Laatste berichte
Kerknieuws.
Marine en leger.
Kunstnieuws.
Landbouw.
Rechtszaken.
Weerkundige waarnemingen.
E
o
c:
-o
§1
Akte examens in Zeeland.
Als onderwijzer in de Hoogdniteche taal werden
geëxamineerd en toegelaten de heeren C. C. A.
Croin te Slnis en A. W. Wisse te Scboondijke.
Benoemd tot leeraar in de moderne talen aan
het gymnasium te Hoorn de heer H. C. Spruijt,
leeraar aan de H. S. te Sappemeer.
De hulponderwijzers P. Leijs, te Wassenaar
en J. H. v. d. Bel, te IJsselmonde, zijn geplaatst
op de voordracht voor hulponderwijzer aan de
openbare school te 's Gravenpolder, terwijl mej.
J. E. J. Ross, te Mijnsheereuland, is voorgedragen
als hulponderwijzeres met akte voor nuttige
handwerken, aldaar.
Te Arnhem is Zondag onder voorzitterschap
van den heer A. Daniels, uit Amsterdam, de alge-
meene vergadering van de Nederlandscbe afdeeling
der Alliance Israelite universetle gehouden. Door
den algemeenen secretaris, den heer H. Binger en
den algemeenen penningmeester, den heer Hout
hakker, werd het jaarverslag uitgebracht, waaruit
bleek hoe de vereeniging steeds, in alle oorden
der wereld, tot de bevordering van het Israëlietiscb-
godsdienstig leven en tot verspreiding van ver
lichting, onderwijs en beschaving werkzaam is.
Het verslag bevat ten slotte een aansporing
aan allen om tot versterking der gelederen van
het verbond mede te werken, dewijl dit nog een
zoo ruim veld te bearbeiden heeft, nog zooveel
vooroordeel heeft te bestrijden en er zelfs in 't
westelijk Europa aan den horizont eene beweging
opkomt, uit afgunst geboren, die, vroeger
Judenhetae geheeten, thans met den nieuwmodi-
schen naam van anti-semitische beweging wordt
gedoopt.
Zaamslag, 4 October. De heor L. D. G. Krol,
predikant bij de Ned. Hervormde gemeente alhier,
hoopt op 2 December a. zijn 25jarige ambtsbedie
ning te herdenken.
Gisteren was het veertig jaren geleden, dat
ds. J. P. Hasebroek (Jonathan), destijds predikant
te Heilo, dr. Nicolaas Beets (Hildebrand) bevestigde
als predikant te Heemstede.
De plaatsing van den kapt.-luit t/z A. J
Willekens, als le off. a/b van Zr. Ms. wachtschip
te Willemsoord, wordt ingetrokken.
De kapt.-luit. t/z. C. A. Bosch wordt alsnu a/b
van genoemden bodem geplaatst.
De oefeningsdivisie onder bevel van den
kapt. t/z J. W. Binkes, bestaande uit Zr. Ms.
schroefstoomschepen Van Galen, Leeuwarden en
Marnix, is in den namiddag van 2 dezer van de
reede van Texel naar zee vertrokken.
Volgens het Rott, Ml. zou Z. M. de koning aan
mej. Jeanne de Groot indertijd beloofd hebben
dat hij haar spel zou komen zien, zoodra zij bij
eenig gevestigd gezelschap optrad. Daar het ge
zelschap der heeren Le Gras, Van Zuglen en
Haspels nu de jeugdige kunstenares aan zich
verbonden heeft, zou aan den Rotterdamschen
schouwburg weldra de eer van een koninklijk
bezoek te beurt moeten vallen.
De rederij kers-vereeniging Ons genoegen alhier
door de ervaring geleerd dat introductie tegen
betaling bij hare opvoeringen nadeelig op de
vereeniging werkt, heeft besloten voortaan niet
meer te introduceeren, maar alleen te werken
voor de leden en hunne dames. Het geldelijk
verlies, dat door dezen maatregel geleden wordt,
zal men trachten te dekken door uitbreiding
zooveel mogelijk van het aantal kunstminnende
leden, tegen een matige jaarlijksche contributie.
Eerstdaags zal voor hen die de vereeniging door
toetreding tot het kunstminnend lidmaatschap
willen steunen, do gelegenheid worden opengesteld
daarvan door hunne naamteekeniug op eene aan
te bieden lijst te doen blijken.
Voor eenige dagen vernamen wij, dat de heer
Stempel, districts-veearts in Groningen, door den
minister van koloniën is uitgenoodigd zich naar
Java te begeven ter bestrijding der veeziekte
aldaar.
Zeer gelukkige keuze voorzeker. De heer S.
toch staat bekend als een zeer kundig veearts,
en had indertijd gelegenheid ondervinding op te
doen, ook in zake de vétérinaire politie. Moge
hij nu bij de autoriteiten op Java voldoenden
steun vinden, en van de noodige volmacht voor
zien zijn. Niet enkel toch van wat er wordt
gedaan, maar ook van hoe 't gedaan wordt, zal
thans, gelijk ten allen tijde, de uitslag afhangen.
CLbCl.)
Heden behandelde de rechtbank alhier, bij
verBtek, de zaak van den 84jarigen J. de R. te
Biervliet, die beklaagd is op den 27en Augustus
11. een zevental pruimen, ter waarde van
enkele centen, uit den boomgaard van een zijner
buren te hebben ontvreemd.
Dit misdrijf, door de verklaringen van drie
getuigen bewezen, werd door het O. M. gequali-
ficieerd als eenvoudige diefstal en tegen beklaagde,
onder aanneming van verzachtende omstandighe
den, veroordeeling tot eene boete van f 5 benevens
de kosten der procedure geëischt.
De moord in Den Haag.
Aansluitende aan hetgeen gisteren onder onze
Laatste Berichten gemeld werd, laten wij hier een
overzicht volgen van de mededeelingen der Hol-
landsche bladen.
Willem Marianus De Jongh is 8 Febr. 1856
geboren te 'sGravenbage en de zoon van een
ambtenaar aan 't ministerie van koloniën. In 1871
trad hij in dienst bij het instructie-bataljon te
Kampen; in 1873 ging hij over naar het regi
ment grenadiers, waarbij hij tot sergeant opklom.
In Maart 1879 is hij overgegaan bij het Indische
leger, doch moest Indië wegens ziekte verlaten.
Als gegageerd sergeant (met een pensioen van
f 150) kwam hij in Juni jl. terug. Hij werd
onlangs aangesteld als schrijver op hot bureau
van expeditie van het departement van koloniën;
op den dag der begrafenis van het slachtoffer van
den moord trad bij in zijn nieuwen werkkring.
Een onderofficier van de grenadiers, E. Mus-
quetier, heeft, zoodra hij het handschrift onder
de oogen kreeg, het schrift van zijn vroegeren
wapenbroeder herkend. Hij gaf van zijn ont
dekking kennis aan de justitie met bijvoeging vau
een zestal brieven, die hij in zijn bezit had. Deze
gegevens leidden met andere aanwijzingen tot de
arrestatie van De Jongh.
Zondag avond half acht werd De J., in zijn
woning in de Nieuwe Schoolstraat boven een
behanger, gearresteerd. De inspecteur van politie,
die hom kwam aanhouden, kreeg eerst tot ant
woord van De J. „dat hij wel op het commissa
riaat zou komen," maar toen de inspecteur
verklaarde dat De J. terstond met hem mede
moest gaan, volgde de aangehoudene zonder
verzet. Op het bureau van politie onderging hij
een voorioopig verboor en werd bij nog 's avonds
laat met de getuigen geconfronteerd. Eerst
ontkende hijmaar later, toen men hem duidelijk
maakte dat er bijna geen twijfel mogelijk was,
bekende hij den brief geschreven te hebben, ook
den tweeden brief.
De aangehoudene ontkent den knaap ontvoerd
en vermoord te hebbende getuigen hebben htm
ook niet als den ontvoerder herkend.
Intusschen wordt beweerd dat De J. des daags
na den moord in het duin is gezien door den
hoofdcommissaris van politie, die hem liet arres
teeren, tot niet geringe verwondering van De
J., die zeide nog niets van den moord gehoord
te hebbon, maar eenvoudig een wandeling door
de duinen te willen maken. Na die aanhouding,
door de dienstbode van den onderwijzer Bou-
scholte niet herkend als de man, die Marius B.
had ontvoerd, werd hij weder losgelaten. De
justitie hield hem echter steeds in het oog. De
J. heeft zich na den moord steeds onder het
publiek begevenzoo was hij meermalen in het
koffiehuis het Gouden Hoo/d op de Groenmarkt,
vlak bij het politiebureau, op den uitkijk gaan
zitten om de menigte, die zich voor het commis
sariaat verzamelde, gade te slaan: hij had dan
het hoogste woord over de misdaad, die het
onderwerp van het gesprek der aanwezigen was.
Eenige dagen vóór den moord heeft De J. een
degenstok in de Vlamingstraat aan een zijner
kennissen getoond. Hij ontkent ook niet, dat de
stok in zijn bezit is geweest. De behanger M.,
bij wien hij inwoonde, had koord in voorraad
als dat, waarmede de ongelukkige knaap was
gebonden. De eigenaardigheden in het handschrft
van De J. blijken duidelijk in den brief niet ge
heel vermeden te zijn. De draaiende krullen aan
sommige lettirs, maar vooral ook het liggend
streepje tot verbinding van de s met Graven-
bago, behoorden tot de opmerkelijke punten van
overeenkomst tusschen den bedreigenden brief en
de andere handschriften van Do J.
De persoon van De J. was bij den heer
Bogaardt en diens familie volkomen onbekend,
zoodat alle vermoedens en geruchten van wraak
thans geheel op den achtergrond treden.
De Jongh heeft Musquetier reeds gekend toen
beiden als sergant den officiers cursus van het
reg. grenadiers en jagers volgden. Het gelukte
hem toen niet den officiersrang te verkrijgen en
ook in Indie werd hem dit, door een ongelukkig
toeval, belet.
Op een wandeling zijnde, werd hij namelijk door
een buffel achtervolgd, en moest hij om zijn leven
te redden, van een belangrijke hoogte in de
rivier springen. Door dien sprong haalde De J.
zich een ziekte op den hals, waaruit hij een on
gemak aan de borst behouden heeft, tengevolge
waarvan hij gepensioneerd is geworden. Op den
8en Juli van dit jaar werd hij te Harderwijk met
pensioen uit den dienst ontslagen en kwam hij bij
zijn moeder, die van een pensioen leeft, in de
Nieuwe Schoolstraat, boven den behanger Moor,
inwonen. Volgens verklaring van hen, die De
Jongh meer van nabij kenden, is hij van een zeer
stil karakter, meestal in zichzelf gekeerd.
Hij ging weinig uit en vooral des avonds was
hij meestal bij zijn moeder. Donderdag, den 23en,
toen de moord gepleegd is, was het de verjaar
dag van De Jongh's moeder en, wat opvallend is,
dien dag is De J. niet aan den maaltijd geweest;
hij kwam des avonds omstreeks 8 uren te huis.
Dien avond na zijn tehuiskomst bracht bij ook
zijn zuster naar hnis. Toen den volgenden dag
de moord aan zijn moeder bekend werd en deze,
die met mevrouw Bogaardt op dezelfde kostschool
was geweest en haar familie dus kende, verplet
terd door de tijding, in zwijm viel, heeft hij den
geheelen nacht bij het bed zijner moeder gewaakt.
Een paar dagen na den moord kwam bij, hetgeen
bijna dagelijks het geval was, in den winkel van
zijn buurman den beer v. d. Grijp, op den hoek
van de Mauritskade, sigaren halen. Hij liet bij
die gelegenheid een degenstok zien dien hij zeide
gekocht te hebben. Gekscherender wijze moet
iemand die daar bij was, nog gevraagd hebben
hoeveel steken hij het knaapje daarmede had
toegebracht, waarop hij zelfs, zonder van kleur
te verschieten, lachende geantwoord moet hebben.
Wanneer De J. uitging bezocht hij in den regel
het Café StBubert in de Hoogstraat en menigmaal
schreef hij daar des morgens brieven. Vermoede
lijk heeft hij dus ook den brandbrief in- dat
koffiehuis geschreven.
De politie heeft gisteren nacht de kellners uit
bedoeld café en ook uit sommige andere koffie
huizen ondervraagd, of zij omtrent het schrijven
van dien brief ook nadere inlichtingen konden
geven, doch met zekerheid wist geen hunner iets
mede te deelen. Na de arrestatie heeft de justitie
in den afgeloopen nacht bij De J. huiszoeking
gedaan, doch niets gevonden waaruit op te maken
was of men in den briefschrijver ook den moor
denaar gevat had.
Van iemand, die een paar dagen na den moord
met De Jongh over die zaak sprak en hem op zijn
gelijkenis met het signalement opmerkzaam maakte,
vernemen wij, dat De J. daarop ten antwoord
gaf: „och praat daar maar niet over, want an
ders haalt de justitie er mij ook nog in."
Bedoelde persoon, die van dit gesprek aan de
justitie heeft kennis gegeven, is thans ook als
getuige opgeroepen.
De heer J. A. de Bergh schrijft nog het
volgende
De sergeant Musquetier, van de grenadiers en
jagers, deelt mij mede, dat hij Zaterdag avond,
van verlof [terugkomende, de moordgeschiedenis
vernam. Toen hij Zondag de facsimile van den
brief zag, ontstelde hij hevig, omdat hij dadelijk
de hand herkende van De Jongh, een bekende
van hem.
Musquetier begaf zich daarop om half een naar
De Jongh, die thuis was. Toen Musquetier over
den moord begon te spreken, zeide de diep be
klagenswaardige moeder van De Jongh „Laten
we daar niet over spreken." Musquetier keek De
Jongh aan, die eerst bleek werd en daarna
vuurrood.
De Jongh wilde niet met Musquetier uitgaan.
Deze begaf zich, na thuis brieven, die hij van De
Jongh uit Indië ontving, geoonfronteerd te hebben,
om half zeven naar de politie. Deskundigen
stemden toe, overeenstemming in het schrift te
zien.
De Jongh zei op het politie-bureau boosaardig
tot Musquetier„Gverddat is ook een
mooi grapje."
De belangstelling, die Z. M. de koning in deze
zaak getoond heeft, doet het gerucht verspreiden
dat Musquetier, een kundig onderofficier, tot officier
zou bevorderd worden.
Het werpen met vitriool, de laatste Parijsche
nouveauté, is ook naar ons land overgewaaid. Te
Dordrecht heeft eene vrouw eene andere, met wie
zij twistte, een kom met loog of vitriool in 't
aangezicht en over de kleederen geworpen, waar
door deze ernstig verwond is.
Aan de Kon. fabriek van stoom- en andere
te Amsterdam moesten in de laatste
twaalf maanden ongeveer 700 werklieden wegens
gebrek aan bestellingen worden ontslagen. In de
afgeloopen week zijn weder ruim een honderdtal
afgedankt en daarmede is de vermindering van
arbeidskrachten nog niet aan haar einde.
In Amerika is de kurk voor hoeden zoo fijn
gesneden, dat er 400 dikten uit een Engelschen
duim komen, dat is 160 uit een centimeter.
De aardigheden op den teederen lichaams
bouw van Sarah Bernhardt zijn zoo menigvuldig
dat ze haast afgezaagd worden. Een Amerikaansch
blad bevat echter nog eene zeer lokale toepassing.
Sarah Bernhardt is wel dun, wordt daar gezegd,
maar toch niet zoo dun als de ketel van een New-
Yorksche pleizierboot. Het varen met die bootjes
wordt tegenwoordig haast eene poging tot zelf
moord geacht.
Het volgende is een verkiezingsartikel uit
een der Amerikaansche bladen. Vooral aan kort
heid laat het niets te wenschen over.
Iedere betaaldag voor den arbeider is een ar
gument voor Garfield.
Iedere winst van den koopman is een argument
voor Garfield.
Ieder machine-rad dat draait is een argument
voor Garfield.
Iedere oven die rookt is een argument voor
Garfield.
Iedere smidse die gloeit is een argument voor
Garfield.
Ieder wiel dat loopt is een afgument voor Gar
field.
Iedere quitantie is een argument voor Garfield.
Vrede en welvaart zjjn argumenten voor Gar
field.
Iedere eerljjke dollaï is een argument voor Gaf-
field.
De heerschende overvloed is een argument voor
Garfield.
Overvloedige oogsten zijn argumenten voor Gar
field.
De hervatting van den arbeid is een argument
voor Garfield.
Aanstaanden Maandag, des middags om drie
uren, wordt er uit het Crystal Palace nabij Londen
een groote wedstrijd met luchtballons gehouden.
Er is in Oostenrijk eene nienwo wet in wer
king getreden op de vervaardiging en den verkoop
van wijn. Van kunstwijn moet dezelfde belasting
betaald worden als van zuivere wijn. Het gebruik
van druivensuiker bij het vervaardigen van kunst
wijn is verboden, terwijl geen nagemaakte wijn
mag geadverteerd, verkocht of geschonken woiden
voor echte wijn, op eene boete die tot 500 florij
nen loopt.
8 October des morgens te 8 uren.
NAMEN
Ba-
Wind
Toe
Tem
DEK
rom.
stand
pera
PLAATSEN.
afwijk.
richt.
kracht
lucht.
tuur.
7.3
ZO
3
betr.
1- 8
Groningen
- 9.1
ZZO
1
betr.
- 8
Helder
10.4
OZO
3
betr.
- 8
VÜBsingen
-13.1
Z
2
z. bew.
- 13
Maastricht.
11.6
w
1
z. bew
- 15
6.6
z
1
s. bew.
- 9
7.7
ONO
6
regen
- 9
Valentia
9.2
NNO
5
regen
- 7
Hamburg
- 7.2
ZO
1
z. bew.
- 7
Swinemunde.
wzw
2
betr.
- 8
Leipzig
- 7.7
NO
1
betr.
- 8
Garlsruhe
5.9
ZO
2
betr.
- 14
Griunez
-14.1
ZZW
5
z. bew.
- 15
Parijs
11.6
zzw
3
z. bew.
- 16
St Mathieu
17.5
zw
4
bew.
- 16
Biarritz
Perpignan
Christian risund
4.9
NNW
5
regeo
f- 1
Stockholm.
10.3
WNW
6
bew.
- 3
Koppenhagen
7.0
W
2
z. bew.
- 9
Portsmouth
Yarmouth.
Grootste verschil in Nederland:
's ochtends 8 urenD. 5.8 V.
des namiddags:
Barometer tc Middelburg, Graanbeurs: (Corr
Thermometer 4 Oct. 'sav. 11 u. 46 gr.
5 Oct. 's morg. 8 u. 54 gr. 's midd. 1 u. 67 gr.
'sav. 5 u. 66 gr.
<D
"O
<D
O
O
<D
a
CD
<D
Öiï
s—
CC5
ca
'<D
~Q
CD
C/3
CD
bD
C/3
<D
CD
IB
ng'
N 5
'|1.5
8 eS OO
p-. w
9 v
O g t>I
0 12 r\
P
<1
-a
§"&8 '1 9
S o c öio j
g CO 8)00 I
S-*- Sgg
»™J»«
S,-2 a
g S «6, s S
O g
9
C3Ï CN -s?
sj N
's Gravenhagc. De heer rar. J. P. F.
van der Mieden van Opmeer, kantonrechter te
Alkmaar, is benoemd tot Kantonrechter te Mid
delburg.
De kapitein ter zee P. Roodzant, inspecteur
van het loodswezen te Hellevoetsluis, is overge
plaatst naar Vlissingen.
IJzendijkc. De beide hulponderwijzers, die
zonder verlof hun post verlaten hadden, zijn
door den gemeenteraad nit hunne betrekking
ontslagen.
Amsterdam. Het gerechtshof alhier
heeft heden Pieter L. Baltus, 53 jaren oud,
kruiersknecht, die op 14 Juli 11. zijne vrouw,
die met een marinier in onecht leefde, vermoordde,
met in acht neming van verzachtende omstandig
heden veroordeeld tot 7 jaren tuchthuisstraf.
Londen. IJe Porte heeft voorgesteld Dulcig-