N#. 216
1880
123* Jaargang;
Maandag
13 September.
Middelburg 11 September.'
Werklieden-pensioen.
Benoemingen en besluiten.
Onder wij s.
MIDDELRURGSCHE COllRAOT.
Dit blad verschijnt dagelijks}
met uitzondering van Zon- en Feestdagen}
Prijs per 8/m. franoo 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent!
Advertentlen: 20 Oent per regell
Geboorte-; Trouw-; Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,60
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte!
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité g. L. Daubb Cie. te Parijs Londen, Frankfort a. M., Berlijn Weenen, Zurich enz.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
Met belangstelling hebben wij, voor eenige
maanden, kennis genomen van het rapport,
door afgevaardigden van vier bekende vereeni-
gingen uitgebracht over de oprichting van een
pensioenfonds voor werklieden. Dadelijk rezen
echter bij ons eenige bedenkingen. Aan
moed om die uit te spreken beeft bet ons,
ronduit gezegd, tot dusver ontbroken. Rap
porteurs toch waren de heeren mr. N. Cl.
Pierson, mr. H. B. Greven, mr. J. H. Scbober,
P. Smidt van Gelder, B. H. Heldt, A. Post,
H. J. C. de Charro en H. Boers, mannen die
eene door ben aanvaarde opdracht niet dan
met ernst en grondige kennis zouden uitvoeren.
Bezwaren te opperen tegen hetgeen door hen,
met een doel waarvoor wij sympathie koes
terden, werd voorgesteld, kostte ons eenige
aarzeling. De onderstelling lag voor de band
dat hetgeen ons voor den geest kwam, ook
hun niet vreemd gebleven kon zijn. Ook be
stond de mogelijkheid dat wat ons onvolledig
of onduidelijk in hun arbeid voorkwam, bij
de openbare gedachtenwisseling opgehelderd
zon worden. Doch deze verwachting heeft
zich, althans op de algemeene vergadering der
Mij. tot Nut van 't algemeen, niet verwezen
lijkt.
Thans eehter heeit de heer Goeman Bor-
gesius, in het Septemher-nommer van de
Vragen des Tijds, eene studie geplaatst over
het pensioen-vraagstuk voor werklieden in
Jt algemeen en daaraan een naschrift toegevoegd,
waarin hij eenige bedenkingen oppert tegen
het voorstel der commissie. Die bedenkingen
zijn, voor een deel, ook de onze. Wij vinden
dus in zijn optreden aanleiding om ook onze
bezwaren te doen kennen, in de hoop dat door
deze tegenspraak eene wederlegging geboren
moge worden, die, wij zouden niets liever
wenscben, moge doen uitkomen dat wat
ons uiterst moeilijk, om niet te zeggen onuit
voerbaar, en daarenboven minder wenscbelijk
voorkomt, inderdaad zeer wel voor verwezen
lijking vatbaar is.
Het nut van een verzekerd pensioen voor
den werkman, staat meenen wij vast. Wij
zouden, om dat te betoogen, slechts moeten
naschrijven wat de commissie kort, kernachtig
en duidelijk gezegd heeft. Het gemis van een
verzekerden ouden dag is een kwaad, dat den
oppassenden werkman als een Damocles-zwaard
zijn leven lang boven 't hoofd hangt en den
lichtzinnige vaak tot plichtverzuim verleidt.
Een pensioenfonds of eene maatschappij van
levensverzekering oprichten, is echter geen
zaak van gevoel of bespiegeling, maar van
wiskunde. Men moet weten in welke verhou
ding de levens- en de sterftekansen tot elkaar
staan, teneinde te kunnen berekenen tot welken
prijs het fonds aan zijne verzekerden, bij het
hereiken van zekeren leeftijd, zeker jaarlijksch
inkomen zal kunnen toekennen. Men moet
kunnen nagaan of deze prijzen binnen de be-
taalkracht vallen van hen, onder wie het fonds
zijne deelnemers zal moeten vinden en uit
deze optelling, in verhand tot andere gegevens
van niet uitsluitend financieelen aard, kunnen
ramen of het aantal van hen, die deze bij
drage zullen kunnen en willen betalen, groot
genoeg zal zijn om aan de ouderneming levens
vatbaarheid en soliditeit te verzekeren.
Omtrent deze punten laat het rapport ons
echter in 't duister. Het bevat geen enkel
farief, geeq overzicht der werkloonen in Neder
land, geen statistiek van levens- en sterfte
kansen in den werkliedenstand.
De heer Borgesius neemt aan, dat het ont
werpen van tarieven misschien geheel buiten
de taak der commissie gelegen heeft. Maar
het is, in verband tot de andere statistieken
die wij noodig achten, het onmisbare punt van
uitgang der geheele zaak. Niet alsof wij gelooven
zouden dat de bekwame en ervaren mannen,
die het rapport opgemaakt hebben, niet zonden
weten dat degrondslag van een pensioenfonds ge
legen is in zijne op wiskunstige basis berustende
tarievenmaar omdat alleen uit de cijfers, die
wij missen, meer dan uit iedere bespiegeling
of redeneering zou kunnen blijken in hoeverre
de Nederlandsche werkman zich de „weelde,"
men verontschnldige de bittere ironie van het
woord, van een financieel vezekerden ouden
dag kan veroorloveu.
Men loopt gevaar, door het gemis van op
gaven in cijfers, zonderlinge voorstellingen te
doen geboren worden. Er zullen goedgezinde
lieden zijn, die te goeder trouw zullen denken
„Ja, welk een zegen zal het zijn voor den werk
man wanneer hij, door een kleinigheid op zijde te
leggen, éen dubbeltje, desnoods twee, drie dub
beltjes in de week, zich kan vrijwaren voor
het schrikbeeld van op zijn ouden dag in het
armhuis het brood der liefdadigheid, of bij
zijne, zelf behoeftige, kinderen het brood der
genade te moeten eten. Laat ons die goede,
die wensehelijke zaak met al onze krachten
ondersteunen
Jammerlijke, in dit geval misschien verder
felijke, illusie! De waarheid is, dat eene goede
levensverzekering-maatschappij met hare prij
zen d n n r is, en, wil zij tegen kwade kansen
en misrekening gewaarborgd zijn, duur moet
zijn, vooral duur moet beginnen. De heer
Borgesius geeft in zijne studie Kapitaal en
Arbeid op, dat de Pransche pensioenkas, die als
rijks-instelling geen winst behoeft te behalen,
dertig jaren lang eene bijdrage van ongeveer
80 cent per week vordert, om aan den verze
kerde op 55jarigen leeftijd eene lijfrente te be
zorgen van ziz f 375 indien hij niets behoeft
na te laten, of van 265 indien hij aan
zijne erfgenamen bij zijn dood het recht wil
doen behouden op een kapitaaltje van 1300.
De heer B. noemt dit tarief echter hoog en
berekent, naar gegevens die hij niet mededeelt,
doch welke wij gaarne als juist aannemen, dat het
storten van 30 k 35 cent per week voldoende
moet zijn om aan iemand, die op zijn 20s jaar
begint, op zijn 60" eene lijfrente van f 250 te
verzekeren. Of hierbij ook verzekering van
een deel van het kapitaal bij overlijden in
aanmerking genomen is, geeft de schrijver
niet op.
Ziehier dus het vraagstuk, onder zijne, naar
wij meenen, gunstigste termen. Gegeven een
jongman, die op zijn 20' jaar met sparen aan
vangt en zijn leven lang onafgebrokenermede
kan en wil doorgaan, dan zal een jaarlijksch
offer van 16 tot 18 hem op zijn 60° jaar
een pensioen doen genieten van bijna f 5
per week. Wij nemen aan dat met dit cijfer
het doel, dat men wenscht, het verzekeren van
een „gerusten" ouden dag aan den werkman,
bereikt zal zijn. Doch ieder voelt dat de ge
stelde termen ideale termen zijn, die bijna
nooit aan de werkelijkheid zullen beantwoor
den. Op zijn 20" jaar te zorgen voor zijn 60e,
ligt niet in den aard van een jongmensch,
hij moge door handenarbeid of op andere wijze
Zijn brood verdienen en ook het uitmuntendste
onderwijs, waarvan men reeds zooveel buiten
gewone vruchten verwacht, zal niet in staat
zijn den jongen werkman deze, met zijn leeftijd
strijdige, bedachtzaamheid te doen verkrijgen.
Eerst de ernst en de verantwoordelijkheid van
het huwelijksleven en het vaderschap zullen,
in de beste gevallen, hem op meer gevor
derden leeftijd aan die verre toekomst doen
denken. Neemt men dit in aanmerking, als
mede de alleszins gerechtvaardigde begeerte
om, bij overlijden, de achterblijvende betrek
kingen althans tot zekere hoogte de vruchten
te doen genieten van de spaarzaamheid van
den huisvader, dan wordt men gedwongen
tot het aannemen van een veel hooger tarief,
mischien wel van het straks genoemde Pransche.
Is nu het betalen van zulke premiè'n den
Nederlandschen werkman mogelijk De heer
Borgesius antwoordt stellig ontkennend. „Zeer
weinigen" zijn er, zegt hij, die 80 cent per
week kunnen missen„zeer veel moeite" zou
het hun kosten, indien hun patroon eens de
helft voor zijn rekening nam„geenszins klein"
zou nog het offer zijn, indien de bijdrage tot
30 a 35 cent per week kon dalen
Verdient deze wijze van sparen, deze voor
zorg om spaarpenningen vast te leggen met
het oog op een ongewissen ouden dag, voor
den werkman onbepaald aanbeveling
Men verwondere zich niet over deze vraag,
welke schijnbaar eene ontkenning in zich sluit
van het nut der pensioen-verzekering, in den
aanvang van dit betoog door ons toegegeven.
Sparen is eene deugd, doch zij kan, als iedere
goede eigenschap, overdreven of verkeerd toe
gepast, in eene fout ontaarden. Daar het nu,
meenen wij, vaststaat dat het loon van de groote
meerderheid derNederlandsche werklieden zoo
danig is, dat het hun slechts, bij gepaste zuinigheid
en overleg, mogelijk is te voorzien in de
redelijke behoeften, naar lichaam en geest, van
henzelven en hun gezinnen, volgt hieruit dat
htm sparen in de eerste plaats ten doel moet
hebben hen eenigen waarborg te doen verkrijgen
tegen rampen of tegenspoeden, die in ieder
menschenleven van tijd tot tijd voorkomen.
Men denke slechts aan gevallen van eenigs-
zins langdurige ziekte bp het hoofd of
de vrouw des gezins, aan tijdelijke wer
keloosheid tengevolge van crisis in de nijver
heid, aan brand of andere onheilen. Niet
zeldzaam komt het voor, dat een oppassend en
welvarend werkmansgezin, tengevolge van
dergelijke rampen, waarvan niemand de schuld
draagt, tot armoede gebracht wordt en, bij 't
gemis van eenig spaargeld, in 't vervolg geen
kans ziet om er ooit weer hoven op te komen.
Is het dan verantwoord, voor de meerderheid
onzer werklieden, eene besparing van, stel,
30 'sjaars, gedurende eene reeks van jaren
op zijde gelegd en vermenigvuldigd, buiten
hun bereik vast te zetten, in de onzekere
verwachting van een ouden dag, terwijl znlk
een kapitaaltje, tot hun beschikking zijnde,
hen in menig geval voor een onherstelbaren
ondergang zon kunnen behoeden Of durft
men zich vleien met de hoop dat onze werk
man, naast zijne pensioenvorming voor den
ouden, ook nog de finaneieele kracht zal bezitten
tot het vormen van een spaarfonds voor den
kwaden dag
Er volgt uit dit een en ander, dat bij ons
twijfel bestaat of het sparen voor pensioenvor
ming, voor de groote meerderheid der Neder
landsche werklieden, mogelijk en indien mogelijk,
ook raadzaam is. Het rapport lost, bij gemis
van alle cijfers of statistiek, dien twijfel niet
op. De mogelijkheid blijft echter over dat,
voor een ander gedeelte onzer werklieden, pen
sioenvorming wèl bereikbaar is en de middelen
om daartoe te geraken hun misschien gemak
kelijker gemaakt kunnen worden dan tot dus
ver het geval is. Of, van dat standpunt
beschouwd, de oprichting van „een algemeen
Nederiandsch pensioenfonds voor werklieden,"
waarover het rapport handelt, als het meest
geschikte middel tot bereiking van het doel
kan wordèn beschouwd, daarover spreken wij
in een volgend opstel.
In de St. Ct. is opgenomen de akte van oprich
ting der naamlooze vennootschap Zeeuwsche sleep
dienst-maatschappij, gevestigd te Middelburg.
Het doel der vennootschap is het eiploiteeren
van al zoodanige sleepdiensten en concession tot
sleepdiensten, als bereids door de firma van der
Bent Co. te Hiddelburg-zyn of later door de
alsnu opgericht wordende naamlooze vennootschap
mochten worden verkregen.
Tot directeur der vennootschap is benoemd de
heer C. van der Bent.
Kloetingc, 11 Sept. Naar wij vernemen
heeft ons gemeentebestuur besloten een nieuw
gemeentehuis te doen bonwen, waarbij tevens eene
woning voor den secretaris-ontvanger zou wor
den ingericht.
De heer mr. J. H. de Laat de Kanter, te Goes,
secretaris-ontvanger van het Hervormde Weezen-
of Algemeen Armbestuur, heeft den gemeenteraad
om eervol ontslag uit die betrekking verzocht.
Onder de lijnen, die de op te richten Zeenw-
sche tram wegmaat schappij zich voorstelt het eerst
aan te vangen, behooren twee lijnen in Zeeuwsch-
Vlaanderen, een van Breskens naar Alaldeghem
en een van Hulst naar Walsoorden. Reeds hebben
hierover met de naburige gemeentebesturen be
sprekingen plaats gehad.
Op de voordracht ter benoeming van een ge
zworen van het waterschap St. Annaland, ter
voorziening in de vacature ontstaan door het
eervol ontslag van den heer A. Geluk Fz., zijn
geplaatst de heeren P. Kodde, W. Pape en C.
van Lnijk.
Voor de vacature in het bestnnr van den polder
Moggershil, ontBtaan door de benoeming van den
gezworene H. Elenbaas tot dijkgraaf, worden
voorgedragen de heeren J. van Putte, N. Kodde
en C. Geluk Az. Ct.)
De opbrengst der rijksmiddelen en inkomsten
over Augustus 1880 bedroeg 8.286.689,80 tegen
een raming van f 8.193.840,26 en een opbrengst
van f 8.026.289,51§ in Augustus van het vorige
jaar.
Naar wij vernemen sluit de staatsbegroo-
ting voor het volgende jaar met een tekort van
20 millioen.
Voor den Rotterdamschen Waterweg is nog
geen post uitgetrokken, behalve die voor gewoon
onderhond.
Daarentegen wordt er voor nieuwe kanonnen
en andere verhoogingen van hoofdstuk VIII
(oorlog) anderhalf millioen gevraagd. (.V. R. ct.)
Bij kon. besluit zijn, met intrekking van een
vroeger besluit, het reglement en de daarbij ge
voegde tarieven van het te 's Gravenhage geves
tigd genootschap De Onderlinge Levensverzekering
van Eigen Hulp goedgekeurd.
De heeren J. J. Heemskerk en J. J. F. Bandinel,
benoemd tot consul der Nederlanden, respectievelijk
te Shanghai en te Newchwang, zijn door de
Chineesche regeering als zoodanig erkend.
De andientie van den minister van justitie zal
op Dinsdag, 14 September a., niet plaats hebben.
btjkgemeestees. Benoemdtot burgemeestir
van Odoorn J. G. Borgesius, secretaris dier ge
meente van Maasbree G. Peetersvan Sm&llin-
gerland mr. F. S. Raiding; van Zes Gehuchten
J. Smuldersen van Mijnsheerenland en Westmaas
M. W. de Katvan Gemert G. Slitsen tot
burgemeester van Dordrecht mr. G. A. de Raadt#
onderwijs. Benoemd: tot leeraar aan de R.
H. B. S. te Heerenveen J. C. van den Berg, te 'a
Gravenhage.
De cursus voor de rijks-landbouwschool te
Wageningen is voor het nieuwe schooljaar aan
gevangen met 118 leerlingen, waaronder 46 nieuwe.
De gift van f 10.000 onlangs te Schiedam
voor de scholen met den bijbel geschonken, moet
naar de Standaard meldt, 9m jedeaen later t§