J 124e Jaargang. 1881. W oensdag 5 Januari. X 8 8 O. /li"' 3. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 5,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Ad verten tien: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1-7 regels 1.50 iedere regel meer f 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor bet Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Middelburg, 4 Januari. 1 r MIDDELBURG Er is geen grooter verscheidenheid in wezen, hij overeenstemming in den vorm, dan tusschen de werking van het parlementaire stelsel in verschillende landen. Als men de wetten welke het staatsleven beheerschen, b. v. in Engeland en Duitschland, naast elkander legt, dan zal men in heide landen hetzelfde hoofdbeginsel der parlementaire regeering vinden, het dualisme van de vertegenwoordiging des volks en de kroon met hare verantwoordelijke ministers. En toch, welk eèn verschil. Terwijl in Engeland de keuze des volks de kroon bepaalt in die harer raadslieden en de ministers verantwoordelijk zijn aan de volksvertegenwoordiging, zou men moeite hebben zich in het Duitsche rijk eene volkskeuze voor te stellen welke den grooten stichter der Duitsche eenheid nopen zou zijn ambt te verlaten en de plaats van hoofd der oppositie in te nemen. De rijkskanselier acht zich slechts aan de kroon verantwoordelijk en regeert met eenige chefs de bureaudie den naam minister dragen, terwijl de rijksdag zich moet beperken tot een recht van vetowaar van hij nu en dan een schroomvallig gebruik maakt. En zoolang prins Von Bismarck zijne groote werkkracht tot zijne beschikking houdt, zal het in het Duitsche rijk niet anders zijn want van zijn aftreden kan geen sprake zijn. Meer dan eens vroeg hij zijn ontslag, doch telkens was het een schijnstoot en bleek het wapen op een ander punt gericht. Ook het afgeloopen jaar was daarvan getuige, toen in den bondsraad, naar aanleiding eener weinig beteekenende voordracht, de kleinere staten Pruisen hadden overstemd. Zij boetten voor hunne stoutheid door de, overigens volkomen gegronde, inkrimping van hun recht, en prins Bismarck bleef rijkskanselier. De invoering der beschermende rechten in het Duitsche rijk begint reeds nu eene gaan deweg stijgende reactie in het leven te roepen, zoozeer dat de terugwerking zich reeds heeft geopenbaard in de stemmingen van den rijks dag. Men mag het toch gerust als een protest tegen de economische politiek van den kanse lier beschouwen dat de rijksdag zoowel de verhooging van den bier-accijns als het mono polie van den tabak weigerde, en dat hij het voorstel verwierp om een gefailleerd huis, dat den handel op de Samoa-eilanden dreef, van staatswege weder op de been te helpen. Prins Bismarck antwoordde op deze nederlagen, waar van po oral het gemis van het tabaksmonopolie hem Zeer onaangenaam was, door zich te laten benoemen tot minister voor handel en naast zich een Volkswirthschaftsrath te stellen, die óf geene beteekenis heeft, of dienen moet om de beslissing over de economische politiek allengs aan het parlement te onttrekken. De aanstaande zitting van den rijksdag zal ons de gelegenheid geven de ontwikkeling gade te slaan van zijne nieuwe plannen, waaronder eene staatspensioenkas voor werklieden met gedwongen deelneming, naar men wil, eene der eerste plaatsen bekleedt. Met eene andere zaak welke hem zeer ter harte gaat is de Duitsche kanselier, langzaam doch zeker, een eind weegs gevorderd. Wij bedoelen de opname van Hamburg binnen de Duitsche tollinie. Nadat de rijksdag een vrij zonderling gekozen zijdelingschen weg om dit doel te bereiken had versperd, door een artikel nit het nieuwe Elbe-tractaat met Oostenrijk te lichten, zijn de onderhandelingen voortgezet begint de vrije stad zelve zich minder af- serig van de zaak te toonen, hoezeer deze jg niet rijp ia voer eene beslissing. Evenals in Frankrijk en België vormt de kerkelijke quaestie een hoofdelement in de binnenlandsche politiek van den kanselier, welke hier zijn veld van werkzaamheid niet in den rijksdag, doch in den Pruisischen land dag vindt. Want de verhouding met het Yaticaan is geene rijkszaak. Welk eene nieuwsgierigheid heerschte er niet, toen eene voordracht was aangekondigd tot herziening der Meiwetten! Men beweerde dat Yon Bis marck, wel niet naar Oanossa zou gaan, maar toch een stap naar dien noodlottigen drempel zou doen. Het vermoeden rustte op eene onvolledige kennis van het karakter des kan seliers. De voordracht hield de kerk onder worpen aan het bon plaisir der regeering, welke zich daarentegen grootendeels trachtte te ont slaan van het toezicht des landdags op de uitvoering der Meiwetten. Het centrum ver meed den strik, en van het wetje, dat eigen lijk aan niemand beviel, werden niet anders aangenomen dan eenige bepalingen welke in hoofdzaak den toestand onveranderd hebben gelaten. Een vrijzinnig denkend Duitscher van deze dagen heeft eene moeilijke keuze bij het be palen zijner politieke gedragslijn. In de wijze waarop door het eenhoofdig bestuur de constitutioneele beginselen, welke naar geest en letter der grondwet het leven van den staat moeten beheerschen, in menig opzicht tot eene sehijnvertooning worden gemaakt, is veel dat hem pijnlijk aandoet. Aan den anderen kant eehter is hij niet blind voor de voordeelen van een eenhoofdig bestuur in handen van een man van groote talenten, wils- en werkkracht, waar door de jonge plant der Duitsche eenheid wordt beschermd tegen de stormen, welke de uiteen- loopende belangen en tradities der Duitsche volken anders over haar zouden doen losbreken. Dit verschil in zienswijze bepaalt de verdeeld heid in de nationaal-liberale partij, welke met den prins Von Bismarck de eenheid van Duitsch land heeft gevestigd. Een deel harer leden meent dat voor dit doel genoeg is gedaan en dat de staat krachtig genoeg is om liberale hervormingen en een onbelemmerd parlemen tair stelsel te verdragen. Zij hebben zich af gescheiden van den rechtervleugel, welke eene langzamer ontwikkeling van het Duitsche staatsleven als de onmisbare voorwaarde be schouwt voor het behoud der duur gekochte Duitsche eenheid. Het Duitsch-Oostenrijksch verbond hield zijne volle kracht, welke niet gering te schatten is. Wat ook zijn verder liggend doel moge zijn, het wilde in 1880 zeer beslist den vrede en het laat zijn wil met groot gezag gelden. Het blijde einde der demonstratie-klucht Is daarvan een bewijs. Zoolang de kanselier van het Duit sche rijk met groote plannen tot binnenland sche hervormingen omgaat, schijnt er geen re delijke grond te bestaan om een plotselingen omkeer in deze politiek te vreezen. Wanneer wij daarbij in aanmerking nemen de vreedzame houding van Frankrijk en de krachtsontwikke ling op andere punten, waartoe Engeland is gedwongen, dan is het niet te gewaagd daar in een samenloop van omstandigheden te zien, welke eene rustige oplossing, of althans een uitstel, voorspelt aan de zich dagelyks in scherper vorm vertoonende Grieksche quaestie, welke onder andere omstandigheden wellicht reeds een Europeeschen oorlog had doen ont branden. Wanneer wederom een Öostersche oorlog het Balkanland zal teisteren en de Turken verder zal terugdringen naar Azië, het oord hunner bestemming, dan zal Oostenrijk-Moügarije zich wel niet ten tweeden male voordeelen kunnen bedingen, zonder daarvoor het zwaard uit de scheede te halen. Zijne regeering beseft dit ten volle en maakte van haar succes, op het Berlijnsche congres behaald, ras gebruik om zich door de wetgevende macht een leger te laten toestaan, dat in staat is en bestemd schijnt den weg van Novi- Bazar naar Saloniki te vinden. Zulk een sterke krijgsmacht zou thans niet meer zoo gemakkelijk worden toe gestaan want vooral in de Oostenrijksche helft der monarchie is de parlementaire stel ling der regeering zwak geworden. De heer Taaffe heeft van zijn federalistisch standpunt velerlei eischen, vooral van de Czechen, moeten inwilligen, en ieder toegeven aan den éen heeft anderen ontstemd. Daardoor is de minister president genoodzaakt om zich allengs boven de verschillende deelen zijner partij te stellen, en op dat gevaarlijke standpunt begint hij zoo bedenkelijk te wankelen, dat het niet onmo gelijk schijnt dat de grondwetspartij in 1881 bet bewind hernemen zal. Op Oostenrijks buitenlandsche politiek kan dit van slechts weinig invloed zijn. Het dualisme van den staat maakt eene samentrekking der algemeene belangen noodzakelijkwelke het bestuur der buitenlandsche politiek nagenoeg geheel in handen geeft van de kroon en het gemeen schappelijke rijksministerie, welker oorlogsuit gaven de delegaties, meer of minder grommig, zullen blijven homologeeren. De Russische regeering is zelfs aan zulk een band niet gebonden. Zij kan uitgeven wat zij wil, maar het hinkende paard komt toch ook bij haar zijne opwachting maken. Dezer dagen werd het bericht verspreid dat de nieuwe minister van financiën een plan gemaakt heeft om de voor kosten van den oorlog van 1876/78 bij de bank gemaakte schuld af te betalen in acht annuïteiten. De oorlogs indemniteit van de Porte staat nog op het papier, om bij gelegenheid tegen een stuk van haar land te worden ingewisseld. De binnenlandsche toestand in Rusland schijnt veel verbeterd, sedert, na den aanslag in het winterpaleis, graaf Loris Melikoff, aan het hoofd van een comité du salut public de dictatuur verkreeg. Hij deed veel wat berekend was om het vertrouwen der bevolking te winnen en het verderfelijke van de vernietigingstheorie dei- nihilisten te doen uitkomen. Veel blijft er na tuurlijk te doen, doch dat zal niet zijn weg gelegd voor de regeering van dezen czaar, die zich trouwens door zijne hervormingen een eereplaats heeft verzekerd in de geschiedenis van zijn onmetelijk rijk. Zijn zoon zal eene schoone taak vinden, waarbij wellicht de keu ze wat het eerst te doen geen der minste moeilijkheden zal zijn. Wij hebben ons moeten beperken tot eene keuze uit de hoofdpunten in het leven der Europeesche staten. Ons geslacht leeft te snel om smaak te hebben in langdurig terugzien. Le roi est mortvive le roi! 1881 roept ons en allen. De N. R. Ct. wijst op de buitengewone belang stelling, welke door den strijd der Transvalers voor hnn onafhankelijkheid in ons land wordt opgewekt. Daarna gaat het blad aldus voort Wat kunnen wij doen?" is door een Nederlander aan een Engelsch blad gevraagd. Gevraagd, en door dui zenden herhaald. Wij zouden zoo gaarne de hand van Engeland helpen afwenden van de Hollandsche boeren daarginds i helpen beletten dat de Engelsohe regimenten in Zuid-Afrika het laatste everschot overstelpen van het geen eenmaal in den hesten en volsten zin eene Neder - landsche kolonie was. Wij zouden zoo gaarne voor de Transvalers iets meer doen dan het onderteekenen van adressen. Doch wij mogen dat niet. Onze internatio nale verplichting niet alleen, maar ook onze vriendschap pelijke betrekking met Engeland verbiedt ods alles, wat naar onderstand van eene tegen Engeland oorlogvoerende natie zou zweemen, ja zelfs datgene wat, als het bijeen- brengen van geld, den schijn op ons zon kunnen werpen van internationale trouweloosheid. «Eén weg slechts staat ons open om den Transvalers hulp te verleenen metterdaad, en dit is de weg dien het Roods Kruis bewandelt. Onder de vaan van het Hoorde Kruis kunneu wij bijstand schenkeneen bijstand, te kostbaarder, omdat op het oorlogsveld in Zuid-Afrika al het noodige voor gekwetsten slechts bedroevend schaarsch kan aanwezig zijn. Zoo mag bet medegevoel met de Transvaalsche patriotten zich uiten. Zóo kunnen gelde lijke offers en flinke armen beiden eene goede plaats vinden, en zullen de Transvalers ervaren dat, al kon het oude Moederland voor hen niet wat het wilde, het toch voor hen deed wat het kon." In het jaar 1880 zijn te Middelburg geboren 264 kinderen van het mannelijk en 232 van het vrouwelijk geslacht, terwijl 25 kindereu levenloos werden ter wereld gebracht. 11 paar tweelingen werden geboren en 17 kinderen als onecht aan gegeven. Overleden zijn 388 personen, 207 mannen en 181 vrouwen. 121 huwelijken werden vol trokken, en 2 huwelijken door echtscheiding ont bonden. Blijkens de achterstaande advertentie, zal door de zorg van het bestuur van het Zeeuwsch genoot schap alhier, gedurende drie eerstvolgendeDonder- dagen, te beginnen met den 6en dezer, telkens des middags van 1 tot 3 ure, tegen eene kleine vergoeding voor onkosten, gelegenheid zijn kennis te maken met die soorten van dieren, meest vogels, welke nuttig voor den landbouw of de houtteelt zijn en waarvan het vangen, dooden, vervoeren, verkoopen en het uithalen van hunne nesten, bij de wet van 25 Mei 1880 (St. blad no 89), zijn ver boden. Afzonderlijk worden geplaatst die vogels, voor weke de verbodsbepalingen onder zekere voor waarden door den commissaris des konings tijde lijk kunnen worden opgeheven, zoomede die vogels die gedurende de eerste negen maanden desjaars nuttig kuDnen worden geacht. Zeer moeielijk is het de verschillende vo gels, die bovendien niet overal denzelfden naam dragen, uit afbeeldingen te leeren kennen. Opgezette vogels mogen dus zeker als een der meest aanschouwelijke wijzen van voorstelling beschouwd worden, terwijl ten overvloede by ieder nog eene afbeelding is gevoegd. Aangezien deze tentoonstelling alzoo de gelegen heid aanbiedt om eenigszins bekend te worden met de dieren die wel, en met de andere dieniet mogen worden gevangen of gedood, raden wij de landbouwers, de liefhebbers en de belanghebben den, welke met de uitvoering of toepassing der wet belast zijn, aan deze gelegenheid niet onge- b ruiktte laten voorbijgaan. Men schrijft ons uit Rotterdam*. Ret was te verwachten, dat de anti-liberalen hoog zouden opgeven van de overwinning, die zy by de gemeentelyke stembus hebben behaald. Zy zyn er eerst in geslaagd, den heer Sleurs, een der hoofdmannen van de katholieke partij, in den raad te brengen, en nu is hun dit gelukt met den heer Voorhoeve, het hoofd der anti-revoluti onaire partij en sedert onheugelijke tijden hier de candidaat voor alle mogelijke vertegenwoordigende lichamen. Deze laatste verkiezing beeft te meer beteekenis, omdat de heer Voorhoeve zich in den laatsten tijd door zijne adressen aan den raad aan de spits gesteld had van eene beweging tegen de lage schoolgelden. Intusschen is aan de kerkelijke partijen ditmaal de overwinning tamelijtc gemakkelijk gemaakt. De vrienden van den heer Klütgen, den tegen-can- didaat, hebben zich voor hem heel wat moeite gegeven, maar de leiders der liberale partij hebben zich voor deze c-ndidatuur zeer weinig warm gemaakt, en de heer Voorhoeve heeft zijne over winning voornamelijk hieraan te danken, dat een zeer groot deel zyner tegenstanders zich buiten den stryd heeft gehouden. Voor de candidatuur van den heer Kiütgen bestond zeer weinig sym pathie, deels om oorzaken die nog in verband stonden met de Pincofta-historie; deels wegens zekere geschiedenis van een huis, dat de heer Klütgen als commissaris van de machinale schoe nenfabriek voor een zeer boogen prijs aan die maatschappij zou hebben verkocht; deels ook wegenB andere redenen. Er zijn zelfs niet weinig liberalen, die vóór den heer Voorhoeve hebben gestemd, sommigen om den beer K. te weren, anderen omdat zij van oordeel waren dat de anti-revolutionaire hoofdman in den raad minder kwaad kan doen dan daarbuiten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1881 | | pagina 1