N». 5. V rijdag 7 Januari. 188L Watersnood. Be dichteres van Carcassonne. Bit blad verschijnt dagelijks^ met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 5/m. franco f 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiën: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daübe Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 6 Januari. 9 In huis bleef alles stilslechts eenmaal hoorde hij in de verte de stem van het kind dat iets vroeg, maar terstond tot zwijgen gebracht werd. Eensklaps voelde hij een sterk verlangen om den krullebol der kleine tusschen zijne handen te nemen en die groote oogen, die hem zoo verwij tend hadden aangezien, op zijn gemak te be schouwen. Daar hoorde hij beneden op het plein den hoefslag van een paard en, meenende dat zijn broeder terugkeerde ging hij schielijk aan het venster, en zag een oud akkerpaard met een Versleten zadel uit den stal brengen. Eenige bedienden stonden erom heen en wisten zeker niet wat er gebeuren zon, want niemand toonde een verwonderd noch bekommerd gelaat, toen vrouwe Gandairenca het paard besteeg, zich de kleine liet aangeven en haar een gemakkelijke zitplaats voor aan den zadelknop maakte. Het gcheen dat er niets anders aan de hand was dan W atersno od. MIDDELBllRGSCHE Y7 i Aan het bureau dezer courant is eene ge sloten bus geplaatst, bestemd voor giften, tot het overmaken waarvan aan de algemeene commissie de redactie zich bereid verklaart. Ontvangen van S. f 60, van P. K. f 10, van C. W. F. C. 4, van J. W. S. 25, van W. 2.50, te zamen 101.50. Ter IVenzen, 5 Januari. Heden hebben aan den Nieuwen-Neuzenpolder weder twee oever- afschuivingen plaats gehad; een aan de Wester- Schelde, bij de zoogenaamde Verkorting, ter lengte van ongeveer 38 en ter breedte van 16 meters, en de tweede aan den Brakman, bij de Koepel, ter lengte van ongeveer 75 en ter breedte van 23 meters; beide echter zonder gevaar voor den zeedijk. Schouwen—Duivelnnd, 4 Jan. Terwijl men allerwege hoort van overstroomingen en ge ruchten van overstroomïngen, terwijl vele Zeeuw- sche polders, zoo niet half onder, toch weken en maanden te veel last en schade van te hoog polderwater hebben, staat hier, ondanks de zond vlo ed-achtige regens van den laatsten tijd, het water slechts even boven zomerpeil. Tot Kerstmis ploegde en zaaide men dan ook, omdat het vroeger te nat was, of omdat men het, toen de zaaitijd er was, te druk had met de bieten; tot Kerstmis graasden de koeien op weiden, die anders een half el onder stonden. Erven, waar men te voren om dezen tijd over heen voer tot aan de stoep, liggen nu een half el boven water. 't Zijn de vruchten onzer drie stoomgemalen. Daardoor aangetrokken, heeft onlangs Drijschor, dat voor het laatst al den last en al de schade van te hoog polderwater en het machtelooze van een sluis ondervindt, besloten een stoomgemaal te stichten. Konden de ingelanden van vele polders thans hier met eigen oogen een kijkje nemen en, even als die van Drijschor, de macht en het voordeel van een stoombemaling zien, ze zouden, meer dan door een anti-revolutionaire redevoering of door een geleerd rapport, van het nut der stoom gemalen overtuigd zijn en ons navolgen. Zoo Ceres, de godin van den landbouw, nog in haar fleur was, dichtte zij zeker een lofzang ter eere der stoomgemalen. FEXJXJ-sX^JBTOlSr. NOVELUS VAN PAUL HEUSE. Naar wij vernemen hebben zich voor de open gevallen betrekking van bode bij het burgerlijk arm bestuur alhier 79 sollicitanten aangemeld. Aan deze betrekking is eene jaarwedde van 400 en vrije woning verbonden. De berichten omtrent de daling van den water stand te Gent doen eene spoedige hervatting van de scheepvaart op het kanaal naar Ter Neuzen verwachten. Eene circulaire is verzonden door de directiën van de spoorwegen MechelenTer Neuzen, Gent- Ter Neuzen en Termonde—St. Nicolaas, waarin bericht wordt, dat door haar een geregelde stoom vaartdienst is ingericht tot het vervoer van goe deren van Ter Neuzen op Londen, onder den naam Agence commercials des Railways d Ter Neuzen. Deze dienst zal worden gedaan door het stoom schip Jutlanddat des Woensdags van elke week van Ter Neuzen en des Zaterdags van Londen zal vertrekken. Bllland-Bath, 5 Jan. De nieuwjaarscol lecte heeft hier bijna ƒ600 opgebracht. De commissaris des konings in Noord-Brabant heeft gewaarschuwd tegen het eten van vleesch van verdronken vee en de verschillende provin ciale artsen uitgenoodigd daartegen zooveel moge lijk te waken. De heer Courtney, vóór weinige dagen opge treden als onder-secretaris van staat in het de partement van binnenlandsche zaken in Engeland, is altijd bekend geweest als een warm verdediger van de onafhankelijkheid der Transvaal-republiek en als een bestrijder van hare inlijving. Toen de afgevaardigden der republiek, de heeren Krüger en Joubert, zich in Engeland bevonden, werden zij door den heer Courtney hartelijk ontvangen en in hun pogingen bij het parlement, waar hij maar konde, ondersteund. De nieuwe onder-secretaris van staat heeft nu, in antwoord op een brief van prof. Harting, ver klaard: „dat zijne opiniën en sympathieën in de Transvaal-zaak onveranderd blijven." De kamer van koophandel te Rotterdam heeft zich tot den minister van waterstaat gewend, met het verzoek om te doen voortgaan met de ver ruiming en uitdieping van den Rotterdamschen waterweg, opdat, al wil de regeering nog niet beslissen of het vaarwater gebracht moet worden op de oorspronkelijk voorgestelde diepte, althans het verkregene behouden blijve en verbeterd worde. Daartoe moet het werk in 't aanstaande voorjaar, den gunstigsten tijd, hervat worden. De kamer brengt in herinnering dat in de eerste elf maanden des vorigen jaars te Maassluis wer- een ritje in de avondkoelte over de velden en er werd ook volstrekt geen bagage op het paard gepakt. Kalm wenkend als kwam zij spoedig terug, reed de slotvrouw door de hooge poort en toen de hoefslag op de ophaalbrug klonk, keerden de knechten en meiden in huis terug; slechts de man aan het venster staarde onafge broken de amazone met haar kleine reisgenoote na, totdat zij in de schaduw vau het bosch ver dwenen waren. Toen slaakte hij een diepe zucht, die bijna klonk als het steunen van een zwaargewondein woester vaart vlogen hem allerlei onzinnige denk beelden door het hoofd. Hij was op de stoel neergezegen, waarop zijn verstooten gade zeker menigmaal had gezeten, om naar buiten te zien of haar geluk altijd nog niet weder wilde opdagen en den burcht naderen. Maar de betoovering der andere werkte nog zóo sterk op hem dat hij den doffen wrevel over zijn eigen gedrag spoedig genoeg afschudde. Zij had het opgenomen alsof het haar eer gewenscht dan onaangenaam was zei hij bij zich zelf, misschien zou zij er zich nog in stilte over verhengen dat zij er zoo goed af gekomen was. Dat sprookje had ze dan ook erg onhandig verzonnen en als hij haar scherper in het verhoor had genomen, dan zou zij met beschaamde kaken gestaan hebben „Nu, het zij zoo Ik benijd haar haar genoegen niet, laat zij my nu ook het mijne laten, dan zjjn wij beiden den in- en uitgeklaard, zonder de visschersschepen, 6456 schepen, dat is gemiddeld 20 daags. De helft der scheepvaart van ons geheele land gaat dus door den waterweg. Een kanaal met sluizen zou in die behoefte, welke zich vooral openbaart op dagen dat de schepen door tegenwind of mist zich opeenboopen, onmogelijk kunnen voorzien. De vaart door het Voornsche kanaal geeft op de heen- en de terugreis telkens een halven dag oponthoud, dat is op eene reis naar Engeland, welke hoogstens drie dagen heen en weer duurt, meer dan een derde. De vaart nu op Engeland, die bijna geheel met stoombooten gedreven wordt, bedraagt bijna 45 pet. van onze geheele scheep vaart en daarvan moet het grootste gedeelte den Waterweg passeeren. De Nooidgeul van het vaarwater wordt steeds moeilijker te bevaren dewijl de West, de bank die zich voor en in den mond bevindt, zich voortdurend meer Noordelijk zet. De Westgeul is bij NW. winden lastig te bevaren, doch zou grootelijks verbeteren wanneer daarin meer diepte gevonden werd. Na verder nog op de schade gewezen te hebben, welke de vaart op Rotterdam ondervindt door de noodzakelijkheid van last te breken voor groote schepen en door de moeilijkheid om uitvrachten te krijgen, en na de noodzakelijkheid aangetoond te hebben van goede uitgangen naar zee voor onze koopwaren, als zijnde dit geen maatregelen van protectie, maar van natuurlijke behoefte, komt de kamer tot de slotsom, dat de op het oogenblik bestaande stilstand in 't werk niet langer duren mag, dewijl die met eiken üag de uitvoering duurder maakt, den handel kolossale verliezen berokkent en zijne zoo hoog noodige ontwikkeling belet. De St. Ct. bevat het kon. besluit bepalende de plaatsing in het Staatsblad van de overeenkomst door Nederlandsche en Pruisische commissarissen op 22 Augustus 1879 te Winterswijk gesloten, betreffende de grensscheiding tusschen de beide rijken onder de gemeenten Winterswijk van Ne derlandsche en Barlo van Pruisische zijde. In twee vergaderingen van de Amsterdamsche en de Haagsche orden van advocaten is de vraag ter sprake gebracht, of de raad van toezicht al dan niet bevoegd is, zonder de orde te raadplegen, brieven van den minister van justitie aan den raad te beantwoorden. Dit heeft namelijk plaats gehad ten aanzien van een verzoek om inlichting, door den minister aan de beide raden gericht, betreffende de werking der procureurswet. Zoo wel te Amsterdam als te 's Gravenhage was de meerderheid der advocaten van meening, dat de raad van toezicht volgens het reglement niet ver plicht is de orde te raadplegen alvorens den mi- geholpen. Maar het kind doch wie weet of dat ook niet hoe kwam dat aan dat blonde haar 0 slangenlist der vrouwen En ik, die op het punt was om mij zei ven aan te klagen, dat ik haar te hard behandeld had Zuo ging het op en neder iu zijn binnenste Eindeljjk klopte de oude slotbewaarder aan de deur en vroeg of hij zijn heer niet een teug wijn zou boven brengen, totdat de burchtvrouw terugkeerde voor het avondmaal. Raimon schudde somber het hoofd en gelastte dat zijn paard weer gezadeld en voorgebracht zou worden, daar hij dien nacht niet hier kon blijven. Hij vreesde geen oog te zullen sluiten onder dit dak, vanwaar geluk en eer gevloden waren, en hij vreesde vooral zijn broeder weer onder de oogen te komen; dus droeg hij den ouden man de groeten aan heer Gancelm op en reed, onder het hoofd schudden, de gissingen en de verbazing van al de bedienden, in den duisteren nacht, zonder maan of sterren, weg. Eerst na middernacht herinnerde hem de trage gang van zijn paard dat het tijd werd om te rusten en hij maakte halt bij een herdersbut aan den weg, klopte den eigenaar op, liet het paard een armvol hooi toewerpen eu strekte zich voor den haard op een hard leger uit, dat de man hem nister te beantwoorden, ofschoon deze raadpleging, by gewichtige zaken, wenscheiyt zou zijn. Te Amsterdam is op 63jarigen leeftijd overleden de heer Frederik Muller, die als bibliograaf en oudheidkundige in ons land en daarbuiten een verdiend aanzien genoot. Zoon van den hoogleer aar S. Muller, genoot bij eene wetenschappelyke opleiding, maar zijn zin voor den handel deed hem het boekverkoopersberoep kiezen en dit wist hij weder tot den rang van een wetenschappelijk bedrijf te verheffen. Zijne catalogussen van be roemde bibliotheken, van dissertation, van ond- Hollandsche werken over godgeleerdheid, van pamtletten, van reisbeschrijvingen, van handschrif ten, prenten enz. hadden de waarde van gidsen voor den beoefenaar der wetenschap. Ook menig onbekend handschrift bracht hij aan het licht terwgl zyn eigen geschriften over het vak der bi- bliographie en van het archiefwezen eene blijvende waarde bezitten. Hy stond, tengevolge zijner uit gebreide kennis op dit gebied, met geleerden in alle oorden der wereld in briefwisseling, terwijl zijn welwillend en bescheiden karakter hem tot den vriend maakte van ieder die met hem in aanraking kwam. Volgens de St. Ct. is de buitengewone rivier» correspondentie langs het Pannerdensch kanaal, den Neder-Rijn, de Lek, en den Geldersehen IJsel opgeheven, zoodat alleen die langs de Boven- Maas nog in werking blijft. Van „de doorbraak bij Nienwkuik" schrijft een berichtgever van 't Handel Mad het volgende: Met groote moeite en gevaar tot in de kom van het verdronken dorp gestevend, voerde onze tocht ons langs half ingestorte huizen en stallen met verdronken vee, over omvergerukte schattin gen en heggen, door tuinen vol frambozenstruiken naar HLand van Belofte, een herberg en stalling midden in 'tdorp. Dat huis had den felsten stroom te verduren gehad, 't Was zoo goed als geheel verdwpnen. Allerwege hadden de heggen tusschen de akkerlanden de meest verschillende voorwerpen tusschen haar takken opgevangen. Hier een geheel dak met een paar kuipeD, een tafel, een stoel en een gebroken vensterkozijn. Een ver dronken geit lag boven op dien stapel, Verder op, een bed met rood geruiten tijk, een wieg, een potlepel en een stuk van een bedstede. Ginds een kinderwagentje met een gedeelte van een wit hek, de lgst van een spiegel en een verdron ken melkkoe, met een buik als een ballon. Al die voorwerpen spraken een te welsprekende taal om het hart niet te doen inkrimpen van in alieryi bereid had. Doch eerst tegen des morgen vond hij eenige rust eu toen hy op zyn uitgerust paard in de frissche morgenkoelte weg reed zocht hij zich diets te maken: dat hetgeen hem gisteren bedrukt en angstig gemaakt had, nu als de nachtelijke dauw op het rijpe koren, in de ochtendzon was opgetrokken. Hg deed zijn best om zich het geluk voor te spiegelen dat hem wachtte; maar het was toch zonderling dat zich vóór dat gladde, lachende gelaat der schoone Albigenzische, altijd dat stille aangezicht der verstootene plaatste, en hem met een somberen blik vragend en verwijtend aanzag. Na verloop van eenige uren was de prikkel van die wroeging een weinig afgestompt en vond hij allerlei verontschuldigingen voor zijn slechte handelwijze. Wie zich een ziek lid had moeten laten afzetten voelde immers de pijn nog aan het gezonde vleesch. Hij had die vrouw genoeg dank betuigd voor de paar goede jaren die zij hem bezorgd had en bij het scheiden had hij haar immers het kind geheel overgelaten? Ook dat rekende hij zich zeiven als een groote verdienste toe. En dan, zij was jong en nog in den vollen bloei harer schoonheidhet zou haar aan geen nieuwen echtgenoot ontbreken, 't zij de blonde vriend, heer Gancelm, of een ander. Met zulke ragfijne drogredenen stelpte hij het bloed dat uit zjjn gewond geweten stroomde en den volgenden nacht sliep bij gerust $n jnoht, eq

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1