N». 222.
128* Jaargang.
Maandag
20 September.
Middelburg 18 September.
Karakteristiek eener kleine stad,
Nieuwe Uitgaven.
Benoemingen en besluiten.
Onderwijs.
Kerknieuws.
IIIODGLBUBGSC
,c
Dit blad verschijnt dagelijks}
met uitzondering van Zon- en Feestdagen}
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
coiim\T.
Advertentlen; 20 Cent per regel}
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte}
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Puhlicité G. L. Daube Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Behalve het in ons nommer van gisteren
onder onze rubriek Koloniën medegedeelde om
trent de operatiën te Samalangan, meldt de Staats
courant nog dat de gouverneur aldaar den 3en
Augustus eene ontmoeting met de voornaamste
hootden van Samalangan en met enkele van het
aangrenzende Djangka Boeja had, waarheen den
5en een militaire marsch werd gemaakt, bij welke
gelegenheid de troepen in alle kampongs goed
ontvangen werden. Den 6en is de gouverneur
met het grootste gedeelte der troepen naar Kotta
Kadja teruggekeerdslechts éene compagnie werd
ter versterking van het garnizoen te Samalangan
achtergelaten.
Zie laatste berichten van gisteren
Kanton ©ostborg, 17 September. Eer
gisteren bezocht de concessionaris, in spe, van
den tramweg BreskensMaldegem, den Steenweg
en de verschillende dorpen waar langs en door
de tram zou moeten loopeo. Hij was vergezeld
van den ingenieur van den waterstaat te Bres
kens en den burgemeester van die gemeente. Wij
vernemen dat het doel is een tramweg te leggen
met breed spoor, geschikt om des noods spoor-
weg-waggons erover te vervoeren, en als trek
kracht te bezigen stoom, geen paarden. Dit
laatste zou dan ook, met het oog op den grooten
afstand tusschen de eind-stations, minder wen-
schelijk zijn. Als deze zaak tot stand mocht
komen, waaraan weinig twijfel bestaat, dan zien
wij een geheelen omkeer ten gnnste in ons landje
tegemoet.
Sommige ingezetenen van ons kanton achten
oen seheepvaartkanaal, dat Sluis met Breskens
zou verbinden, van meer belang en beloven zich
daarvan groot succes. Wij willen niet aannemen
dat dit plannetje een uitvloeisel is van de zucht
om den tramweg tegen te hondenmaar als het
dit niet is, en dus ernstig gemeend, dan komt
het ods voor, de voorstanders vergeven het ons!,
dat dergelijk plan al te hersenschimmig is om
in ernst te worden opgevat. Allereerst om de
groote kosten van aanleg van het hoofdkanaal;
maar bovendien, als het stekel om aan water-,
hoven tramwegen de voorkeur te geven, conse
quent doorgevoerd moet worden, dan moeten er
zijkanalen naar de verschillende gemeenten gegra
ven worden, en dat zou duizenden kosten. Het is
o. i. veel eenvoudiger een tramweg te leggen dwars
door het land, over de groote heirbaan die de beste
haven van ons kanton verbindt met een station
van den spoorweg Gent—Brugge, en daardoor
de gelegenheid te openen om later door zijtakken
andere gemeenten aan dien weg met paardensporen
te verbinden, zooals al heel spoedig zon plaats
hebben van Schoondijke over Yzendijke naar het
spoorwegstation Caprijck.
Of de tram rendeeren zon? vragen enkelen.
Dezulken verwijzen wij naar de verslagen omtrent
dergelijke vervoermiddelen in andere pktte'ands-
Btreken van ons rijk, die ouder veel ongunstiger
omstandigheden gelegd zijn dan hier het geval
zou zijn, en wij twijfelen niet of het antwoord
zal bevestigend zijn.
Biervliet, 17 Sept. Tot lid van den ge
meenteraad alhier is gekozen de heer Cornelis
J. Oorneiis met 42 stemmen, in herstemming met
den heer P. Faas, die 17 stemmen op zich ver-
Een van de meeat opvallende eigenaardigheden
eener kleine stad, zijn de vele aanleidingen, welke
hare inwoners hebben om zich, bun leven lang,
4e „verwonderen.'*
Gij zijt gewoon op vaste uren uit te gaan,
men „verwondert" zich over de onveranderlijke
regelmatigheid van uw leven. Gaat gij echter op
een ongewoon uur uit, dan ziet men door de
reetjes van half opgeschoven gordijnen verbaasd
u na, neemt uwe kleeding, uw gezicht, uw tred
nauwkeurig op en „verwondert" zich zeer over
bnitengewonen uitgang.
Zijt gij gewoon alleen, of uitsluitend met uwe
huisgenooten te wandelen, men „verwondert"
zich over uwe eenzelvigheid. Maar wordt eens
een vreemde in uw gezelschap gezien, dan is de
„verwondering" over dat zeldzaam verschijnsel
nog grooter.
Blijft gij het geheele jaar thuis, men verhaast
zich over uwe hokvastheid. Gaat gij dikwijls op
reis, dan is men niet uitgepraat over uwe uit
huizigheid. Maakt gij uw j aarlijksch uitstapje
naar een en dezelfde streek, men „verwondert" zich
dat gij n daar niet verveelt. Maar gaat gij ergens
anders heen, zonder te voren uw Jeuille de route
aan al uwe stadgenooten bekend gemaakt te
hebben, dan is de „verwondering" over dien
vreemden inval onuitputtelijk.
Zijt gij gewoon 's avonds niet meer dan een
paar ramen aan den voorkant van uwe woning
te verlichten, het is eene reden tot „verwon
dering", wijl ge blijkbaar slechts een gedeelte van
uw huis gebruikt. Maar ziet men op een avond
al uwe ramen verlicht, dan „verwondert" men
zich ten hoogste over deze illuminatie.
Leett gij eenzaam en zonder omgang, men
„verwondert" zich. Ziet gij menschen en doet gij
het niet precies zooals alle anderenmen „ver
wondert" zich nog veel meer.
Waagt gij het op een anderen tijd te middag
malen dan op het algemeene dineer-uur in de
stad uwer inwoning, dan „verwondert" zulks
algemeen. Brengt gij echter daarin verandering
teneinde u naar de anderen te kunnen schikken,
dan is de „verwondering" over dit geval niet
minder en houdt niet op, alvorens men het met
uwe zaken en uwe huiselijke omstandigheden in
verband gebracht heeft.
Zyn de wanden uwer huiskamer behangen met
platen en schilderijen, men „verwondert" zich er
over. Versiert gij ze echter met pleisterheelden en
medaillons in gips, de „verwondering" is er
niet minder om.
Houdt gij éene dienstbode, dan „verwondert"
men zich hoe gij met éene meid uw huis in orde
kunt houden. Houdt gij er twee of meer, dan
worden bedenkelijk de hoofden geschud over zulk
eene weelde en vraagt men zich „verwonderd" af
hoe gij werk voor al die handen vinden kunt.
Klopt uw meid de kleeden 's morgens, in 't volle
daglicht, uit, men „verwondert" zich over 'tstof
dat eruit vliegt. Doet zij het des avonds, men
„verwondert" zich nog meer over het stof dat,
onder begunstiging der duisternis, eruit zal kun
nen vliegen.
Maakt gij veel muziek, dan wekt het „verwon
dering" hoe gij tijd kunt vinden voor zulk eene
onprofijtelijke bezigheid. Doet gij "echter niet aan
de kunst, dan „verwondert" men zich over uw
gemis van zulk een, in onzen tijd zoo algemeen
verspreid talent.
Is uwe vrouw gewoon hare kleederen en die
harer kinderen zelve te maken, men vraagt
zich „verwonderd" af hoe zij er den tijd toe
vinden kan. Wordt alles „buiten de deur" ge
maakt, hoe groot is dan de „verwondering" over
de plaats, „waar die menschen het geld vandaan
halen
Waar men zich echter steeds en overal het
meest over „verwondert" is, dat gij aan de kleine
stad, welke het lot u tot woonplaats heeft aan
gewezen, niet boven alle steden der aarde de
voorkeur geeftdat gfi niet dagelijks den hemel
op uwe knieën dankt dewijl hij u vergund heeft
in zulk een haven van aardsche gelukzaligheid
binnen te loopen; en dat gij het wagen durft
iets anders te hopen, te wenschen en te verlangen
dan datgene wat uwe woonplaats oplevert en
waar toch zoovele uwer medeburgers genoeg aan
hebben.
Welk een ongekend genot zou het zijn, te
kunnen ontwaken in eene omgeving, waar niemand
eraan dacht zich te „verwonderen" over iets anders
dan over zichzelven 1
Bij den uitgever H. J. Stemberg verschijnt sinds
eenigen tijd eene reeks boekjes over het kweeken
van lievelingsbloemen, onder den algemeenen tite*
van Flora lia. De tnlp, de roos en de lelie zijn
daarin reeds opgenomen. Men vindt in deze
werkjes een overzicht van de geschiedenis der
cultuur en der verspreiding van de bloem, eene
kruidkundige beschrijving der plant en van de
wijze om haar te kweeken, alsmede eene opsom
ming van de meest aanbevelenswaardige onder
hare soorten.
Hoeveel nauwkeurige wetenschappelijke kennis^
hoeveel practische aanwijzingen in deze aardige
werkjes besloten liggen, behoeven wij evenmin
aan te duiden, als het noodig is uit te wijden
over de zorg die aan hun letterkundigen vorm
besteed is, wanneer wij zeggen dat de heer H.
Witte, de redacteur van Sempervirens en de
schrijver van menig populair-kruidkundigmeester
stukje onzer letterkunde, er de auteur van is.
Onder onze talrijke bloemen-lief hebbers heeft de
Floralia-reeks stellig geen andere aanbeveling
noodig dan deze, noch zouden wij haar hooger lof
kunnen toezwaaien.
Van vervolgwerken hebben wij het vroeger reeds
aangekondigde werk De Nederlandsche Koopman
door A. van Otterloo (uitgave van C. Morks Jzn
te Dordrecht) te vermelden. Dit nuttige boek,
een waar vade tnecum voor den handelaar van
onzen tijd, is tot zijn 8e aflevering genaderd. De
6e aflevering bereikte het Handhoek voor den
Ambtenaar van den Burgerlijken standdat in
Den Haag bij Gebr. Belinfante wordt uitgegeven.
In de jongste afleveringen van l)e Aarde en
haar Volken (uitg. H. D. Tjeenk Willink te
Haarlem) vindt men de schetsen en beelden uit
Zwitserland voorgezet, waarvan de tekst door de
teekeningen naar Calame niet weinig opgeluisterd
wordt. Tevens wordt er eene reis van Orenburg
naar Samarkand in beschreven, een opstel over
Columbia voortgezet en, uit Karl Emil Franzos'
Balb-Asten, het vreeselijke verhaal medegedeeld
van eene jacquerie in Podolië, ten tijde toen de
lijfeigenschap in Rusland nog niet afgeschaft was.
Het Leeskabinet (uitg. Gualth. Kolff, te Leiden)
gaat voort op den goeden weg der actualiteit,
waar wij het reeds meer dan eens begroet heb
ben. Ten bewijze noemen wij hier de pla
ten op, welke de jongste vier maandnommers
versierd hebben: het onderwijs-museum te Rot
terdam; het nieuwe stationsgebouw te Leiden;
het portret van wijlen dr. J. J. F. Wap; de por
tretten van de zes voornaamste leden van het
Rotterdamsche schouwburg-gezelschapmej. Beers-
mans, de heeren Van Zuijlen, D. en J. M. Haspels,
Rosier Faassen en Le Gras.
Behalve in de bijschriften dezer platen, wordt
ook in de overige bijdragen van het maandwerk
meer en meer de eisch der oorspronkelijkheid
gehuldigd. Van Loo, Van der Leeuw, Taco de
Beer, dr. Jan ten Brink, Henriquez Pimentel
treffen wij, nevens den redacteur D. F. van Heijst,
onder de medewerkers aan.
Het zwakste punt, ook vaD dit tijdschrift, is
zijn Bibliographisch alhum. Op den naam van
„critiek" kunnen de hierin voorkomende korte
aankondigingen nauwelijks aanspraak maken
Toch wordt er, zoo cursorisch weg, in geprezen
en gelaakt; maar de lof en de afkeuring zijn, in
de meeste gevallen, onvoldoende gemotiveerd en
niet genoeg uitgewerkt.
Dit is eene zwakke zij' van het Leeskabinet.
Maar in welk onzer Nederlandsche tijdschriften
de eerste niet uitgezonderd, vindt men tegen
woordig aan de letterkundige critiek eene haar
waardige plaats en, vooraleene haar
waardige behandeling toegekend
Ook Eigen Haard (H. D. Tjeenk Willink, te
Haarlem) is actueel. Daarvoor hebben wij het al
meermalen geprezen. Wat ons echter steeds met
verwondering vervult, is de rijkdom van stof
dien het weekblad, zonder buiten de grenzen van
ons land te gaan, weet te vinden. Om slechts de
laatst uitgekomen nommers te noemen, treffen
wij aanhet nieuwe gebouw der Kweekschool voor
zeevaart te Amsterdam; de vadeiiandsche schil
deres Thérèse Schwartze, door haar portret en eene
gravure naar een harer werken vertegenwoordigd;
prof. Buys Ballot over de internationale onder
zoekingstochten in de Poolstrekenhet jachtrijden,
dat in de laatste jaren onder onze liefhebbers der
edele rijkunst in eer is gekomen eindelijk de
veenkoloniën in Groningen, een sedert betrekkelijk
weinig jaren als 'tware nieuw geschapen wereldje
in ons kleine land.
Voegt men daarbij de vele schetsen, verhalen
en novellen, alle van Nederlandsche schrijvers, de
platen, meest naar werken onzer oudere en nieu
were kunst, de korte aan teekeningen, in welke
menige bijzonderheid uit onze geschiedenis, ons
volksleven, of uit het groote boek der uitvindingen
van onzen tijd wordt medegedeeld; dan komt men
tot de slotsom dat Eigen Haard zijn naam met
eero draagt en inderdaad een soort van ideaal
voor ons teekent, waarnaar ieder beschaafd Neder
lander, die het krachtige, rijke leven van zijn
tijd medeleeft, zijn eigen huiselijken kring zou
willen fatsoeneeren.
MINISTERIEELE DEPARTEMENTEN. Tengevolge
van zijne benoeming tot lid van den raad van
etate, eervol ontslag verleend uit zijne betrekking
van secretaris-generaal bij het departement van
koloniën aan den heer jhr. F. E. M. van Alpben
en de heer jhr. mr. H. van der Wijck, referen
daris bij het dep. van koloniën, benoemd tot
secretaris-generaal bij dat departement.
{Zie laatste berichten van gisteren
Rftthem, 17 Sept. De jaarwedde van den
hoofdonderwijzer alhier is onder nadere goedkeu
ring tot f 800 verhoogd.
De school voor Huisvlijt, te Sneek, eene
stichting van het A«&-departement mag zich
in uitstekenden bloei verheugen. Sedert hare
oprichting op 1 Jan. jl., werd zij bezocht door
37 betalende, 12 kostelooze leerlingen en 6 onder
wijzers en kweekelingen. De ontvangsten bedroegen
in het geheel f 508.40; de uitgaven f 417.87$;
batig saldo 88.52$.
De nieuwe cursus, met Septemberjl. aangevangen,
tolt 42 betalende, 12 kostelooze leerlingen en 3
hulponderwijzers. Het plan bestaat om ook een
cursus voor meisjes te openen.
Het geschenk, den hoogleeraar J. M. Scholten
te Leiden gisteren bij gelegenheid van zijn 40ja-
rig hoogleeraarschap door eenige vrienden en
leerlingen aangeboden, waarvan ook in het onder
onze Ingezonden Stukken opgenomen opstel van
den heer Koch melding wordt gemaakt, bestaat
uit eene zinnebeeldige voorstelling der theologie,
en is afkomstig uit de fabriek van den heer Van
Kempen te Voorschoten. Het stelt voor een
vrouwebeeld, den fakkel der verlichting in de
linkerhand omhoog houdende, en met de rech
terband de werken van Scholten: Be leer der
hervormde kerk en De vrije wü% op het altaar
van den godsdienst nederleggende. Aan de
voeten van de vrouw liggen kroon en schep-
ter, de teekenen harer vroegere heerschappij.
Achter haar de boekwerken van Spinoza, Leib
nitz, Copernicus, Newton, Von Humboldt en
Darwin, de groote geesten, aan wier haud de mo
derne theologie haar standpunt heeft ingeno
men. Het beeld staat op de rots der eeuwen,
waarop in verschillende vakken de theologische
stelsels van vroeger tijden symbolisch zijn voor
gesteld: Egypte, de Wet, Rome, en de Middeleeu
wen. Rondom de basis van het voetstuk staat
gegraveerd: Johanni Henrico Scholtengrali amid.
Op het zwart houten piëdestal staan de initia-
van den jubilaris en de jaartallen 1840—1880.
Het geheel is onder een stolp geplaatst.
De lijst met de namen der gevers is keurig
bewerkt naar een handschrift der zevende eeuw,
in zuiver Romaanschen stijl.
Axel, 16 September. De heer D. Niessen
W. Jz., predikant bij de Hervormde gemeente te
Giessen-Ondkerk en Peursum, heeft voor het
beroep naar hier bedankt.
Vllsstngen, 18 September. Door wijlen
mevrouw W. van der Os, geb. Abrabamse, zijn
nog de volgende legaten bemaaktf 1000 aan de
diaconie armen der N. H. gemeente, 200 aan de
kerkvoogdij der N. H. gemeente, f 200 aan da
Christelijke bewaarschool.
lêmdjUtt.
Aan do Soesche Ct. wordt uit Hansweert
medegedeeld dat de telegrafist aldaar geen enkelen
dag afwezig is geweest. Schipper A. Fontein,
van het schip De Goefy Y^W»ehi'nh 0 °P ZoB3