn, secretaris dier gemeente en van Coshen en Langbroek, W. A. van Beeck Calkoen, secretaris van laatstgenoemde gemeente. legeb. Op aanvrage eervol ontslag verleend uit den militairen dienst aan den le luitenant O. W. A. de Jongb, van het reg. gren. en jagers. poldebbestübeït. Benoemd tot lid van het bestuur der waterkeering van den calamiteusen Willem-Annapolder J. Weststrate; tot gezworen van het waterschap de Breede Watering bewesten Yerseke, A. Lindenbergh. Tot leeraar aan de Ambachtsschool te 's Hage is benoemd de heer P. C. Moinat, thans onder wijzer aan de opleidingsschool te Haarlem. De spaarbank van het Ned. Onderwijzersge nootschap zal over het afgeloopen boekjaar aan hare deelhebbers 4.728 percent rente uitkeeren. Beroepen tot predikant bij de Ned. herv. ge meente te Eikerzee, de heer A. de Joode, predi kant te Oosterdijk. De luit. i/z 2e kl. J. M. P. Kluit, uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld. De bg het 3e reg. infanterie benoemde 2e luit.-kwartierm. J. J. van Hille is ingedeeld bij den staf van het depot te Middelburg, terwyl de 2e luit.-kwartierm. J. Verwijnen overgeplaatst is van daar naar den staf van het 3e bat. te Bergen op Zoom. Alle nieuwbenoemde officieren zullen den lOn dezer in functie worden gesteld. Door Z. M. den koning is bepaald, dat ook dit jaar den len April a. aan de weduwen, deel- genooten van het officiers-weduwenfonds voor de landmacht, een gratificatie zal worden uitgekeerd ten bedrage van 25 pet. van haar jaarlijksch pensioen. De veepest in Westelyk Java is over 't alge- „Gij hebt u laten wachten, heer Baimon van Miraval," riep zij hem toe, terwijl hij uit den zadel sprong „maar het beste hebt gg toch niet verzuimd. Zij gaan juist aan tafel en daarna begint de dans. Waar blijft onze heer Baimon heb ik den bruigom zelf hooren zeggen, toen hij van morgen vroeg met zijn schoone bruid over het plein wan delde, om zich naar het wond te begeven, eer zij zich gereed maakten voor het huwehjk. En vrouwe Ermengarde sprak lachendhij heeft zaken thuis Maar wees onbezorgd, dierbare, hij blijft niet nit en te laat komt hij in alle geval. En toen boog zich heer Olivier over haar heen en kuste haar en zij lachten alle bei een mooier paar heeft de oude Barbara nooit in haar leven gezien. Nu zult gij haar pleizier doen als gij eensklaps in de zaal verschijnt en uw bruiloftslied zingt. Gg bebt er toch een medegebracht?" Er kwam geen woord over de lippen van den bleeken man, die als in een benauwden droom de oogen op die verlichte vensters gericht hield en zijn eene hand op het hart drukte, als vreesde hij dat het uit elkaar zou springen. Met de andere hield hg den zadelknop omklemd en hg leunde tegen het sterke paard aan, dewijl zijn knieën knikten. Eindelijk wierp hij de oude vrouw de teugels toe en beduidde haar met stomme gebaren dat zij het paard moest vasthouden tot hij terug kwam. meen afnemende, na ontzaglijke verwoestingen te hebben aangericht. Niettemin zijn veeartsen en controleurs nog onvermoeid bezig haar te bestry- den en doen zich, zooals nog onlangs in het Bui- tenzorgsche en Cheribonsche, herhaaldelijk gevallen voor dat streken, die reeds voor vrij gehouden werden, opnieuw aangetast worden. Op Atjeh wordt geklaagd over „onveiligheid", een nieuwe term naar 't scbynt, om het ver zet van het nog niet volkomen onderworpen volk tegen de Nederlandsche overheerschiug aan te duiden. Eigenlijk gevaar leveren deze, bijna dagelyks voorkomende, gevallen van aanrandingen, samenscholingen, schermutselingen met patrouilles op den openbaren weg en in verborgen schuil hoeken, niet op. Maar het leven der bezetting wordt er toch niet veilig of aangenaam door ge maakt. Twee ingenieurs van den waterstaat zyn naar Atjeh gezonden tot het beramen van maatregelen tegen de overstroomingen aldaar. Waar een Nederlander zich nederzet, wil bg met het water kampen. Men gaat te Kotta-Badja een vrijmetselaarsloge oprichten, die den naam van den grootmeester- nationaal, Prins Frederik, voeren en door den gedeputeerden grootmeester-nationaal in Ned. Indië, mr. Der Kinderen, lid van den Baad van Indië, ingewijd worden zal. De benoeming van den nieuwen gouverneur- generaal, mr. 's Jacob, is met genoegen vernomen. Men begroet in hem vooral den „spoorwegkoning", en bovendien was men bang voor den heer Van Bees, Koning Otto zooals hij genoemd wordt, die zich gedurende zijn veeljarige loopbaan meer ge acht dan bemind gemaakt heeft. Eindelijk zal de tweede stad van Java, Soerabaija, door gas verlicht worden. De regee ring heeft bet plan der stadsverlichting, bevat tende 430 lichten, goedgekeurd. Wanneer men nagaat dat de stadsverlichting van Middelburg 350 lantarens vordert, dan zal ieder beseffen dat in die van eene stad van zoo ontzaglijke uitgestrekt heid als Soerabaija, met het genoemde cgter, niet op luisterrijke wgze voorzien zal worden. Maar alles is toch beter dan de nu brandende „gloeiende spijkers," die slechts dienstig zijn om de bestaande duisternis te doen uitkomen. Door eenige jonge dames te Zierikzee wordt eene loterij georganiseerd ten behoeve der waters» noodlydenden. De invloed van het nieuwe stoomgemaal bij Katwgk is reeds zeer merkbaar. Bg de massa regen die in de laatste weken gevallen is, zou het water in den Byn zeker eene ongekende hoogte hebben gekregen, wanneer er niet, zooals nu, voor een voortdurenden afvoer werd zorg gedragen. Laaggelegen landerijen en tuinen, die anders gere geld onder water stonden, zgn nu watervrij. Een predikant in Friesland heeft Zondag den 26 December in allen ernst aan de gemeente bekend gemaakt, dat, „met het oog op de zons verduistering, de godsdienstoefening op den laat- sten dag des jaars niet des namiddags maar des voormiddags zon moeten plaats hebben." Te Utrecht zgn een aantal vluchtelingen nit de overstroomde streken in Noord-Brabant in de militaire gebouwen opgenomen. Alles gaat zeer geregeld; de uitdeeling van levensmiddelen en kleedingstukken geschiedt onder behoorlyk toezichtde gezondheidstoestand der vluchtelingen is gunstig en zg gedragen zich ordelyk. In de gemeente Gassel, nabij Grave, zgn een groot huis en twee schuren, staande midden in het overstroomde land, geheel afgebrand. De be woners hadden slechts een tiental meters grond om zich te bergen en stonden dus tusschen het vnnr en het water. Hulp viel natuurlijk moeilijk aan te brengen, dewijl er gebrek aan vaartuigen be stond. Iemand te Amsterdam, die in het afgeloopen jaar nauwkeurig aanteekening gehouden heeft van het aantal droge en natte dagen, heeft de vol gende uitkomsten verkregen: droge dagen 167, natte 199. De maand Augustus gaf de meeste (22) droge, de maand October de meeste (26) natte dagen. Volgens aanteekening van een onzer stadge- door een zypoortje dat naar het vertrek leidde waar hij weken lang gelogeerd had. Hij stormde de trap op eu betrad zijn kamer, waar alles nog lag zooals hij het verlaten had. Hg woelde als een waanzinnige in een kist die naast zijn bed stond en toen hij er het zwaard, waarnaar, hg zocht eindeigk nithaalde en de scherpe kling uit de schede trok, overviel hem plotseling het besef van al het jammerlijke en beschamende van zijn toestand. Wat zou het hem baten als hij nu de bruiloftszaal binnen stormde en den gelnkkigen mededinger, die hem zijn bruid geroofd, of de "arglistige vrouw, die hem zoo laag bedrogen had, ten aanzien van alle gasten doorstak Won hg daardoor zgn ver speeld geluk, zgn verloren zielsrust terug Kon hij de schande, die hij zgn edele vrouw had aan gedaan, met dit bloed wegwasschen, of kon het tegen een der vele tranen die Gaudairenca om hem geweend had, opwegen {Wordt wmijrê.) nooten, zou het aantal droge dagen 257, dat der natte 109 bedragen hebben. Het komt er echter veel op aan, wat men in dit opzicht onder „droog" of „nat" verstaat. De aandeelhouders van het Kon. Zool. Bot Genootschap te 's Gravenhage hebben in eene druk bezochte en vrij onstuimige vergadering het voorstel van 't bestuur, om het maatschappelyk kapitaal met ƒ100,000 uit te breiden, met 197 tegen 75 Btemmen verworpen. Als een gevolg der jongste overstrooming is to Maastricht een roeivereenigiug opgericht, waarvan bg die gelegenheid de noodzakelgkheid gebleken is. De ambtenaren van den waterstaat hebben zich met de leiding belast. Het nieuwe jaar heeft de eigenaardigheid, dat het 't zelfde blyft hetzij men het van voren naar achteren of van achteren naar voren leest. Maar 't bezit nog andere hoedanigheden, die ons recht geven om het't jaar negen te noemen, zegt de Amst. Ct. Men krijgt namelgk door optelling 1 8 9, 8+l=9;.l 8 8 1= 18, d. i. 1 8=9; terwijl 18 een product van 2 X 9 is. Trekt men 18 van 81 af, dan krijgt men 63; beide cijfers geven opgeteld 9, het product be staat eveneens uit 2 factoren, waarvan de een 9 is, namelgk 7x9. Deelt men 81 door. 18, dan is het quotient 4 en de rest 9. Misschien vinden rekenkundige snuffelaars nog meer eigenaardig heden. Bij de gemeente-politie te Arnhem bestaat sinds twee jaren een onderling fonds, ten doel hebbende geldelyke uitkeering bij overlijden. De leden van dat korps betalen iedere maand eene kleine bgdrage, en het fonds staat reeds zoo guastig, dat in 1881, bij overlijden van een der leden, aan de achterblijvende betrekkingen f 325 kan worden nitgekeerd. Het gemeentebestuur van Parijs zal aan de jongens van de openbare lagere scholen onderwijs laten geven in den wapenhandel. Zg worden verdeeld in bataljons van 600 jongens; ieder bataljon telt vier compagnieën. De uniform bestaat uit een klein geweer, een gordelriem met "bajonet, een losse kiel, een pet en strepen op do broek. Eens in de week zullen de jongens exerceeren en eens in de maand wordt inspectie gehouden. De regeling zal aanvankelijk worden toegepast op de jongens van 11 tot 13 jaren, wier aantal in de gemeentescholen 23.000 bedraagt. De keizerin van Oostenrgk die gewoon was jaarlyks in Ierland eenigen tijd te wijden aan bet vermaak der vossenjacht, zal zich dit jaar niet aan bet groene Erin wagenzij heeft een buiten van lord Combermere gebuurd in Cheshire, En geland. Eerstdaags komt zg daar met haren jachtstoet en 30 a 40 paarden uit Weeneu aan. Men wordt nu in Londen zelf bang voor de Ieren. Maandag avond liep het gerucht, dat de talrgke Ieren in de hoofdstad oproer zouden maken en het eerst een aanval zouden doen op de wapenmagazynen van de vrijwilligerokorpsen in en bij Londen. Dadelijk werd aan de bevel voerende officieren van de vrijwilligers last ge zonden om de magazijnen streng te doen bewaken. Deze vrijwilligers, die nog nooit anders onder de wapens zijn geweest dan bij exercities, parades en scbietwedstryden, zijn dol van plezier. Een vreem deling die Maandag avond te dicht by een hunner kazernes kwam, werd onmiddellijk gevan gen genomen en niet losgelaten vóór hg de dap peren overtuigd had geen Fenian te zgn. Som migen vermoeden dat het gerucht van het aanstaande oproer door een grappenmaker is verspreid, maar de ernBtige maatregelen der mili taire overheid doen gelooven dat men de zeker heid had van een werkelyk gevaar. Niet alleen in Londen, maar ook in Manchester, Birmingham, Liverpool, Bristol, New-Castle, Glasgow en audere groote steden zijn in de tuighuizen alle sloten van de geweren afgeschroefd, en de ammunitie is overal in veiligheid gebracht. Waar ze ten behoeve van den dienst, voor het schijfschieten, in gewone pakhuizen was geborgen, beeft men ze terugge bracht naar de rijks tuighuizen. In de kazernes die in afgelegen wijken geïsoleerd liggen is de bemanning versterkt en worden alle maatregelen genomen om een mogelyken aanval af te weren. Blanqui is gisteren begraven. Louise Michel heeft gesproken aan het graf en de Fransche jongelingschap opgewekt tot de algemeeue sociale revolutie. Er was een ontzaglijke menigte men schen op de been, maar alles is vrij ordelijk af geloopen. - Dinsdag avond is te Agram weer een schok van aardbeving gevoeld. Een fideele gevangenis vindt men te Lich- tenwald in Stiermarken. De streek had veel last van kleine diefstallen en men meende het euvel overwonnen te hebben, toen drie bekende dieven gepakt en opgesloten waren. Dat bleek echter eene misrekening te zijn. In plaats van op te houden gingen de diefstallen van vleesch, spek, wijn en andere levensmiddelen lustig voort. Ter wijl de ijverige politie nacht en dag in de weer was, werd er in de gevangenis een man gebracht, die valsche banknoten had uitgegeven. Toen de instructie zgner zaak was afgeloopen, deelde de rechter hem mede dat hg voor het hof te Cilli zou terecht staan. „Wat, zeide hg, ik voor de jury, enkel wegens eene verdenking! en mijne medegevangenen stappen- iederen nacht om tien uren ongehinderd door het venster en komen om drie uren terug, beladen met gekookt en gebraden

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 2