N«. 261.
1880.
128* üaargangi
Donderdag
4 November.
Gemeente-Belastingen.
Het Atelier du Lys,
Gemeente-belastingen.
Vaste commissiën uit den
gemeenteraad.
FEUILLETON".
Middelburg 3 November.
MIBBELBURGSCHIS COURANT.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prije per 8/m. franco 8,50.
Afzonderlijke nommere zijn verkrijgbaar a 6 Oenti
Advertentien: 20 Oent per regel;
Geboorte-, Trouw-, Doodberiohten enz.: van 1—7 regels 1,60
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.'
Hoofdagenten voor liet Buitenlandde Compagnie générale de Pulilieité L. IIaube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. AL, Berlijn Weenen, Zurich enz.
Suppletoir kohier n° 1 voor de plaatselijke
directe belasting op de honden over 1880.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend
dat het mppletoir kohier n°. 1 voor de plaat
selijke directe beltsting op de honden, voor het
jaar 1880, waarvan de heffing is goedgekeurd
t'ij koninklijk besluit van den 8 Maart 1873 no.
17, ingevolge art. 264 der gemeentewet, voorloopig
door hen is vastgesteld en gedureudo veertien
dagen, aanvangende Dinsdag den 2 November
a., voor een ieder op de gemeente-secretarie ter
lezing zal zijn nedergelegd.
dat ieder, die meent daartoe reden te hebben,
gedurende bovenvermeldeu tijd, volgens art. 265
der gemeentewet, tegen zijn aanslag bezwaren
bij den gemeenteraad kan inbrengen.
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 1 November 1880.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Suppletoir kohier n° 1 voor de plaatselijke
directe belasting op de inkomsten over 1880-
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat het suppletoir kohier no 1 voor de plaat
selijke directe belasting op de inkomsten, over
het jaar 1880, waarvan de befiÏDg is goedgekeurd
bij koninklijke besluiten van den 23en December
1871, no. 31, van den lOen December 1875, no.
28 en van den 7en December 1876, no. 16, iu-
gevolge art. 264 der gemeentewet, voorloopig
door hen is vastgesteld en gedurende veertien
dagen, aanvangende Dinsdag den 2en November
a., voor een ieder op de gemeente-secretarie zal
zijn ter lezing nedergelegd en aldaar in druk
verkrijgbaar gesteld, tegen betaling van 10 cent
per exemplaar.
Hiervan is op heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den len November 1880.
De burgemeester en wethouders voornoemd
PICKÉ.
De secretaris
G. N. DE STOPPELAAR.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op art. 54 der gemeentewet,
maken bekend:
a dat de heer mr. C. J. Pické, op zijn verzoek,
is ontheven van het voorzitterschap der commissiën
van fabricage en financiën en dat in zijne plaats
at
DOOR
de schrijfster van M"« More.
TWEEDE DEEL.
HOOFDSTUK VII.
rek bezoek bij balmat.
Ofschoon de Louvre een paleis was, had het in
een zeker opzicht veel overeenkomst met hethnis
van Crocq: het was er even vuil, wanordelijk en
onfrisch en de leerlingen der klassieke school
vermaakten zich met ballen te gooien tegen de
schilderijen van Italiaansche meesters, die verach
telijk tegen de muren gezet waren.
In plaats van de aristoeratie van het hof,
heerschte er thans de aristocratie der kunst en
men was zóo gewoon aan vreemde verschijningen
en verhoudingen en liet zich .zoo weinig met de
zaken van zijne bnren in, dat niemand zich ver
baasde toen Mile De St Aignan met Edmée de
leege kamers van den ouden schilder betrokken.
Voor iedereen, behalve Balmat, was Edmée diens
is benoemd, tot voorzitter der commissie van
iabrieago de heer mr. N. C. Lambrechtsen van
Ritthem en tot voorzitter der commissie van
financiën de heer mr. A. J. van Eekeien
b dat bij raadsbesluit van den 13en October jl,
is ingesteld cene commissie van bestnür over de
gemeente-gasfabriek, bestaande uit ósn lid van
het dagelfjksch bestuur tevens voorzitter, waar
voor is aangewezen de lieer mr. C. J. Pické, en
uit twee leden van den gemeenteraad, waartoe
zijn gekozen de beeren D. A Dronkers en J. J,
van der Haist Az.
Middelburg, don 1 November 1880.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
Da secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Mevrouw G. van Eyk, geboren Hardeman,
beeft in verschillende bladen en thans in een
vlugschrift (De nuttige Handwerken in de lagere
School, Haarlem bij Tjeenk Willink) do aandacht
gevestigd op een zeer gewichtig onderdeel van
bet onderwijs voor meisjes, dat met de invoering
der nieuwe schoolwet eene plaats heeft ingenomen
onder de verplichte leervakkon der lagere school.
Wij zijn niet bevoegd om over hare beschouwing
van dat vak, over liet leerplan, de metbode van
onderwijs, de leermiddelen enz. welke de schrijfster
voorstelt, een oordeel uit te spreken. Wij bepalen
ons dus tot de vermelding dat zij de noodzake
lijkheid betoogt om ook dit vak klassikaal, en
niet hoofdelijk, te onderwijzen en de middelen
daartoe, zooals die op sommige scholen reeds zijn
ingevoerd en proefhoudend bevonden, aanwijst.
Ook behandelt zij de plaats en den tijd, welke
het onderricht in nuttige handwerken op de
volksschool moet innemen, de manier om dat te
geven op gemengde scholen voor jongens en
meisjes, de opleiding der onderwijzeressen en de
oisehen welke aan haar gesteld mogen worden.
Wat wij eehler bij onze aankondiging van het
boekje niet willen verzwijgen, is onze overtuiging
dat door de invoering van het verplicht onderwijs
in de nnttige handwerken, de nieuwe wet, welke
zelfs door zoovele barer vrienden nog met onver
diende koelheid bejegend wordt, een gewichtigen
invloed op de ontwikkeling van ons volk uit
oefenen kan. Slaan wij, om dit in tc zien, met
mevr. Van Eyk, Blechts het oog op de gezinnen
der volksklasse, zoowel in de steden als op hel
platteland.
„Van waar dat, naast een enkel gezin, in betrek
kelijke welvaart verkeerende, zoo menig ander, bij
het genot van hetzelfde inkomen, achteruitgaat
of aan ellende en armoede ten prooi is Menig
werkzaam en oppassend man zon niet zoo diep
dochterde naam dien hij eens aan het atelier
gegeven had werd voortaan algemeen aangenomen
en in het geheim werd er menige schets gemaakt
van de bleeke „dochter van Fingal," in Hel Atelier
du Lye. Mile De 3t Aignan, die de gelukkige
eigenschap bezat van zich overal te kunnen schik
ken, voelde zich ook in deze omgeving terstond
te huis en haar aangeboren behoefte om een aar
digheid te zeggen, maakte dat zij in den kunste
naarskring zeer veel opgang maakte, te meer
daar zij nooit boos werd al kreeg zij eens een
ietwat scherp antwoord, 's Avonds vereenigden
zich geregeld een aantal joDge en oude heeren,
die gaarne jonger en mooier dames verlieten om
met haar te praten, in het salon De Lys. Zij was
in dien kring veel meer gezien dan Edmée, die
wel wat anders te doen had dan zich te amnsee-
ren of anderen te behagen en zóo weinig om be
wondering gaf, dat Mile De St AigDan er zich
over ergerde en dikwijls haar nood klaagde, als
zij met mr. De Lys alleen sprak. Die goede man
was steeds in verbazing over haar opgewektheid
en bewonderde haar om hetgeen hij haar groote
levenswijsheid noemde, doch wat toch eigenlijk
slechts nit een gelukkigen aanleg voortsproot.
Als het hem echter mogelijk ware geweest om
met haar te kibbelen, zou bij er eiken dag aan
leiding toe gevonden hebben, daar zij hardnekkig
weigerde om aan zijn slecht karakter te geiooven.
Zij verzekerde hem herhaaldelijk dat hij degocdhar-
gezonken zijn, ingeval eene vlijtige, overleggende,
handige huisvrouw de beschermgeest zijner woning
geweest wate.
„Toch lag de schuld niet geheel aan do vrouw.
Stellen wij Let buitengewoon gnnslig geval, dat
zij tot haar twaalfde jaar school mocht gaan.
Toen evenwel heette het kind „volleerd", en kon
zij „een dienstje zoeken". Of wél: zij genoot het
zoogenaamde voorrecht, eerst nog een of twee
jaren naar den „naaiwinkel" te mogen gaan. Wat
die naaiwinkels in den regel zijn? Velen onzer
weten het. De kinderen worden er geëxploiteerd
ten bate der naaivrouw.Veel orger nog is het
zedelijk kwaad, dat daar wordt aangericht. Weinige
ouders beseffen,' hoe menig meisje aan liet ver
blijf op den naaiwinkel haar ongeluk te wijten
heeft, hoe de gesprekken, daar aangehoord en de
voorbeelden, ddar gegeven, bij menig kind de
zaden gelegd hebben tot kwaadspreken en laster,
tot ijdelheid, tot genot- en pronkzucht, tot on
zedelijkheid.
„Zóo toegerust ging het meisje do wijde wereld
in. In de diensten, waar zij als loop- of kinder
meisje werd opgenomen, liet men zich in den
regel weinig aan hare zedelijke en verstandelijke
vorming gelegen liggen, 's Avonds naar do
ouderlijke woning teruggekeerd, vond zij niet
altijd in hare moeder de vriendin en leidsvrouw,
die haar op den goeden weg hield en het haar
in huis aangenaam wist te maken. Neendaar
buiten op straat was bet vrij wat prettiger dan
in het onvriendelijke huisvertrek.
„Zóo groeide het kind op tot dienstbode.Zóo
ook werd het opgeleid tot echtgenoot en moeder.
„Is het te verwachtendat zulke vrouwen later
licht, liefde, vrede en welvaart in hare eigen
woning zullen verspreiden
„Een vrouw, die voldoende ontwikkeld is en
daarbij naald, draad en schaar goed weet te
hanteeren, kan een zegen zijn voor hare omgeving.
Bij zulke vrouwen treft men bijna zonder uitzon-
deling arbeidzaamheid, orde, netheid, zindelijkheid
aan. Zie, hoe de huisvrouw de kunst verstaat
om, met weinig, veel te doen, hoe het gezin
zich nu en dan iets veroorloven kan, waaraan
anderen nauwelijks denken knnnen, hoe man en
kroost hun „te huis" waardecren
„Wanneer men de oorzaken van zooveel treurige
toestanden in de gezinnen uit den werkenden
stand opspoort, komt men tot de overtuiging, dat
er méér gedaan moet worden voor de opleiding
van de vronw uit deze klasse.
„De bepaling der wet, waarbij deze tak van
onderwijs als gewoon leervak in de school opge
nomen wordt, opent het vooruitzicht op deze
vurig gewenschte verbetering. Immerszoodra
blijkt, dat het handwerken-onderwijs degelijk en
goed is, zal dit voor vele meisjes een prikkel zijn
om een langer verblijf aldaar te wenschen. Bet
tigste man van de wereld was en daar de eerbied
hem verbood om haar ronduit tegen te spreken,
kon hij niets doen dan heen en weder loopen en
wanhopend aan zijn pruik duwen, tot groot ver
maak van het geheele gezelschap want dergelijke
tooneelen hadden altijd des avonds plaats wan
neer er bezoek was.
„Welke verdienste kan daar toch in steken
dat ik iemand in huis neem die, ja die
die die die do tante mijner dochter is?",
riep hij dan opeens wanhopend nit, zich beden
kende dat by niet mocht verklappen wie „Mlle
Valentin" was.
Dit gehaspel vermaakte Edmée niet weinig en
zij leerde daardoor evengoed lachen ais schilderen.
Nog nimmer had het arme kind zulk een kalm,
vreedzaam leven geleid en het eenige wat haar
thans kwelde was de gedachte aan den band, dien
zij zelve gaarne wilde verbreken, ofschoon zij vaak
met een zucht den naam „Edmée de St Aignan"
fluisterde en er nog veel zachter op liet volgen
„Ach, 't is toch jammer I
In den beginne bespiedde zij dagelijks het go-
laat van mr. De Lys om te zien of hy tijding
bad; maar er kwam niets (misschien deed de
onde man ook niet veel moeite om iets te hooren)
en van lieverlede raakte zij zoo io hare stndies
verdiept, dat zij aan niet veel anders meer dacht.
Mr. De Lys schepte zooveel behagen in haar werk
dat hy het zijno er bijna door vergat en on
lijdt zelfs geen twijfel, of de onwetende en onbe
dreven moeders zelve zullen het voorrecht,dat zij
gemist hebben, voor hare kinderen verlaugsD,
zooiira ze zien, wat de zwakke kinderhand reeds
doet voor het eigen gezin. En dit te mser, als
liet later blijkt dat de aanvankelijke kennis der
nuttige handwerken eene aanbeveling is, wanneer
de meisjes „een dienstje gaan zoeken."
Den 2en November jl. heeft aan het ministerie
van buitenlandsche zaken de onderteekening plaats
gehad eener overeenkomst tusschen Nederland en
Belgie, betreffende de invordering van gelden op
quitan tien door tnsschenkomsl der posterijen.
De verkiezing van een lid dor tweede kamer
in de hoofdkiesdistricten Sneek en Tilburg zal
plaats hebben den 23 dezer en de heistemming,
zoo noodig, den 7 Dee. a.
De audiëntie van den minister van financiën
zal Donderdag, den Óen November, niet plaats
hebben.
De Belgische regecring heeft uit de gelden, ter
harer beschikking gesteld voor de aanmoediging
der letterkunde, jaarlijks eene som toegestaan van
vierduizend franken ten voordeele der uitgave van
het woordenboek der Nederlandsche taal.
Tot commissaris bij het comité van nitgave is
benoemd dr. J. F. J. Heremans, hoogleeraar te
Gent. Hij zal jaarlijks verslag indienen over den
tceBtand en den voortgang der onderneming.
De Bchippers Van de Klooster, die de vorige
week de equipage redden van de Miss Thornton,
mochten gisteren morgen erin slagen de schip
breukelingen van bet op het Nienwe Zand ge
strande vaartuig, die sedert Zondag avond in het
want hadden gezeten, te redden cn te Zierikzee
aan te brengen. Het schip is de smak Nimrod,
van Padstow, kapt. W. H. Croeker, beladen niet
klei, van Dieppe naar Rotterdam bestemd. ZCt.)
De heer W. M. Oppedijk te Ijlst heeft thans
de candidatnur voor het lidmaatschap der tweede
kamer, hem door de anti-revolutionaire kiesver-
eeniging in het hoofdkiesdistrict Sneek aangeboden,
aanvaard.
In de Indische Qids van November zijn opge
nomen: „De jongste phase in een gewiohtig
vraagstuk" (over de Indische bijdrage), door dr.
F. C. L. Wijnmalen; „De nienwe regeling van
bet onderwijs bij de korpsen" (slot), door P. R.
Goudschaal„De kabinets-circnlaire betreffende
de conversie van communaal in individueel grond
bezit," door H. C. Humme; „Landbouwonder
nemingen op Sumatra"; „Een brief uit de
Minahassa"; „Cijfers en feiten uit bet koloniaal
gehoord zijne bloemen liet verwelken, terwyi
hij haar raad gaf. De eenige voorwaarde welke
hij gemaakt had, toen hij haar als leerling aan
nam, was dat zij voor niemand anders meer zou
werken en daar hij op zich nam om voor haar
en Mlle De St Aignan te zorgen, had zy daarin
berust en van dien tijd ai begon er voor den
oudm kunstenaar een nienw leven, daar bij ein-
lijk zijn lang gekoesterden wensch vervuld zag,
om zijn talent in een ander te zien voortleven.
Mlle De St Aignan lachte dikwijls om zijn op
getogenheid over zijn leerling en kon zieh er niet
zoo over verheugen als hij, dat Edmée zich uit
sluitend aan de kunst wijdde.
„Voor haar maatschappelijk leven is het zeer
noodlottig," zei zij, „'t is mogelijk dat het bij de
afwezigheid van mijn neef een goede afleiding
voor haar iswant zij kon even goed door een
grande passion beheerseht worden, maar het is
niet natunriykzij is meer kunstenares dan vrouw
en do vraag is of Alain zóo wel van haar zal
willen weten De grootste plicht eener vrouw ia
te behagen."
„Zij is geen alleman s-schoonheid," ant
woordde mr. De Lys ongeduldig, „maar al wie
een ziel beeft moet met haar ingenomen zijn."
„Aeh goede vrend, gij vergeet hoe jonge
lieden zijn. Mijn neef is jong, vol illusies en
levenslast en hij kan onmogelijk iets van de ei
genschappen van een echtgenoot bezitten. Als