1880. N°. 303. 123* Jaargang. Donderdag 23 December. Gemeente-Gasfabriek. Burgerlijke Stand. Middelburg 22 December. MIODELBIIRGSCHE COURANT. Dit blad vereohijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prjjs per 3/m. franoo 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentlen: 20 Oent per regel! Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,60 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. m., Berlijn Weenen, Zurich enz. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien de verordening regelende de voorwaarden waarop gas door de gemeente geleverd wordt brengen ter kennis van de gas ver brui kers binnen deze gemeente, dat aan hen, met een afdruk van boveuvermelde voorwaarden zal worden uitgereikt een biljet, om door invulling daarvan te verklaren, „of zij na 31 December 1880 nog gas zullen blijven verbruiken," en „dat zij zich tot weder opzegging verbinden tot getrouwe naleving van de voorwaarden, dooi den gemeenteraad vastgesteld of nader vast te stellen," welk birjet Maandag d.en 27en December a. ten hunnen huize zal wor den afgehaald. Zij, die zoodanig biljet niet mochten hebben ontvangen, worden verzocht dit aan te vragen ter gemeente-secretarie. Middeluurg, den 22 December 1880. De burgemeester en wethouders voornoemd, P I C K De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De wethouder ambtenaar van den burgerleken stand te Middelburg, brengt ter kennis van de belanghebbenden, dat op den 25 December en 1 Januari a., het bureau zal geopend zijn van 12 tot 1 uur des namiadags tot het doen van aangiften van geboorte en overlijden. Middelburg, den 22 December 1880. De wethouder voornoemd, N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM. In de heden namiddag gehouden vergadering Van den gemeenteraad van Middelburg, werd aan den heer W. G. van Swers,op zijn verzoek, met 1 Jan. 1881 eervol ontslag verleend als hoofd onderwijzer aan een der openbare lagere scholen. Het concept-adres aan Z. M. den koning, hou dende bezwaren tegen het besluit van gedepu teerde staten vau Zeeland in zake de opheffing van school F werd vastgesteld, terwyl de heer mr. W. A. van Hoek werd uitgenoodigd dit adres namens den raad mondeling bij den raad van state te willen toelichten. Het voorstel van burg. en weth. tot opheffing der waag met 1 Januari 1881 werd aangenomen ©n aan de bij die instelling geplaatste ambtena len en bedienden eervol ontslag verleend, ter- wijl besloten werd met 1 Januari a. een beëedigd >veger aan te stellen tegen eene jaar lij ksche tege moetkoming van f 100. Tot opzichter over de gemeente-begraafplaats, op eene jaarwedde van f 500, werd met 10 stem men benoemd de heer W. Dekkers. Op den heer De Lange werden 6 stemmen uitgebracht. Aan den heer De Lange, eervol ontslagen assis tent-waag meester, werd een wachtgeld van /300, gedurende vier jaren, toegekend. Met 11 tegen 6 stemmen werd het voorstel van burg. en weth. tot het rooien van boomen, aan genomen. Het in ons nommer van gisteren medegedeelde concept-tarief van den prijs van het gas enz. Werd zonder verandering vastgesteld, zoodat de prijs van het gas op 10 cent per stère is bepaald. Tot lid der commissie van toezicht op het lager ■onderwijs werd benoemd de heer mr. J. A. van Hoek. Ter voorziening in de door periodieke aftreding ■ontstaande vacaturen bij verschillende gemeente- administratiën werden herbenoemdals leden van iet burgerlijk armbestuur de heeren F. Ermerins ©n H. Olthofals leden van het bestuur der gods huizen de heeren G. Alberts Lz. en jbr. mr. J. F. S. Schuurbeque Boeyeals lid der commissie van toezicht op het middelbaar onderwas de heer ïnr. N. J. C. Snouck Hurgronje; als leden der plaatselijke gezondheids-commissie de heeren mr. A. P. Snouck Hurgronje en dr. G. van Henne- keler; als gemeente-geneesheer de heer dr. IJ. Keyzer en als gemeente-heelmeester de heer dr. J. Bolle. De commissie uit den raad, tot voorlichting van tmrg. en weth., bij het opmaken der kohieren van de plaatselijke dir. belasting op de inkomsten ^v©rd samengesteld uit de heeren J. J. van der Harst Az., D. Jeras en J. H. Snijders als leden en de heeren B. A. Fokker, M. Volkrijk Liebert en F. Nagtglas als plaatsvervangende leden. In een volgend nommer geven wij het gewone verslag. Zfeiikzee, 22 Dec. In de vergadering van ingelanden van den polder Dreischor, op gisteren gehouden, is met 22 tegen 18 stemmen besloten tot het stichten van een stoomgemaal in dien polder. De commissaris des konings in Zeeland heeft gisteren een officieel bezoek gebracht in de ge meente Vlissingen, bij die gelegenheid audiëntie verleend en de inrichtingen van onderwijs en liefdadigheid bezocht. Het Haagsche Dagblad verklaart: lo aan 'tKerstfeest een uitsluitend gods dienstige, kerkelijke beteekenis toe te kennen; 2o bet daarom minder geschikt te achten om er op eenig e wij ze een publieke vermakelijk heid aau vast te knoopen; 3o evenwel nochtans en desalniettemin de vraag in 'tmidden te laten, of 't wenschelijk is op dergelijke feestdagen alle publieke vermake lijkheden te verbieden 4o de aandacht te vestigen op de voordeelen, door de Haagsche opera-directie verbonden aan het bezoeken der voorstelling van Mignonf op aanstaanden Zondag- avond. Wie kans ziet op een dezer vier punten het conservatieve hoofdorgaan te bestrijden of bij te vallen, zonder met een der drie andere in de war te komen, krijgt van ons een kerstkrans present. Naar aanleiding der reorganisatie van de Ver- eeniging tot het bezoeken der armen alhier, in de richting van voortaan meer tot het voorkomen, minder tot het lenigen der armoede werkzaam te zijn, schrijtt de N. RoitCt: „Mochten veie vereenigingen dit voorbeeld vol gen 1 Mocht men in dit opzicht m Nederland wakker worden geschud, zich de moeite getroos ten over armenzorg na te denken, en niet voort gaan enkel onderstand als armenzorg te beschouwen. „Bij de gevers, gedreven door de zucht tot persoonlijk optreden, persoonlijk begiftigen, open baart zich nog zoo weinig lust tot samenwerking; bij gevers en begiftigden bestaat nog zooveel neiging voor het aiaconiestelsel met zijne winter- bedeeiinkjes, voor kleibe gilten, enz., dat er niet flink genoeg tegen die oude sleur te velde kau woiden getrokken. „De armen het spreekt van zelf geven zich geen rekenschap van den invloed, dien be- deehngen op hun moreel gehalte, hun geestkracht en op het voortwoekeren van het pauperisme uitoefenen. Zij trachten te krijgen wat zij krijgen kunnen, en het is hun vrij onverschillig, in welken geest hun gegeven wordt, mits zij er niet bij te kort komen. Aan hen mag men geen hooge eiscben stellen. Zij hebben met armoede te worstelen, en trachten zoo spoedig en zoo gemakkelijk moge lijk die armoede te bestrijden. Maar van de meer- gegoeden mag men meer verwachten. De armen kunnen uit hun hulpeloosheid meer en meer worden opgericht, maar dan moeten de rijken daartoe in de eerste plaats medewerken. Dan moeten zij, waar kennis van toestanden hun ont breekt, gevoelen dat zij niet by machte zijn te oordeelen over een maatschappij die hun geheel vreemd is, dat geven- zonder die kennis bijna altijd schadeljjk moet werken. „De meesten hebben geld genoeg over ten be hoeve van de door het lot weinig begunstigde broederen, de minsten echter hebben tijd en op gewektheid om zich persoonlijk ernstig met armenzorg te bemoeien. Dit nu is niet te ver wonderen. Armenzorg vordert veel tijd en veel studie. Evenmin als ieder verstand kan hebben van belastingwezen of onderwijs, kan kennis van armenzorg ieders deel zijn. Toch schijnt menigeen op dit punt een ander gevoelen toegedaan. Men vindt het afwijzen van armen hardvochtig, en kan niet gelooven, dat het afschepen met enkele dub beltjes of kwartjes vaak veel hardvochtiger is, niet om het afschepen, maar om den demoralisee-» renden invloed, dien de gift op den arme kan uitoefenen. „Onze geheele armenzorg is, dank zij die pu blieke opinie, niet veel meer dan een uitdeeling van kleine giften op groote schaal. De inkomsten van vele armen bestaan uit allerlei bedeelinkjes van verschillende particulieren en genootschappen, die van elkander niets weten. De gevers werken dit niet alleen in de hand, maar eischen zelfs, dat hun voorbeeld navolging vinde. Zij Zv. lleu u verwy ten dat ge niets geeft, en zich diets ma ken dat ge hardvochtig zijt, zonder uwe beweeg gronden te kennen zij zullen zich tevreden toc- nen als ge iets geeft, al is dat iets ook nog zoo weinig en geheel onvoldoende. „In de plaats van flinke hulp aan gezinnen, die ze het meest verdienen, is daardoor van liever lede gekomen een reeks kleine tegemoetkomingen, die nooit voldoende zijn om in de behoefte te voorzien, en er alleen toe bijdragen om een aantal huisgezinnen in een chroniscben staat van armoede te laten, waaruit zij zich zelden of nooit kunnen opheffen. „En wat heeft dat stelsellooze ondersteunen van de armen uitgewerkt? Dat zij voor andere hulp nauwelijks nog vatbaar zijn. Komt men nu met fliuken, aldoenden steun, dan wordt de be doeling door de meeste begiftigden slecht be grepen, en in plaats van waardeering en bevrediging vindt men ontevredenheid, wispelturigheid en ver kwisting. „Die toestand kan verbeterd worden, maar langzaam, en alleen door de medewerking van bet gevend publiek. Dit handele met meer over leg en toone zich niet meer afkeerig van aaneen sluiting." In het December-nommer van den Economist wordt, naar aanleiding van het daaromtrent bij de wet op de middelen verhandelde, nogmaals het al of niet doelmatige eener verdere verhooging van den accijns op het gedistilleerd ter sprake gebracht. Wel te verstaan, voornamelijk als middel om te komen tot eene gelijktijdige ont heffing van levensbehoeften. De Economist bestrijdt in de eerste plaats de vaak aangevoerde bewering, dat verbooging van den accijns geen middel zou zgn om het verbruik van sterken drank tegen te gaan. Het is waar, dat ondanks de verhoogingen in 1869 cn '77, het verbiuik is toegenomen; maar die verhoogingen waren ook maar telkens met kleine bedragen» dus te onbeduidend om in\loed uit te oefenen. Maar waarom zou bij het gedistilleerd alleen niet opgaan, wat van alle andere artikelen geldt, dat eeu hoogere prijs de vermeerdering van het ver bruik tegengaat Gesteld dat de jenever in de laatste 30 jaren, in plaats van f 66 tot 73 per vat, slechts f 16 gekost had, dan zal toch niemand in ernst beweren dat het drankverbruik in dat geval niet nog veelgrooter geweest zou zijn. Daarentegen hebben wij aan de verhooging van de belasting op het gedistilleerd sedert 1860 te danken gehad: de afschaffing van de gemeente-accijnsen, van die op turf en steenkolen, van het zegelrecht op de dag bladen en advertentiën, benevens de tariefverla ging in 1877. Tegen dezen ruil, zou toch niemand den sterken drank liever op zijn vorig cijfer terug gebracht willen zien. Een ander bezwaar tegen de verhooging is de kans op toenemende smokkelarij. Doch ook deze kans acht de 'Economist niet zoo groot als beweerd wordtzij doet bij deze discussie steeds den dienst van le spectre rougedat men oproept om vrees aan te jagen. Indien bet bleek dat het verhoo- gen van den accijns de schatkist niet baatte, tenge volge van de vermeerderde fraudedan zou er reden bestaan om halt! te roepen; maar het tegendeel is waar. De opbrengst van den accijns blijkt ieder jaarhooger,en zulks op grond van on weder- sprekelijke cijfers, van afrekeningen met de bran ders, van ontvangen klinkende betaling wegens vaten gedistilleerd van bepaalde sterkte. Tegen bet smokkelen van gedistilleerd zijn dan ook verscherpte en bijzondere bepalingen, welke dit alleszins verklaren. De slotsom van den Economist is, dat drank bestrijding en het belang der schatkist twee ver schillende doeleinden zijn, die men goed uiteen moet houden, doch die elkander niet in den weg staan. Men moet niet alles beschouwen uit het oogpunt der drank-bestrijding. Dat doel is niet gering te schatten, maar de wetgever heeft ook andere beweegredenen. Der schatkist is het in do eerste plaats om baar voordeel te doen, en wan neer tot dusver blijkt dat de verhooging van den accijns de productie niet doet verminderen, dan bestaat er uit een staathuishoudkundig oogpunt geen reden om die verhooging af te keuren. „De fiscus zegt de Economist is geen zedenmeester. Zijn taak is hetde middelen op te sporen, welke het benoodigde bedrag met de minste benadeeling van den volks-arbeid in de schatkist brengen, en als men dan het saldo opmaakt van al de nadeelen en lasten, welke de zout- eu de zeepbelasting voor nijverheid en huishouden, speciaal voor de arbeiders-huishoudens, met zich voeren, dan behoeft de keus niet twijfelachtig te zijn. Dan kan men bezwaarlijk volhouden dat van verdere jenever- belasting moet worden afgezien, omdat het ver bruik nog niet vermindert." Men seint, uit Den BoschDe was van t water neemt schrikkelijk toe, sedert Maandag- namiddag 40 cM. De stand is nu 5.46 M. boven A. P. Aan den havenkant en het laagste gedeelte der stad stond het water gistermorgen op de straat de kelders zijn meereudeels ondergeloopen. In vele wijken worden de benedenwoningen reeds ontruimd. Aan de deuren der sluis te Crèvecoeur zijn de openingen tot 5.75 M. boven A. P., boven de bovenste regels, opgezet om met schutten te kunnen voortgaan. De benedenmond der Beersche Maas werkt over 50 M. met 10 cM. Te Keulen is de was 62 en te Maastricht 75 cM. Vad In het Handelsblad worden weder een aantal personen gesignaleerd die te Amsterdam meer malen in overtreding zijn bevonden wegens ver koop van bedorven vleesch, viech, kaas, ondeug delijke kruidenierswaren, ranzige boter en met brak water vermengde karnemelk. Bovendien werden op de markten en by winkeliers een aan tal voedingsmiddelen afgekeurd eo onbruikbaar gemaakt. Eeu burgemeester, ambtenaar van den burger lijken stand, schrylt aan de Gemeentestemdat hij in hetzelfde geval verkeert als de burge meester van Utingeradeel. Nu de bekende minis* terieele aanschiijving groote moeilijkheden kan veroorzaken, acht de schrijver een nadere rege ling noodzakelijk. Wel is de quaeBtie aan het oordeel van den rechter onderworpen, maar als deze zich voor 's ministers meening verklaart, zullen vele personen, die te goeder trouw meenen een wettelijk huwelyk te hebben aangegaan, voor wellicht onoverkomelijke bezwaren staan. Hij wensebt daarom, dat de wet duidelijker bepalingen bevatte over het benoemen en ontslaan van ambtenaren van den burgerlijken stand. Schrijver verzoekt allen, die zijn meening deelen, daarvan vóór 3 Januari kennis te geven, opdat zij zich kunnen beraden over de stappen in deze te nemen. De redactie van de Gemeentestem verklaart gaarne als tusschenpersoon te willen optreden. Volgens een bij de stoomvaartmaatschappij Nederland ontvangen telegram is het stoomschip Koning der Neder landenjl. Zaterdag vertrokken van Tandjonk Priok en schijnt de nieuwe haven van Batavia dus reeds gebruikt te kunnen worden* Wy hopen dat de tijd niet ver af is, waarop ook de kaden en het vei bindingskanaal mat Ba tavia ter beschikking kunnen worden gesteld van handel en scheepvaart. Voorloopig is er reeds veel gewonnen, vooral voor de mailbooten, nu de schepen reeds in dezen westmoesson uit de nieuwe haven kunnen ver trekken. iflbl.) In antwoord op het adreB van een winkelier te Amsterdam, heeft de minister van waterstaat te kenuen gegeven dat de vermelding van de Nederlandsche benaming op vroeger geijkte maten en gewichten geen reden is om die voorwerpen bij den herijk af te keureu en de ijkers in dien geest instructiën hebben. Over de differentiëele invoerrechten in de Vcr- eenigde Staten, geheven op de niet rechtstreeks ingevoerde koffie uit Nederlandsch-Indië, wordtin het jaarverslag van den Amerikaanschen minister van financiën, aan uen president der Unie, den 6en dezer ingediend, het volgende gezegd „Dit differentieel recht van 10 pet. naar de waarde wordt ook geheven van de koffie, afkom-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1