Een opmerker in Ierland. Ingezonden Stukken. Zeetijdingen. Handelsberichten. 't oogonblik ten minste, gebroken is. Dat hare aanhangers niettemin voortgaan met hun kom- plotten, bewijst niets, daar voor zulke «ne mingen slechts weinig personen, met veel levens verachting, zoo voor zich zeiven als voor anderen, vereischt worden. Hieraan nu ontbreekt het den nlGraafVeUko£f zal dan ook vermoedelijk slechts nieuwe eer inoogsten door het goed gevolg waarmede de buitengewone maatregelen, welke hij tot beveiliging van het leven zijns keizer beeft doen nemen, bekroond zijn. Het is bier eene geschikte gelegenheid om iets naders te vermelden omtrent de veranderingen, welke reeds sedert den 18en Augustus in het Kussische staatsbestuur gebracht zijn, doch waar over eerst nu uitvoeriger beschouwingen beginnen bekend te worden. Men weet dat het dictator schap van graaf Melikoff met dien datum opge heven en hijzelt aan het hoofd van 't ministerie van binnenlandsche zaken geplaatst is, met op heffing der beruchte en gehate 3e afdeeling (die van politie). Deze maatregelen worden beschouwd als eene consequente doorzetting der beginselen, welke Melikoff sedert zijn optreden gevolgd heeft. Zijn stelsel was niet dat van hardheid cn van steeds zwaarder drukkende reactie, waarin men tot dusver in Rusland heil gezocht had. De nihilisten heeft hij behandeld als groote kinderen; hij heeft getraoht hen door redeneering en zacht heid te overreden, zónder daarom, als het onver mijdelijk noodig was, den weg der strengheid to schuwen; en hij heeft er voor 'toverige naar gestreefd aan datgene, wat er billijks gelegen was in de algemeene klachten, cenige voldoening te geven. Men heeft de oprechtheid zijner vrijzinnigheid gewantrouwd en ook op 't oogenblik is 't niet moeilijk, de opheffing der 3e afdeeling voor te stellen als eene schijnbeweging, tot welke hij zooveel te gemakkelijker kon overgaan, daar hij, als hoofd van het ministerie van binnenlandsche zaken, alle draden van het bestuur in handen hield. Maar wie de zaken onbevangen en nauw keurig gevolgd hebben, zijn niet van die meening. Zij zien in die jongste daad van Melikoff, nu hij uit eigen beweging een einde maakte aan het dictatorschap dat tot dusver in zijne handen gesteld was, een bewijs voor de oprechtheid en voor de vastheid zijner bedoelingen. Men verwacht dat hij, nu hij in geregelden vorm aan 't hoofd der binnen landsche aangelegenheden geplaatst is, weidia met voorstellen tot hervorming zal komen. Wordt deze verwachting niet beschaamd en blijkt Meli koff als minister even gelukkig als hij zich als krijgsbevelhebber en als dictator getoond heeft, dan zal de daukbaarheid, welke zijn land hem verschuldigd zal zijn, groot wezen. Indien het den generaal eens mogelijk was aan zijne landgenooten wat meer vrijheid en gelegen heid tot spreken en schrijven te geven dan zij tot nu toe genieten, ongetwijfeld zou er door deze veiligheidskleppen vrij wat opgewondenheid scha deloos ontsnappen, welke nu naar dynamiet grijpt om zich lucht te geven. Men kan dat alweder zien in Engeland. Het Hoogerhuis heeft, binnen de grenzen zijner wettige rechten, maar op eene manier die niet vrij van aanmatiging en klein geestigheid was, aan de liberale regeering en hare meerderheid in 't Lagerhuis den voet dwars gezet. Eenige heftige woorden zijn er het gevolg van geweest, welke een der ministers den lords in 't aangezicht geworpen heeft. De lords antwoorden niet minder scherp, de dagbladen der verschillende richtingen kaatsen op hun beurt elkander den bal toe. Intusschen gaat het parlement uiteen en ieder gaat zijn drift en opgewondenheid verzetten op jacht, of in 't vreedzame buitenleven. Honderd tegen een dat als men weder bijeenkomt, niemand zich meer de g eweldige dingen, die aan weerszijden gezegd zijn, herinneren zal. Een paar nuchtere bladen komen een weinig koud water werpen op de geestdrift, waarmede sommige EDgelschen de overwinning van generaal Roberts begroeten, hetgeen dan ook niet ounoodig blijkt wanneer men ziet dat de namen van Moltke en Gravelotte hierbij reeds te pas gebracht werden. „Alle eer, zeggen de kalmere lieden aan onze dappere soldaten en aan hun beleidvollen aanvoerdermaar dat een Engelsch leger in 24 dagen een marsch heeft gemaakt van 335 mijlen, door een land waar niemand hen verontrustto en met overvloed van levensvoorraad bij zich, is evenmin een heldendaad als dat dit leger vervol gens in staat is geweest eene legerplaats van Afghanen om te trekken en te veroveren. Zij hebben zich flink gehouden en dapper gevoch ten, zooals van hen verwacht kon en moest worden. Beiden, de generaal en zijne soldaten, verdienen dank en belooning voor hun marsch en voor hun overwinning; maar dat is geen reden om ons tegenover Europa belachelijk te maken en in vergelijkingen te treden met Na poleon X of zelfs met Gourko." De overige Europeesche pers houdt zich nog altijd bezig met de Oostersche quaestie, de uit voering der Fransche Maart-decreten tegen de geestelijke vereenigingen, de bedoelingen der Eickert-Von Forckenbeck-fractio van de Duitsche nationaal-liberale partij en nog eenige, onzen lezers reeds bekende onderwerpen. Wij gelooven ze gerust een dag te kunnen laten liggen, zonder dat ze iets van haar frischheid zullen verliezen. ui. In de laatste jaren waarin noch de Engelsche, noch de Amerikaansche industrie handen vroeg, heeft zich eene opeenvolging van wanoogsten voorge daan, waardoor vooral de kleine pachter geruï neerd is. De regeering en particulieren, zoowel in Engeland als in Amerika, deden veel, en het heerschend gebrek is niet tot hongersnood over geslagen. Doch er was geen geld om de pacht te betalen. Een aantal eigenaars gaven 1/5 of 1/4 afslag en hadden geduld met het overige; doch er waren anderen die anders handeldener hadden evictions plaats, dat wil zeggen wanbeta lers werden uit hun huis gezet, en er kwam meer en meer kwaad bloed. De evictionsdie in 1877 96 in getal waren, namen toe; in 1879 waren er 264, en in de eerste zes maanden van dit jaar 395. In deze omstandigheden vond het ministerie zich genoopt de Compensation for Disturbance bill voor te stellen, die met zoo verpletterende meer derheid door de lords werd verworpen. Na die verwerping vermeerderden de ongeregeldheden waarvan wij meermalen in de gelegenheid waren te spreken. Geen beter bewijs van den kritieken staat van zaken in Ierland dan deze wetsvoordracht. Men zou vreemd opkijken indien ons ministerie eene voordracht van den volgenden inhoud bij de kamers indiende „In aanmerking nemende de hardheid der tijden en de buitengewone moeilykheid welke de pachters in zekere streken hebben om hunne pacht te betalenoverwegende dat een groot aantal van hen een aantal termijnen ten achter zijn en met uitzetting bedreigd worden door hebzuchtige of minstens genomen weinig fijngevoelige eigenaars besluiten wij „lo. dat iedere eigenaar die vóór of op 31 Decem ber 1881 een pachter, die minder dan f 360 huur betaalt, wil wegjagen, onder het ijdele voorgeven dat die pachter zyn huur niet wil betalen, zal beschouwd worden als de openbare orde verstoord te hebben; „2o. dat indien het den bevoegden rechter ge bleken is dat de pachter buiten staat te betalen, doch overigens niet weigerachtig is zich met den eigenaar te verstaan om het gepachte tegen een redelijken prijs te blijven gebruiken en de quaestie der achterstallige gelden in der minne te schikken, en zoo het eindelijk gebleken is dat de eigenaar weigerachtig gebleven is in deze voorstellen te treden, zonder van zijne zijde eene aannemelijke schikking voor te stellendat in dat geval de aan verstoring der openbare rust schuldige eigenaar gehouden zal zijn den pachter eene schadeloos stelling te geven voor het hem wederrechtelijk berokkende nadeel, welke schadeloosstelling een derde van het door de pacht vertegenwoordigde kapitaal zal kunnen beloopen." Men zou er vreemd van opzien ten onzent, en toch is dit de wet zooals het Lagerhuis haar met groote meerderheid aannam. Geen beter bewijs dat de toestand in Ierland buitengewoon is en dus ook buitengewone maatregelen wettigt. Laat ons nu met den heer De Molinari een blik werpen op den Ierschen boer. Wij kunnen ter zijde laten de groote pachters, meestal veefokkers en menschen van eenig kapitaal, en ons beperken tot die groote meerderheid, die een lapje grond beboeren van hoogstens 15 mórgen. Hun mate rieel leven is eene voortdurend moeilijk op te lossen rekensom. Zij betalen f 12.50 a f 15 pacht per bunder en krijgen afslag bij slechte jaren, althans van de grondeigenaars der goede soort, zooals de eigenaar van het 3600 bunders groote landgoed waar onze reiziger logeerde. Hier was geen eviction bekend, en de pachters betalen steeds geregeld zoolang ze maar eenigszins kunnen. Zulk een boer bouwt zijn eigen woning. Stee- nen heeft men in Ierland slechts voor het oprapen, en daarom kan ook iedere Ier een muur metse len: immers ook de kalk ligt voorhanden in eene groote massa kalksteen. Het benoodigde hout mag de boer bij zijn landheer halen. De werf, die zulk eene woning van den weg scheidt, is de mestput, waar het varken troont, een persoon lijkheid van belang in eene Iersche huishouding, wijl het meestal moet dienen tot betaling van de pacht. Verder vindt men op den mestput wat ganzen en kippen, behalve de kiuderen des hui zes, die alleen des Zaterdags met water in aan raking komen. Eene onderdeur beschermt de woning zelve tegen ongeroepen bezoeken dezer mestputbewoners. Het huis bevat twee kamers, eene slaapkamer en eene zitkamer, armoedig ge meubeld, zonder vloer en zonder zoldering. Achter de hut het bouwland, met aardappelen, kool en haver. De beide eersten dienen het huisgezin tot voedsel; de haver en het varken dekken de pacht, terwijl soms ook, als de man jong, krachtig en ondernemend is, hij jaarlijks een tijd lang in Engeland gaat werken en de vrouw in dien tijd voor het veld zorgt. Als in Engeland gebrek aan handen is, kan de man dan in den regel 60 a f 70 mee naar huis brengen. Kan de pachter het betalen, dan huurt hij een ploeg voor zijn veldanders spit hij het zelf om. Behalve voor zijn pacht moet de boer ook voor zijne belasting zorgen. Hij betaalt armenlasten en tienden van den grond gezamenlijk met den eigenaar, zoodra de pachtsom meer dan f 48 bedraagt, en bovendien heft het graafschap gelden voor het onderhoud der wegen. Als nu, zooals verleden jaar, de aardappeloogst mislukt en er van de haver niet veel terecht komt als er in Engeland niet veel werk is en er geene spaarpenningen op zijde zijn gelegd, dan wordt het leven eene moeilijk op te lossen som voor den Ierschen boer. De liefdadigheid treedt dan op, maar de Iersche boer heeft een hekel aan het werkhuis, en wat daarbuiten wordt gegeven outdoor relief) is bitter weinig. Brandstof mag men vrij uit de veenen spitten, bij de meeste eige naars althans. Maar er moeten nog kleeren zijn; de kerk wil haar penning hebben, de kinderen moeten toch wat leeren, en ten slotte, ieder mensch wil wel eenige weelde, zij ze dan nog zoo be scheiden in hare eischen. Daarom zijn de Zon- dagskleeren altijd netjes en dikwerf sierlijk, ter wijl aan de daagsche kleeding niets wordt gedaan. Deze legt men nimmer als versleten afmen wacht tot zij van zelve afvalt. De katholieke geestelijkheid heeft geen ander inkomen dan hetgeen de geloovigen voor haar afzonderen, zoodat met Paschen en Kerstmis zelfs de armsten hunne gift geven. Bovendien wordt er een kerkelijk recht geheven bij trouwen, doop en begrafenis. De geestelijkheid is niet rijk, maar kan leven en is zeer geliefd door het volk, hoe zeer wellicht haar invloed eenigszins is achteruit gegaan. Niet in het godsdienstige echter; want het is zeer opmerkelijk dat dit arme volk, dat verplicht is zelf in de kosten van zijn eeredienst te voorzien, dien meer lief heeft en een nauwge zetter personeel van godsdienst-leeraars bezit, dan eenig land waar de staat meent den eeredienst voor een goed deel te moeten bekostigen. En hierbij willen wij nog een staaltje geven hoe En geland Ierland heeft behandeld. Sedert de op richting der Anglicaansche kerk in Ierland tot 1869 hebben de Iersche katholieken aan die kerk, waartoe zij niet wilden behooren, eene kerkelijke tiend betaald. Het geld betalen zij nog, maar sedert de Disestablishment-Act aan den staat. In het onderwijs heeft de regeering sedert eenige jaren uitnemende diensten bewezen. Leerplicht ontbreekt nog, maar het jonge geslacht kan lezen en heeft er smaak in. Het liefst leest men de onverzoenlijke bladen, NationIrish Word, Irish Flagdie een doodelijken haat hebben gezworen aan Engeland en met voorliefde iedere overwinning begroeten van de „dappere Afghanen." Doch het is nog beter dat ze dit lezen dan niets. Het zal toch nog lang duren eer de Ieren van de Engel sche natie gaan houden, en Engeland moet zich meer laten leiden door plichtbesef dan door vrees achtigheid. De heer De Molniari heeft eene plattelandsschool gezien, een lokaal met witte muren, bedekt met landkaarten en prenten, en voorzien van onge verfde schoolbanken. De schooljeugd was bloots voets, doch zag er vrij zindelijk uit. Behalve vrij woning en een stuk aardappelland maakte de meester nog ongeveer f 750, waarvan f 550 van den staat. Het schoolgeld bedraagt van f —.60 tot f 2.40 per drie maanden, maar men heeft de gewoonte niet om het te betalen, en een bordje aan den muur noodigde de ouders uit om ten minste sixpence te betalen. De kinderen komen niet trouw, alleen als er geen werk voor hen op het veld is. Het onderwijs is streng neutraal, terwijl godsdienstonderwijs buiten de schooluren wordt gegeven, dikwerf ook door den onderwijzer. Zoo geeft de Ier zijne kinderen eene goedkoope opvoeding, want het schoolgeld bestaat eigenlijk slechts in naam; zij eten aardappelen en zijn allicht te kleeden in de vodden die voor de ouders niet meer kunnen dienen. Een Iersche boer ziet dan ook niet tegen een groot huisgezin op en zou er niet veel van begrijpen als mevrouw Beaant of de heer Bradiaugh hem de geheimen kwam ontsluieren van het neo-Malthusianisme. Doch de kinderen en de Zondagskleeding zijn niet de eenige artikelen van weelde in deze huis houding. Eerst de whiskey en dan thee, suiker en andere lekkernijen, waaraan men in de goede jaren was gewend. Ze werden vroeger nogal eens op crediet gekocht en de kruidenier wist goede rente te nemen. Met het crediet is het nu uit, na de slechte jaren. Toch beseft men de voor- deelen nog niet van contante betaling. Van de 1181 coöperatieve vereenigingen, met 560.703 leden en ruim 250.000.000 gulden omzet in hot rijk van koningin Victoria, heeft Ierland er slechts 4, met 290 leden en twee ton gouds omzet. Er kan op het budget van den Ierschen boer niet veel overschieten om voor kwade jaren op zijde te leggen, maar toch blijft de ingelegde som in de postspaarbank stijgende. De kleine boer in Ierland kan bjj goede jaren in betrekkelijken welstand leven en zou nog beter eraan toe zijn als hij geen whiskey dronk, en als zijne vrouw met de naald en met zeep wist om te gaan. Doch ontbreekt de aardappel, dan staat bij op den rand van den ondergang. Er is waar heid in het Iersche spreekwoord „dat er geen drie wanoogsten staan tusschen den kleinen pachter en den hongersnood." Het land is echter nog voor groote vermeerde ring van productie vatbaar, die dient vergezeld te worden door eene gelijkmatige verdeeling van het kapitaal. En dat is in Ierland ais elders eene netelige quaestie. Aan de Bedactie der Middelburgsche Courant Mijne hoeren, dat in deze op het gebied der journalistiek zoo „stille" dagen ook wei tens sprookjes in de dagbladen worden opgenomen en de ondergeteekende zich door een nieuwszoekend correspondent daarbij tot slachtoffer zag gekozen, mag niet dl te kwalijk genomen worden. Het brengt mij intusschen in de noodzakelijk heid u mede te deelen dat ik, als consul van België, noch mijn ontslag heb gevraagd, noeh daartoe het voornemen heb. Hoogachtend, Uw dr. Ylissingen, 7 Sept. 1880. A. Beniee. (Het door den geachten schrijver bedoelde, in ons nommer van gisteren opgenomen bericht was aan het Handelsblad ontleend. Bed.) Vltssingen, 7 Sept. Naar zee vertrokken het Ned. stoomschip Utrecht, gez. Boon, van Middel burg, uit het droge dok, naar Rotterdam. Graanmarkten enz, Goes, 7 Sept. Jarige tarwe zonder kooplust, nieuwe tarwe 60 cent lager. Botterdam, 7 Sept. Ter veemarkt van heden waren aangevoerd 1113 runderen; 115 vette, 7 nuchtere kalveren; 386 schapen; 308 varkens; 106 biggen; runderen le qual. 84, 2' qual.70; 3» qual. f 2kalveren Is qual. 90, 2e qual. 70; schapen 85 cent. Vlissinqen, 7 Sept. Boter per kilogram f 1.45 a 1.35. Eieren f 3.80 a f per 104 stuks. Bessen op Zoom, 7 Sept. Boter per stuk 1.20halve 0.77eieren per 26 stuks f 1.20. i'rijzen van Effecten. Amsterdam, 6 September 7 September. STAATSLEENINGEN. Nederl. Cert. N. W. Sch. 2} pet. 65) 65} dito dito dito. 3 78) 78) dito dito dito. 4 1024 102} dito Obl. 1878 f 1000 4 102} 102} België. Certificaten2} Frankrijk. Origin. Inschr. 3 81 Hongarije. Obl. Leoning 1867 fl. 1205 89} 89) dito Goudleenning5 dito dito II 500 6 94 93} Italië. Cert. Adm. Amsterd. 5 Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 61} 61}} dito Febr.-Aug.62} 62} dito Jan.-Juli. 5 62} 62} dito April Oct.t 62} 62} dito dito Goud 4 Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 79 Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 51} 51} dito dito 1876. 6 99} dito dito 6« Ser. 1878 100 6 Rusland. Obl. Hope C. 1798/1815 5 99} 99} Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 5 58} dito dito 6' 1855. 5 83} Obligatiën 1862 5 dito 1864 f 10005 96 96} dito 1864 1005 94 dito 1877 dito5 94}} 94} dito Oostersche 1' serie. .5 57 57} dito dito 2« 5 57} 57} dito dito 3" 5 57} 57 dito 1872 gecons. dito. 5 89} 89} dito 1873 gecons. dito. 5 89} 89} dito 1850 le Leening dito. 4J 90} 90 dito 1860 2e Leening dito. 4) 88} 87} dito 1875 gecons. dito 4) 82} 82} Cert. Hope C» 1840 4 64} dito 2', 3e i' Leen. 1842/44. 4 Obligatie-Leening 1867/69. 4 79} 79} dito dito 1859 3 r Cert. van Bank-Assign. 6 r Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 20} 20} dito dito 1876 2 42} 42} dito Binnenl. Es. 5000-10000 1 20 20^ dito dito 1876 2 38} 39} Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865 5 9} 9} dito dito 1869 6 7} 7} Egypte. Obl. Leening 1876 6 61}} 61} Spoorw. dito 1876 5 89) 89} Vereen. Staten. Obl. 1877 4 109} dito dito Obl. 1876 4} dito dito 1871 5 102} dito dito 1861 6 Brazilië. Obl. Londen 1865 5 97} 98 dito Leoning 1875 5 95) 95 dito 1863 1004i INDXTSTRIEELE EN FINANCIEELS ONDERNEMINGEN. Nederl. Afr. Hand.-V. Obl. 5 pet. Ned. Hand.-Maatsch. Aand. rescontre. 5 111} 111} Ned. Ind. Handelsb. Aand. 127} 127} Stoomvaartm. Java Obl. 5 dito Zeeland Aand dito Obl5 dito gegarand. dito4} Dnltschland. Cert. Rijks bank Adm. Amsterdam. Oostenrijk. Aand. Nat. B. SPOORWEG-LEENINGEN. Nederland. Holl. IJz. Spw. Obl. 18715 pet. dito Maats, tot Expl. van St.- Spw. Aand Ned. Centr sp. Aand. f 250. 25} 25} dito gestemp. Obl. f 23567} 57} Ned. Ind. Spoorw. Aand. 144jf Ned.Rijn-spw. volgef.Aand. 153 153 N.iBrab. Boxt. Obl. 1875. 5 70} 71} dito dito 2' Hypoth. 18}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1880 | | pagina 3