c°. 1880. 123® Jaargang. 10 November. oncert 1 N«: 266. Woensdag Het Atelier du Lys, BER1880, IELDE. ober. Middelburg 9 November. Valk", te Brown) aanbevelen eelgoed- met die van GUNNING, toegezonden. Vermengd sende drank. ën de 35 jaren R-PICKÉ, te mber, tusschen iGER, Dam. ijke TWEEDE Adres aan bet ?ene DIENST- helder in haar k- en Papier- si n gen. Voorstellingen urg. mes Quartet, en, roenmarkt BG. )r. ime. mrg op 's Ragt Qöt iotterdajl imber. OTTERDAM: 9 morg. 10,u. n 10,-, 10,-, n 0,— n 0,— n 0,— 0,—fg «•5 io. •ein welke ZATER ur. DAG. nin. vm. 7.45 8.15 ËT 'I I 10.30 12.30 11— i 6.5 w 4 45' *6.5»" ft Aft O.yiB 7.43 1 8.34 1 8.66 10.2 10.25 .0.20 10.35 .0.80 10.45 10.55 7.30 10.40 7.20 ,1.50 8.30 12.40 9.20 1.3 9.40 1.20 9.55 MIDDMIRGSCHE COURANT. Dit blad verschijnt dageljjks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen? Prijs per 3/m. franco 8,50. Afzonderlijke nommers zjjn verkrijgbaar a 5 Gent. Advertentien: 20 Gent per regel? Behoort»-» Trouw-, Doodberiohten enz,: van 1—7 regels Z 1,50 iedere regel meer 0,20. Qroote letters worden berekend naar plaatsruimte? Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daübe Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. Bij deze coorant behooren twee Bijvoegsels. GEMEENTERAAD. De burgemeester van Middelburg maakt be kend, dat op Donderdag den Hen November 1880, des namiddags te twee uren, een openbare zitting van deo gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 9en November 1880. De burgemeester voornoemd, PICKÉ. Het adres, door het Comité voor algemeen stem recht aan de tweede kamer ingediend, is een uit gewerkt en zeer lezenswaard betoog van 22 bladzijden druks, waarvan wij voor onze lezers in een beknopt overzicht den gang zullen schetsen. Het comité begint met aan te toonen dat in Nederland alle gegevens bestaan om het doel der constitutioneele monarchie te bereiken, dat zich voorstelt de voordeelen van het eenhoofdig gezag en der zelfregeering in een stelsel van transactie te vereenigen. De gelukkige verhouding tusschen de natie en het huis van Oranje is oorzaak dat de bezwaren, welke andere natiën vaak overwinnen moeten om het zoo ver te brengen, hier niet aan getroffen worden. Desniettemin bestaat er hier te lande een breede kloof tusschen het ideaal en de werkelijkheid en het comité zoekt de oorzaak daarvan in eene onjuiste opvatting van het wezen der Vertegen woordiging, welke bij deNederlandsche Btaatslieden gangbaar is. Dezen beschouwen het parlement als eene vergadering vroede mannen, die geheel los van de kiezers en uitsluitend naar eigen in zicht, de volksbelangen hebben te behartigen. Schijnbaar in overeenstemming met art. 82 der grondwet, is deze opvatting echter zelfs in strijd met den geest onzer constitutie, die zoowel bij het rijzen van verschil tusschen regeering en Vertegenwoordiging, als bij voorstellen tot wijzi ging der grondwet of der troonsopvolging een rechtstreeksch beroep op de uitspraak der Datie, door middel van kamer-ontbinding, voorschrijft. Maar bovendien gaat door deze opvatting de eigenaardigheid eener volks-vertegenwoordiging geheel verloren. w"Wat aan. eene volksvertegenwoordiging boven een staatsraad kleur en geur schenkt, is het bewustzijn dat hier niet uitsluitend individuëele gevoelens worden uitge. sproken, maar iedere redevoering en iedere stem de ziens wijze van een deel der natie uitdrukt, de wetenschap dat hier niet slechts talenten en karakters vergaderd zijn, maar dat het volk met zijn wenschen en antipathieën, met zijn deugden en gebreken, hier in kort bestek bijeen is." PEUILiLBTON. 68 DOOR de schrijfster van Mu« More. TWEEDE DEEL. HOOFDSTUK VIH. MIJNHEER DE LYS GAAI OF REIS. Het reizen in Frankrijk was nog steeds zeer moeielijk, ofschoon er onder het Directoire niet meer die tallooze hinderpalen bestonden voor het verkrijgen van passen en vrijbrieven; maar de tocht d'eau en het voiture publique reden nog slechts langs de groote straatwegen en de landwegen waren in de laatste tien jaren hoe langer hoe slechter en op sommige plaatsen geheel onbegaan baar geworden. Op de groote wegen liep men gevaar van door roovers overvallen te worden, zoodat een nacht in een carosse de voituref zooals toen de postwagens heetten, nog onaangenamer wae dan in de slaapzaal eener berber#, waar de "Wil men znlk een volksvertegenwoordiging, zulk eene „photographie der natie" bekomen, dan meent het Comité dat aan geen ingezeten, die in het volle bezit zijner burgerlijke rechten is, de kiesbevoegdheid ontzegd mag worden. Zelfs indien vaststond dat een klein aantal kiezers slechts hoog begaafde, onbevooroordeelde afgevaardigden vermocht aan te wijzen, en de geheele natie daarentegen slechts een parlement wist af te vaardigen, met haar eigen gebreken in ruime mate behept, dan nog zou het Comité meeoen dat het algemeen belang met deze mid delmatige beter, dan met deze talentvolle verte genwoordiging gediend zou zijn. »Een vrijheidlievend volk bereikt een hoogeren graad van welvaart en tevredenheid, wanneer het gebrekkig bestuurd wordt overeenkomstig zijne wenschen, dan wanneer het zich vruchteloos inspant om de opgedrongen weldaden te begrijpen van een bestuur, dat nalaat het aangewezen mid del toe te passen om de nationale eigenaardigheden, laat het zijn gebreken, te keren kennen en te eerbiedigen." Het Comité betoogt vervolgens, dat de in ons land geldende beperkingen van het kiesrecht in strijd zijn met het groote beginsel van gelijkheid voor de wet en bestrijdt daarna de redenen, wel ke aangevoerd worden om deze ongelijkheid te bestendigen. Zij kan niet verdedigd worden met het practische argument dat onder dit stelsel al les voortreffelijk gaat in Nederland. Ten bewijze van het tegendeel voert het comité de bestaande leemten aan in ons belastingstelsel, waardoor handel en nijverheid belemmerd, de bezit ters deels niet, deels te licht, de ongegoedeu onevenredig zwaar belast worden. Voorts wordt li'.rinDerd aan den onvoldoenden toestand van s lands weerbaarheid, ondanks de ontzaglijke sommen welke daarvoor besteed wordenaan het voortbestaan van de plaatsvervanging voor den militieplicht; aan het gemis van den leerplicht; aan de onvoldoende bescherming van kinderen tegen exploitatie door loonarbeid; aan de gedu rige afwisseling van ministers en het langzame werken der Vertegenwoordiging. Ook theoretisch laat de census zich niet ver dedigen. Thorbecke stelde reeds voor, het kies recht fe verleenen aan de capaciteiten: „tot verbetering der onredelijke fictie, dat geld politieke rijpheid aan wij ze." De practijk onzer verkiezingen levert niet den minsten grond op om te gelooven, dat het volk „achter de kiezers" voor de kiesge rechtigden in kennis moet wijken, veeleer zelfs het tegendeel. Het verstand komt niet met het geld en alles hangt in deze niet eens van de verkregen kennis af, dewijl de mingegoede zeker niet minder belang heeft bij een geregeld bestuur, bij rechtszekerheid en by eene goede wetgeving, dan de vermogende. Met aan de capaciteiten het kiesrecht toe te kennen, meent het comité dat het kwaad niet verholpen zou worden. Hierdoor zou het beginsel reizigers in gezelschap van den waard en de dienstboden moesten slapen. Er bestond dus wel eenige grond voor de vrees van Mile De St Aignan dat zoo het hem al gelukte de plaats zijner bestemming te bereiken, hij zeker niet terug zou weten te komen en ook Edmée begon zich ongerust te maken, toen het tydstip, dat hij voor zijn terugkeer bepaald had, voorbij was gegaan zonder dat er eenig bericht van hem kwam. Niemand had verwacht dat hij schrijven zou, daar men nog algemeen vermeed om iets aan het papier toe te vertrouwen en gevaar te loopen dat het gelezen werd door oogen voor wie het niet bestemd was. Edmée werkte zooals gewoonlijk in het atelier, waar niemand haar kwam storen, daar het zomer was en er dus geen voorwendsel meer kon be staan voor een der bewoners der naburige ateliers, om een weinig brandstof uit de kachel te komen halen; bovendien had mr. De Lys een groot papier op zijn deur geplakt met het woord: „Afwezig waardoor alle koopers en kenners buitengesloten werden. Balmat was de eenige die haar dagelijks be zocht, om te vragen of zij ook iets noodig had en zich te verkwikken aan een praatje over zijne ouders en zijn verlangen om een weinig geld aan zijn moeder te zenden. Eens zelfs kon hij haar vertellen dat hij een kistje vol kleine geschenken van gelijkheid aller burgers voor de wet niet tot zijn recht komen; het gevaar zou ontstaan dat de vertegenwoordiging in een college van ambte naren zou ontaardenwetten zouden aan de natie opgedrongen kunnen worden voor welke zij niet rijp was; willekeurig zou ook deze grondslag voor regeling der kiesbevoegdheid blijven. Wat de tegenstanders van het algemeen stem recht tot bestrijding daarvan aanvoeren, houdt volgens het comité weinig steek. Een beroep op vreemde natiën, Duitschland, Frankrijk, Noord- Amerika, gaat niet op, dewijl de toestand dier landen te ongelijk is met dien van Nederland en het verband tusschen de fouten, welke men iu die landen opmerkt, en het algemeen stemrecht, niet aangetoond wordt. De werkiDg van het algemeen stemrecht in de Ned. hervormde kerk pleit niet tegen dit stelsel, want zonder dat zou de moderne richting, tegen den wil van de groote meerderheid, zijn blijven beerschen en de kerk haar ontbinding te gemoet zijn gesneld. "De stembus is de veiligheidsklep voor de bezwaren van een volk tegen zijn bestuur. Men sluite haar, en vroeg of laat zal de spanning, niet door regelmatige uitlating van stoom op gelijke hoogte gehouden, zoo groot worden, dat de ketel springt." Do bewering dat ons volk onwetender dan het Fransche of Eiigelsche en daardoor voor het algemeen stemrecht ongeschikt zou zijn, is volgens het comité onjuist. Ook de weinige belangstelling en deelneming, welke onder de tegenwoordige kiezers voor de verkiezingen gevonden worden, kannen niet als een reden aangevoerd worden om diegenen uit te sluiten, welke thans nog geen kiezers zijn. Te minder, daar er alle kans is, dat de opgewektheid der verkiezingen door de invoering van algemeen stem recht aanmerkelijk zou toenemen. Terwijl thans bij de stembus veelal gestreden wordt over personen, die, verko zen zynde, juist hetzelfde zullen doen, mag men ver wachten, dat het algemeen stemrecht een levendigen strijd over beginselen zal openen, die zoowel aan de tegen woordige als aan de nieuwe kiezers belang zal inboezemen en den staatknndigen pols der natie merkelijk steviger zal doen kloppen." Eiudelijk wordt nog de vrees bestreden, dat de nieuwe kiezers zich zouden laten leiden door geestelijken, werkgevers of andere invloedrijke personen. Dit gaat gemakkelijk zoolang het aantal kiezers klein is; maar wanneer alle bur gers kiesbevoegd zijn, zal het vrij wat voeten in de aard hebben hen naar het stembnreau te ge leiden en daar te controleeren. Ook is de moge lijkheid daartoe nog te beperken door invoering van den elders reeds doelmatig en heilzaam gebleken couloir (afgeschoten gang op het stem bureau, waar de kiezer persoonlijk zijn stembiljet ontvangt en invult.) Het comité merkt nog op dat door dit laatste stelsel allen zullen uitgesloten worden die niet had gekregen, dat wel heel lang onderweg ge weest, maar daarom niet minder welkom was. „Zie eens, die kousen heelt moeder zelf ge breid," zei hij en hield ze trotsch omhoog. „Niemand in het heele dorp kan zóo breien als zijEn mijn zusters hebben ook beide wat voor my gemaakt en mijn broeder zendt mij okker noten, hier zijn zij, ik weet dat uw tante er veel van houdt. Mijn goede vader heeft er eenig geld bij gedaan, goede, beste vader! als ik hem maar kon bijstaan, in plaats van zijne zuur verdiende spaarpenningen te moeten aan nemen, dan zou ik eerst gelukkig zijn! Wilt gij den brief van moeder lezen?" Edmée las hem met veel belangstelling en zei „Jacques, gij zijt wel gelukkig dat gij zulke goede ouders hebt." „Niet waar? Gij ziet, zij vergeten mij niet en zij bidden eiken avond voor mij. Zij weten dat ik mijn best doe, daar twijfelen zij niet aan, ofschoon zij er nooit eenig bewijs van zien." „Jacques, ik wilde dat gij mij iets liet doen. Gy weet dat ik geld begin te verdienen. Mr. De Lys zei dat mijn laatste schilderij waard was om verkocht te worden „Gij behoeft mij geen geld aan te bieden dat kan ik niet aannemen. Dit van huis kwam juist van pasnu is mijn huur betaald en ik kan zelfs ©en model bekostigen lezen en schrijven kunnen, en onthoudt zich voor 't oogenbiik van het spreken over vragen die niet het beginsel, maar de uitvoering raken, zooalsuitsluiting van verpleegden in gestichten van liefdadigheid, stemrecht der vrouwen, kies districten enz. Ten slotte verzoekt het comité dat aan het Nederland sche volk niet langer onthouden worde het algemeen stemrecht voor de rijks- provinciale en gemeentelijke vertegenwoordiging. "Dat beginsel strookt met de behoefte van onzen tijd, en kan aan het Nederlandsche volk niet langer zonder schade voor zijne •welvaart en zijne ontwikkeling worden onthouden. Reeds in 1844 werd het door onzen grooten staatsman Thorbecke ingezien"dat het beginsel van algemeen stemrecht in de staatsgeschiedenis onzer eeuw ligt, schijnt even onmisbaar, als dat zij het gestadig, schoon trapswijze, tracht te ver wezenlij kern" Tot eene verlaging van den census heeft uwe vergadering niet kunnen besluitenwelnu, de tijd schijnt thans gekomen, om het ware beginsel zonder zoodanigen, inderdaad zeer gebrekkigen overgangstoestand toe te passen." Het adres is onderteekend door de heeren mr. J. D. Yeegens, advocaat en procureur te 's Gra- venhage, mr. W. Heineken, advocaat enpocureur te Amsterdam, B. H. Heldt, meubelmaker te Amsterdam, R. J. Blaauw, koopman te Kleine- meer, gem. Sappemeer, dr. Vitus Bruinsma, leeraar middelDaar onderwijs te Leeuwarden, A. Gerhard, winkelier te Amsterdam, mr. J. A. van Gilse, advocaat en journalist te Rotterdam, mr. G. W. A. Baron van Haersolte, lid der rechtbank te Zwolle, mr. M. Jac. de Witt Hamer, advocaat en procureur te Middelburg, mr. A. Hinlopen, advo caat en procureur te 's Gravenhage, dr. J. Menno Huizinga, arts te Harlingeu, J. A. Roessingh vaii Iterson, ingenieur te Tilburg, mr. S. Katz, advo caat en procureur te Amsterdam, F. Domela Nieuwenhuis te 's Gravenhage, mr. B. H. Pekel haring, hoogleeraar te Delft, D. Pekelharing, predikant te Surhuisterveen, H. Pijttersen Tz., boekhandelaar en uitgever te Sneek, Th. de Rot, typograaf te Rotterdam, J. Th. Scheepers, badop- zichter te Arnhem, J. Schippers, hoofdonderwijzer te 's Gravenhage, mr. J. Nanninga Uitterdijk te Kampen. De gemeenteraad van Middelburg zal a. Don derdag 11 Nov., des namiddags te 2 uren, een openbare zitting houden ter behandeling der volgende zaken rapport van burgemeester en wethouders, omtrent het adres van P. de Pagter, verkoop gemeente-grond voorstel betreffende de regeling van de exploitatie der gasfabriek; over- leggiug suppletoire kohieren no 1 inkomsten* en hondenbelasting 1880. Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden door het postkantoor Middelburg, ge durende de le helft der maand October 1880: Leuntje Clarisse, Aagtekerke, H. Heenstra, Am- „Maar hoor toch eerst wat ik zeggen wil ik bied u alleen geld aan op een manier, die u niet onaangenaam kan zijn. Ik wil een van uwe schilderijen koopen." „Dat komt op hetzelfde neer." „Volstrekt niet. Ik heb het wezenlijk noodig en ik zal er heel weinig voor betalen, mijnheer Balmat, want tot nog toe zijt gij weinig bekend maar ik moet my haasten; weldra zullen uwe stukken mijne middelen te boven gaan „Als ik dood ben wellicht!" „Eerder hoop ik. Ik wil het aan uwmoeder zenden en haar vertellen welk een trouw vriend haar zoon voor mij en tante geweest is. Denkt gij niet dat haar dit genoegen zal doen „Ja, die beste moeder! Zulk een goedheid kan ik niet afwijzen. En zij zullen niet zien dat het niet veel beteekent." „Ik hoop, Jacques," zei Edmée zeer ernstig „dat gij toch met hart en ziel, bij al uw werk zijt Gij betreurt immers niet voortdurend dat gij geen klassieke onderwerpen onder handen hebt „Neen, ik heb pleizier in mijn werk, andera zou ik het in ft geheel niet doen. Ik heb gedaan zooals gy my geraden hebt en David myn werk laten zien. „En wat zei hij „Hij zei dat ik reel moeieUjkhedeu met hej

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1