im Jaargang:
I88Ö.
N«: 226.
Vrijdag
24 September.
Het Atelier du Lys,
Middelburg 23 September.
MIDDELRERGSCHE COURANT.
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen!
Prijs per 8/m. franoo 8,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent!
Ad verten tien: 20 Oent per regel!
Geboorte-; Trouw-, Doodberiohten enz,: van 1—7 regels 5! 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
De Maatschappij tot opvoeding van weezen in
Tiet huisgezin heeft onlangs, in haar jaarverslag,
de gelegenheid aangegrepen om nogmaals haar
doel en de wijze, waarop zij tracht dit te bereiken,
uiteen te zetten. Wij meenen daaraan hier een
plaats te mogen geven, ter bevordering eener goede
weezenverpleging in de eerste plaats, welke dik
wijls nog zooveel te wensehen overlaat, maar ook
omdat het ons, bij het doorzien harer lijst van
leden, begunstigers en plaatselijke comités, is
voorgekomen dat de Maatschappij in onze
provincie niet die bekendheid bezit, welke haar,
bij den weldadigen zin onzer gewestgenooten,
zeker meer medewerking in ons midden zou
bezorgen.
Het doel der Maatschappij wordt door haar
naam aangewezen. Niet dat zij de opvoeding in
gestichten geheel afkenrt; maar zij stelt die in
het huisgezin, voor de meeste weezen, toch op
hooger prijs en daar nog geen derde deel van alle
weezen in gestichten verzorging vindt en de ove
rigen voor een groot deel verwaarloosd worden,
vindt zij een ruim veld voor hare werkzaamheid.
De huisgezinnen, waarin de weezen geplaatst
worden, moeten goed zijn. Dientengevolge heelt
de Maatschappij als beginsel aangenomen, de
kinderen niet bij bedeelden te plaatsen. Een
zekere maat van ontwikkeling en onafhankelijkheid
wordt bij de pleegouders geëischt en de Maat
schappij heeft, door de bedeelden van de wees
verzorging uit te sluiten, velen gevonden, die
juist door deze bepaling er lichter toe overgaan,
'huis en hart voor de onderloozen te openen.
Tot welke godsdienstige gezindte de wees ook
behoorde, het bestuur was steeds zoo gelukkig
menschen te vinden, aan wie het de onderloozen
met gerustheid kon toevertrouwen. Dit is een
beginsel, waardoor de Maatschappij zich kenmerkt
en onderscheidtzij houdt rekening met de ker
kelijke herkomst van het weeskind. Het kind
van Israëlietische ouders plaatst zij bij Israëlieten,
het Katholieke bij Katholieken, het Protestant-
sche in een Protestantsch gezin. Ja zij acht zich
verplicht de onderscheidene kerkgenootschappen
en richtingen op het gebied der Protestantsche
kerk, mede in 't oog te houden. Zij werkt niet
voor éene partij, noch werkt in 't bijzonder voor
éene richting.
Op nog een beginsel door de Mij. gevolgd
moeten wij wijzen: het is het te rade gaan met
den aanleg en de maatschappelijke afkomst van
den wees. Zoodra de Maatschappij ontdekt, dat
in den pupil de eene of andere bijzondere aanleg
FEXJILXjETOnST.
Al
DOOK
da schrijfster van M"e More.
HOOFDSTUK XVIII.
„Dl! ONOMKOOPBARE".
„Daar zullen de helsche colonnes van Thnr-
reau voor zorgen. Bretagne is een broeinest van
bijgeloof en dweepzucht en moet door bloed ge
zuiverd worden."
„Dit komt mij voor niet zeer in overeen
stemming te zijn met onze leer van gelijkheid;
maar het is buiten kijf een groot voordeel voor
den oorlog, dat de Conventie bepaald heeft dat
ieder bevelvoerend officier moet kunnen lezen en
schrijven," merkte De Pelven eenigszins spottend
aan. „Terwijl ik in Anjon was zag ik twee zeer
goed beraamde expedities mislukken: de eene
omdat de bevelhebber een rivier op de kaart voor
een weg had aangezien en de andere omdat de
kapitein de orders Diet kon lezen, die hem van
J>et hoofdkwartier gezonden werden."
schuilt, houdt zij daarmede rekening; het kind,
voor zwaren lichaamlijken arbeid ongeschikt,
dwingt zij niet tot veldarbeid, evenmin als zij
den knaap, slechts bekwaam voor handenarbeid,
aan kantoorkruk of schoollokaal zal binden.
Op welke wijze zij haar doel zoekt te bereiken
en haar beginselen toepast, moge uit het volgende
blijken.
Wanneer, hetzij door een voogd, hetzij door
een burgerlijk of kerkelijk armbestuur haar hulp
wordt ingeroepen, dan zoekt zij, nader ingelicht
aangaande den leeftijd, het gestel, het geslacht
der kinderen, de oorzaken van het overlijden der
ouders en hun maatschappelijke positie, een gezin
in die streken, die, met het oog op den lichaam
lijken toestand en voor de intellectueels ontwik
keling de meeste waarborgen aanbieden. Zijn de
kinderen in hnn nieuwe omgeving geplaatst, dan
worden de personen, die bij het kiezen der pleeg
ouders hunne diensten hebben betoond, met bet
houden van het toezicht belast. Valt de woning
der pleegouders binnen de grenzen van een comité,
dan zijn de leden van het comité met het toe
zicht op de weezen belast. Die medearbeiders
komen telkens in aanraking met pleegouders en
wcezen; door hunne tusschenkomst wordt het
toezicht van het hoofdbestuur, dat jaarlijks de
kinderen in hun verblijfplaats opzoekt, aangevuld.
Kerkelijke en burgerlijke armbesturen, zoowel als
voogden, zouden dikwijlsde opvoeding van een kind
gaarne aan geschikte leiding toevertrouwen, wan
neer zij niet door financieele bezwaren in hun
bemoeiingen beperkt waren. Op drieledige wijze
tracht de maatschappij in deze te gemoet te komen
lo Zij bepaalt hare werkzaamheid tot de aan
wijzing van degelijke huisgezinnen en belast zich
met het toezicht;
2o Zij zoekt het ontbrekende aan te vullen;
3o Wanneer de middelen geheel mochten ont
breken, neemt zij ook de taak der verzorging op
zich, ingeval zij de zekerheid heeft, dat, bij
volslagen onvermogen der verwanten, de verzor
ging van den wees in een van die armhuizen zou
moeten geschieden, waarin ouden en afgeleefden,
ziekelijken, gebrekkelijken en idioten, tijdelijk
onderstand behoevenden of voortdurend geali-
menteerden, ter wille der zuinigheid, worden
bijeengebracht om ze voor den hongerdood te
bewaren.
Omtrent doel en bestemming van het Door
gangshuis der Mij, dat in October a. op den
Zandberg bij Amersfoort geopend zal worden,
deolt het bestuur een en ander mede, dewijl het
oppervlakkig misschien bevreemding wekken zou
dat eene vereeniging, welke zich weezenverpleging
„in het huisgezin" ten doel stelt, niettemin een
gesticht noodig heeft.
Die bevreemding verdwijnt echter wanneer men
„Danton bleef zaniken over de wreedheden
in Anjou en Poitou, zooals hij dat noemde," zei
Robespierre, die den naam van den gevallen repu
blikein niet buiten het gesprek scheen te kunnen
laten. „Hij was weekhartig geworden, behalve
jegens mijwant ik hoor dat hij gezegd heeft
„als Maximiliaan mij durft aanvallen, zal ik hem
eigenhandig het hart uit de borst scheuren 1" Is
dat waar?"
De Pelven knikte.
„Goed! Hij heeft bijna hetzelfde in deze
kamer gezegd. Daar stond de kolos: hij greep
dien stoel en brak hem, zooals gij ziet 1
maakte gebaren en declameerde alsof hij op de
tribune stond, totdat het bleek
„Dat hij een hoofd te lang was."
„Juist. En daarom Hij reikte De
Pelven de lange lijst met namen over. Deze trok
vragend de wenkbrauwen omhoog bij den naam
van generaal Weetermann, maar toen Robespierre
aanmerkte dat het een besliste zaak was, scheen
hij het niet de moeite waard te vinden om erover
te praten en las verder.
„Slechts éen 6peldeprik bij Tallien? Wees
op uw hoede voor dien man."
„Ach, hij waarschuwde Danton, zij kwa
men samen hier," zei Robespierre met een onheil-
spellenden glans in zijne fletsche, blauwe oogen
en liet zijn puntige kin op de hand rusteD, terwijl
hij De Pelven strak aanzag. „Toen zij heengingen
ried hij Danton aan naar de Conventie te gaan en
in 't oog houdt dat de kinderen, wier verzorging
aan de Mij. wordt opgedragen, aan 't bestuur in
den regej onbekend zijndat bovendien de pleeg
ouders terecht iets meer van hun toekomstige
huisgenooten willen weten dan leeftijd, geslacht
en godsdienstige gezindtedat toegezien moet
worden of de pleegouders en hun gezin voor de
behoefte en den aanleg des kinds geschikt zijn.
Als directeur van het doorgangshuis bij Amers
foort treedt met den 15 October op de heer
M. W. Scheltema, tot dusver predikant te Dok-
kum„en directeur-secretaris der Mij., die met dit
doel zijne kerkelijke betrekking nederlegt.
Ten slotte zij hier nog aangeteekend dat onder
de lijst der leden en begunstigers van de Mij.
slechts enkele Zeeuwsche namen vermeld worden,
die wij geen vrijheid vinden hier afzonderlijk te
noemen. Behalve bij den reeds genoemden direc
teur-secretaris, zijn echter inlichtingen te bekomen
bij den voorzitter en den penningmeester, de
heeren C. P. Metelerkamp en Alex. Daniels te
Amsterdam en de verdere leden van 't bestuur,
de heeren dr. B. J. Tideman, te Amsterdam, jhr.
mr. A. E. Boelens van Eysinga, J. Attema en
dr. W. vanLingen.
Walsoorden, 22 Sept. Naar men uit
goede bron verneemt, bestaat er uitzicht dat er
binnen zeer kort een wagendienst geopend zal
worden tusschen Hansweert en Vlake en in ver
band met den dienst der spoorboot Walsoorden
Vlake. Wordt dit uitzicht verwezenlijkt, dan
valt daarmeê de laatste slagboom, welke nog in
den weg stond aan een geregelden dienst. Het
tijdroovende schutten zal dan overbodig worden,
waardoor gemiddeld meer dan een halt uur op de
reis WalsoordenVlake zal worden gewonnen.
De concessionarissen der spoorboot kunnen daar
door de kroon op hunne onderneming zetten.
Hloosterzande, 22 Sept. Twee jaren
lang bestond hier eeDe bloeiende landbouwver-
eeniging, welke ongeveer 80 leden telde, voor
gezamenlijke rekening meststoffen, zaden enz.
aankocht en o. m. hier eene botermarkt stichtte
en de jaarlij ksche veemarkt steunde. Tengevolge
van minder degelijke handelsverriehtingen en uit
gebrek aan voldoende medewerking ontstond er
langzamerhand kwijning, welke Zondag jl. uitliep
op eene vergadering, waarin het besluit viel de
vereeniging op te heffen en haar bezitting, bestaande
uit eeuige toestellen, eerlang te verknopen. Ge
lukkig bestaat bij sommigen het plan om op
betere grondslagen eene nieuwe vereeniging tot
stand te brengen en zoo nog eens te beproeven
of het vereenigingsleven hier ook in dit opzicht
niet duurzaam kan zijn.
te zien daar gehoor te krijgen, maar Danton zei:
de tijd is nog niet gekomen! Tallien's tijd is
ook nog niet gekomen." Daarna vroeg hij
met onderdrukte belangstelling: „Spreekt men
veel over Danton?"
„Zeker, maar over veertien dagen is hjj weer
vergeten."
„Is er nog iemand waar de menschen mede
vervuld zijn?"
„Niemand dan gij zelf."
Robespierre glimlachte welgevallig en zei:
„Danton wierp een breede schaduw, maar weldra
zal hij op het kerkhof niet meer plaats innemen
dan ieder ander. Het is zonderling! Stil, ik
hoor iemand."
Het was Duplay, de neef van den huisbaas van
Robespierre en tevens zijn secretaris. Hij bracht
een brief, legde dien op tafel, zei: „men vertelde
dat er haast bij was I" en ging weer heen.
Robespierre begeerde geen toehoorders als bij
en De Pelven bij elkaar waren, zelfs Duplay niet,
of Cornelia, zijn verloofde, die hem aanbad. De
Pelven kende het schrift en sloeg hem aandachtig
gade, terwijl hij don gejaagden, dringenden brief
las, waarin Lucile Desmoulins beurtelings een
beroep deed op oude herinneringen en tegen val-
sche vrienden uitvoer, terwijl zij nog maar niet
kon gelooven dat hij haar man zou laten om
brengen.
„Een echte damesbrief," was al wat hij zeide,
en legde hem neer, zoodat de ander hem lezen
Op Maandag den 4en October a. zal bij gunstig
weder, tot sluiting van de zomeroefeningen der
stedelijke schutterij te Vlissingen, een wedstrijd
worden gehouden, waarvoor reeds een aantal fraaie
prijzen, waaronder eenige door stadgenooten wel
willend aangeboden, beschikbaar zijn gesteld. Ook
zal op dien dag een vrije baan geopend zijn van
1 tot 5 uren, waaraan tegen betaling van 50 ct.
per kaart van 3 schoten door de leden der schut
terij, van het leger en genoodigden kan worden
De prijzen voor dezen wedstrijd worden uit de
inleggelden bestreden.
Bij die gelegenheid zal tevens de uitreiking
plaats hebben van de vijf medailles, aangeboden
door de vereeniging Prins Fredertk Hendrikte
Hontenisse, aan die leden der schutterij, die
onlangs aldaar den korpsprijB behaalden. (VI. Ct.)
Naar de Goesche Ct. verneemt, hebben reeds
enkele handelaars te Middelburg zich aangemeld
om behondens nadere toelichting toe ie
treden tot de vereeniging De contante Betaling te
Rotterdam. In de eerste week van October zal
de heer D. Stigter, agent voor Zeeland, te Mid
delburg eene algemeene vergadering beleggen van
alle belanghebbenden om de zaak in te leiden,
inlichtingen te verstrekken enz. Zoo noodig zal
aldaar spoedig een hulpkantoor worden aangewezen.
Onder onze Laatste Berichten werd gisteren
reeds medegedeeld dat het ontwerp-adres van
antwoord der eerste kamer een zuivere, meeBt
letterlijke weerklank is op de troonrede.
Alleen voegt de kamer in de 6e paragraaf, bij
hare bereidverklaring om de voorstellen tot ver
sterking van 's rijks middelen nauwgezet te over
wegen, deze woorden1
„Beperking van uitgaven achten wij evenwel
een eisch van den staat onzer financiën."
Met de vermelding dezer ontboezeming over
„den eisch van een staat", achten wij onzen
plicht ten aanzien van dit staatsstuk vervuld.
Het Koloniaal verslag van 1880 is verschenen,
voor zooveel het grootste gedeelte van Ned.-Indië
betreft.
Uit de bladzijden, die aan Atjeh gewijd zijn,
blijkt o. a. dat Panglima Polim die ten vori-
gen jare als overleden werd beschouwd nog
leeft.
Gisteren werd reeds kortelljk vermeld dat een
borstbeeld van Z. K. H. prins Hendrik boven
den hoofd-ingang van het Marlne-Institunt te
Nieuwediep geplaatst en Dinsdag middag, in
tegenwoordigheid van de zeeofficieren en adel
borsten en het gemeentebestuur van Den Helder,
kon als hij lust had om aan zulk een
zijn tijd te verspillen. De Pelven vond het de
moeite waard en was erdoor getroffen, ondanks
zijn overtuiging dat haar lot onvermijdelijk be
slist was.
„Arm kind!" zei hij, „het is jammer dat zij
haar man moet volgen."
„Zij moest in het Luxembourg zitten, in
plaats van haar man. Het is alleen haar schuld
dat hij er is," zei Robespierre, de roos opnemende
om eraan te ruiken. „Die teruggaande bewe
ging, dat weekelijke medelijden met de schuldigen;
nadat hij reeds zoover gegaan was, daar schuilde
een vrouw achter. De vrouw van Roland was
de ziel der Gironde en zoo bracht ook deze Lucile
geestdrift in Camille en zijn partij. Geen vrouw
beteekent echter iets bij een volgehouden bewe
ging. Zij gaan in het eerst te verzij zijn on
waardeerbaar, zooals Mirabeau zegt, in den aan
vang eener revolutie; maar opeens blijven zij
staan en brengen niets logisch ten einde. Zij
doen een zaak mislukken juist als zij op weg is
om te slagen."
„Gij moest Camille bevrijden of Lucile laten
vatten. Zij is zeer jong, zeer sehoon, en zal ge
durende het verhoor een beroep op het volk doea
en daar kan veel kwaad ven komen."
„Gij hebt gelijk; helaas 1 mijn roos valt uit,"
zei Robespierreen zette de vaas neder, terwijl de
roode bladeren neder vielen op de lijst, juist op
de plaats waar bij den naam van Lucile aango-