Benoemingen en besluiten.
Kerknieuws.
Marine en leger.
Landbo uw.
onthuld is. Het Handelsblad geeft van die plech
tigheid het volgende verslag.
De adelborsten stonden gewapend in het voor
portaal geschaard, met het vaandel-peloton tegen
over het te onthullen gedenkteeken.
Alvorens de Nederlandsche vlag, waarmedo het
gedenkteeken bedekt was, te doen ophalen, sprak
de vice-admiraal R. L. de Haes, de zeeofficieren
en adelborsten toe.
Na herinnerd te hebben hoe de prins door zijn
beminnelijk karakter, door zijn edele hoedanig
heden als vorst en als mensch, door zijne gehecht
heid en trouw aan zijn koninklijken broeder,
door zijne toewijding aan de belangen der Neder
landsche scheepvaart, handel, industrie en alge-
meeue welvaart zich de achting van ieder
Nederlander had weten te verwerven, deed spreker
nitkomen, dat de meest geschikte plaats vooreen
gedenkteeken aan dien geliefden vorst, zeker het
opvoedingsoord der toekomstige zeeofficieren was.
Toen het omhulsel onder het spelen van het
Wilhelmus gevallen was, ging hij aldus voort:
„Moge het aanschouwen dezer beeltenis voor ons
de herinnering levendig houden aan de nauwe
betrekking, waarin prins Hendrik tot de Neder
landsche marine heeit gestaan, en dat het opzien
tot het in dit afbeeldsel getrouw teruggegeven
edel gelaat des prinsen ons eene aansporing zij
om te trachten wijlen den zoo zeer gewaardeerden
prins in zijne schoone hoedanigheden na te volgen."
Na daarop den ontwerper van het gedenkteeken,
den heer Collinet, dank gezegd te hebben voor
zijne belanglooze medewerking en uitstekende
uitvoeiing, eindigde de admiraal aldns
„Aan u, kommandant van het kon. instituut
voor de marine, draag ik deze beeltenis over;
moge zij bier steeds blijven prijken als eene her
innering aan onzen te vroeg ontslapen admiraal
opperbevelhebber en dat zij voor de jongelieden,
onder uwe hoede geplaatst, eene aansporing worde
om zich de voortreffelijke eigenschappen als
zeeman en als Nederlandsch onderdaan van dezen
adelen mensch tot de hunne te maken."
Hierop nam de kapt.-luit. ter zee P. ten Bosch
kommandant van het instituut, het woord en zoide)
na verklaard te hebben het gedenkteeken met
erkentelijke waardeering te aanvaarden, nagenoeg
het volgende:
„Het kan voorzeker niet anders dan de ont
wikkeling bevorderen van degelijke eigenschappen
en krijgsmansdeugden bij de aanstaande zeeoffi
cieren, wanneer zij den vorst zien eeren die als
het ware de verpersoonlijking was van die deug
den: zuivere vaderlandsliefde, nauwgezette on
baatzuchtige plichtsbetrachting, ernstige ingetogen
heid, die groote deugden die ook de groote
mannen sierden wier beeltenis thans naast het
beeld van den prins prijken (de admiralen De
Ruijter en Tromp). Admiraal en hier tegenwoordig
zijnde zeeofficieren, ik geef u de verzekering dat
wij hier niets zullen verzuimen wat strekken kan
tot bevordering van het schoone doel, dat de zee
officieren met de p'aatsing van dit borstbeeld
beoogden, en ik ken de adelborsten genoeg om
te kunnen verzekeren, dat ook zij die plaatsing
op hoogen prijs stellen en dat ik hun uit het harte
spreek als ik zeg dat zij, als de echt vader-
landsche jongelingschap, gloeiende van geestdrift
voor al wat goed en edel is, nimmer dan met
eerbiedige waardeering naar dat edele beeld zullen
opzien.
„Moge de herinnering van prins Hendrik, evenals
Van zoo vele zijner doorluchtige voorzaten, even
bestendig zijn als het marmer duurzaam heet,
waarin die edele trekken gebeiteld zijn."
De burgemeester sprak daarop een woord van
waardeering voor het voorrecht dat de gemeente
te beurt was gevallen, dit gedenkteeken binnen
hare grenzen geplaatst te zien. De marine-muziek
droeg ten slotte toepasselijke stnkken voor.
teekend had. „Merkt gij geen ontevredenheid bij
het volk?" vroeg hij met een zweem van onge
rustheid.
„Ontevredenheid? toen ik hierheen kwam
hoorde ik een man tot een makker zeggen: ik
sta nu aan den zonnigen kant van den muurgij
zult eerstdaags van mij hooren, en de ander ant
woordde: Dank zij de revolutie! Waar zoudt
gij wezen indien de oude afscheiding tusschende
standen nog bestond?"
Een zonderlinge uitdrukking van gemengde
en tegenstrijdige gevoelens gleed over het gelaat
van Robespierre.
„Dank zij de Revolutie? Dus noemden zij
mijn naam niet
,Bonl dacht De Pelven hij heeft alles ver
woest wat zijn roem verduisterde, zal hij nu ook
de Revolutie gaan vernietigen maar hij ant
woordde: „Als iemand van de Revolutie spreekt
denkt hij altijd aan den deugdzamen Robespierre."
„Is dat waar Danton verklaarde dat zijn
naam een plaats zou bekleeden in het Pantheon
der Historie en ik heb ook getracht het menschdom
te dienen. Maar Pouché scheen in den laatsten
tijd niet op zijn gemaker zijn minder aanklachten
ingekomen, ofschoon wij de belooning verhoogd
hebben."
„Misschien zijn er niet veel meer over om
aan te klagen."
„Niet veel meerBurger PelvenEen
duizendtal hoofden kan nog vallen, dan zullen wij
Bij min. beschikking is de heer W. H. van der
Haas gesteld ter beschikking van den gouv.-gen.
van N. I., om te worden benoemd tot technisch
ambtenaar bij het boschwezen daar te lande.
Het Straat-stoomrijtuig.
(Uit het ütrechtsch Dagblad.)
In de Maandag te ütrecht gebonden vergadering
der Vereen, t. b. v. fabriek en handwerksnijverheid
hield de baron Van Asbeck een voordracht over
de stoomcalèche, systeem Bollée, dio hij onlangs
bij een aan de fabriek van Wöhlert te Berlijn
gebracht bezoek van nabij leerde kennen. De
nieuwe nitvinding is ingericht als een gewone
kabriolet en kan 6 a 7 personen bevatten. Op
den iets hooger gelegen koetsiersbok kunnen
naast den bestuurder van het rijtuig twee per
sonen plaats nemenbinnen in is plaats voor 4 a
5 personen. De stoommachine is geplaatst in een
ronde kast vdor den bok achter den kap bevindt
zich op een niet ver van den grond gelegen plat
form, dat aan beide zijden door zinken wanden
en van achteren door een hekje wordtingesloten,
een staande stoomketel. De ruimte tusschen den
ketel en de zijwanden dient tot berging van de
brandstof, die gedurende den rit benoodigd is;
de ketel is, opdat zijne warmte de passagiers
niet zal hinderen, omgeven met stoffen, die de
warmte slecht geleiden. De ketel wordt gevoed
door een injector, die óf het water uit een onder
den bok gelegen reservoir ontvangt, èf het met
een guttapercha-buis uit een gracht of sloot op
zuigt. De stoker vindt plaats op de ruimte, die
op het platform vrijblijft. De schoorsteen, die
ongeveer 35 cM. boven de kap uitsteekt, is van
een uitmuntenden vonkenvanger voorzien.
De stoker moet zorg dragen, dat er genoeg
drukking, 8 a 9 atmosfeeren, aanwezig isde
besturing van de calèche is de taak van de op
den bok gezeten koetsier. Door middel van een
met een stang aan de machine verbonden kamrad,
waarover een Gallsche ketting loopt, kan hij de
ca'èche in beweging brengen; hij kan voor- en
achteruit stoomen, snel of langzaam gaaneen
remtoestel, dat aan de achterwielen is aangebracht
stelt hem in staat hetlvoertuig dadelijk stil te
laten staao, wanneer dit noodig is. Het keeren
kan met zeer kleine krommingen geschieden.
Op de Parijsehe wereldtentoonstelling was reeds
door de heeren Bollée en Le Comte, een omnibus
geëxposeerd, naar hetzelfde Bysteem vervaardigd,
die plaats aanbood voor 16 a 20 personen. Voor
het vervoer van zware lasten hebben zij een
straatlocomotief uitgedacht, die evenals de stoom-
calèche en de stoomomnibus zonder rails over de
gewone wegen gaat. Ook deze beweegt zich zeer
gemakkelijk en de bestuurder kan baar met
geringe krachtsinspanning bij plotseling ontstane
hindernissen laten wenden of stilstaan.
De eerste proefritten met do stoomcalèche van
Bollée en Le Cordier werden in Juni 1879 te
Weenen gedaan. De gunstige uitkomsten, die
daarmede werden verkregen, deden de uitvinders
besluiten tot een proefneming op groote schaal
met de straatlocomotief. Den 29 October 1879
verliet een straatlocomotief de Fransche stad Le
Mans, om een tocht te ondernemen naar Ax-sur-
Aiiège, in 't zuiden des lands gelegen. De afge
legde weg was 760 kilometer lang, de gemiddelde
snelheid 10f kilometer per uur. De grootste snel
heid, waarmee gereden werd, bedroeg 30 K. M.
per uur. Afstandon van 10 K. M. werden zonder
moeite berg op en berg af gereden. Het kolen-
verbruik was niet meer dan 10 kilogram per
kilometer.
De snelheid der stoomcalèches is veel grooter;
zij leggen gemiddeld 30 a 40 K. M. per uur af.
Al de proefritten slaagden uitmuntend. Stoom
noch rook was te bespeuren; geen paard schrikte
voor het voertuigalleen de huurkoetsiers keken
nog het land niet bevrijd hebben van dat vrucht
bare mouster der aristocraten, waarvan het zaad
zoo dicht gezaaid is dat er, als men niet zeer
nauw toeziet, telkens weer een nieuw gewas
opschiet, even talrijk en gevaarlijk als het oude.
De eeuwigdurende noodzakelijkheid van dat uit
roeien belet mij om mijne krachten te wijden aan
mijn eigenlijke werk, om de zeden en gewoonten
der gemeente te zuiveren. Ziehier een maatregel
dien ik bij de eerste gelegenheid wil doen aan
nemen; waarbij iedereen gedwongen wordt om op
te geven, hoeveel zijn vermogen bedraagt, hoe hij
eraan komt, zijn leeftijd, zijn beroep en wat hij
tot het welzijn van het vaderland bijdraagt."
„Beste vriend," zei de Pelven op koelen,
spotachtigen toon, „geloof mij, het is veel veiliger
een dozijn Dantons te laten vatten, dan zulke
maatregelen in te voeren."
„Al wat tot nu toe gedaan is, diende sleohts
om het terrein voor te bereiden. Over een paar
maanden zal de wereld verbaasd staan over een
Republiek, zooals Rome en Griekenland nooit
aanschouwd hebben 1" zei Robespierre met glinste
rende oogen.
„Dat doet de wereld, geloof ik, nu reeds,"
zei De Pelven met slecht verholen spijt en te ver
geefs strijdende tegen het overwicht dat Robes
pierre altijd op hem uitoefende als zij bij elkaar
waren. „Maar ik mag u niet langer ophouden
uw tjjd behoort aan het volk, aan de menschheid.
Wacht, ik had toch nog iets te zeggen o
den nieuwen concurrent alles behalve welwillend
na. De gemiddelde snelheid bedroeg 35 K. M
per uur, cokesverbrnik 4 kilo per E. M. Na de drie
eersto proefritten werd door de overheid van Berlijn
vergunning gegeven, om ten allen tijde door geheel
de stad met de stoomcalèche te mogen rijden.
Hiervan wordt door de directie der Wöhlersche
fabriek, die het patent van de heeren Bollée en
Le Cordier hebben gekocht voor 't bouwen van
calèches, omnibussen en straatlocomotieven naar
hun systeem, een ruim gebruik gemaaktdagelijks
worden twee ritten gemaakt, waarbij de machine
steeds nitmuntend blijft voldoen.
pensioenen. Pensioen verleend aan jhr. E. C. u.
van Doorn, commissaris des konings in Utrecht,
ten bedrage van 2691 's jaars en aan L. G. A.
graaf van Limburg Stirum, commissaris des konings
in Gelderland, ten bedrage van 3000 's jaars.
Ingetrokken het besluit waarbij aan den kapi
tein W. Schuurman een tijdelijk pensioen voor
den tijd van vijf jaren, tot een bedrag van f 650
's jaars, werd verleend en in vervanging daarvan
aan genoemden kapitein alsnog een voortdurend
pensioen verleend, ten bedrage van f 1452 's jaars.
schutterijen. Benoemd bij de rustende schut
terij in Zeeland, le bat,, tot kap. A. L. Haring
man, thans le luit.; tot le luit.D.deRegt, thans
schutter; en tot 2e luit. P. Verburg Jz, L. A.
Vink en W. H. de Bruyn van Melis- en Marie-
kerke, allen thans schutter; 4e bat., tot kap. F.
Plankeel, thans le luit.tot le luit. P. Barentsen,
thans 2e luit,; en tot 2e luit. M. H. de Smidt,
thans tourier; 5e bat., tot le luit. M. J. van
Arenthals Pz., thans 2e luit.tot 2e luit. A. B.
van den Eeckhout, mr. H. M. G. Kloppenburg en
H. C. E. van IJsselsteyn, allen thans schutter.
geneeskundige dienst. Voor den tijd van
vier jaren gedetacheerd bij het personeel van den
geneeskundigen dienst van de zeemacht, de off.
van gezondh. 2e kl. W. N. de Graaf, van het
personeel van den geneesk. dienst van de landmacht-
leger. Eervol ontslag verleend uit Z. M. mili
tairen dienst, op verzoek, ter zake van lichaams
gebreken, met toekenning van pensioen, aan den
met verlof hier te lande aanwezigen off. van ge
zondh. 2e kl. bij het leger in N. I., F. N, Kramer
Aan ds. J. H. Schuurman Johzn. is met ingang
van 15 Sept. jl. eervol ontslag verleend, met be
houd van recht op pensioen, als predikant bij de
Evangelische gemeente te Batavia.
Gisteren middag te éen uur liep het oorlog-stoom-
sehip le klasse De Ruijter, in aanbouw aan de
marinewerf te Amsterdam, met het beste gevolg
te water.
Dit sobip, van hetzelfde charter als de Atjeh,
Tromp en Emma, zal aan 's rijks werf verder
voorzien worden van machines en stoomstuur-
inrichting. Aanbrengen van tuig en stellen van
geschut geschiedt te Willemsoord.
Het Nederlandsch comité voor de vee- en zui-
veltentoonstelling te Londen heeft eene keuze
gedaan uit het vee, dat aangeboden was omdeel
uit te maken van de Nederlandsche collectieve
inzending op de tentoonstelling. De namen der
inzenders, wier vee aangenomen werd, zijn de
volgende:
1» S. J. van de Werf te Leeuwarden, Joh. L.
Blanksma te Pingjum, J. W. Fennema te Schrans,
J. E. Bolt te Groningen, P. Ellerbroek te Hoorn,
C. Beerenpoot te Binnenwijzend, J. Palenstein te
Schellinkhout, M. Groot te Oterleek, J. Koomen
ja, nu weet ik hetik verlang het ontslag nit de
gevangenis van iemand die bij vergissing gevat is,
een bloedverwante van mij."
„Een vrouw?"
-—„Ja een vrouw van middelbaren leeftijd,"
voegde De Pelven erbij, ziende hoe achterdochtig
de ander keek. „Zij moet wèer in vrijheid gesteld
wordenhaar inhechtenisneming brengt mijne plan
nen in de war."
„Dus is het niet uit zwakheid of medelijden
dat gij haar invrijheidstelling verlangt?"
„In het minst niet. Wat mij betreft kan zij
onmiddellijk geguillotineerd worden, wanneer zij
mij geholpen heeft om twee mensehen op te sporen
die ik uit het oog verloren heb."
„Wordt dan de wet niet nageleefd, die alle
huisbazen gelast buiten aan hun deur een uitvoe
rige lijst te plakken van alle bewoners, hun ouder
dom, naam, geboorteplaats en beroep?"
„Nageleefd wel, maar er bestaat geen wet
die niet ontdoken kan worden, ofschoon deze over
het geheel vrij wel nagekomen wordt, de ma
nier waarop is echter een eigenaardige studie. De
rijken en aanzienlijken schrijven alles keurig netjes
en uitvoerig op een heel klein velletje papier en
plakken dit zoo hoog mogelijk op. Anderen be
vestigen het met een spijker of een ouwel, zoodat
het heen en weder waait en moeilijk te lezen is."
„Daar moet orde op gesteld worden. Verder."
[Wordt vervolgd).
te Winkel, Cassen Meehrings te Beemster, 3.
Zuurbier te Spierdijk, C. Haringhuizen te Oter
leek, M. van der Poel te Abbebroek, C. Zirkzee
te Koudekerk, ieder met éene koe, en Joh. T.
de Vries te Baard, met twee koeien.
2° Sipke S. Bakker te Deersum, Joh. L. Hila-
rides te Pingjum, H. P. Smids te Tietjerk, J.
Kruit te Gasselter-Nijeveensche mond, J. Groot
te Purmer, T. Vergunst te Aarlanderveen, ieder
met éen stier, oud 2| jaar.
3° B. Meintema te Roordahuizen, P. Ellerbroek
te Hoorn, K. Schemer, H. Swaan te Bergen, T.
Klay te Mijdrecht, ieder met éen stier, Ij jaar oud.
4° H. Lof te Beemster, J. Posch te Binnen
wijzend, J. M. de Sonnaville te Alkmaar, ieder
met éene vaars.
5° C. P. Hoek te Wateringen, met eene familie,
bestaande nit koe, stier en kalf. (Deze inzending
op verzoek van het comité).
De inzending moest tot een bepaald aantal be
perkt worden, en hoewel het vee van hen, die
niet genoemd zijn, niet is aangenomen, kan daar
uit niot voortvloeien dat ook onder dezo geene
puike fokdieren aanwezig zijn. Integendeel
was de taak der keurings-commissie zeer moeilijk,
omdat zooveel uitmnntende exemplaren waren
aangeboden.
Omtrent den diefstal van koffieboonen bij het
lossen van het aan de Loskade alhier liggende
3/m. schip Betzy en Arnold vernemen wij dat
door de verdachte sjouwers, niettegenstaande door
verschillende personen aan boord toezicht werd
gehouden, eene belangrijke hoeveelheid, ongeveer
6 balen, ontvreemd en bij een tweetal winkeliers
alhier verkocht is. Gisteren werden de koopers
der boonen door de justitie gehoord en heden
zijn de verdachte sjouwers uit het huis van arrest
voorloopig ontslagen.
De diefstal moet bij kleine hoeveelheden gelijk
geschied zijn door het verbergen der boonen in
de kleeding, terwijl sommige der verdachten er
bovendien, uitsluitend voor dergelijke „zaakjes"
vervaardigde lijfgordels op na hielden. De ver
dienste deze bende ontmaskerd te hebben, komt
toe aan den ijverigen majoor der rijksveldwacht
alhier.
'sHecr Arendskerke, 22 Sept. Heden
werd alhier, ten overstaan van den notaris Karse-
boom te Heinkenszand, de kerk te Baarsdorp
voor afbraak verkocht aan A. Foudraine te Goes
voor f 700, benevens 12percent onkosten.
Zaterdag nacht jl. werden sommige ingeze
tenen dezer gemeente in hen slaap gestoord door
een geweldig getier en gezang, of liever geschreeuw
van eenige jongelieden, die hunne gewone drie
maandelij ksohe „jongensavond", dat is: vergade
ring van jongelingen boven de 18 jaren, bielden.
Dat op zulke avonden door sommigen geen
jenever gedronken, maar uit glazen van een
halven liter te gelijk gezwolgen wordt, bleek
vooral op dezen avond, daar voor een hunner,
„een nieuwelienk", die zich uitermate te buiten
gegaan was, geneeskundige hulp ingeroepen en
hij op een kruiwagen naar zijne woonplaats
vervoerd moest wordeD.
Tegen een zestal van die „zangers," waarvan
een tot den morgen in de arrestantenkamer ver
blijf hield, is proces-verbaal opgemaakt wegens
nachtelijk burengerucht.
Schoon de overtocht naar Schiermonnikoog
nogal moeilijk en soms, bij tegenwind of stilte, van
vrij langen duur is, wordt het eiland toch door
velen nu en dan bezocht.
Zoo was het ook in den afgeloopen zomer.
Men zag deze en gene familie uit Friesland,
van Leeuwarden vooral, derwaarts komen, ten
einde de frissche zeelucht te genieten.
Ook vertoefde er eenige dagen de heer Ten
Ca te, kunstschilder te Brussel, om vele schoone
schetsen te maken van de zee, de met helm
beplante duinen, de schepen op de reede, enz.
Nog waren er de heeren Blois van Treslong en
Haagsma, onder wier opzicht en bestuur langs
geheel het strand merkpalen werden geplaatst,
welke tot aanwijzing van voorvallende verandering,
van toe- of afneming, kunnen strekken. Deze
palen staan omstreeks tien minuten gaans van
elkander.
De heer Bisschop Grevelink vestigt in het
Dagblad de aandacht van het ministerie van
koloniën op een nieuw ontdekt middel tegen ver
schillende huidziekten, maar vooral tegen de
ongeneeslijk geachte lepra- of lazarus-ziekte,
welke vooral in onze West-Indisohe koloniën
inbeemsch is. Het bestaat uit de olie, bevat in
het zaad van een Indischen boom, die door de
geleerden naar verkiezing mot een van de volgen
de namen wordt aangeduid t. w. Gynocardia
Odorata, Chaulmogra Odorata, of lludnocarpue
Odorata. Het middel wordt in de wandeling
Ckaulmogra olie genoemd, doch onder de genees
kundigen schijnt Oleum Gynocardia meer in
gebruik te zijn.
Terwijl eenige Scheveningsche haringvis-
schers dezer dagen aan het vlsschen waren, kwam
een boot van Engeland aanvaren, die een telegraaf
kabel moest leggen. De Visschers gaven door
teekenen te kennen dat zij aan het vissoben
waren en er 60 netten in zee lagen, en verzochten
den kapitein der boot te stoppen of den kabel
hooger op te leggen.