Het A N». 22( Middelhui feu: AARD DER UITGA YEN. Transport Kosten kohier plaatselijke be lasting inkomsten Conversiekosten oude ge meenteschuld Teruggaaf aan het rijk erf pachtsterreinen loskade Toelage uitgaaf verslag raads vergaderingen Uitkeering aan het rijk bij drage kosten rijkskweek school onderwijzers Totaal van de 4e afdeeling. hun 2e afdeeling. h h le afdeeling. Totaal van het 8e hoofdst, HOOFDSTUK IX. Onvoorziene uitgaven ter be strijding van onvoorz. behoeften en rampen VERZAMELING. Totaal van het Ie hoofdst. X N N 2e 1 h n 3e h nu 4e n N N N 5e N n un 6e n u nu 7e N Totaal der uitgaven VASTGESTELD GERAAMD VOOR 1880. VOOR 1881. Gl. Ct. 11,582.— Gl. Ct. 11,582.— 125. 125.— 16.06 <40. 16.06 100.— 300.— 100.— 12,148.06 4,475.45 31,639.20 9,829.25 11,848.06 5,008.78 30,278.— 22,182.17 58,091.96 69,317.01 1,346.58% 6,950.36% 89,271.— 4,020.50 23,139. 1.310. 38,637.50 2,001.- 8,101,20% 58,091.96 1,346.58% 97,522 4,380.50 27,782.— 1,372.— 38,647.50 2,070.— 8,526.69 69,317.01 6,950.36% 225,918.75 256,568.06% 1 BALANS. Inkomsten Uitgaven Waarschijnlijk batig slot - 225,918.75 15,918.75 Nihil. 256,568.06% 256,568.06% Nihil. 1) Het goed slot der rekening over 1878 werd, bij raads besluit vau 2 September 1879, vastgesteld op f 47,497.12% en door gedeputeerde staten van Zeeland, bij hunne be schikking van den 17 December daaraanvolgende, tot dat bedrag goedgekeurd. Van dat goed slot is, bij wijze van praelevement, op de sup- pletoire gemeentebegrooting voor 1879, by raadsbesluiten van den 21 Mei en 8 Augustus 1879, goedgekeurd door gedeputeerde staten van Zeeland bij hunne beschikkingen van den 30;31 Mei en 22/25 Augustus daaraanvolgende, overgebracht f 44,498.52, Van bedoeld saldo is alzoo nog beschikbaar gebleven eene som van f 2998.60%, hier in ontvang uitgetrokkeu. 2) Het totaal der inkomsten van de vaste eigendom men der gemeente, levert, in vergelijking met de voor 1880 geraamde som, eene vermindering op van f 160.10, welke vermindering is ontstaan door vervallen pacht van het gedeelte grond der oude haven, gebezigd tot vergroo- tiug der gemeentebegraafplaats en minder opbreDgst van verpachte landerijen. 3) Gelijk in vorige jaren, wordt voor de intrest-bere kening tot maatstaf genomen eene rente van 4% pet. bij de onmogelijkheid om reeds nu met eenige juistheid het bedrag van het uit te keeren dividend te kunnen ramen. Het laatste dividend heeft f 50 per aandeel bedragen. Krachtens raadsbesluit van den 19 November 1879 zijn 18% aandeelen verkocht en is de opbrengst daarvan ge bezigd voor eene buitengewone aflossing der geldleening van 1871, oorspronkelijk groot f 200,000. 4) De hefling der opcenten op de grondbelasting ge schiedt krachtens raadsbesluit van den 11 Oct. 1865, goed gekeurd hij koninklijk besluit van den 27 Oct. daaraan volgende, no. 54. De raming der opcenten is volgens de opbrengst der grondbelasting over 1879. Die op de gebouwde eigendommen bedragen f 48.36%, die op de ongebouwde eigendommen f 0.67% meer dan ten vorigen jare. 5) De heffiDg der opcenten op de personeele belasting heeft plaats volgens raadsbesluit van den 20 October 1875, goedgekeurd bij kon. besluit van den 9 Nov. 1875, no. 3. In de rekening over 1881, het jaar dezer begrooting, zullen verantwoord moeten worden 4/12 van de opcenten op de rijks personeele belasting over het dienstjaar 1880/81 en 8/12 van die over 1881/82. Voor de raming (lier sommen wordeD, gelijk tot dusver, de kohieren over het 30 April 1880 gesloten dienstjaar genomen. Deze beloopen in hoofdsom f 64,006.87% of f 1034.18 meer dan in het daaraan voorafgaande jaar. 50 opcenten hiervan bedragen de uitgetrokken som van f 32,003.43% of f 517.08% meer dan op de gemeente begrooting over 1880 in ontvang is geraamd. liet totaal van al de opcenten te zamen geeft, in ver gelijking met die begrooting, eene vermeerdering van f 566.12%. 6) De voorgedragen som is gelijk aan het voor 1880 geraamd bedrag. De heffing geschiedt volgens verordening van den 17 November 1871, gewijzigd bij raadsbesluiten van den 27 October 1871, no. 31, en van den 17 December 1877, no. 16. 7) De heffing dezer gelden heeft plaats volgens de ver ordening van den 1856, goedgekeurd bij ko- l December ninklijk besluit van den 30 Januari 1857, no. 52. Daar de opbrengst over het eene jaar met het andere veel verschil oplevert, is daarvoor de gemiddelde opbrengst over de vijf laatste jaren ah maatstaf genomen, te zamen bedragende/15,208.63 j alzoo gemiddeld per jaarƒ3041,75. De opbrengst in 1879 splitst zich als volgt: jaarmarkt ƒ943.14; vvekelijksche en dagelijksche markten ƒ2185,13, vleeichhal 216, vischmarkt 6. Totaal 3350.27. 8) De heffing dezer gelden geschiedt volgens de ver- ordening van den goedgekeurd bij ko- ninklijk besluit van den 31 Mei 1870, no. 17. Daar de opbrengst der begrafenisrechten, afgeschei den van den meer of minderen afstand van grafruimten op de gemeentebegraafplaats, zeer uiteenloopt, is, gelijk ten vorigen jare, daarvoor het gemiddeld bedrag van de vijf aan deze begrooting voorafgaande afgesloten dienst jaren als raming genomen. Zonder het bedrag der overgedragen grafruimten, bedroeg die opbrengst 7583.05 of gemiddeld per jaar ƒ1516.61. Het bedrag der over te diagen grafruimten kan begroot worden op f 100 's jaars, alzoo to zamen J 1616.61. Voor 1880 bedroeg de raming f 1666.40. Volgens art. 4 van het besluit tot hefling is met 1 Ja nuari 1881 door de eigenaars van gemetselde en van aarden met zerken gedekte graven, voor zoover deze niet gesloten en bij de gemeente in onderhoud overgegaan zijn, verschuldigd de vijfjarige vergoeding voor de kosten van onderhoud dier graven. Naar het aantal daarvan zal dit f 514 kunnen bedragen, te weten: voor gemetselde graven f 336, voor aarden graven met zerken f 178. Deze gelden zijn evenzeer in uitgaaf verantwoord, name lijk onder art. 5 der tweede afdeeling van het Ille hoofdstuk. In 1876 bedroeg deze bydrage f 492. Voor het gymnasium is het aantal leerlingen be groot op 40, waarmede vermoedelijk de cursus 1880/81 zal aanvaugen. Tegen een schoolgeld van f 100 maakt dit f 4000 of f 400 meer dan ten vorigen jare. Het aantal leerlingen, die de met 1 September 1880 te openen middelbare school voor meisjes met vyfjarigen cursus zullen bezoeken, was bij het opmaken dezer be- grootiug nog niet met j'uistheid bekend. Men heeft zich gehouden aan de raming bij het besluit tot oprichting dier school, zijnde een 50tal, tegen een schoolgeld van f 50. Voor de burgeravondschool is als maatstaf genomen de opbrengst der schoolgelden over 1879. Eveneens voor de scholen C, D en E (vroeger F, B en C), terwijl voor de school voor meisjes, hoofdonder wijzeres mej. Achille9, gevolgd is de opbrengst gedurende het eerste halfjaar 1880, daar door toename van het aantal leerlingen, vooral wegens de opheffing der bij zondere school van den heer De Nood, de opbrengst gedurende 1879 als roming voor 1881 te laag is. Op de opbrengst der schoolgelden zal eenigermate van invloed zijn de bij raadsbesluit van den 14 Juli 1880 voor de lagere scholen vastgestelde korting van 25 pet. voor het tweede en de volgende kinderen, indien twee of meer kinderen uit een gezin gelijktijdig eene zelfde school be zoeken. Voor de bewaarschool en de gymnastiekschool is de opbrengst in 1879 als raming gevolgd. Het bedrag op laatstgenoemde school kan iets lager zijn, door den over gang van eenige meisjes-leerlingen naar de middelbare school voor meisjes, alwaar de gymnastiek onder de aldaar onderwezen wordende leervakken is opgenomen. 10) Gemiddeld bedrag van de vijf aan deze hegrooting voorafgaande afgesloten dienstjarenzijnde te zamen f 1336.49%, dus gemiddeld per jaar f 267.30. Voor 1880 is f 236.64 uitgetrokken. De heffing geschiedt volgens raadsbesluit van den 23 Augustus 1870, goedgekeurd bij koninklijk besluit van den 23 September daaraanvolgende, no. 10. 11) f 375 hooger dan ten vorigen jare, tengevolge van de 27 Februari 1880 gehouden nieuwe verpachting. De verpachting van het recht tot het ophalen van den heer en het reinigen der rioolputten en slede goten, he nevens het recht tot het ophalen van de a9ch en vuilnis, loopt over 7 jaren, eindigende 30 April 1887. Pachter W. Daniëlse. 12) Aan deze gemeente is van rijkswege, (het eerst voor het jaar 1879, hij koninklijk besluit van den 31 December 1879, no. 40), toegekend een subsidie tot het bedrag van de helft der zuivere kosten van het gymna sium. Bij schrijven van den 16 Januari 1880 heeft de minister van binnenlandsche zaken te kennen gegeven, dat, met 1880 en vervolgens, het onderhoud der gebouwen, in gebruik voor gymnasia, voor rekening van de gemeen tebesturen moet blijven en alzoo niet in rekening gebracht mag worden voor de becijfering van het bedrag van het rijkssubsidie, omdat coutröle van staatswege op de uitgaven betreffende de gebouwen uiterst moeilijk is en de regeering het oordeel over de noodzakelijkheid daarvan moet overlaten aan de gemeentebesturen. De kosten van het gymnasium kunnen voor 1881 be rekend worden als volgt: jaarwedden van de leeraren, den amanuensis bij het onderwijs in de scheikunde en den concierge f 19,210. voor hulpmiddelen bij het onderwijs enz. 300. vuur en lichtf 270. voor het schoonhouden der lokalen 150. voor onderhoud der schoolmeuhelen (oor spronkelijke raming) bureaukosten van het college van cura toren en onvoorziene uitgaven 400.— 180.— Totaal der kosten f 20,310. Schoolgeld van 40 leerlingen a f 100 ieder4000. zoodat de zuivere kosten zijn f 16,310.— De helft hiervan bedraagt de in ontvang geraamde som van f 8155, als rijks subsidie. 13) Bedrag van het van rijkswege verleend jaarlijksch subsidie voor de 1 September 1880 te openen middelbare school voor meisjes met vijfjarigen cursus. 14) Volgens art. 45 der wet tot regeling van het lager onderwijs, van den 17 Augustus 1878, (Staatsblad no. 127), zal door het rijk over elk dienstjaar aan de gemeente dertig ten honderd worden vergoed van het be drag der kosten voor het lager onderwijs omschreven in artikel 44. Naar aanleiding eener circulaire van gedeputeerde staten van Zeeland, van den 13 Augustus 1830, no. *oso bis 5, moeten al de uitgaven voor dat onderwijs, in de le af deeling van het VlIIe hoofdstuk worden omschreven, gesplitst als bij die circulaire is aangegeven, behalve de jaarwedden der onderwijzers, die in de 2e afdeeling van het Ie hoofdstuk hare plaats vinden. Deze jaarwedden zullen over 1881 bedragen f 27,020.— De verdere kosten, vermeld als boyen 16,335.17 Te zamen f 43,355.87 waarvan 30 ten honderd bedraagt de op de hegrooting in ontvang gebrachte vergoeding. 15) De tijdelijke door tusschenkomst van de associatie- kas te Arasterdam in beleening of prolongatie uitgezette som van f 10,000 is benoodigd; ten einde uit die gelden aan het rijk te betalen de bijdrage in de kosten van den bouw der leerschool bij de kweekschool voor onderwijzers, verschuldigd binnen drie maanden, nadat de nieuwe leer school in gebruik zal zijn gesteld. In uitgaaf verant woord onder art. 2, afdeeling 1, hoofdstuk VIII. 16) By de behandeling der verschillende verordeningen, regelende het lager onderwijs in deze gemeente, overeen komstig de bepalingen der wet van 17 Augustus 1878 (Stbl. no. 127), is ook besloten tot den bouw van een nieuw schoollokaal voor kinderen van onvermogenden (B) begroot op f 30,000. Tevens zullen de tegenwoordige scholen achter de Bree en in den Lange Delft (A en C) belangrijke verbeteringen en uitbreidingen moeten onder gaan, waarvan de kosten geraamd zijn op f 12,000. Het gezamenlijk bedrag ad f 42,000 zal moeten bestre den worden uit eene daarvoor te sluiten geldleening. Bij de behandeling der begrootiug door den gemeente raad, kunnen zoowel de plans voor bedoelden aanbouw en verbouwing, als ook dat der daarvoor te sluiten leening nader geregeld worden, en het bedrag van een en ander, zoowel in ontvang als in uitgaaf, op die hegrooting ge bracht worden. In afwachting daarvan is de te sluiten leening voor «memorie" uitgetrokken. Mocht besloten worden tot een en ander in 1881 over te gaan, dan zal de hiervoren vermelde vergoeding met 30 pet. van het bedrag der te sluiten leening moeten verhoogd worden. 17) Alleen uitgetrokken om, bij eventueele verkoop van boomen, daarvoor een post op de begrooting te hebben. 18) Vergoeding voor het uitgraven van grond in de oude haven, ten behoeve der steenbakkerijen van de naam- looze vennootschap Nijverkeids-vereeniging en van de Suzanna Johanna, eigenaar de heer J. F. Fak Brouwer, berekend ad f0.25 voor iedere stère. De uitgetrokken som is gelijk aan hetgeen door beide steenbakkerijen over 1879 is betaald, namely k f140 door eerstgenoemde en f 437.50 door de andere inrichting. 19) Dit artikel levert, bij vergelijking met de krach tens raadsbesluit vaa den 20 April 1880 van dat dienst jaar gewijzigde hegrooting, een verschil op in meer van ad f 8385. Om tot een vergelyldng te komen van het voor 1881 voorgedragen bedrag ad f 54,875, moet daarvan afgetrok ken worden f 700 toelagen voor een of meer kweekelin- gen, en f 200 id. aan de onderwijzers, belast met het herhalingsonderwys, welke beide sommen niet meer onder deze zyn verantwoord, blijft dus f 53,975. Voor 1881 'is geraamd f 62,360, Verschil in meer alzoo f 8385. In dit verhoogd cijfer deelt voor eene niet onbelangrijke som de middelbare school voor meisjes met vyfjarigen cursus, waarvoor de jaarwedden yan het onderwijzend personeel f 5500 meer bedragen, dan die voor de opge heven school A voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes. De jaarwedden der leeraren bij het gymnasium zijn onveranderd gebleven. Alleen is voor 1881 niet uitge trokken de jaarwedde (f 100) voor een leeraar in de Hebreeuwsche taal, waarin gedurende den cursus 1880/81 geen onderwijs zal gegeven wordeD. Daarentegen is onder deze verantwoord, f 60, als belooning aan II. Koolwijk, amanuensis bij bet scheikundig onderwijs, hem toegekend hij raadsbesluit van den 17 December 1879. Het getal onderwijzers bij de lagere seholen en de hun uit te keeren jaarwedden zijn voorgedragen, gelijk die bij raadsbesluit van den 14 Juli 1880 ziju geregeld, in over eenstemming met de voorschriften der wet van 17 Au gustus 1878 (Stbl. no. 127). Voor jaarwedden van het onderwijzend personeel op de verschillende lagere scholen is uitgetrokken: Voor 1880. Voor 1881. (Gewijzigde begrooting.) School A, hoofdonderw. P. G. de Jager f 8000 f 6725 B,memorie memorie C, hoofdonderw. L. de Man8050 6950 D, hoofdonderw.S. II.VV. Klaar* 2650 2550 E, hoofdonderw. J. van Sluijs 5170 5220 u hoofdonderw. A. M. B. Achilles 3150 3050 Tezamen f 27,020 f 24,495 Om eene juiste vergelijking tusschen beide cijfers te kunnen maken, moet het bedrag voor 1881 verminderd worden met f 500, uitgetrokken als jaarwedden voor de met het gymnastiek-onderwijs op de scholen A en C belaste onderwijzer en onderwijzeres, met welk bedrag de jaarwedden van dezen bij de gymnastiekschool zijn ver minderd. Van het bedrag over 1880 moet worden afgetrokken f 200, als toelage aan de onderwijzers, belast met het herhalingsonderwijs, voor 1881 onder eene afzonderlijke rubriek gebracht. Het verschil blijft dus in meer f 2925. Hierbij mag evenwel niet onopgemerkt blijven, dat de jaarwedden van enkele onderwijzers toch met 1881 eene kleine vei hooging, zouden hebben moeten ondergaan, op grond van de raads besluiten van den 16 Mei en 17 Augustus 1877, waarbij de bezoldiging afhankelijk is gesteld van den leeftijd der titularissen, bet bezit eener akte als hoofdonderwijzer of hoofdonderwijzeres, en den tijd dien zij met die akte aan de openbare scholen hier of elders zijn werkzaam geweest Het totaal der jaarwedden vindt zyue verhooging in. a. middelbare meisjesschool met vijfjarigen cursus f5500; b. de lagere scholen f 2925, te zamen f 8425. Af ver mindering bij het gymnasium f 40, blijft meer f 8385. 20) Deze post is f 360 hooger dan de raming voor 1880. Het ameublement van de vergaderkamer van het dage- lijksch bestuur, tevens van den burgemeester, vereischt noodzakelijk vernieuwing, waarvoor f 250 beschikbaar is gesteld. Voorts is het wenscheiijk in de bovenlokalen van het raadhuis een extincteur te plaatsen, waarvan de aankoop f 110 vordert. 21) De in deze afdeeling voorkomende posten hebben, in vergelijking met de hegrooting voor 1880, geene wijzi ging ondergaan en behoeven geene toelichting, In verband met de onlangs plaats gehad hebbende tien jarige volkstelling zullen de bevolkingsregisters moeten vernieuwd worden. Het tijdstip daarvan hangt af van de daarvoor van regeeringswege te verstrekken voorschriften. Mocht die vernieuwing niet in 1880 geschieden, dan zal art. 5 dezer begrooting daarvoor moeten verhoogd worden. 22) Het meestal voor kosten van gewoon onderhoud der gemeentewerken beschikbaar gesteld bedrag van f 17,000 is moeten overschreden worden, zal in het hoogst noodige kunnen voorzien worden, nu uit bedoelde som jaarlijks f 600, of misschien meer, moet beschikbaar gesteld wor den voar onderhoud van de leidijken van het afgesneden havenkanaal, de jaarlyksche uitkeering aan het armbe stuur voor het schoonhouden der straten en pleinen met f 250 is verhoogd, en het, onderhoud van het straat werk, na de nieuw gehouden openbare aanbesteding, f 500 's jaars meer vereischt. Behalve dit laatste zijn of worden aanbesteedhet Iood- gieterswerk, het schoonhouden der vesten en verder alle zoodanige buitengewone vernieuwingen of herstellingen, welke daarvoor vatbaar zijn. Het vaste personeel der fabrikage is onveranderd ge bleven. De bij dit artikel onder de letters a—f uitgetrokken cijfers leveren bet volgende verschil op met die voor 1880. a. Openbare gebouwen. Hiervoor is f 154 minder ge raamd dan op de vorige begrooting. Met het gedeeltelijk vernieuwen van draagbouten en bengels aan de klokken van het klokkenspel op den abdijtoren moet noodzakelijk voortgegaan worden. Hiervoor is eene som van f 715 beschikbaar gesteld. Het wordt gevaarlyk geacht daar mede langer te wachten en die uitgaaf bijv. over twee jaren te verdeelen. "Wegens deze belangrijke uitgaaf moet eene reeds sedert jaren wenscheiijk geachte vernieuwing van de marmeren bevloering in den beneden achtergang van het raadhuis, waarvan de kosten op f 1100 begroot worden, voor alsnog onuitgevoerd blijven. In de 9tad9werkplaats moeten aan eenige gekraakte moerbindten versterkingen aangebracht en 40 M3 zolder vloer geheel vernieuwd worden, te zamen begroot op f267. Het overige van den post strekt verder voor gewone herstellingen aan gemeente-eigendommen. b. Haven- en Icanaalwerken. Gelijk reeds biervoren is aangemerkt, wordt andermaal f 600 beschikbaar gesteld voor onderhoudskosten der dijken van het afgesneden gedeelte van het oude havenkanaal, onder deze uit getrokken. De pogingen, aangewend om den uit de haven van Veere te baggeren grond kosteloos, of althans tegen eene geringe vergoeding, door den aannemer der havenwerken te doen storten in het achterste gedeelte van bedoelde oude haven en de aanslibbing op die wijze te bevorderen, hebben nog geen gunstig gevolg gehad. Op sommige plaatsen vorderen de hardsteenen dekzerken der kaaimuren vernieuwing, waarvoor f200 is geraamd. Het totaal cijfer is f 210 meer dan op de laatste begrooting. c. Bruggen. Ook dit onderdeel van artikel 1 is hooger geraamd, ten bedrage van f 259. Behalve eene nieuwe rijvoering vordert de Spykerbrug eene gedeeltelijke vernieuwing van het onderdek en her stelling van dc leggers en sluitbalken, gezamenlijk eene uitgaaf van f 600. Van de voetbrug over de spoorbaan moeten dertien treden benevens een gedeelte van het dek vernieuwd worden. Het gewoon onderhoud der bruggen onder eigen beheer blijft zeer voldoende uitkomsten opleveren. d. Riolen. In dit onderdeel, f 130 hooger dan voor 1880,komt eene buitengewone uitgaaf van f200 voor, ten behoeve van het verlengen van de verdediging in den rioolwatergang achter den inlaatduiker, met Door- niksche of hardsteenen glooiing op puin. e. fVegen. Tengevolge van de hoogere aannemingssom voor het verleggen van het straat- en klinkerwerk is alleen daardoor deze afdeeling met f 500 verhoogd moeten worden. De wijze waarop dit than9 wordt uitgevoerd, billijkt alleszins zoodanige verhoogde uitgaaf. f. WandelplaatsenOnder dit bedrag is begropen de aankoop van 70 M3 grint voor de singels en van eene gelijke hoeveelheid ballast of grintzand voor de wande lingen, tot een gezamenlijk bedrag van f 413. De wyze van onderhoud blijkt voortdurend zeer voldoende te zijn. Deze post is f 109 hooger dan ten vorigen jare, wegéns eene noodzakelijke vernieuwing van de houten bekleeding der openbare pompen op de Hoogstraat en in de Korte Gortstraat. 25) De werkzaamheden aan het raadhuis zullen zich iu 1881 hoofdzakelijk bepalen tot herstelling van den voorgevel. Aan de sedert 1854 tot heden, alzoo gedurende een tijdvak van 26 jaren, voor het raadhuis, behalve de kosten van gewoon onderhoud, jaarlijks beschikbaar gestelde som van minstens f 1000, heeft men het te danken, dat de reeds in zeer vervallen toestand verkeerende gothische voorgevel, de koertoren, uitgestrekte daken enz. eene niet onbelang rijke restauratie hebben oudergaan en in menig opzicht in soliditeit en uiterlijk aanzien zijn verbeterd. lntusschen bestaat er mogelijkheid, dat binnen een niet ver verwijderd tijdstip de noodzakelijkheid zal blijken van eene zeer kostbare herstelling, misschien gedeeltelijke vernieuwing van den grooten toren, eene uitgaaf, die de financieele krachten der gemeente zou overtreffen. Hierop is reeds in Mei 1879 de aandacht der regeering gevestigd, met verzoek het Middelburgsch raadhuis op te nemen in de lijst van die gehouwen, voor welker onder houd en instandhouding, uithoofde van huune oudheid kundige of kunstwaarde, een rijkssubsidie kan worden verleend, wanneer daarvoor de middelen der gemeente ontoereikende mochten zyn. Tot heden is daarop evenwel nog geene beslissing genomen. Tot vergrooting der gemeentebegraafplaats heeft den 12 Juli 1880 de aanbesteding plaats gehad eener verhooging van het gedeelte der oude haven, grenzende aan die begraafplaats, met grond voortkomende uit de te graven waterleiding, alsmede van eenige andere daarmede in verband staande werkzaamheden, tot een bedrag van f 6200. Daarvan zal f 5000 bestreden worden uit de begrooting voor het dienstjaar 1880, de overschietende f 1200 uit die voor 1881. Do overige nog uit te voeren werken, hoofdzakelijk bestaande uit het in orde brengen van het terrein, de afrastering, het plaatsen van een ijzeren toeganghek, waarvoor een der voormalige barrièrehekken zal gebezigd worden, zullen met de beplanting en het aanbrengen van eenige zitbanken eene nitgaaf vorderen van f 2375, hetgeen met de overblijvende f 1200 den voorgedragen post uitmaakt. Daar in 1880 geene nieuwe straatksien of klinkers zyn of zullen worden aangekocht, bestaat hieraan groote behoefte. Met de voorgedragen som voor klinkers zal met de bestrating van de Burcht en Gravenstraat worden voortgegaan. Deze post wordt hier gebracht ingevolge bet raads besluit van 1871, waarbij is bepaald dat voor de nieuwe bedekking der graven de gelden zullen besteed worden, die iedere vijf jaren door de eigenaren van grafruimten worden betaald. Dezelfde som van f 514 komt in 2 der tweede afdeeling van bet derde hoofdstuk der ont vangsten voor. 24) De eerste aflossing dezer leening, tot een bedrag van f 2000, moet den 1 Juli 1881 plaats hebben. Bij het plan der leening was laatstgemelde dagteekening daarvoor aangewezen, op grond dat in 1881 de aflossing zou ophouden der schuld van de gemeente aan het rijk voor het havenkanaal, ad f 2000 's jaars, zoodat de lasten der gemeente geene verandering dan alleen voor de rente behoeven te ondergaan. Dit was evenwel minder juist, daar de laatst9te termijn dier schuld ad f 2000 eerst in 1881 vervalt. Bij de vaststelling van den aflossingstermijn schijnt er niet op te zijn gelet, dat bij de vermelding van het nog verschuldigde bedrag dier schuld, iu de memoriën van toelichting der verschillende gemeente - begrootingen, de ter aflossing voorgedragen som nog moest gevoegd worden bij dat bedrag, daar die gelden bij de vaststelling der begrooting nog niet waren uitbetaald. 25) Blijkens eenen brief van den minister van finan ciën van 24 November 1858 medegedeelden staat, bedroeg het overschot in het aandeel der gemeente ad f 600,000, van het in der tijd voor de havenwerken verstrekt voor schot van één millioen gulden, nog eene som van f 52,538.62. Daarop werd sedert 1856 jaarlijks f 2000 afgelost, zoodat, na voldoening van de thans voorgedragen som, het ver schuldigde alsnog f 538.62 bedraagt. Eene in den loop dezes jaars met de regeering gevoerde briefwisseling leidde, op grond van eene naar het inzien van burg. en weth. geheel verkeerde becyfering van het bedrag der schuld en het daarvan afgeloste, tot andere financieele uitkomsten, waaromtrent nadere inlichtingen worden ingewacht. 26) Deze post is verhoogd met f 111.33% voor het aandeel der gemeente in het aan den gewezen hulponder wijzer C. Kamermans bij koninklijk besluit van den 4 Juli 1880, no. 13, toegekend pensioen van f 334. Het is echter minstens genomen twijfelachtig, of de gemeenten, krachtens de nieuwe wet op het lager onderwijs, voortaan eenig aandeel te betalen zullen hebben in pensioenen van onderwijzers bij het lager onderwijs. 27) Ten gevolge van het door den minister van bin nenlandsche zaken te kennen gegeven verlangen, om de kosten van het lager onderwijs geheel afzonderlijk in uitgaaf te brengen, heeft deze afdeeling eene belangrijke wijziging ondergaan. In afwachting der door gedeputeerde staten van Zeeland toegezegde wijziging der modelbegrooting, zijn de hier onder de letters ad aangegeven rubrieken thans uitslui tend gebezigd voor het hooger en middelbaar onder- wys, e voor die inrichtingen, van welker kosten door het rijk geene vergoeding aan de gemeenten wordt uit gekeerd. In deze afdeeling behoorden afzonderlijk te worden opgenomen de verschillende rubrieken der uitgaven voor het lager onderwijs, doch daar deze ten getale van dertien zyn, is hiervoor in de modelbegrooting geene plaatsruimte beschikbaar. Zij zijn alzoo slechts in massa uitgetrokken onder art. 2 dezer afdeeling en nader gesplitst in een hij de memorie van toelichting behoorenden staat. 28) Het subsidie aan het burgerlijk armbestuur uit de gemeentekas wordt f 1500 lager voorgedragen, dan voor 1880 is toegestaan, hoofdzakelijk een gevolg van de verlaging van het tarief voor de verplegingskosten van armlastigen in het gasthuis, en door vermindering van het cijfer voor bedeelingen in geld enz. 29) Het bedrag der wachtgelden is verhoogd met f 533.33 voor wachtgeld aan den hulponderwijzer A. Cense, hij de opheffing der school A voor gewoon en meer uit gebreid lager onderwijs voor meisjes. 30) Daar het wachtgeld aan W. G. van Swers by raadsbesluit van den 30 October 1878 slechts is verleend tot zijne- pensioneering als gewezen hoofdonderwijzer en hij met 1881 daarvoor in aanmerking komt, zal hy van dezen staat moeten worden afgevoerd en het bedrag van de bijdrage in zijn pensioen moeten gevoegd worden bij dat der overige onderwijzers. In afwachting van het deswege door den gemeenteraad te nemen besluit is zyn wachtgeld voorloopig hier in uitgaaf gebracht. 31) In afwachting van het te nemen besluit omtrent dc wijze van exploitatie der met 1 Januari 1881 van de concessionarissen der straatverlichting, Wolterbeek, Van Baggen Co., overgenomen gasfabriek, is hier voor de straatverlichting hetzelfde bedrag in uitgaaf gebracht als voor 1880 en vorige jaren. In 1879 is voor de straatverlichting uitgegeven f 8964.40. Ml Hoof Te Kotterdam welke op zeer vera der kontante betali te bevorderen, en leveranciers, die waren kontant bet*; over hebben van korting op alles korting wordt dooi f 50 aan bons, wel, men, 2.50 in har butie en het "bedra kapitaal der vereen toezicht van com beleggen mag. De leden-winkeli die zij aan de vere pons hebben betaald bedrag, die vroeg betaald wordt, beu tigdheid in de win| 4 pet rente van Wat de kontant den zich tot niet weinig kontant ontvangen voor eeniging aanschafl waarop het bedragr; staat. Telkens w tot een bedrag var zij die inwisselen, agent der vereeni van f 50. Deze algemeene binnen een tij dvak x terugbetaald. Kon wijze koopen, dan men uitgegeven he echter eene zoo m and geschonken bons terugbetaalc kindskinderen of Dit voordeel eeuwigheid. Daar de gelegenheid om om te zetten, geven aan soliede Betaling aan te wj assurantie, levenst kan bijvoorbeeld jaar f 950 a kont Tereeniging, voor z 3G GEDRUKT BIJ DE GEBROEDERS ABRAHAMS TE MIDDELBURG. de schrij HOi EEN „Neéfl, burg( halen, als het doel slechts een kind!" Edmée verbeeld geheel onbekend v een jongmensch m met een portefeuille zeer eenvoudig ge geen sporen van uiterste republikeij Hij sloeg haar c doch eensklaps he op zachten toon: hebben elkaar oj moet." jHoe is het

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 6