Benoemingen en besluiten. Onderwij s. Marine en leger. Kunstnieuws. Landbouw. Rechtszaken. Koloniën. eheepvaartkanaal, is bij deze zaak geen algemeen belang betrokken en zon voor het rijk geene aanleiding bestaan een gedeelte der kosten van de verbetering te dragen. genbeskundioe dienst. Bevorderd tot off. van gezondk. Ie kl. bij de zeemacht, de off. van gezondb. 2e kl. dr. J. D. de Boer. Vergunning verleend aan dr. Philipp Georg Richter, te Playwitz (Saksen), de geneeskunst uit te oefenen op Nederlandsche zeeschepen, met uitzondering van oorlogsvaartuigen, onder voor waarde dat hij de wettelijke bepalingen omtrent de uitoefening der geneeskunst in Nederland stiptelijk uakome. leoer. Benoemd tot 2e luit. bij bet wapen der artillerie van het leger in N.-Indie de kadet G. C. P. Poelman, herkomstig van K. M. akademie. kolomen Op verzoek, eervol ontslag verleend aan P. Keyzer, laatstelijk baas-kuiper bij het marine-etablissement te Soerabaija, met toekenning van pensioen. Voor de betrekking van hulponderwijzer aan ieder der scholen A en C alhier, hoofdonderwijzers de heeren De Jager en De Man, hebbeu zich 9 sollicitanten aangemeld; voorde betrekkingen van hulponderwijzeres in de nuttige handwerken aan dezelfde scholen zijn 10 sollicitanten. De veldarbeid van kinderen in de Hoeksche Waard is dezen zomer zoo aanzienlijk als ooit het geval was. Er zijn scholen die voor de helft ontvolkt zijn, terwijl het sehoolverznim tijdens het delven der aardappelen nog steeds grooter wordt. Professor J. L. Chanfleury van IJsselsteyn zal als gewoon hoogleeraar uit de medische facul teit der Amsterdamsche universiteit treden, doch als buitengewoon hoogleeraar werkzaam blijven. De studenten in de medicijnen, die de lessen volgen willen van dezen hoogleeraar blijven daar toe echter in staat, terwijl de heer Chanfleury ook als practicus werkzaam blijven zal. Blijkens een bij het departement van marine ontvangen telegram is Zr. Ms. sokroefstoomschip Mdura, onder bevel van den luit. t/z 1ste kl. H. J. van der Mandele, den 19den dezer te Port Said aangekomen. Aan boord is alles wel. Op den 24en dezer, zijnde de 100e gedenkdag der geboorte van Tollens, zal in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam eeno volksvoorstelling gegeven worden, bestaande uit tafereelen uit een van 's dichters meest bekende werken, „in optisch decoratief," zooals het bestunr laat bekend maken. Uit dit „koeterwaalsch" meenen wij te mogen opmaken dat er levende beelden vertoond zullen worden, misschien wel uit de Overwintering op Nova-Zembla. Een goed en vaderlandslievend planj dat wel in goed-Holiandsch aangekondigd had mogen worden. Op de heden te Leiden geopende tentoon stelling van de Hollandsche maatschappij van Land- bouw werd o. a. met een le prijs bekroond de heer H. J. E. Gerlachte Kondekerke, voor wintergerst; aan denzelfden inzender viel ook een bestunrsprijs ten deel voor platte boonen. De heer E. van den Bosch, te Goes, behaalde een bestuursprijs voor eene collectie zaaigranen met schoven. voor wie zijn huis altijd open stond, maar daar deze weifelend, opvliegend van aard en een snoever was, hadden zij spoedig onaangenaamheden gekregen en nu kende Robespierre hem niet meer. Met madame Roland was hij ook bevriend geweest, maar ook dat was nn nit. Toen De Pelven hem opzocht op zijn zolder kamer, die op een timmermanswerkplaats uitzag en waar men voortdurend hoorde kloppen en za gen, vond hij hem als gewoonlijk gezeten voor een tafel beladen met rapporten, aanklachten, schot schriften, couranten en handschriften. Er lag een deel van Rousseau opengeslagen voor hem en te midden van eenige zoo even voltooide brieven, stond een pas ontloken roos in een vaasje. Hij hield een stuk papier in de hand, waarop een me nigte namen stonden, die hij met een en twee speldeprikken aanteekende. Met éen prik werden de personen aangeduid die hij voor gevaarlijk hield met twee diegenen van wie hij het zeker wist en dat waren tegelijkertijd doodvonnissen. Hij had juist twee prikken gezet bij den naam van Westermann, die zich door zijne krijgsverrichtingen zóo onder scheiden had, dar hij gevaarlijk populair begon te worden, toen De Pelven binnenkwam. Robespierre hief zijne eigenaardige, diepliggende oogen naar hem op en zag hem met een kouden, barden blik aan. Die mannen doorzagen elkaar geen van beidenmaar voor De Pelyen was Ro bespierre iemand die hem bijzonder belang in boezemde, terwijl De Pelven voor Robespierre emand was, even onvatbaar voor omkooperij als Men bericht dat a. s. Donderdag des morgens te 11 uren aan het hoog militair gerechtshof, door den advocaat mr. Ph. A. Haas, bepleit zal worden de zaak van de machinisten, die indertijd beschul digd zijn van insubordinatie tegen hun transport- kommandant op het mailstoomschip Prins Hendrik der Nederlanden. Het Bat. Hbl. verneemt het volgende omtrent den toestand te Samalangan De geheele kust tot aan het gebergte is bezet met een tachtig bentings, alle zwaar versterkt en van bamboe-doerie voorzien. Om die sterk be zette stellingen in te nemen, zouden wij het gan- sche Indische leger er moeten heenzenden. Van daar dat men zich heeft moeten bepalen tof, het platschieten der versterking Batoe Ilik, en daarna naar Kotta Itadja teruggetrokken is. Terwijl onze troepen zich inscheepten, plantten de Atje- hers reeds weder hun vlag op de zoo even ge noemde sterkte, welke twee dagen daarna geheel herbouwd was. Op het annexeeren van Samalan gan valt dus niet te rekenen, evenmin als op de organisatie van het civiel bestuur aldaar. Dat zal trouwens langs de geheele Oostanst nog lang dnren, want zelfs Edi weigert op dit oogenblik aseil te betalen, zoodat aanvrage is gedaan tot het stationeeren van een oorlogsstoomschip te Simpang Olim en te Telak Semawe. De aanleiding tot de houding, welke Samalan gan heeft aangenomen, is hierin te zoeken dat den 2en Init. Berghuis van Woortman is opge dragen door den kapit.-kommandant onzer sterkte, om met 60 man eene patronille te maken naar de missighit, zonder dat was aangegeven welke missighit, want er zijn er twee. Om aan dien last te voldoen heeft voornoemde luit. zich bege ven naar de verst afgelegene, in een district waarmede de Samalangers overhoop lagen. Zoodra men onze troepen op dit punt zag, ver beeldden de Samalangers zich dat Nederland zich partij stelde tegen hen in hun gesehil met hun naburen. Diezelfde naburen waren daar evenmin van gediend, zoodat zij, hnn oneenigheden met de Samalangers vergetende, deze onmiddellijk bijvielen en zich vereenigd met hen tegen onze troepen oversteiden. Genoemde luit. heeft met veel beleid zijne troepen teruggetrokken. De kapt.-kominand. is, naar men ons mededeelt, wegens de onvolledigheid zijner bevelen met 14 dagen kwartierarrest gestraft. Een correspondent van den Javalode geeft het volgend relaas van de eerste krijgsverrichtingen in Samalangan, op den 15en Juli: 's Morgens te 6 uur marcheerde de troep het bivak nit in de richting der vijandelijke benting. Te ongeveer 10| uur voor de verschillende hoogten gekomen, waarop vijand en bentings waren opgesteld, werd het vuur geopend. Kapi- teinHaack van der Goes rukt rechts de kolonne nit om den vijand van de heuvels te verdrijven opdat zij bij den opmarsch naar benting Batoe Ilir niets in den rug zouden ondernemen. Het gelukt den dapperen kapitein, met verlies van eenige gewonden, zijn doel te bereiken en stand te honden, totdat de kolonne voor de on neembare benting gekomen is. De Amboineezen en inlanders avanceeren onder het hevigste vuur van den vijand; verscheiden hunner vallen, doch niets weerhoudt hen. De officieren aan 't hoofd beklimmen de heuvels. Van alle kanten werden gewonden aangebracht, en nog was de strijd niet beslist. De achterhoede, tegen de rivier opgerukt, ontving de kogels die voor den aanvallenden hij zelf en met een biutengewone scherpzinnigheid begaafd. Reeds menigmaal had De Pelven hem voor een onzichtbare klip, een onvoorzien gevaar gewaarschuwd, waarop hij anders schipbreuk zou geleden hebben. Hij wenkte hem om een van de vier stoelen, welke de kamer bevatte, te nemen en wachtte met halt gesloten oogen, als een kat die op den loer ligt, of hij zon beginnen te spreken. „De Chouans geven veel te doen in Bretagne,", zei De Pelven, plaats nemende „het schijnt dat zij weer een garnizoen van Thurreau verslagen hebben." „Ondanks do amnestie die wij op uw aandrin gen aan de Vendéers verleend hebben." „De Vendée is vrij rustig. Charette kan daar nu weinig doenmaar gij herinnert u wel dat ik gezegd heb dat Carrier de straten te glib berig zou maken, wanneer men er tot over de enkels door het bloed moest waden. Alles moet met een zekere mate geschieden en als men wil dat de schapen weer gewillig tot de kudde terug- keeren, moet men geen slager zenden om hen te drijven." „Gij spreekt zooals Philippeatix en Danton gesproken hebben," zei Robespierre somber. „Dat overbrengen van den krijg naar Bretagne is een groote rampvolgens uw rapport is de streek zeer hadeelig voor de troepen die haar niet kennen, de bewoners schijnen bijgeloovig en de smokkelaars zegt gij, zijn alle royalisten Hoe is dat mogelijk Wio heeft onder het oude régime meer geleden dan zij troep bestemd waren, waardoor verscheiden sol daten en dwangarbeiders verwond werden. Daar rukt onverwachts luitenant Berg met p. m. 15 man naar een achterwaartsche stelling, neemt daar positie en geeft hevig vnur. De Atjehers nl. die van de eerste hoogten door kapitein Haack van der Goes verdreven waren, deden een klewang-aanval op de achter hoede, terwijl anderen een hevig vuur op een in stelling staanden troep openen. Ongeveer een vierde uur hield de luitenant Berg, steeds met zijn voorbeeld zijn manschappen aanmoedigende, door het hevig vunr dat hij den vijand toezond, zich staande. Eindelijk werd zijn gevaarlijke toestand door den achterhoede-kom- mandant opgemerkt. Hij rukt in dezelfde stelling terug, waar de luit. Berg zich bevindt, lost krachtige salvo's met zijn troep en de vijand is verdreven. Ook Verschoot, die op de helling van een der heuvels stond, heeft bijgedragen dat de klewangaanval werd verijdeld. Daar nn ongeveer 31 uur 's namiddags door een kolonne- kommandant het doel bereikt was, werd het signaal tot retireeren gegeven. Ongelukkigerwijze werd dit signaal door de troepen en dwangarbeiders verkeerd begrepen. In plaats van langzaam terug te trekken, ging alles wat bij de rivier stond en van de hoogten kwam zoo snel mogelijk achteruit, waardoor er een soort paniek ontstond, die gevaarlijk had knnnen worden, indien de officieren niet door hun moedig voorbeeld de kalmte onder de troepen terugbrachten. Vooral de dwangarbeiders waren ais van den duivel bezeten; tandoes, patronen, granaten, gewonden enz. werden door hen in den steek gelaten. Adjudant Louisvrier en luit. Berg waren nog met eenige manschappen achtergeble ven, om te zorgen dat alles naar de compagnieën werd teruggebracht. Luitenant Berg nam o. a. zelf eenige tandoes op om die naar de ambulance te brengen, na vooraf een gewonden fuselier onder den arm ge nomen en hem aan eenige dwangarbeiders van de ambulance overgegeven te hebben. Later haalde hij de granaten en patronen onder het vuur van den vijand terug, om die bij de betrokken ge deelten terng te bezorgen. Voorzeker wel de moeite waard om vermeld te worden. Te ongeveer 4 uur werd de terugtocht naar het bivak aangenomen, en dit tegen 61 nur be reikt en hiermede waren de verrichtingen van den dag afgeloopen. De expeditie verloor 4 dooden, w. o. de le lnit. Verkuijl en p. m. 40 gewonden. De Atjehers 80 dooden en p. m. 200 gekwetsten. De correspondent van de Locomotief te Atjeh schrijft Zaterdag 24 Juli was reeds gedeeltelijk bekend welke wonden eenige der officieren hadden, doch eerst Zondag om 5 nur kwam de Zeemeeuw ter reede mot 32 van de 37 gewonde minderen, en 5 van de 8 gewonde officieren. Deze getallen onderling met elkaar vergelijken de, kan men den invloed op den geest der troepen niet miskennen, dien de nederlaag daarop had uitgeoefend. Den eersten keer immers waren 31 minderen gewond, en éen officier met 8 min deren gesneuveld22 Juli was het aantal gewonde officieren zeer, dat der minderen niet in evenredig heid daarmede vermeerderd, zelfs niet de vermeer dering der troepen daarbij in aanmerking genomen. De officieren, die gewond om 7 uur te Kotta Radja aankwamen waren: Jaeger, met een lichte vleeschwond aan de halsspieren, en een pijnlijke beenwond in de dijLe Maltre met een kniewond Bodo, Blanwenoord en Verschoof met minder betcekenende, hoofdzakelijk armwonden. Berghuis van Woortman was niet gesneuveld, doch zwaar in den buik verwond, door milt, lon gen en lever, en kon niet vervoerd worden. Ook Godin en Von Ernst bleven op Samalan gan met hun schampschoten." Volgens een Berlijnsch correspondent van het Bote. Nil. is de heer Rosenthal, die zich onlangs „Zij verkiezen naar het schijnt bekende ge varen boven onbekende." „Anders begint de politieke gezichteinder op te klaren en Europa siddert voor de roemrijke overwinningen onzer troepen; maar hoe staat het met Engeland?" „Daar broeit onraad 1" „Wat! alweer onraad van die verraderlijke insulaires vroeg Robespierre gejaagd. „Wat zeggen zij nu in hun senaat „Zij zeggen niets, maar zij handelen. Een onzer agenten in Londen waarschuwt mij dat Puisage onderhandelingen met het Engelsche gouvernement heeft aangeknoopt." „En wat zal het gevolg daarvan zijn vroeg Robespierre, zichtbaar ontdaan. „Bewaak de kust goed, dan behoeft gij niets te vragen," antwoordde De Pelven droog. „Ver leen aan geen uitgewekene vergunning om terug te keeren, laat ieder persoon van beteekenis onder de ballingen in Engeland in het oog houden en neem het beBluit om Bretagne zijn priesters en gebruiken ongedeerd te laten behouden, of de heele bevolking nit te roeien." (Wordl vervolgd). op den spoorweg nabij Zwaluwe van 't leven be roofde, de zoon van een geacht ingezeten van Maagdenburg. De ongelukkige zou zich hebben laten ruineeren door „eene ook in Nederland niet onbekende theater-prinses, met een half Poolschen naam." Toen zijn geld op was, liet zij hem loopen. Hij had zich te Berlijn een revolver aangeschaft en nam plaats naar Amsterdam. Hier ontmoette hij de trouwelooze weder, maar enkel om zich van de vergankelijkheid harer liefde te kunnen overtui gen. Doelloos verwijderde bij zich nit Amsterdam, nam een biljet naar Gouda en sloeg de hand aan zichzelven. In Nieuwer-Amstel is het belastingkantoor zoodanig ingericht, dat de bezoekers, die er toch al niet voor hun genoegen komen, het slechts door een herborg kunnen bereiken. Te Katwijk moet men eveneens een herberg binnengaan. Het fraaist in dit opzicht is, dat te Geldermalsen het kantongerecht in een der lokalen van een herberg zitting houdt en daar uitspraak doet over menig geval van dronkenschap. De rijks-veldwachter te Vreijenban werd eergisteren gewaarschuwd dat men bezig was in de woning van een tuinier in te breken. Hij ging zoo spoedig mogelijk ter aangednide plaats en zag twee onbekenden binnen de woning, van welke de eén bezig was poolshoogte te nemen, terwijl de ander een brandende kaars in de hand hield. De veldwachter vond het raadzaam niet zelf handelend op te treden, maar eerst de voordeur te sluiten en door gerucht de bewoners van het buis te wekken. Toen deze opkwamen en men gezamenlijk den vijand te gemoet trok, was deze door een achterdeur vertrokken, met wegneming van twee portemonnaies, te zamen f 7 inhoudende en een gouden halsketting, die echter in den tuin terug gevonden werd. Of de wakkere dienaar der openbare macht wegens zijn betoonde „moed, beleid en trouw'' voor eene belooning in aanmerking zal komen, wordt niet gemeld. Het onweder dat eergisteren woedde, heeft op een aantal plaatsen onheil gesticht. Te Hoorn is een bakkerij verbrand, te Hem werden twee koeien door den bliksem getroffen, te Wognum brandde een nieuwe, kapitale hofstede geheel af, te Scharnegoutum is eene boerderij in de aseh gelegd, te Edam werden zes koeien dood geslagen, terwijl op Texel zeven schapen door den bliksem gedood zijn. Godards luchtballon Comète zal weldra eenige dagen dienst doen als ballon captif ten behoeve der Utrechtsche genie. Onder leiding van den kolonel bij den generalen staf Kromhout zullen eenige verkenningen worden gedaau. De nieuwe spoorlijn Den Bosch—Zwaluwe zal eene lengte hebben van 46,884,18 M. Het gedeelte baan tusschen Den Bosch en Vlijmen zal eene hoogte verkrijgen van 7.50 M. boven A. P. alzoo 0.63 M. boven hoogst bekenden waterstand. Aan de westzijde van het station te 's Bosch zal eene haven worden gegraven ter lengte van 275 M., met den bodem gelijk aan Amsterdamsch peil. Ter doorlating en afvoer van water zullen tusschen 's Bosch en Vlijmen twee bruggen worden gelegd ter lengte van 510 en 30 M. Voor den Baard- wijkschen Overlaat komt eene brug ter lengte van 700 M. De overweg en de kunstweg 's Bosch Deuteren wordt 250 M. verder zuidwaarts gelegd. De gemeentebegrooting van Rotterdam voor 1881 sluit in ontvang en in uitgaaf met f 4.903,951,11, zijnde f 53,633,06i meer dan die van het vorige jaar. Onder de buitengewone uitgaven komen vooraanleg van nieuwe straten 50,000, werken op Fijenoord f 172,128, een nieuw gebouw voor het Erasmiaansch gymnasium 100,000, nieuwe schoollokalen f 153,000, voor het slachthuis 200,000, voor een drijvend droog dok f 980,471, voor de nieuwe vischmarkt f 136,413, en om de spoorwegviaducten aan gedempte Binnen rotte tot marktplaatsen in te richten 76,000. Verleden jaar werd te Nancy een standbeeld voor Thiers opgericht uit dankbaarheid voor den onvermoeiden arbeid door hem gewijd aan het bevrijden van het Fransch grondgebied Van de Pruisen door afbetaling der oorlogsvergoeding. Zondag werd te St Germain-en-Laye een tweede standbeeld onthuld. Daar stierf Thiers. Andere gedenkteekenen voor den verdienstelijken staats burger zullen verrijzen in zijne geboorteplaats, Marseille, en te Versailles. En werden verschei dene redevoeringen te St Germain-en-Laye uitge sproken, de voornaamste door de heeren Mignet, den ouden vriend en tijdgenoot van Thiers, door Jules Simon en Léon Say. Vooral de laatstge noemde gaf eene eigenaardige lofrede op Thiers door de geschiedenis der afbetaling van de vijf milliard te verhalen, waaraan hij zelf als minister van financiën heeft medegewerkt* De heer Say sprak wegens zijn treurige familie-omstandigheden hij verloor onlangs zijn laatst overgebleven dochter zijne redevoering niet zelf uitzij werd gelezen door den heer Legouvé, den onvermoeiden strijder voor de kunst van lezen en spreken in Frankrijk. Onder de redevoering van den heer Simon, die namens de Académie Frangaise sprak, stond eensklaps de heer Olivier Pain op,'een ge» amnestieerd lid der Commune die de plechtigheid bijwoonde als verslaggever van de Intransigent, het blad van den heer Rochefort. „In den naan.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 2