1880.
N«. 236
123* «faargangt
TRAAN,
ijïiT
Woensdag
6 October.
CHELDE.
j-1880.
Middelburg 5 October.
Benoemingen en besluiten.
Onderw ijs.
MANTELS,
STOFFEN
'NTERIEN,
en andere
smaak,
ia, bereid voor
lïravenhage,
BLAECKE
te Vlissingen bij
at.
O cents.
at er gelegenheid
met VRIJ»
ve, voor f 6
aan huis ge-
ER.
-OOBBAK-
an goede getuig-
«EfLAAm
ker, Middelburg.
te SA.» VAM
alaris f 500.
en zang kunnen
nmerking komen,
wacht voor 21)
eester.
TBODJE benoo-
Heerengraeht, 35.
benoodigd, tegen
TORFFER.
enst
ROTTERDAM
October.
n rotterdam:
ag 5morg. 10,—n.
10,-,
10,-,
10,-,
11,30,
11,30,
11,30,
11,30,
9,-,
10,-,
D. H.
3.45.
4.15.
RIJDAG.
ZATER
DAG.
rm.
voorm.
0
7.30
-
8.—
0
-
-mid.12.
10.30
0 nm. 12.30
11.—
den trein welke
s=!
37
33
45
J
59
40
6.50
6.5
-«•
7.53
17
8.45
9.13
10.18
10.41
10.25
10.50
15
10.85
11
10.55
2.5
6.85
10.40
1.45
6.10
11.50
3.15
7-30
12 40
3.55
8.16
1.4
4.13
8.35
1.20
4.30
8.50
HIDDELBURGSCHE COURANT.
Dit blad verschijnt dagelijks}
met uitzondering van Zon- en Feestdagen}
PrijB per 3/m. franoo 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Oenti
Advertentlen! 20 Cent per regel}
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regelB f 1,60
iedere regel meer 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte,
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité G. L. Daübe Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
In de Vlugmaren van den Ned. Spectator
houdt Flanor eene beschouwing over den finan-
cieelen toestand van ons landdie als een
voorbeeld van oppervlakkig gekeuvel over een
ernstig onderwerp verdient aangehaald te
worden.
Op de zinsnede uit de troonrede: „verster
king van 's rijks middelen is noodig", laat hij
de vraag volgen: „Ik zou die versterking
zeer wensehen, maar wie moet ze leveren
Denkt Flanor misschiendat „'s rijks midde
len", dat is de opbrengst der belastingen, uit
de lucht komen vallen
Hij antwoordt er dan ook dadelijk op: „de
ingezetenen." En hierop laat hij volgen:
•Kunnen zij meer leveren? Daar zijn in Nederland
nog groote fortuinen en vele gegoeden. Maar niemand
zal ontkennen dat de breede rij der middelklasse al zeer
zwaar gedrukt is, zelfs zoo, dat meer van deze te eischen
gelijk staat met nitpersing. Er heerscht niet alleen bij
den werkenden stand, maar bij schier alle landsambtenaren
en bij tal van anderen eene schromelijke wanverhouding
tusscben behoefte en verdienste. Zeg niet: krimp dan
de behoefte in en zet de tering naar de neringof ik zal
stiaks dat argument tegen den staat zeiven doen gelden.
Toch zullen zij dat van zeiven wel moeten doen, uit
nooddwang. Maar aan de inkrimping is eenmaal een eind.
Menige behoefte is geen weelde meer, maar een eisch der
beschaving en van fatsoen. De wanverhouding bestaat
onloochenbaar. De ambtenaar, de rechter, de officier,
kan niet leven van zijn bezoldiging. Dat is een onTecht.
Maar erger wordt het wanneer men lien nog met nieuwe,
zeer drukkende belastingen gaat bezwaren, drukkende op
het kleine vermogen dat zij er wellicht nog hij bezitten.
Daarom is de rentebelasting, vooral bij de kleingeestig
gestelde vrijstellingen en het onevenredige, verderfelijk
afkeurenswaardig, want zij drukt zeer ongelijk, en het
meest waar het minst weerstandsvermogen is. Ik mis
eene paragraaf over bezuinigiug. Zet de tering naar de
nering, staat der Nederlanden, zeg ik nu ook. Dat is de
eerste wet van goede huishouding. Dit klemt te meer
omdat de staat groote verkwistingen begaat. Heeft hij
het zoo krap, dan geen tonnen te veel besteed aan een
gebouw voor justitie; 1/3 der kosteu ware ruim vol
doende geweest. Dan geen twee millioen aan een museum-
gebouw. Dat is alles heel aardig, maar als men geen
geld genoeg heeft, ga men geen rijtuig en paarden aan
schaffen. Het staat wel netjes, maar past dan niet, vooral
als men er anderen om moet uitz nigendan ook geen
drie academies, geen omslachtige, dure staathuishouding
en dienst. Op al die verkwistingen kan de gevraagde
•zegen" niet rosten."
In denzelfden Ned. Spectator, waarin Flanor
Bchrijft, heeft men jaren lang, misschien wel
van zijn eigen hand, jammerklachten kunnen
lezen over de schrielheid, waarmede de Neder-
landsche regeering te werk ging bij het stichten
van openbare gebouwen. Jarenlang heeft men
gegronde akten van beschuldiging in zijne
kolommen gevonden over de verwaarloozing,
waaraan onze openbare monumenten bloot
stonden; over de onverantwoordelijke wijze,
waarop de meesterstukken onzer schilderkunst
in „pakhuizen", die ten onrechte den naam
van museum droegen, zonder licht en aan
alle gevaren van brand en vochtigheid bloot
gesteld, geborgen werdenover de weinig6
offers, welke de Nederlandsche regeering over
had om te voorkomen dat onze kunstschatten
door den vreemdeling opgekocht werden.
Maar nu er, in een tijd toen de geldelijke
pood nog niet zoo nijpte als op dit oogenblik,
besloten is tot het oprichten van een ministe
rie van justitie, dat eenigszins beantwoordt aan
de eischen van den kunstzin, nu te Amsterdam
eindelijk een behoorlijk museum gebouwd wordt,
nu heft de Spectator jeremiades aan over
het niet zetten van de tering naar do nering.
Jaren lang heeft de Spectator, met ons en
met de geheele liberale partij, gestreden voor
goed onderwijs, voor de verlichting des volks.
Maar nu er eindelijk voor het volksonderwijs
eenige millioenen meer opgebracht moeten
porden, nu zit Flanor in zak en ascb.
Over de verwaarloozing van bet teekenonder-
wijs, over het gemis van opleiding voor onze
bouwkundigen, heeft de Spectator met reden
klachten aangeheven. Waar heeft hij ooit
gedacht dat het daarvoor benoodigde geld van
daan zou moeten komen, indien niet uit de
beurzen der ingezetenen Of was ook Flanor
ingeslapen op den Indischen geldzak die, zoo
lang de Atjeh-oorlog er geen gat in gemaakt had,
niet slechts de nooddruft van onzen staat, zijn
spoorwegen, maar ook zijn weeldo-artikelen,
zijn kunstmatige waterwegen, zijn amortisatie
van schuld, betaalde?
Het is zeer roerend en aandoenlijk, een in
drukwekkend tafereel op te hangen van den
nood der ambtenaren, rechters en officieren,
en daarbij eenvoudig te vergeten dat de regee
ring reeds sedert verscheidene jaren bij iedere
staatshegrooting bezig is de traktementen van
vele ambtenaren en van de leden der rechterlijke
macht, binnen de grenzen van het bereikbare,
te verhoogen. Maar wanneer men een korps
van goed betaalde ambtenaren verlangt, dan
heeft het ook geen zin den staat, met zijne
nu nog onvoldoende bezoldigde ambtenaren, zijn
„omslachtige, dure huishouding" voor de voe
ten te werpen.
De rente-belasting, zooals zij voorgesteld is,
is zeker vatbaar voor critiek, hoewel, indien
men de zaak wil, men met zijn critiek over
de détails eenmaal moet ophouden. Maar het
is geen billijke critiek, eene belasting vanéén
gulden op de duizend gulden kapitaal als
„zeer drukkend" voor te stellen. Zij kan dit
voor ambtenaren te minder genoemd worden
dewijl deze vrij zijn van het betalen der in
komsten-belasting, die de neringdoende burger
en de industrieel, in den vorm van patent,
heeft op te brengen. Al zal dus de ambtenaar
voortaan 2 pet. van zijne renten offeren,
dan nog zal hij in dit opzicht, vergeleken met
anderen, een „privilegie op het stuk van be
lastingen" genieten. Alleen door de invoe
ring eener algemeene inkomsten-belasting,
waartoe het eenmaal komen moet, is aan deze
en andere ongelijkheden een einde te maken.
Wij zullen echter niet beweren dat wij
het met een deel der beschouwingen van Fla
nor niet eens zijn, met name met zijne afkeu
ring over onze overbodige drie hoogescholen.
Wij stellen ons ook geenszins verantwoordelijk
voor de wijze waarop, bij den bouw van
bet ministerie van justitie zoowel als bij dien
van het rijks-museum, aan de eischen van den
goeden smaak en den kunstzin voldaan is.
Ook is het eene waarheid, op welke wij, toen
het er nog de tijd voor was, ontelbare malen
gewezen hebben, dat ons landsbestuur, door
de Indische batige sloten gedemoraliseerd en
gewend geraakt om op „buitenkansjes" te
rekenen, gevaar liep kostbaar en overdadig te
worden. Dezelfde oorzaak gewende de inge
zetenen aan het verschijnsel dat allerlei kost
bare dingenallerlei verbeteringen en ver
spillingen, verkregen werden zonder dat het
belastingcijfer er den invloed van ondervond.
Dat moest wel het noodlottig gevolg zijn
van den troebelen goudstroom, dien men uit
Indio over ons land liet vloeien. Maar niet
aan hen, die zoo lang de stroom vloeide,
steeds op nieuwe uitgaven aandrongen, is het
geoorloofd om, nu er van Indië niets meer te
halen is, te jammeren dewijl het noodig is
aan onze eigen beurzen te komen.
De in ons nommer van gisteren vermelde ver-
gadering van afgevaardigden voor de regeling van
den postdienst van Londen over Vlissingen naar
Berlijn, werd heden in de vergaderzaal van het
college van gedeputeerde staten alhier gehouden
en bijgewoond door de heeren geheimraden Wiebe,
president van het Reichs-Eiienbahn-Amt te Berlijn,
Oberbeck, van het PruiBische ministerie van handel,
en Hake, van het Pruisische postwezen; Hofstede,
hoofd-direetenr, cbef der afdeeling posterijen aan
het ministerie van waterstaat; Vrolik, directeur-
generaal der Mij. tot expl. v. staatspoorwegen-,V an
der Goes, chef van het mouvement dier maat
schappij; Rampoldt, directeur van den Hanover-
schen spoorwegKramke, van den spoorweg Mag
deburg- Halberstadt; Sternberg, inspecteur van de
Rheinische EisenbahnKrichelsdorf, van de Berg-
Mdrkische EisenbahnMellin, van de Koln-Minde-
ner BahnSterling, secretaris en Verloop, inge
nieur der RijnspoorwegmaatschappijEerstens,
president en Voorhoeve, secretaris der Noord-Bra-
bantsch-Buitsche Sp. Mij.-, Godbold, Continental
Manager van den Londen-Chatham-Dover-Spoor-
weg; Van Woelderen, directeur der stoomvaart
maatschappij Zeeland en Niessen, generaal-agent
der Duitsche en Engelsche spoorwegmaatschappijen.
Als resultaat der beraadslagingen wordt ons
medegedeeld dat in hoofdzaak overeengekomen is
om met den 15en Mei 1881 eene dienstregeling, tot
betere verbinding van Londen met Berlijn vice
versa, vast te stellen, zoodanig dat de reis, in
boide richtingen, in ruim 24 uren volbracht zal
kunnen worden.
Gisteren avond per extra-trein te Vlissingen
aangekomen, werd den afgevaardigden aan boord
van de mailboot Prinses Elisabeth door de maat
schappij Zeeland een diner aangeboden. Heden
middag werden zij, na afloop der vergadering,
van wege de Exploitatie-maatschappij in een der
zalen van de sociëteit St. Joris alhier op een
dejeuner onthaald, terwijl zij na afloop daarvan,
heden avond, de terugreis, gedeeltelijk naar
Eogeland, gedeeltelijk in de richting van Üuitsch-
land aanvaarden.
Op eene gisteren in het Schuttershof alhier
gehonden voorloopige vergadering, is eene Schiet -
vereeniging gevormd uit leden der dienstdoende
schutterij te Middelburg opgericht, met eene deel
name, staande de vergadering, van 24 leden, en
werd tevens haar reglement vastgesteld.
Als leden kunnen toetreden alle in functie
zijnde leden dezer schutterij, zonder onderscheid
van rang. Het doel der vereeniging is om door
het houden van wekelijksehe schietoefeningen,
des winters met Flobert-patronen en des zomers
op de schietbaan alhier, goed geoefende schutters
te vormen, terwijl zoo mogelijk ieder jaar
een huishoudelijke schietwedstrijd door de ver
eeniging wordt uitgeschreven. De contributie is
bepaald op 10 cent per week.
Bij de verkiezing van een lid van den gemeen
teraad te VVemeldinge, ter vervanging van wijlen
den heer Dominicus, zijn uitgebracht 68stemmen,
waarvan 34 op den heer A. de Broekert en 24
op den heer K. Dominicus Fz., tusschen welke
beiden alzoo eene herstemming moet plaats hebben.
Het kantoor van de registratie en domeinen,
thans te Colijnsplaat gevestigd, wordt naar men
vreest met opheffing bedreigd, waDneer de regee
ring tot eene splitsing van het kantoor te Goes
mocht overgaan. Teneinde dit te voorkomen wordt
door de ingezetenen der verschillende Noord-
Bevelandsche gemeenten een adres aan den minister
van financien gericht.
Prinses Paulina zal op Dinsdag 12 October
in de Kloosterkerk te 's Gravenhage gedoopt
worden, waarbij de hofprediker, ds. van Koetsveld,
den dienst zal vervullen.
Aan de leden vqn de tweede kamer is rond
gedeeld de begrooting van uitgaven voor den
aanleg van staatsspoorwegen, dienst 1881. De
uitgaven worden voorgedragen op f 15,400,000,
die zullen worden gedekt door f 13,000,000,
welke op de staatshegrooting voor 1881 voorko
men en door ƒ2,400,000 overschot van den
dienst van 1880. In dat jaar waren 919,855
meter voltooid en 140,708 meter in aanleg.
Zondag jl. herdacht de heer M. J. Soutendam,
majoor-kommandant der dienstdoende schutterij
te Goes, den dag waarop hij vóór 50 jaar als
vrijwilliger in dienst trad.
Als zoodanig nam hij deel aan de krijgsver
richtingen tegen Belgie. Hij is dus éen van de
v- einige overgeblevenen in werkelijken dienst bij
de dienstdoende schutterij, dio versierd zijn met
het Metalen Kruis. (ff. Ct.)
Door de regoering is eene commissie benoemd
om met de Amsterd. Kanaalmaatschappij te onder
handelen over de overneming van de kanaal- en
havenwerken door den staat. (if. R. Ct).
Een aantal kiezers in de gemeente Opsterland
hebben besloten bij 't stellen van een candidaat
voor de tweede kamer, ter vervanging van den
heer Moens, tot hoofdvoorwaarde te stellen Be
langrijke verlaging van 't oorlogsbudget, en
daardoor inkrimping van 't legertot zoo ver 't
noodig is ter bewaking der inwendige rust en
veiligheid.
Door den minister van binnenlandsche zaken
wordt in de Staatscourant bericht dat in den loop
der maand December, te Kampen en te Middel
burg gelegenheid zal gegeven worden tot het
afleggen der examens ter verkrijging van een
getuigschrift als apothekersbediende.
Zij, die tot die examens wenscben te worden
toegelaten, onverschillig waar zij metterwoon
gevestigd zijn, worden uitgenoodigd daarvan vóór
30 November schriftelijk opgave te doen aan den
inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht
voor de provincie waarin de plaats gelegen is,
waar zij het examen wensehen af te leggen; zij
die te Kampen wensehen geëxamineerd te worden,
behooren zich te wenden tot dr. D. Lubach te
Kampen, en zij die Middelburg verkiezen, tot dr.
J. P. Dozy, te Middelburg, met overlegging van
het bewijs dat zij den leeftijd van achttien jaren
hebben bereikt.
De minister van binnenlandsche zaken maakt
in de Staats-courant bekend, dat in den loop der
maand December aanstaande te Leiden de examens
zullen worden afgenomen ter verkrijging van een
getuigschrift als vroedvrouw.
belastingen. Benoemd tot ontv. der dir. bel.
en ace. te Monnikendam c. aC. C. A. M. Domi
nicus, ontv. te Bellingwolde.
registratie en domeinen. Benoemd tot ontv.
der reg. en dom. te Tie! J. Z. van der Mark,
thans in dezelfde betrekking te Oss; te Helder
D. van Drnmpt, thans surn. der reg. en dom.
onderwijs. Op verzoek, eervol ontslag verleend
als leeraar aan de R. H. B. S. te 's Hertogen
bosch aan J. Ringeling.
Op verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar
in het maken van modellen en werktnigen aan
de polytechnische school, aan G. Renvekamp.
buroemeesters. Benoemd tot burgemeester van
Roggel Th. Walenberg, secretaris dier gemeente;
van Wijk en Veen J. van Doveren, secretaris der
gem. Wijkvan Scherpenisse J. Luyk, secretaris
dier gem.; van Stad Hardenberg W. baron van
Ittersum, secretaris dier gem.van Gestel E. H.
van Gennip; van Schoonhoven S. P. H. Noor
dendorp en tot burgemeester der gemeente Zwol
lerkerspel C. W. A. baron van Haersolte, secretaris
dier gemeente.
geneeskundige. dienst. Eervol ontslag ver
leend als plaatsvervanger van den geneeskundige
belast met het gezondheidsonderzoek van schepen
aan dr. I. A. W. T. Sannes, arts te Rotterdam.
onderscheidingen. Toegekend de zilveren me
daille, ingesteld bij kon. besluit van 5 Mei 1877
no. 32 aan mr. M. C. L. Lotsy, te Amsterdam,
als blijk van waardeering zijner belangstelling in
's rijks wetenschappelijke verzamelingen, door
schenking betoond.
consuls. De heer Samuel Pinedo, benoemd tot
vice-consul der Nederlanden te Rio Haeha, is in
die hoedanigheid door de regeering der Vereenigde
Staten van Columbia erkend.
De heer A. Brun, benoemd tot consulair agent
der Nederlanden te Elmina, is door de Britsche
regeering als zoodanig erkend.
Bij de akte-examens voor het middelbaar onder
wijs is o. a. toegelaten voor de Engelsche taal en
letterkunde, de heer K. J. van d§n Biwwhe, thanq
te Alkmaar»