1880. mm N". 290; 123e Jaargang. Woensdag 8 December. Het Atelier cLu Lys, ing. LDE. Middelburg 7 December. K- k is iteld :eer HEK. :raneo ,00Y, CH- gene- ■en op jaren. B B, JUT- gd, die itraat, TH. B, ftO. —.3». rosten, elein. g beveel TH. 's Hag* BAIL KB AM: rg.9,—u. 8,-, 8,-, M 9,— n 9»-—* welke ZATEE- vm. 7.45 8.15 10=30 11.— 6.5 4 45 *5.59 6.48 7.43 8.34 8.56 10.2 10.25 10.85' 10.45 •55 7.80 40 7.20 50 8.30 40 9.20 3 9.40 20 9.55 m^^^mÊÊÊÊ HIDDELRIIRGSCHE COURANT. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen) Prijs per 3/m, franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, w Advertentlen; 20 Cent per regel! Geboorte-, Trouw-, Doodberiohten enz,: van 1—7 regels J, 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte! Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Ia Het Leeskabinet van December geeft de heer M. H. de Graaff eeoe korte bescbouwiüg over het nut der Pooltochten uit een wetenschappelijk en handeldrijvend oogpunt, naar aanleiding der terugkomst van de Willem BarentsOp dit op- fctel wenscheu wij, nu tot het beproeven van een vierde reia naar bet Noorden besloten is, de aan dacht onzer lezers te vettigen. De schrijver brengt in de eerste plaats in her innering wat de Zweeusche natie sedert 1868 tot uitbreiding onzer kennis van de Poolstreken gedaan beeft, op welken arbeid door den roem rijken jongstea tocht van prof. Nordenskjold de kroon is gezet. Zweden en Russen maken zich thans gereed om van de verkregen uitkomsten party te trekken ten voordeele hunner handels ondernemingen. De namen Sibiriakoff en Dickson zijn voldoende, tot herinnering in welken geesten op welke wijze die pogingen worden aangewend» Op ditzelfde spoor, meent de heer De Graail, is voor den Nederlandschen handel roem en voordeel te behalen. „In de Poolzeeën, schrijft hij, schijnen zich weder, volgens de berichten der zeelieden, vele walvisschen te bevinden. De vangst dier dieren, een vroeger zeer winstgevend bedrijf, is van lieverlede afgenomen. In de door Barents ontdekte wateren begonnen, werd dit bedrijf met kracht doorgezet, niettegenstaande de Ëngelschen ons poogden te verdry ven. Doch onder de republiek ging dat zoo gemakkeiyk niet als onder het koninkrijk, nu men telkens hoort gewagen van het vernielen der netten onzer visschers door de Ëngelschen in de Noordzee. De walvisch- vaarders waren behoorlijk gewapendwanneer de Britten hen aanvielen, staakten zij een oogenblik de vis8cherij, plaatsten zich bij de kanonnen en het geschntgedonder weergalmde langs de kosten van Spitsbergen. „Zou men thans dit vroeger zoo gewichtig bedrijf, gepaard met de vangst van robben, wal russen enz., niet weder kunnen beproeven, in verband met handelsondernemingen aan de groote Siberische rivieren Obi enJenisei, en de omzetting van Europeesche voortbrengselen tegen de schatten van Noord-Azië? „Uit het jaarverslag van het college der zee- visscheryen blijkt, dat de toestand onzer visscheryen verre van gunstig is, en dat het dus hoog tijd wordt om de periode van commissien, enquêtes enz. te besluiten met een krachtig optreden van de zijde der regeering. „Tegen het laatst der 17e eenw bevonden zich 120 Nederland&cbe, 50 flamburgsche, 15 Bremer FBXJIL.3L.EX03ST. 8» dook de schrijfster van M"« More. W ESSE. iDEEÏi. HOOFDSTUK XVIL HET LOSGELD VAK AI AIK. Edmëe voelde een soort van wroeging opkomen en zei: „Helaas! Het is onmogelijk een priester te laten komen, maar bedenk „Een priester? Voor mij!" zei De Pelven met een flauw lachje. „Voor mij! Kom! Men sterft zooais men geleefd heeft, zei Voltaire. „Maar het is nog niet te laat" drong Edmée aan. „Kind! is de hemel waarin gij gelooft, zoo gemakkelijk te winnen, dat een paar vrome ge dachten, aan den rand van het graf, iemand de poorten openen kannen En is er iets in mg dat 'mij in uwe pogen geschikt maakt om daar te en 2 Embder walvisebvaarders in de Poolzeeën. Komdom deze vloot dobberden sloepen, welke, evenals een leger, door honderden marketentsters gevolgd', met brandewijn, wijn, tabak, koffie enz. naar wal roeiden. Smeerenberg wemelde van onze matrozen, die, na maanden lang harde scheepsbeschuit geknauwd te hebben, zich ver gastten op versch brood van de daar aanwezige bakkerijen. „Knijpen' vond men er, waar ze hun oorlam onder gezelligen kout ledigen en een pijpje rooken konden, even goed als in een Amster- damsch „wijnhuis." Het was er 's zomers druk als op een kermis op de Botermarkt. Schepen arriveerden in de baai, schepen liepen er nit, schepen werden zeilvaardig gemaakt, schepen losten en laadden onder het lustig zingen van Janmaat. Wat hadden de pikbroeken een pleizier! Zij leetden onbezorgd en genoten zoowel in de poolstreken als in de tropische gewesten. Smee renberg leverde een bedrijvig tafereel, het penseel van Jan Steen waardig, uit de gouden eeuw van ons vaderland. De visseherij was de praoti- sche kweekschool van ons scheepsvolk, dat zich op de wereldzeeën thuis gevoelde. „De meening van sommigen, dat er ook in het Zuidpoolbekken vele walvisschen gevonden wor den, is in der tijd door den bekenden Ëngelschen zeekapitein Boss bevestigd. Op 60» Zuiderbreedte zag bij een groot donker soort walvisschen, gelijkende op de Groeulandsebe. Volgens den Ëngelschen walvischvaarder David Gray zou men den afstand tot bezuiden Kaap Hoorn en de Falklandseilanden (gelijk 7200 mijlen) in twee maanden van Engeland uit kunnen afleggen (AugustusOctober), Op die eilanden, welke goed drinkwater opleveren, zou men gemakkelijk kunnen landen en blijven tot Februari; om dan in Mei terug te keeren. Men had dau uog drie maanden om te lossen en zich nit te rusten voor de nieuwe reis. „Doch genoeg. De Willem Barents is thuis en wij heeten de geheele bemanning hartelijk welkom in 't vaderland, dat hare geograpbische, physische en hydrographische onderzoekingen en bescheiden op prijs stelt, en haar betoonden ijver en zee manschap huldigt. Bij een vierden tocht bevinde zich nu eens een degelijke handelskop, die ziet wat er met vrucht in die streken te verrichten valt, gelijk de schatrijke maar daarom des te meer te prijzen koopman Sibiriakotf thans in persoon doet, en gelijk vroeger, tijdens Neêrlands grootheid, zoovele mannen van beteekenis bij ons deden, die beide: wetenschappen en handels ondernemingen op de roemrijkste wijze beoefen den tot heil van vaderland en volk." De geestelijken van verschillende gezindten beginnen in oob land meer en meer in de openbare zaak den boventoon te voeren. De tegenstand komen? Zou het n aangenaam zijn, mij daar eenmaal te vinden? Dus geeft gij toch iets om mij Edmëe boog het hoofd en zat sprakeloos tegen over dien bijtenden spot op een sterfbed. Haar eigen geloof deinsde er voor terug, terwijl zij zocht naar woorden die zijn hart zonden kunnen treffen. „Gij scheidt ons inderdaad voor eeuwig I" prevelde zij. „Gij behoeft mij niet te zeggen dat ik aan de hel moet gelooven, nu ik u aan St Aignan laat 1" a ntwoordde hij„maar ik hond woord. Het kistje." Meenende dat hij er iets uit noodig had, kreeg zij het, ontsloot het en zag dat het vol papieren was. Hij beduidde haar met een wenk, welk stuk zij eruit moest nemen en zij zag met een oogopslag dat het een naamlijst was. „Foucbé heeft de meesten gevat, maar niet allen, omdat hij niet te weten kon komen wie het zijn," hoorde zij De Pelven zeggen en zag hem vragend aan. „Wilt gij daarmede zeggen dat dit de namen zijn van lieden die in dit complot betrokken waren, maar tot nogtoe onbekend bij de politie bleven Dat ik Alain De St Aignan kon laten ontslaan in ruii voor deze lijst? En hoe kent die namen Hebt gij die samenzweering op touw gezet en u teruggetrokken, en laat gij thans der ingezetenen van Nienwer-Amstel tegen de inlijving dier gemeente bij de hoofdstad, gaat voornamelijk uit van den predikant Baart de la Faille en deu pastoor Brouwers, die deze bewe ging met veel talent en grooten ijver leiden en velen tot bun gevoelen hebben overgehaald. Een adres van een honderdtal grondeigenaren en kiezers in Nienwer-Amstel, die het met den pastoor en den dominé niet eens zijn, is echter aan gedeputeerde staten gericht, met verzoek de door den Amsterdamscfaen gemeenteraad voorge stelde grensregeling goed te keuren. Deze overheerschiog van het-geestelijk element in zaken des gewonen levens is door en door on-Nederlandsch en met enze geheele geschiedenis in strijd. Bijna ieder harer bladzijden getuigt hoe onze „vrome" voorvaderen de geestelijke heeren gevoelig op hun plaats wisten te zetten, als zij zich bemoeiden met hetgeen hun niet aanging. De hedendaagsche „bedieneren van den godsdienst" bereiden zich naar onze overtuiging, slechts eene reactie, welke te heviger zal zijn naarmate zjj meer onbeschroomd den baas beproeven te spelen. Hun optreden maakt ons dus slechts in zooverre ongerust, als het strekt om in hun persoon den godsdienst verdacht te maken. De commissie, benoemd voor het afnemen alhier van de examens voer apothekers-bediende, heeft hare zittingen aangevangen Maandag den 6n dezer en heeft heden aan drie candidaten eene akte van bevoegdheid uitgereikt, zijnde: mejuf frouwen A. Krol van der Hoek, geb. te Goes, N. Denier van der Gon, geb. te Ylaardingen, en C. Grootes, geb. te Westzaan. Eene candidate werd afgewezen. Het examen wordt voortgezet. Vltsslngen, 7 Dec. Naar wjj vernemen zal onder de passagiers, die aan boord van de mail boot Prinses Elisabeth morgeu avond van hier naar Londen vertrekken, zieh ook bevinden prins Ernst von Leiningen, admiraal bij de Britsche marine, met gevolg. De prins is met zijne eehtgenoote, eene Badensche prinses, en twee kinderen, woon achtig op het eiland Wight. Tot leden van den raad der gemeente Elle- woutsdijk zijn verkozen de heeron D. J. Scholten en J. Smallegange. In De Bazuin leest men het volgende: „Toen het Wetboek van Strafrecht door de tweede kamer met bijna algemeene stemmen aan genomen was, kwam De Standaard met een hoogst belangiijk hoofdartikel, dat den spijker op den kop sloeg en wees op de beginselen, in verband met de houding der anti-revolutionaire kamerleden. Dit artikel was zóo raak, dat de heer DeSavor- die lieden ombrengen? Dat is verraad 1" riep Edmée opspringende. Een zwakke blos gleed over De Pelvens wangen. Hij kon niet meer ver staanbaar spreken, maar hieid de oogen onafge broken op haar gevestigd. „Was dat hetgeen gij bedoeldet Moet ik mijn eigen geluk koopen door de moeders en vrouwen van deze mannen even ongelnkkig te maken alB ik nu ben Hoe zou ik mijn echtge noot ooit onder de oogen durven komen, als ik hem op die manier bevrijd had? Er is niets op de wereld waarvoor Alain de St Aignan een mis daad zou begaan I" Terwijl zij met koortsige gejaagdheid sprak, hield zij het papier met bevende vingers in de lamp en het viel als zwarte snippers neder. Nog bevende keerde zij zich weer naar het bed en riep ontsteld nit„Mijnheer Gaillard 1" want De Pelven deed vruchtelooze pogingen om zieh op te richten. De dokter was terstond bij hem en ook de verpleegster en mr. De Lys snelden naar binnen. Er kon niets gedaan worden om dien laatsten strijd te verlichten. „Kom mede, arm kind I" zei de oude man. „Het is verschrikkelijk." „Ik heb beloofd tot het einde te blijven," antwoordde Edmée. De stervende hoorde het en Hier tot het laatst," bracht hij nauw hoor baar uit en bewoog zijn hand, al» zocht hij de nin Lohman in een uitvoerig schrijven aan Dé Standaard het gedrag der kamerleden en de beginscl-quaestie meende te moeten toelichten. En nu heeft mijns inziens deze gebeurtenis weder middagklaar aangetoond, voor wie het nog niet zag, dat men met de anti-revolntionaire beginselen o zoo weinig doen kan in het practisehe leven. En dat niet omdat de beginselen niet dengen, maar omdat de volken der 19e eenw nit geheel andere beginselen leven dan in de 16e eeuw. De levensstroom heeft een andere bron dan ten tijde van Calvijn en graatt zich een andere bedding. „Dit feit mag men betreuren, maar het te ontken nen gaat niet aan. Zoo lang men op de studeer kamer blijft zitten, kan men de beginselen uit werken tot een geheel godsdienstig of gerefor meerd-maatschappelijk stelsel; maar zoodra men een Btaatsambt of gewichtige maatschappelijke betrekking bekleedt, loopt men dadelijk vast. Een rechter bv. heeft bitter weinig met beginselen te maken, maar des te meer met de wet. Een goede, zedelijke, bruikbare wet komt dagelijks te stade." In het tijdperk van 31 October tot 27 November 1880 zijn geene ambtsberichten omtrent het voor komen van gevallen van longziekte onder het rundvee iDgekomen. In het daaraan voorafgaand tijdvak van vier weken waren evenmin gevallen dier ziekte be kend gewerden. De gewone audiëntie van den minister van financiën zal Donderdag en die van den minister van marine op Vrijdag a., niet plaats hebben. Door den minister van waterstaat enz. is bepaald dat bij den ijk en herijk der maten en gewichten het goedkenringsmerk gedurende het jaar 1881 zal zijn, de letter Q in den gewonen drukvorm, schuin gesteldbij den ijk van weegwerktnigen voor gewoon gebruik en van gasmeter, de koninklijke kroon bij den ijk van weegwerktnigen voor fijnere wegingen, eene vijfstralige ster. Het cijfer van het kantoor waar de eerste stempeling heeft plaats gehad, is voor Middelburg 12. Op aandrang van eenige ingezetenen van Am sterdam heelt de Kon. Nei. Stoombootmaatschappij zich bereid verklaard, éen jaar lang met drie van hare booten, de Castor, de Pollux en de Stella eenmaal in de drie weken geregeld tochten van Amsteidam naar New-York en terng te onder nemen, te beginnen met 1 Maart 1881, onder voorwaarde, tegen een mogelijk verlies tot een maximum van 125,000 te worden gewaarborgd. De Maatschappij is zelve bereid van die som een vijfde te dragen en door een twintigtal firma's en maatschappijen is reeds voor ongeveer hare. „En al zijt gij dan niet de mijnede zijne zijt gij ten minste ook niet." Daarna heerschte de diepste stilte en Edmée tnnrde op de verkoolde overblijfselen van hetgeen De St Aignan's losgeld had knnnen zijn. „Het is voorbij," sprak de dokter. „Gij hebt den troost, mevrouw, dat gij zijn laatsten wensch vervuld hebt." „Kom na, mijn kind, kom," herhaalde mr. De Lys, hare ijskoude handen vattende. „Gij beeft als een riet." Maar zij beetde niet sterker dan de onde man zelf, toen hij haar naar de kamer uitbracht. „Hij is in de Conciergerie. Ik had hem kun- Den redden; maar het ware te dnur gekocht," sprak zij, als in een droom. „Wat! In de Conciergerie? St Aignan?" „Ja, het was te duur gekocht. Hij zon zelf de eerste zijn om dit te erkennen. Ach breng mij naar hnis, goede meester, breng mij naar hnis.", HOOFDSTUK XVIII. eek dieesta1. In de Lonvre gekomen vermeden mr. De Lys en Edmée onwillekeurig het salon, omdat zij vreesden daar visite te vinden, ofschoon er na het vertrek van Mile De St Aignan bijna nooit iemand.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1