s. s.
STEN,
N«. 228.
It!I* Taargangi
I88Ö.
Maandag
27 September.
Zeeland.
80.
DIENST.
9,-.
PELDE.
k 2 uren op
Schouwing van voetpaden.
Middelburg 25 September.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kerknieuws.
Marine en leger.
alle afmetingen
rijk verzonden.
LI» benoodigd, bij
9.
gevraagdadrea
ig morgen
Botterdam
ng Woens-
k DHONT.
de vaart worden
nde Schroefafoom-
igen v. v.
ent
L5; nm. X, 3,30, 7.
in plaats van 1 uur.
m. 2,30, 5, 8.
(dagen:
15, 11.30; nm. 1,
>.30, 7, 8.30.
nm. 1.30, 2.30, 4,
rg—Zierikzee.
SPOORWEG GOES.
Tan Zierikiee
vm. 6,30 nm.
10,30
6,30
7i 0,00
77 0,30 3,30
3,30
ienst
!N HOTTERDAMi
ept. en Oct.
IN KOTTRKDAB:
1. 25 morg. 11,30 n.
d. 27 11,30,
ag28
isd.29
1
2
d. 4
>ag 5
ad. 6
11,30,
11,30,
11,30,
10,-,
10,-,
10,-,
a. x.
3.45.
4.15.
LG.'WOENSJUG I
«ATERDAG.
7.30 nam. 4.—
8.— 4.30
0.30 -s-t
1.—
6.— midd. 12.—
6.30 nam. 12.30
6.50
6.5
7.52
8.45
9.12
10.18
10.41
10.25 10.60
10.85 11
0.55
2.5
6.35
0.40
1.45
6.ia
1.50
3.15
7.30
2.40
3.55
8.15
1.4
4.13
8.35
L.20
4.30
8.5Q
MIDDELRURGSCRi COURANT.
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen!
Prijs per 3/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 6 Cent!
Advertentien: 20 Oent per regel!
Geboorte-; Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels J 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité O. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat op Zaterdag den 9 Oetober a. en zoo noodig
de voigeüde dagen, eene schouwing zal plaats
hebben van de voetpaden in deze gemeente
gelegen; wordende de belanghebbenden gewaar
schuwd zorg te dragen, dat vóór dien tijd, de
voetpaden in den toestand worden gebracht, voor
geschreven bij bet provinciaal reglement op de
wegen en voetpaden in de provincie Zeeland.
Middelburg, 24 September 1880.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
N. C. LAMBRECETSEN VAN RITTHEM, l. b.
De secretaris,
J. W. DE RAAD, s.
De verwachting, door ons indertijd uitge
sproken dat de behandeling in hooger beroep
van het proces der acht machinisten, die door
den zeekrijgsraad te Nieuwediep wegens insu
bordinatie tot verschillende straffen veroordeeld
zijn, althans dit voordeel zou hebben dat de
zaak in hare bijzonderheden algemeen bekend
zou worden, is niet teleurgesteld. Het Utrechtsch
Dagblad heeft van de openbare debatten voor
het hoog militair gerechtehof te Utrecht, op
jDonderdag jl., een verslag gegeven dat, uit-
(hoofde van de aandacht welke wij van 't begin
af aan deze zaak geschonken hebben, in ons
bijvoegsel van heden geheel wordt medegedeeld.
Voor zoo vc-r de toedracht van het gebeurde
Uit dat verslag is op te maken, worden de
Veronderstellingen, welke wij in onze nommers
'van 11 en 18 Juni jl., als grondslag voor
een voorloopig oordeel meenden temogen aan
nemen, in hoofdzaak bevestigd. Er blijkt, aan
den eenen kant, dat de machinisten, door ver
schillende handelingen, gedurende hun verblijf
aan boord van de mailboot gezondigd hebben
tegen de voorschriften der krijgstucht, zooals
die, in normale omstandigheden, onder militai
ren behoort gehandhaafd te worden. Maar er
blijkt tevens nit dat, van de zijde hunner
superieuren, nagenoeg alles verzuimd is wat
hnn het besef kon geven dat, in de zeer
abnormale omstandigheden waarin zjj verkeer
den, die strenge wetten der krijgstucht door
hen behoorden nageleefd te worden met de
zelfde stiptheid alsof zij zich aan boord van
een oorlogschip, „onder den wimpel" zooals
men 't noemt, bevonden.
Hadden de marine-autoriteiten, te Batavia,
hen daarvan willen doordringen, dan had de
luitenant ter zee Backer, hetzij aan boord van
het wachtschip, hetzij dadelijk na zijne komst
aan boord van de Prins Hendrik, officieel als
hun transport-kommandant bekend gemaakt
moeten worden en zich verder, geduren
de de reis, als zoodanig moeten doen gelden.
In plaats daarvan vernam de machinist Van
Woerden, die op de reis van Soerabaija naar
Batavia het bevel over het transport gevoerd
had, slechts aan boord van het stoombootje,
dat hem naar de mailboot overbracht, dat een
zijner medepassagiers aan boord van dat bootje
tevens zijn transportkommandant was. In plaats
daarvan, kwam aan de andere machinisten
eerst gedurende den loop der reis, „den een
vroeger, den ander later," ter oore wien zij
als bevelhebber van het transport, waarvan
zij deel uitmaakten, hadden te eerbiedigen.
In plaats daarvan werden zij, gedurende ver
scheidene weken der reis, in hun doen en laten
geheel vrij gelaten, werd hun niet slechts toe
gelaten zich in bnrger-kleeding te kleeden, maar
hun ook niet medegedeeld dat zij hun uniform
stukken gedurende de reis nog noodig konden
hebben. Het bevel, onverwacht, op een gegeven
oogenblik door hnn mede-passagier, den luite
nant ter zee Backer, gegeven om zich in
uniform te kleeden, terwijl hun kleederen in
het ruim geborgen waren, kon dan ook op hen
moeielijk een anderen indruk dan dien van
willekeur of plagerij maken.
Het is voor ons, niettemin, aan geen twijfel
onderhevig of de machinisten hebben, terwijl
zij hun daden van ongehoorzaamheid of van
insubordinatie pleegden, het besef gehad, althans
moeten hebben, dat zij in hun verplichtin
gen als militairen te kort kwamen. Zij waren
lang genoeg in dienst en met het, hun maan
delijks voorgelezen wordend, reglement van
krijgstucht genoeg bekend om te weten dat
„een volstrekt lijdelijke gehoorzaamheid van
den mindere aan den meerdere," zoowel in
als buiten dienst, als een van de grondslagen
der krijgstucht beschouwd wordt. Het feit
dus, dat zij een meerdere in rang tegenover
zich zagen, had hen van de verplichting, om
aan diens bevelen te gehoorzamen, moeten
overtuigen.
Wat ons echter even ontwijfelbaar voorkomt
is dat, wanneer aldus aan den kant der min
deren plichtverzuim heeft plaats gehad, het
zelfde in even groote mate bij de meerderen
het geval is geweest. Hetzelfde artikel van
het reglement van krijgstucht, dat „volstrekt
lijdelijk» gehoorzaamheid," onder alle omstan
digheden, van den mindere vordert, noemt ais
een anderen grondslag voor de discipline: „de
hoogst mogelijke orde." Hrooter inbreuk nu
op die „orde" dan de wijze, waarop het mili
taire transport aan boord van de Prins Hendrik
gesteld is geworden onder de bevelen van zijn
aanvoerder, is bijna niet denkbaar.
Wanneer aldus een der hoofdbeginselen van
de militaire krijgstucht door de meerderen als met
voeten getreden wordt, kan het geen verwon
dering baren, heeft het althans aanspraak op
verschooning, wanneer een ander dier hoofd
beginselen door de minderen uit het oog verlo
ren wordt.
Wij hopen dat het Hoog Militair Gerechtshof
deze redenen van verontschuldiging voor de
veroordeelde machinisten moge laten gelden. En
voorts vertrouwen wij dat deze zaak de drin
gende noodzakelijkheid eener herziening van
onze militaire wetgeving andermaal in het licht
zal stellen. Hare gebreken worden, door ieder
die met haar bekend is, toegegeven. Een dier
hoofdgebreken is dat zij, voor meer dan zestig
jaren samengesteld, een geheel ander personeel
op het oog heeft gehad dan thans in de gele
deren van onze zee- en landmacht wordt aan
getroffen. Waren in 1814 de officieren van
een ander gehalte dan thans, van onderofficie
ren zooals onze tegenwoordige machinisten,
stuurlieden, konstabels, schippers en anderen,
die aan de bestaande inrichtingen tot opleiding
gevormd worden, had men destijds niet de
minste voorstelling. De verhouding van meer
deren tot minderen is hierdoor in vele opzich
ten gewijzigd en, al mogen nn ook de beginse
len der krijgstucht aan geen verandering onder
hevig zijn, de eisch dat onze militaire wetgeving
in overeenstemming blijve met den aard der
menschen op welke zij toegepast moet
worden, is stellig geen onredelijke eiseh. Zeker
is het ten minste, dat wanneer aan dien eiseh
niet voldaan wordt, al de moeite en de uitgaven,
welke men zich tegenwoordig getroost tot verbe
tering van het gehalte der onderofficieren en
mindere schepelingen, nimmer haar doel zullen
doen bereiken.
In de heden alhier gehouden algemeene verga
dering van het polderbestuur van Walcheren werd
de rekening over 1879 goedgekeurd in ontvang
op f 301,756.851 en in nitgaaf op f 301,106.91,
alzoo met een goed slot van '649.941. De ge
wone werken hebben eene uitgaaf van f 128,415.17,
de buitengewone van 59,922.471 gevorderd.
Het gewoon dijkgeschot voor 1881 werd vast
gesteld op f 13.50 per hectare sehotbaav en f 5.30
per hectare vrijland.
Evenals vorige jaren werd Westkapelle aange
wezen als de gemeente, waar buiten Middelburg
in 1881 de verkiezing zal plaats hebben.
Hot stembureau gedurende 1881 werd samen
gesteld ais volgt
Voorzitter, de voorzitter van het polderbestuur,
plaatsvervangers de heeren Sprenger en De Nood
leden de heeren mr. Lambreehtsen van Kitthem,
Pouwer en Cijsonw; plaatsvervangers de heeren
Snijders, Minderhoud en mr. Van Berlekom.
Nog werd, in afwachting van de nadere vast
stelling der polderbegrooting, besloten
lo dat zullen worden uitgevoerd de navolgende
op de voorloopige raming der noordwatering
voorkomende werken, t. w.onder no. 1, de
bazaltglooiiug op het Zuiderstrand te Zoutelande
ad f 17375; no. 10, vernieuwing der steenglooiing
en het maken van 2 paalrijen en êen steenrij,
aan den zeedijk te Westkapelle ad f13925; no.
11, het maken van een paalhoofd met bestorting
aan dien zeedijk, f 9700
2o dia werken nog in 1880 openbaar aan te
besteden en
3o het dag. bestuur te machtigen de daarvoor
noodige plans en teekeningen te doen opmaken.
In een volgend nommer geven wij het gewone
Het ontwerp-adres van antwoord der tweede
kamer op de troonrede geeft in de meeste para
grafen een woordelijken weerklank op die rede.
Eenige afwijking is te bespeuren in de 5e afdeeling,
luidende
„Zoo, niettegenstaande de verwachte rmmere
opbrengst der belastingen, wegens de onvermijde
lijke toeneming der staatsuitgaven, versterking
der rijksmiddelen noodig blijft, achten wij het een
dringenden eisch van onzen fioancieelen toestand,
dat die toeneming het onvermijdelijke niet over-
schrijde."
Zoomede in de 9» alinea:
„De mededeeling, dat, hoewel in Atjeh het ge
wapend verzet nog niet geheel werd bedwongen,
de regeering het Nederlandsch gezag aldaar ge
noegzaam gevestigd acht om de inrichting van een
geregeld bestnnr voor te bereiden, getuigt van
verwachtingen, die, zoo wij hopen, niet te leur
gesteld zuilen worden."
De Vereeniging v. burgemeesters en secretarissen
<71 A'. en Z. Beveland heeft in hare vergadering
van den 23en dezer besloten haar naam te veran
deren in dien van Vereeniging tot beoefening van het
administratief recht in N. en Z. Besseland.
Over de onderwerpen en vraagpunten, vroeger
reeds door ons medegedeeld, werd in deze verga
dering verslag uitgebracht en van gedachten ge
wisseld.
De vereeniging besloot zich tot den minister
van binnenlandsche zaken te wenden, en de zuster-
vereenigingen alsmede de gemeentebesturen nit te
noodigen dit ook te doen, met verzoek, om inde
toegezegde wetten op de militie en de schutterij de
bepaliDg op te nemen, dat den gemeentebesturen
vergoeding zal worden verstrekt voor de werk
zaamheden, tengevolge van die wetten voor het
rijk te verrichten.
Het signalement van den misdadiger, die den
verfoeielijken moord te 's Gravenhage heeft ge
pleegd, wordt door de politie als volgt opgegeven
Ouderdom naar gissing 25 jaar, lengte middel
matig, haar donker, neus, mond en lippen gewoon,
baard weggeschoren, aangezicht mager, klem-
bleek, postuur tenger, bijzondere teekenen knap
uiterlijk.
De man was gekleed als een heer en sprak Hol-
landseh, hij droeg een donkerbruine jaB en broek,
jas met tailleeen zwart laag hoedje en had een
bruinen stok by zich.
Als belangrijk valt nog te vermelden dat nit
een woning, gelegen in de duinen onder Loos
duinen, gisteren nacht ingebroken en aldaar
ontvreemd is een paar hooge laarzen, een blauwe
kiel en een blauwe borstrok.
Nu de misdaad meer en meer in de stad bekend
geworden is, blijkt ook de sensatie die daardoor
onder de ingezetenen is te weeg gebracht.
Den geheelen avond hadden voor het politie
bureau volksophoopingen plaatswaarbij de
vreeselijkste verwenschiugen tegen den bedrijver
gehoord werden.
schoolopzieners. Ingetrokken de benoeming
van mr. J. J. Holman tot schoolopziener in het
district Assen, en als zoodanig benoemd J. van
Druten.
telegraphie. Eervol ontslag verleend, behou
dens aanspraak op pensioen, aan den telegrafist
le kl. P. L. Mounier.
consuls. Erkend en toegelaten als vice-consul
van Spanje te Middelburg en Vlissingen Jacobus
Borsius.
{Zie laatste berichten van gisteren
De Staats-courant bevat een koninklijk besluit
van den 14en dezer (SM. no. 172) betreffende de
geleidelijke uitvoering van artt. 24 en 26 der
nieuwe wet op het lager onderwijs. Dit besluit,
waardoor art. 3 van bet beslnit van 17 Jan. 1880
gewijzigd wordt, luidt aldns:
„De jaarwedde, aan het hoofd eener school
toegelegd, bedraagt nooit minder dan wat door
hem op het tijdstip, dat dit beslnit in werking
treedt, werd genoten aan jaarwedde en wisselende
inkomsten, berekend op den voet van art. 86 der
wet gezamenlijk.
„Is dit bedrag lager dan het ingevolge art. 26
van de wet verplichte minimum, zoo is de ge
meente tot verhooging van dit bedrag gehouden
en wel over de maanden November en De
cember 1880 met ten minste 70over 1881
mot ten minste 80, over 1089 mot ten minste 90
ten honderd van het verschil tusschen gemeld be-
drag en het minimum. Over 1883 wordt ten
minste bet minimum toegekend."
Door den minister van binnenlandsche zaken
zijn tot leden benoemd
lo der commissie tot het examineeren van hen,
die eene akte van bekwaamheid voor het middel
baar onderwijs wenschen te verkrijgen in Neder-
landsehe, Fransche, Hoogduitsche en Eugeleche
taal en letterkunde, geschiedenis, aardrijkskunde,
staatswetenschappen en schoonschrijven, welke dit
jaar zitting zal honden te 's Gravenhage: de
heeren dr. D. J. Steyn Parvê, voorzitter; dr. J.
A. Wijnne; dr. J. Verdam; dr. C. M. Kan; mr.
J. L. de Bruyn Kops; dr. B. Symons; dr. P.
Komeyndr. W. H. van de Sande Bakhnyzen
J. G. SennettN. W. PosthumusL. M. Baale
J. KleinF. J. KodeB. C. Brennau
2o der commissie tot het examineeren van hen,
die eene akte van bekwaamheid voor het middel
baar onderwijs wenschen te verkrijgen in de wis-
en natuurkundige wetenschappen, de handels
wetenschappen, de gymnastiek en de landbouw
kunde, welke dit jaar zitting zal houden te 's
Gravenhage: dr. M. Salverda, voorzitter; dr. K.
A. Meesdr. P. de Boerdr. J. M. van Bemmelen
dr. T. Zaaijer; dr. H. J. Behrens; D. Grothe;
dr. C. P. Burger; mr. J. Fortuyn Droogleever;
L. B. Fikker; J. Versluys; dr. D. J. Korteweg;
mr. H. ter Haar Bzn.J. H. Dijkman Bzn.J.
S. G. Disse; A. B. Meilink; C. Knapper Kzn.j
J. P. J. Lucardie
3o der commissie tot het examineeren van hen,
die eene akte van bekwaamheid wenschen te ver
krijgen in het hand- en rechtlijnig teekenen en
boetseeren, welke dit jaar zitting zal houden te
Delft: jhr. mr. V. E. L. de Stners, voorzitter;
E. Gngel; E. Lacomblê; A. Le Comte; W. B. G.
Molkenboerdr. H. TreubA. Apol.
Blijkens De Israëliet hebben de kerkbesturen
te Arnhem en Zntphen, vertegenwoordigende een
Israëlietische bevolking zes a zevenmaal sterker
dan die van Nijmegen, bij de Permanente com
missie tot de zaken van het Israël, kerkgenoot
schap geprotesteerd tegen de eigendunkelijke en
onwettige wijze, waarop het kerkbestuur te
Nijmegen den heer Hillesum te Meppel heeft ge
proclameerd tot rabbijn ad interim van Gelderland.
Van welonderrichte zijde ontvangen tri) de me->
dedeeling, dat er bij het departement van oorlogj