1880. Nö. 227. Zaterdag 25 September. i2Se Jaargang; Het Atelier du Lys, Middelburg 24 September. Benoemingen en besluiten. MIDDELBURGSE Dit blad vorachijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 8/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a b Cent. COURANT. Advertentien: 20 Cent per regel. Oeboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regelB 1,50 iedere regel meer 0,20. Qroote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubs Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz. De regeering heeft door hare in de troonrede gedane toezegging van een nieuwe wet op den kinder-arbeid, aanvankelijk voldaan aan een vuri- gen wenach van het meest ontwikkelde deel onzer ambachtslieden. Dit blijkt uit een verzoekschrift, dat den 21en dezer door eene deputatie uit het Werkliedenverbond aan den minister van justitie in persoon is overhandigd. In dat stuk, dat in warme, hier en daar opgewonden bewoordingen gesteld is, wordt eerst in herinnering gebracht welk eene teleurstelling de vvet-Van Houten, besnoeid en verzwakt zooals zij nit den smelt kroes der wetgevende macht te voorschijn kwam, berokkende aan de wenschen der werklieden, welke op de vergadering der afgevaardigden van meer dan 200 werklieden-vereenigingen, den 19en April 1Ö74 in Den Haag gehouden, waren uitge sproken. Vervolgens wordt erop gewezen dat het protest, uit dien hoofde door de werklieden dadelijk tegen die wet geleverd, sedert ondersteund is geworden door mr. Kerdijk en dr. Coronel, door het Hut, door folksonderwijs, door de maat schappij van nijverheid en die van Fabrieken Handicerksnijverheid. De strekking van die pro testen wordt aangednid door aanhaling eener zinsnede uit het gemeenschappelijk rapport eener gemengde commissie uit genoemde maatschappijen, met het Werkliedenverbond te zamen uitgebracht, waarin als einddoel eener goede wetgeving op Hen arbeid wordt genoemd: „den volwassen arbeider meer zelfstandigheid te geven en tegelijk meer waarborgen tegen rechtsverkorting, den niet volwassen arbeider daarentegen onder de vaderlijke tucht van den patroon te plaatsen; maar tevens ervoor te zorgen, dat die tucht op de rechte wijze worde aangewend, en de jongman, als hij de fabriek of werkplaats verlaat, niet zij nitgepnt door overmatigen arbeid en ongeschikt voer zijn bedrijf, dat kennis en bedrevenheid vereisoht; maar integendeel goed gevormd zij, bekwaam om de wereld in te treden, en eer te doen aan den stand, waartoe hij behoort." Dit einddoel thans reeds te bereiken is voor Nederland nog onmogelijk dewijl, zoo luidt het adres, „men in Nederland met eenige zeker heid nog zoo goed als niets weet van den aard en den omvang der nijverheid, de wijze waarop gewerkt wordt enz., en de wetgever dienaangaande dus niets kan bepalen en regelen." „Des te onverantwoordelijker is het echter," hier laten wij verder het adres woordelijk volgen: „zoo de wetgever nog langer werkeloos, althans DPEXJILXjETOIST. ■Ui DOOR do schrijfster van Mlle More. HOOFDSTUK XVIII. „DE ONOMKOOPBARE". „Anderen, de echte aristocraten of de be- deesden, schrijven het met groote letters en voegen erbij: Leve de RepubliekMen kan gemakke lijk de gezindheid van den huisbaas nagaan als men die biljetten leest." „Voor znlke bijzonderheden heeit niemand zulk eenoog als gij," zei Robespierre met oprechte bewondering, want znlke kleinigheden hadden iets zeer aantrekkelijks voor hem. „Gij zijt inderdaad onbetaalbaar, burger Pelven. Hier is de invrij heidstelling, maar bedenk dat die vronw onder toezicht blijft; gebruik haar, doch vergeet niet dat zij aan de republiek behoort en dat elke droppel bloed door een aristocraat vergoten, helpt om hem schoon te wasschen van zijn vroegere bezoedeling. Wat is er Cornelia?" zoo goed als werkeloos, blijft toezien en nog langer wreedaardig duldt, dat jaarlijks zoovele kinderen en volwasseren worden vermikt en ver moord. Rn hiermede is waarlijk niets te veel en niets te hard gezegd, als men nagaat, hoeveel van de jeugdige krachten gevorderd wordt, en hoevelen voor „galg en rad" opgroeien, zonder onderwijs of opvoeding. „Er is dan ook dubbele reden om spoed te maken. Eerstens vragen nog zoovele kinderen bescherming, en tweedons hangt in zeker opzicht van eene spoedige herziening in de toekomst de geleidelijke voltooiing af, totdat in werkelijken zin js bereikt, wat wij m boven meergenoemd rap port hebben aangehaald. „Wij achten hot eindelijk hier nog de plaats er met nadruk op te wijzen, dat onze vergadering zich geheel aansluit bij het rapport der commissie, voor zooverre daarin wordt gevraagd: verbod van allen kinderarbeid tot den leeftijd van 12 jaar, en regeling van den arbeid voor kinderen van 12 tot 16 jaar, met aanstelling van bekwame inspecteurs, dienende voor het houden van toezicht op de uitvoering der wet, en hot geven van advies ter voorbereiding voor eene geleidelijke uitbreiding dier wet. „Ofschoon ons bestuur overtnigd is van de te bejammeren onwetendheid der wetgevende machten omtrent alles wat onder de nijverheid en hare beoefenaars is begrepen, gelooft hot evenwel niet, dat die onwetendheid zóo verregaand is, dat niet reeds nu, immers zoo spoedig mogelijk, nevens verbod tot 12-, eene regeling van den arbeid tot den 16 jarigen leeftijd zou kunnen worden vast gesteld. „Bereid ons, excellentie, het genoegen, van uw daartoe bekwame hand, spoedig eene wet in den door ons bedoelden zin te mogen begroeten. Laat Nederland, dat op zijne beschaving zoo boogt, niet langer achterstaan in de rij der natiën als het iand, waarin de eerste en heiligste volksbe langen uitermate slecht en onvoldoende, om zoo te zeggen niet geregeld zijn. Onthef de regeering en de wetgevende macht van den smet, dat zij toelaten, dat de kinderen des volks, door ieder wien dat lust, worden verbruikt en misbruikt en voor huD leven ongelukkig gemaakt. Verbind uw naam aan eene flinke herziening der wet op den kinderarbeid, en sticht u daardoor een eer zuil in de harten aller kinder- en menschenvrienden, gelijk de heer Van Houten zich die reeds gesticht heeft door het ontwerp der wet, die zijn naam draagt." „Dat is wat ons verbond, het hoofdorgaan der beschaafde, ontwikkelde en denkende werklieden in Nederland, met den meesten aandrang en den diepsten ernst van nwe excellentie vraagt. Laat deze stem, bij zoovele anderen, niet langer zijn Zijn verloofde kwam schoorvoetend de kamer in en zei: „Het spijt mij dat ik n stoor, Maximiliaan, maar er zijn afgevaardigden nit verschillende departementen die n verlangen te spreken. Zij verdringen zich om den „onomkoopbaren" Ro bespierre te bezoeken," voegde zij er liefkoo- zend bij. „'tls goed. Gij komt nog wel eens terug, vriend, als gij iets nieuws hebt. Laat die men sehen terstond binnen, Cornelia." De Pelven haalde altijd ruimer adem, wanneer hij niet meer in tegenwoordigheid van Robespierre was. „Als ik lang bij hem bleef, zou hij mij kunnen kneden als was," mompelde hij knorrig voor zich heef. „Ik weet niet of het door zijn genie is, of door een betoovering, waarvan men wel in oude sprookjes leest, of omdat hij de zaak zoo ernetig opneemt, terwijl ik En toch moet hij spoedig vallen, alles leidt daartoe." De Pelven bieef onder aan de trap staan en keek op de timmermanswerkplaats, naar die groote zaag, die onophoudelijk op en neder ging. „Vallen. Maar wat zal dat een val zijn! Hij steekt zoo ver boven alle anderen nit." Hij ontmoette de afgevaardigden, die in kleederen van overdreven republikeinsehen snit gestoken waren en moest laehen als hij dacht hoe verbaasd zij zouden staan over de groote beleefdheid en keu rige netheid van hun afgod, terwijl zij hem wan trouwig aankeken en hem blijkbaar hielden voor als die eens roependen in de woestijn. Wij dringen bij u op de spoedige vervulling van onzen wensch aan, niet omdat het ons te veel moeite is om telkens, door het zenden van adressen op hetzelfde aanbeeld te bleven kloppen, maar wel opdat zoo spoedig mogelijk de kinderen des volks, zoowel groote als kleine, niet langer der verwaarloozing zullen zijn prijs gegeven." Oost- e» West Souburg. Deraad dezer gemeente heeft vergunning verleend aan den heer J. L. Gruber te Utrecht, tot het leggen der rails voor den stoomtram, over het gedeelte weg dezer gemeente liggende tusschen Middelburg en Vlis- singen, nadat alvorens eene commissie uit net gemeentebestuur een onderzoek in loco had inge steld omtrent den stoomtram van 's Gravenhage naar Scheveningen. Nu de ver ei; elite aansluiting verkregen is, kan spoedig met de werkzaamheden aangevangen worden. Door den raad der gemeente Sluis is tot ont vanger der gecombineerde gemeente Sluis benoemd de heer J. Bekaar, sinds vele jaren ontvanger der vroegere gemeente. (Zie laatste berichten van gisteren Bij beschikking van den minister van financien is tegemoet gekomen aan den wensch van vele ontvangers der directe belastingen, invoerrechten en accijnsen, om vrouwelijke bedienden als gea- greëerden op hunne kantoren toe te laten. De provinciale inspecteurs dier middelen zijn gemachtigd, om, voorloopig bij wijze van proef, de vrouwelijke ledon van het huisgezin der ont vangers van kantoren der zesde en lagere klassen te agreëeren, mits zij blijken geven van bckwaam- en geschiktheid en minstens achttien jaar ond zijn. Bij beschikking van den minister van waterstaat enz., is aan het gemeentebestuur van Nijmegen, tot wederopzeggens toe, vergunning verleend voor den aanleg en het gebruik van een electrisehe teletoonverbinding, nitslnitend ten behoeve van den gemeentedienst aldaar. Ofschoon het een onbegonnen werk mag heeten, de onjuistheden door Pransche schrijvers over Nederland aan hun lezers opgedischt, te verbe teren, meenen wij nu toch te moeten opmerken, dat al hetgeen een Brnsselsch correspondent van ie Figaro over de inwijding van Spinoz&'s stand beeld te 's Gravenhage heeft gemeend te moeten overbrieven, van het begin tot het einde uit de lueht is gegrepen. Deze correspondent vertelt niets meer of minder dan dat de sterke arm moest worden ingeroepen een aristocraat, die Robespierre met een verzoek schrift was komen lastig vallen. Voor de deur zag hij een poppenkast, waarin een guillotine in het klein werd vertoond, dio poppen onthoofde, tot groot vermaak van al de straatjongens uit de buurt, die er eenparig en luidkeels bij zongen Dansons la guillotine De Pelven haalde in het voorbijgaan de schou ders op en prevelde: „Ja, ja, wij zijn te midden van het schrik bewind, maar eens moet het nit zijn, en opgevolgd worden door een tweede, maar dat zal zijn la Terreur blancheen al voortgaande overdacht hij hoe hg zon moeten handelen als de royalisten weer aan het roer kwamen. „En dat zon niet heel lang meer duren, als er slechts éen man onder hen was, in staat om krijgsman of despoot te zijn. Maar wien nebben zij De prinsen van Orleans Te jong. De broeders van den koning? Die deugen voor niets dan om mes en vork te hanteeren. Wat blijft er dan over? En een despoot moeten wij hebben, dat is duidelijk. De Franschen zijn zoo gewoon om gedrild, in toom gehouden en aange spoord te worden, dat zij er op het laatst naar zullen gaan verlangen en den eersten den besten despoot toejuichen die de kunst verstaat hen te drillen, als hij slechts onze nationale zwakheden weet te streelen en niet van die onmogelijke denk beelden van volmaaktheid heeft, zooals Maximi liaan. Het is maar de vraag wie de man zal zijn." om de kwade bedoelingen van de Joodsche be volking van Den Haag, die tijdens de inwijding niet ophield met vloeken en fluiten, te koeren. De rabbijnen van Den Haag en Amsterdam zouden, altijd volgens dezen „welingelichten" correspondent, niet opgehouden hebben, de nage dachtenis van Spinoza met den haat te vervolgen, welken zij den philoaoof bij zijn leven toedroegen. Deze vijandschap zon zoo levendig ^gebleven zijn, dat de Joodsche bewoners van Den Haag, op den dag der inwijding, hun vlaggen hadden ingenomen, die zij ter eere van de geboorte van de dochter des konings hadden uitgestoken. Deze, na twee eeuwen, nog onverflauwde secL- haat vindt de correspondent zulk een merkwaardig feit, dat hij zich baast het mede te deelen. Minst iécrit Vhistoirei Dbl De gemeenteraad van Amsterdam heeft, op voorstel van burg. en weth., met 25 tegen 4 stemmen andermaal het voorstel van den heer Metelerkamp betreflende de openbaarheid der belasting-kohieren, afgestemd. Het voorstel lnidde aldus „De kohieren der plaatselijke directe belasting naar het inkomen zullen in hun geheel ter lezing worden nedcrgclegd voor eon ieder, die zich daar toe, op de daarvoor aan te wijzen dagen, aan het stadhuis aanmeldt." Voorts besloot de raad den benoodigden grond af te staan en 3000 bij te dragen voor de op richting van een gedenkteeken voor wijlen dr. Sarphati, in het nieuw aan te leggen park van den Amsteldijk. Door de stemgerechtigde deelhebbers der Ned. Handelmaatschappij te Rotterdam is als commis saris gekozen de heer P. J. Cantzlaar, tot dusver plaatsvervangend commissaris. staten-generaal. Benoemd tot voorzitter van de tweede kamer voor den dunr der geopende zitting, mr. W. H. Dnllert, lid van die kamer. onderwijs. Op verzoek, eer.ol ontslag verleend aan jhr. dr. D. H. Wanbert de Puisean als leeraar aan de R. H. S. te Leeuwarden. pensioenen. Pensioen verleend aan F. L. A. de Jagher, gewezen geëmploieerde van de alge- meene commissie van liquidatie der zaken betref fende de voormalige wees en momboirkamers, ad /900 'sjaars. Onderwijs. Bath—Rilland. Circuleerde, eenige weken geleden, een adres te Bath, gretig door hoofden van huisgezinnen geteekend, om den heer Bakker, Want zelfs de verziende De Pelven kon niet voor zien dat de despoot, dien hij als zulk een noodzake lijken schakel in de keten der gebeurtenissen be schouwde, gevonden zou worden in een jeugdigen Corsikaanschen generaal, die toen juist groot ge vaar liep zijn hoofd te verliezen, door de vijand- schap van zijn landgenoot Sallioelti. HOOFDSTUK XIX. BEVBIJD. De gezondheid van Mlle De St Aignan begon te lijden onder het verblijf in de volle gevange nis en het sobere voedsel. Haar geest bleet echter opgewekt als altijd, otschoon het haar zelf ver baasde dat zij zoo spoedig gewoon was geraakt aan het bewustzijn, dat zij elk oogenblik kon op geroepen worden om het gesprek, dat zij aange knoopt had, af te breken, of de whistkaarten, die zij zooeven opgenomen had, neer te leggen, om, evenals met hare kamergenooten telkens het geval was geweest, een schijnverhoor te onder gaan, dat altijd op een doodvonnis uitliep. Zij verwachtte dit einde zóo stellig, dat zij haarlokken kort had laten afknippen, opdat de beul het niet op het schavot zou behoeven te doen en zg wan zoo verwonderd toen zij hoorde dat zij vrij was, dat zij, toen de cipier haar riep, antwoordde; „Dat is zeker een vergissing 1"

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 1