1880. N®. 2 .EN, 123e Jaargang. Zaterdag 4 December. Het Atelier du Lys, uur. 1ELDE. iO. Verkiezing. Middelburg 3 December. FEUILLETON. éüdö söorféfi de prijzen, itraat, N194. dveDoos I liddelburg rie BEJ1EB- BOST en •en onder lei- te zenden san straat 13, te •sterdam, Igbaar IN R '573 tide ÏI GING. HMMt, ■TE», raat. ondag a. n. at OTTERDAM, nber. •TTEKDAM: 'smorg.9,n. 9.-. 9,-, 9.-. 9,— 8,-. 8,-. |ïn welke ZATER DAG. vm. 7.45 8.15 10.30 11— .20 .80 6.5 4.45 *5.59 6.48 7.48 8.84 8.56 10.2 10.25 10.35' 10.45 .sis 7.80 40 7.20 so 8.80 40 9.20 3 9.40 20 9.ss MIDDELBER«SCHE COURANT. Dit blad vereohijnt dageljjkgj met uitzondering van Zon- en Feestdagen^ Pry's per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a Cent, Advsrtentien; SO Oent per regel, Geboorte-, Tronw-, Doodberiohten enz,: van 17 regels 1,60 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte, Hoofdagenten voor het Buitenlandde Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M, Berlijn Weenen, Zurich enz. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend: dat bij de op den len December jl. plaats ge- bad hebDtnde opening van Btembrieijes voor de benoeming van éen lid van de provinciale staten van Zeeland is gebleken, dat als zoodanig is ge kozen de heer A. Smit, burgemeester van Vlis- singen. Voorts dat de processen-verbaal van steminle- vering en stemopneming van den 30en November en den len December jl aangeplakt en ter secre tarie voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd. Middelourg, den 3en December 1880. De burgemeester en wethouders voornoemd, N. C. LAMBRECHTSEN VAN RITTHEM, L. B. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Door het bestuur van het departement Middel burg der Mij tot bevordering van Nijverheid was tegen gisteren avond eene uitnoodiging geiicht aan de verschillende patroons en werkbazen hier ter stede, tot het houden eener gedachtenwisse- ling over de wenschelijkheid van het oprichten eener ambachtsschool. Een twintigtal patroons hadden aan die uitnoodiging gevolg gegeven. Zoo ver wij konden nagaan, waren het timmermans-, het smids-, het metselaars-, het loodgieters- en het schildersvak vertegenwoordigd. Bovendien waren twee leden van het bestuur van het Nuts- departement aanwezig. Door den voorzitter, den heer J. C. Lantsheer, werd medegedeeld dat het bestuur zich reels sedert Joni jl. met de zaak had bezig gehouden; dat het nu, na een onderzoek omtrent de werking der verschillende ambachtsscholen, bijzonder die te Goes, tot eenige vastheid in zijne plannen geko men was, in zoo verre dat men de wenschelijkheid van onderwijs voor toekomstige ambachtslieden, in aansluiting aan het onderwijs op de burger avondschool, had aangenomen. Bij verzocht daarom de gevoelens der aanwezigen, wien de zaak in de eerste plaats aanging en zonder wier instemming en medewerking het nutteloos zou zijn de uit voering te bepioeven, te mogen vernemen. In de redewisseling welke nu volgde, werden aanvankelijk vrij wat bezwaren geopperd. Bij zonder betroffen deze het vooropgezette stelsel Van aansluiting aan de burger-avondschool. Men stelde zich daarvan niet veel goeds voor, dewijl het onderwijs, daar gegeven, in 't algemeen niet voldoet aan de behoefte van den ambachtsman en bijzonder het teekenen, zooals het daar geleerd wordt, te eenenmale onvoldoende ia. De behoefte aan goed teeken-onderwijs was, voor de meesie se da schrijfster van MUe More. TWEEDE DEEL. HOOFDSTUK XVI. verstrikt. „Gij moet het haar zelf maar eens vragen, maar intusschen zou ik, als ik u was, de zaak van die papieren laten rusten. Gij zult er zeker weldra meer van hooren. Geen vrouw zal het daarbij laten, nu zij eenmaal zoover gegaan is, zal zij nog wel een stap verder gaan, vooral als uw stilzwijgen haar prikkelt. Als ik kan zal ik over een paar dagen op het Atelier du Lys komen om te hooren of er iets naders geschied is. Wilt gij zoo goed zijn om David te zeggen waarom ik niet kom. Is er iets nieuws onder de leerlingen Zijt gij er dezer dagen geweest?" „Niet veel bijzonders, behalve dat er een, Isnard noemden zij hem, geloof ik, uit de gevan genis is ontslagen." „Isnard 1 Dat is een belangrijke tijding; sprekers, de spil waarop de geheele zaak der opleidiDg van handwerkslieden draait. Men prees boogelijk de sedert 12 jaren, bij de oprichting der burger-avondschool, opgeheven Teeken-academie. Daar, zeide men, werden knappe mannen gevormd» die gedeeltelijk in, gedeeltelijk buiten Middelburg eene loopbaan afgelegd hebben, welke als voor beeld gesteld mag worden aan het jonger geslacht. Oud-leerlingen der Teeken-academie zijn het, welke op 't oogenblik nog het meest bruikbare onder wijs aan jonge ambachtslieden geven. In verband daarmede werd door verschillende sprekers gezegd, dat de opleiding der jongelieden buiten de school nog zoo slecht niet is;dat vele patroons zich daar aan veel gelegen laten liggen en dat, voor zoo ver er in den tegenwoordigen slechten tijd, nu er geduren de vele maanden aan de werkplaatsen weinig of niets te doen is, behoefte bestaat aan het opleiden van knapen tot een ambacht, daaraan vrij goed voldaan wordt. Het nnt eener ambachtsschool in steden als Amsterdam, waar een der sprekers haar bezichtigd bad, ontkende men niet. Daar was snelle vorming van handwerkslieden noodig; maar hier kon men ook op andere wijze het doel bereiken en stelde men zich bovendien bloot aan 't gevaar van, als men met veel moeite en kosten aan de joDgens wat geleerd had, hen, even als te Goes reeds geschied is, naar elders te zien ver trekken. Nadat door een bestuurslid gezegd was dat het hem genoegen deed te vernemen dat er nog vol doende lust en ijver, bij patroons en jongens, bestaat om voor 'fc ambacht op te leiden en op geleid te worden, zoodat de toestand niet zoo ongunstig schijnt te zijn als men zich dien wel eens voorstelt, en nadat een ander bestuurslid had opgemerkt dat het niet baat de opheffing der 'leeken-academie te betreuren, dewijl die nu een maal niet meer bestaat en men zich moet toeleggen op 't vervullen der behoeften van 't oogenblik, nam de gedachtenwisseling een anderen loop. De eene spreker naden ander verklaarde nu, geens zins te bedoelen bet oprichten eener ambachts school tegen te willen gaan. Ook werden nu stemmen vernomen, die getuigden dat de opleiding der ambachtslieden inderdaad zeer veel, ja alles te wenschen overlaatdat niet alle patroons lust en zeer velen geen tijd of gelegenheid hebben om zich daarmede in te latendat als knechts in sommige vakken menscben worden aangenomen, wien het aan alle opleiding ontbreekt, terwijl bet misnoegen der wezenlijk geoefende knechts wordt opgewekt omdat aan deze on bekwamen soms evenveel loon gegeven wordt als aan henzei ven; dat op dit oogenblik de knappe gezellen nog te tellen zijn, maar dat, als 't zoo voortgaat, er binnen een jaar of tien in 't geheel geen meer te vinden zullen zijn. Ook weid nu aau het onderwijs op de burger-avondschool meer lof gegeven, en erkend maar weet gij niets van de reden zijner inhech tenisneming? is hij niet bij mr. De Lys ge weest „Ik zou niet denken dat er veel vriendschap kan bestaan tusschen De Lys en dien woesten, zwetsenden knaap, die altijd zijn voorhoofd staat te fronsen en aan zijn hoed te plukken, met de oogen ten hemel geslagen, waaraan hij toch niet gelooft." „Zoof is hij in die stemming teruggekeerd? En de anderen die plagen hem zeker „Daar kunt gij opaan," zei Alain la chende bij de herinnering aan de grappen die hij gehoord bad. „Wist hij dat gij een neef van De Pelven zijt?" „Neen, boe zou hij dat weten Wie weet dat behalve gij „Des te beter. Hij heeft een vete van ouden datum tegen hem." „Ik geloof niet dat hij in staat is om meer te doen dan pochen." „Dan vergist gij u. Hij is tot alle kwaad in staat, als hij geprikkeld wordt en het op staanden voet kan doen." „Ik heb u vermoeid, goede Balmat. Wat kan ik voor u doen eer ik heenga." „Niets; maar kom spoedig terug, tenzij ik zelf bij u kom." „Dat zal ik," zei Alain, zich met zooveel dat een handwerksman de daar onderwezen alge- meene kundigheden niet ontberen kan. Men kwam echter nog weder terug op het bouwkun dig teekeuen, dat ieder handwerksman in de eerste plaats noodig heeft, dat op de burger avondschool niet goed geleerd wordt en ook, met het oog op de bestemming dier school, daar niet behoorlijk geleerd kan worden, en men verlangde dat aan de ambachtsschool, wilde zij aan hare bestemming voldoen, ook onderwijs in dat tee kenen gegeven zou worden. In verband hiermede zette een bestuurslid uiteen dat de bedoeling, met het vorderen van aansluiting aan de burger-avondschool, vooial geweest was zich te verzekeren dat zich voor de ambachtsschool geen leerlingen aan zouden melden wien het aan de meest noodzakelijke kundigheden, goed lezen, schrijven en rekenen, v/at wiskunde enz. ontbrak. Men bedoelt niet het oprichten eener philanthropische inrichting, eener armen school, maar de vorming van knappe ambachtslieden en deze is onmogelijk zonder voorafgaande en gelijktijdige algemeene ontwikkeling. Wat nu het teekenen betreft, het geven van onderricht daarin aan de ambachtsschool zou de kosten in hooge mate doen stijgen. Men zou dat echter kunnen overwegen, wanneer men het eerst omtrent de wenschelijkheid der school eens was. Bovendien zou wellicht, indien er eenmaal een ambachts school bestond, het bestuur dezer inrichting een nuttigen invloed op het teeken-onderricht aan de burger-avondschool kunnen uitoefenen. Het is toch iederen leeraar te doen om zijn onderwijs de meest mogelijke vruchten te doen dragen. Wan neer nu de leeraren van practische mannen verne men mochten dat hun onderricht, hoe verdienstelijk ook voor het doel der algemeene ontwikkeling, niet volkomen beantwoordt aan de behoeften van 't vak en dus minder waard is voor de practische vorming der leerlingen, dan zouden zij ongetwijfeld hun heet doen om aan dit bezwaar te gemoet te komen. Onder de opgenoemde algemeene oorzaken van verval van het handwerksbedrijf, verdient nog vermelding de met eenparige instemming ontvan gen klacht van een der patroons, over het zonder noodzaak of nut buiten de stad bestellen van werk, dat even goed hier gedaan zou kunnen worden. Hy noemde dit eene manie, welke zoo ver gaat dat men, als men er kans toe zag, wel een huis in Den Haag zou willen laten bouwen om het daarna hierheen te laten kruien. Als een bewijs dat te Middelburg ook wel goed werk geleverd wordt, voerde een der sprekers aan dat er hier zelfs voor uitvoer naar Engeland gewerkt wordt. Uit dit laatste schijnt echter, naar wij meenen hier te mogen opmerken, te blijken dat het buitenaf laten werken over en weer gaat en dat de werkgevers meer en meer, zonder aanzien hunner teederheid over hem heen buigende, dat Balmat 's oogen vol tranen schoten. „Verspil uw droefheid niet aan mij," zei hij die tranen afwissehende, „ik kan sterven, dat is zoo hard niet en het bewaart mij voor hetgeen ik altijd gevreesd heb hij werd zeer bleek, maar een hartelijke handdruk van Alain moe digde hem aan om voort te gaan: „het heeft mij al die jaren vervolgd, ik heb er tegen ge streden zooveel ik kon, maar het bleef altijd. Een mijner broeders wien het ook tegenliep in de wereld, had dezelfde angst en streed er ook tegen, maar te vergeefs hij heeft zich doodgeschoten. Ik heb altijd gevreesd dat ik ook zoo zou eindigen, maar dat is nu voorbij, God dank Dit was de eerste blik dien Alain ooit kon slaan in het onstuimig gemoed, dat onder de kalme gelatenheid van dien armen jongen verbor gen was. Hij kon slechts enkele woorden van innig medelijden prevelen, terwijl de ander ver volgde „Ik hoopte het door werken te boven te komen maar ook dat is mij niet gelukthet is zoo moeilijk om in zichzelt te blijven gelooven als de heele wereld tegen ons is en dan die be ginselen van David, die kon ik niet uitwerken. Maar het is nu uit en ik heb mijn best gedaan. Gij beiden gij en Edmée, zijt ware vrieuden voor mij geweest en gij zult mij een weinig mis- woonplaats, zich voorzien waar het beste werk gedaan wordt. De verbeterde middelen van ver voer leiden van zelf daartoe en zoodoende moet zelfs de „manie" Vi-n sommige ingezetenen, indien die werkeigk bestaat om buiten hun woonplaats te laten werken, als er maar goed werk voortgebracht wordt, door bestellingen van buiten gedeeltelijk schadeloos gemaakt worden. Aan het eind der beraadslaging bracht de voor zitter de vraag, of men de oprichting eener am bachtsschool alhier als wenschelijk beschouwde, bij hoofdelijke stemming in omvraag en de uitslag was dat deze eenparig toestemmend beantwoord werd. Daarna verzocht de voorzitter de aanwe zigen uit hun midden eene commissie van drie leden te benoemen, die gezamenlijk met het be stuur zouden optreden als commissie tot beraming der planneu en tot het doen der eerste stappen voor de oprichting eener ambachtsschool alhier. Tot leden dier commissie werden bij meerderheid van stemmen benoemd: uit het timmermansvak, de heer G. J. Will; uit het smidsvak de heer P. Ragut en uit het schildersvak de heer J. J. Worrell. Nadat de voorzitter de aanwezigen voor hun tegenwoordigheid en belangstelling bedankt en aan het bestuur omgekeerd door een der patroons dank gezegd was voor de moeite en zorg, welke het zich in 't belang van den ambachtsstand ge geven heeft, werd door een der bestuursleden van het Nut de sympathie uitgesproken, welke ook door deze maatschappij voor het ambachts-onder- wijs en voor de hier overwogen plannen tot verbetering daarvan gekoesterd wordt. De ver gadering werd daarna gesloten. In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad van Vlissingen werden de geloofsbrieven van de nieuw gekozen leden, de hceren A Smit en W. C. van Duuren Dutilh, onderzocht en goedgekeurd. Een voorstel van h„t dag. bestuur om een adres in te dienen, ter bekoming van vergoeding van rijkswege, voor de werkzaamheden in zake de nationale militie en de schutterij werd aange nomen. Hededeeling werd gedaan dat de heer J. van Raalte tot lid en de heer F. Wibaut tot voorzit ter is benoemd van de commissie van toeziebt op het vervoer van laud verhuizers. Aan mej C. Bij leveld werd op baar verzoek, wegens ziels- en lichaamsgebreken, eervol ontslag verleend als hoofdonderwijzeres der openbare meisjesschool. De heer J. A. de Wolf, aan de beurt van aftreding als lid der commissie van regeuten over het gasthuis, werd als zoodanig herbenoemd. Schoondijke, 1 Deo. De raad dezer ge- Ben, meer dan ik verdien. Het is zoo vreemd als men bedenkt hoe weinig verandering iemands dood in de wereld te weeg brengiNu tot weerziens, beste St Aignan. Zeg Madeion, dat zij vandaag eens boven komt." Alain had zich reeds voorgenomen het hnis niet te verlaten voor hij Madeion gezien en maatregelen genomen bad dat Balmat niet langer zoo verlaten bleet liggen, zonder zelfs een glas water in zijn bereik te hebben. Madeion zette een gezicht alsof haar huurder met opzet ziek was geworden, alleen om haar te plagen, zoodat Alain haar boos verliet en zich naar de verdieping begaf waar de vroegere buren van Edmèe woonden, die arme werkman met zijn vrouw, in de hoop van in hen gedienstiger lieden te vindendoch terwijl hij nog met hen sprak, ging Madeion hem reeds voorbij naar Balmat en haar stem klonk veel vriendelijker dan hij verwacht had. Madame Amat beloofde ook naar den zieke te zien en haar man bij St Aignan te zenden, als hij erger mocht worden. Hij verliet duB het huis met een geruster hart en begaf zich naar de kamers die hij in hetzelfde huis als De Pelven gehuurd had, daar hij spoedig merkte dat het veel aangenamer was om zijne eigen kamers te hebben dan die van De Pelven met hem te deelen, hoezeer deze daar ook op aangedrongen had. Het was hem dus niet zeer welkom toen hg De Pelven yond, diq op hem zat te wachten,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1