1880
Zaterdag
4 September.
N°. 209;
128® Jaargang!
Gemeente-financiën.
Het Atelier du Lys,
Middelburg 3 September.
MIODGLBIRGSOHE COURANT.
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdageril
Pr^js per 3/m. franoo 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-; Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Qroote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de Publicité G. L. Daube Cie. te Parijs, Londen, Frankfort a. M., Berlijn, Weenen, Zurich enz.
Benoeming van leden der vaste commissiën
nit den gemeenteraad.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat de bij art. 54 der gemeentewet bedoelde
commissiën zijn samengesteld als volgt:
a de commissie tot het ontwerpen van veror
deningen tegen wier overtreding straf is bedreigd,
waarvan de burgemeester, ingevolge art. 165 der
gemeentewet, voorzitter is, uit de heeien dr. S.
Dobbelaer de Wind, mr. W. A. van Hoek, mr.
A. P. Snouck flnrgronje, mr. J. A. van Hoek;
b de commissie van financiën, uit de heeren
mr. C. J. Pické, burgemeester, voorzitter, J. Lu-
teijn, M. Volkrijk Liebert, F. Nagtglas, J. A.Tak,
leden
c de commissie van fabricage, uit de bceren:
mr. C. J. Pické, burgemeester, voorzitter, J. H.
Snijders, D. A. Dronkers, D. Jeras, B. A. Fokker,
leden.
Middelburg, den 3 September 1880.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
Gr. N. DE STOPPELAAK.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend:
dat de begrooting der inkomsten en uitgaven
der gemeente voor het dienstjaar 1881, met eeno
daartoe behoorende memorie van toelichting en
bijlagen, ingevolge art. 203 van de gemeentewet,
op de gemeente secretarie voor een ieder ter
inzage nedergelegd en aldaar tegen betaling van
f 0.50 per exemplaar verkrijgbaar gesteld zijn.
Middelburgden 31 Augustus 1880.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
In de Staatscourant is een kon. besluit opgtï
nomen waarbij wordt goedgevonden, met uitbrei
ding van het besluit van 30 November 1870 (St.
II. no. 148), toe te laten dat bij veizending met
de post, tegen het voor drukwerken vastgestelde
port, van gedrukte naam- of zoogenaamde visite,
kaartjes, de reden der toezending door een op die
kaartjes geschreven woord, aJs gelukwensching,
rouwbeklag, dankbetuiging, en dergelijke, of door
enkele letters, wordt vermeld.
Zooals wel te voorzien was, heelt de anti
revolutionaire kiesvereeniging Nederlanden Oranje
te Rotterdam besloten aan de herstemming tus-
FBUILLBTON.
8?
door
de schrijfster van M1" More.
HOOFDSTUK XI.
wat de abt zexde.
„Edmée moet beslissen, zij is onbevoordeeld
de vraag is of wij hier zullen blijven of naar
Parijs gaan, petite, waar mijn neef ons beter kan
beschermen hij moet spoedig daarheen terng-
keeren en hier wordt het gevaar met den dag
grooter. In deze courant, die hij bij ongeluk heeft
lagen liggen, zie ik dat te Lyon vier mijner ondste
vrienden verleden week geguillotineerd zijn.
Hier wordt de stemming onder het volk dagelijks
ruwer dat hebt gij zelf ondervondenmijnheer
De Pelven heeft reeds veel gewaagd met ons zoo
lang te besehermen
„Waarom zonden wij te Parijs veiliger zijn,
mademoiselle
„Omdat wij daar niet in het oog loopen," zei
Wie De St Aignan, geheel onbownst dat zij slechts
herhaalde hetgeen De Pelven haar had voorge
praat en jast overtuigd dat zij haar eigen gedach-
schen de heeren Van Deventer en Van Rees geen
deel te nemen.
Het in ons nommer van Donderdag jl. medege
deelde bericht, dat het waarborgkapitaal voorden
tramweg VlissingenMiddelburg reeds gestort
zon zijn, is in zoo verre onjuist, dat de concessi
onarissen Woensdag, na te Vlissingen de storting
bewerkstelligd te hebben, hier zijn gekomen om
hetzelfde te doen. Zij konden echter niet meer
terecht komen, dewijl de gemeente-bureaux reeds
gesloten waren en worden nu, vermoedelijk Dins
dag, andermaal hier verwacht.
Tiiolen, 2 Sept. In het naburige Seherpe-
nisse moet zich dezer dagen weer op zonderlinge,
vrij ruwe, wijze hebben gei penbaard de gehecht
heid aan het zoogenaamde „eigen volk." Daar
door verstaat men de menschen, die in de ge
meente of in de onmiddellijke nabijheid ervan
wonen.
Een reizend koopman kreeg, nasr men zegt
over een weddenschap, twist met zoo een van
het „eigen volk". De twist werd ernstiger, toen
de vreemdeling het hazeDpad gekozen hebbende,
werd tegengehouden door zijn tegenpartij, ge
steund door zijne „vrienden". Natuurlijk moest
de koopman het onderspit delven en waarschijnlijk
zal hij zich nog lang die „inzie" berinneren.
Zoo goed als het is, dat dorpsgenooten elkander
in moeilijke gevallen helpen, zoo ellendig wordt
dit beginsel, wanneer die huip zich terstond op
rnwe wijze openbaart, zoodra er maar de minste
aanleiding toe bestaat. Of welken grond hadden
deze helpers voor hun bijstand, zoolang ze niet
wisten wie de meeste schuld had Waar twee
kijven is immers de schold aan beide zijden.
Dergelijke twisten rieken naar de nog niet
geheel gebluschte veeten tnsschen bewoners van
naburige dorpen, veeten die nog te dikwijls, bij
openbare vermakelijkheden vooral, tot dadelijk
heden overslaan. In onzen tijd behooren derge
lijke zaken, waarbij bet alleen om bet recht van
den sterkste te doen is, niet meer thuis.
Ook de Nederlanders in het buitenland hebben
zich, bij gelegenheid der gebeurtenis door welke
ons koningshuis verblijd is, niet onbetuigd gela
ten. Zoo vernemen wij dat door de Nederland-
Bche badgasten te Kissingen gelden zijn bijeen
gebracht met bet doel om, zoodra de tijding der
bevalling van H. M. de koningin ontvangen zou
zijn, des avonds een feest, met vuurwerk, te
geven.
Het Weekblad van het Regt betreurt het dat de
jongste vergadering der Jur'sten-vereeniging, die
ongeveer 600 leden telt, met de nitstekendste
rechtskundigen in haar bestuur, slechts door 50
a 60 leden bijgewoond werd. De uitgebrachte stem-
tenloop volgde. „Hier trek ik de aandacht door
mijn huis, door mijn naam. Daar zonden wij
onder den naam van hoe zal ik zeggen OI
mijn doopnaam is voldoende citoyenne Vallintin
onbeduidende wezens zjjn, die niemand op
merkt in do menigte."
„Raadt mijnbeer dit aan?"
„Ik durf geen raad geven, mademoiselle, de
verantwoordelijkheid is te grootal wat ik kan
zeggen is dat mijn nicht geheel over mij kan
beschikken," zei De Pelven, die zeer goed begreep
dat een paar druppels koud water op haar plan,
zouden maken dat Mile De St Aignan er des te
hardnekkiger aan vasthield.
„Wij moeten gaan," sprak zij beslist, „wij
hebben geen keus, tenzij wij zonder onze toe
stemming Parijs willen bezoeken, gelijk al die
arme stumpers, die reeds van hier vertrokken
zijnwij moeten gaan, gij moet het ook inzien,"
voegde zij er ongeduldig bij, volstrekt niets ver
moedende van de geldige redenen die Edmée had,
om aan het raadzame van dit plan te twijfelen.
„Ik zou hier blijven," zei Edmée kortaf, tot
groote verontwaardiging van Mile De St Aignan.
„Hier blijven, dwaas kindterwijl ik u aan
getoond heb hoe onmogelijk dat is? Waarom
zegt gij haar dit niet, neef Ik zal moeten gaan
denken dat gij mij niet langer durft beschermen
als gij n tegen mijn plan blijft verzettenJa, ja,
ik weet wel dat gij niets gezegd hebt, dat is het
miugen verliezen daardoor, volgens het Wil., veel
van haar beteekenis.
Deze beschouwiög van het rechtskundigorgaan
verwondert ons wel eenigszins. Wij zouden
meenen dat het belang eener zuiver wetenschap
pelijke gedachtenwisseling, als hier gevoeidwerd,
niet gelegen is in het a a n t a 1 van hen die
daaraan deel nemen, en nog minder in den toe-
valligen uitslag der eind-stemming, welke slechts
als een middel beiehouwd moet worden om aan
de discussie, voor 't oogenblik, een einde te maken.
Wetenschappelijke bijeenkomsten dienen niet om
elkander met stemmencijfers dood te slaan, maar
om belangrijke vraagpunten aan de orde te
stellen en daarover de meening van gezaghebbende
mannen te vernemen. In dat opzicht is het jongste
juristen-congres, hoe onvoltallig ook, niet beneden
zijn taak gebleven.
Het Wbl. v. h. R. bevat de gewone berinnering
voor advocaten en procureurs aan het verplichte
visum hunner akte van beëediging in de maand
September.
De heer Tromp, oud-wethouder van openbare
werken te Amsterdam, lid van den gemeenteraad,
van de kamer van koophandel en van de pro
vinciale staten, bevindt zich, na achtereenvolgens
vele groote havens in Europa te hebben bezocht
om er de openbare werken te zien, thans op reis
naar Amerika, teneinde ia eenige voorname
plaatsen der Vereenigde Staten, ook kennis op te
doen van de openbare werken aldaar.
Te Gouda wordt geklaagd dat het garnizoen
aldaar, niettegenstaande er viak naaBt de kazerne
eene bad- en zwem-inriohting bestaat, gedurende
den warmen zomer van dit jaar nog slechts twee
maal verlof heeft bekomen om een bad te nemen,
waartoe kosteloos gelegenheid bestaat.
Men maakt de opmerking dat hierdoor de in
eene kazerne zoo noodzakelijke reinheid slecht
bevorderd wordt.
Dezelfde klacht zon, indien wij ons niet ver
gissen, in meer garnizoenen aangeheven kunnen
worden. Het voor de gezondheid, niet minder
dan voor de zindelijkheid, zoo heilzame baden
en zwemmen, wordt in 't algemeen onder onze
militairen niet druk beoefend.
De Internationale tentoonstellingen, deze „vre
defeesten" zooals men ze genoemd heeft, schijnen
ook al aanleiding tot internationaal gekibbel te
geven. Het bestuur der wereldtentoonstelling te
Sydney beeit nu eindelijk, twee maanden na de
sluiting, bekend gemaakt, dat de prijzen zonden
bestaan in een certificaat vermeldende den graad
van bekroning en eene bronzen medaille, niet
zoozeer als een prijs als wel als een herinne
ring.
juist waarover ik mij beklaag en gij weet ook
dat ik hier verga van verveling I ik heb het vrij
wel knnnen uithouden totdat gij kwaarat, maar
nu ik gezelschap heb gehad, moet ik nu weer
tot dat doodsche leven terngkeeren? Daar heb
ik geen moed toe! Neen, wij gaan naar Parijs,
dat staat vast," riep Mile De St Aignan, geprik
keld door de stomme minachting in blikken en
gebaren, waarmede hij eiken volzin beantwoordde
zonder een woord nit te brengen. „Hoort gij,
petite t Wij gaan naar Parijs."
Edmée zweeg; zij kon niet openlijk zeggen
waarom zij nit al hare macht tegen dit plan was, te
meer daar zij voelde dat De Pelven het op de een
of andere manier geopperd had.
„In dat geval," begon deze schouderophalend,
„zou ik u, indien het niet vruchteloos ware, aan
raden om er zoo min mogelijk als een groote
dame uit te zien; maar ik vrees dat de natuur
te sterk is om eenige vermomming afdoende te
maken. Bedenk althans dat gij evengoed uw
lijkwade knnt aandoen als kleeren van zijde en
fluweel; wat ik n bidden mag draag een eenvou
dig katoenen kleedje en vermijd de kleuren die het
volk niet zien wil. Niets is tegenwoordig onbe
duidend."
„Dat zal ik doen en dit kind ook. Laat
ons nu gaan eten en dan zullen wij zooveel moge
lijk toebereidselen maken," zei Mile De St Aignan,
opgewekt door het denkbeeld aan afwisseling.
De Duitsche regeering heeft formeel aan harep
consul generaal getëlegrapheerd, om namens ver
scheidene fabrikanten iedere belooning te weigeren,
omdat de inzenders wel eene internationale jury
willen eerbitdigen, doch niet eene tentoonstellings
commissie, saamgesteld grootendeels nit lieden, die
nooit iets anders dan hun eigen kolonie gezien
hebben.
Ook de vertegenwoordiger, door de Nederland-
scbe deelnemers aangesteld, heeft schriftelgk zijn
verzet ingediend, doch vruchteloos.
Opgave van brieven, geadresseerd aan onbe
kenden, verzonden door het postkantoor Middel
burg, gedurende de 2e helft der maand Juli 1880.
J. Schneider, Amsterdam, H. van Wanrooi, Bergen
op Zoom, mej. S. van Koppele, Rotterdam, wed
C. de Witte, idem, M. Blanker, idem.
Door de regeering zijn voor de loodsen te Ter
schelling 93 zwemgordels gezonden met bevel aan
eiken loods om in dienst overgaande op een schip,
steeds dien gordel bij zich te dragen.
Mochten allen, die belang stellen in het lot van
den zeeman, eens de handen ineen slaan om op da
plaatsen, waar de meeBte ongelukken voorkomen,
eenige van die gordels beschikbaar te stellen.
De andere kurken drijitoestellen zijn lastig voor
de roeiers; daarom is het wenschelijk ze af te
schaffen en door betere te vervangen.
Op de Noordzee zijn vooral de beste roei- en
zwemtoestellen noodigwant éene grondzee is
voldoende om eene sloep om te werpen. De in
spanning der roeiers overtreft dan bij enkele red
dingen ook de grootste verbeelding. Moge het
voorbeeld der regeering krachtige navolging
vinden. (HU.)
Gedurende een menschenleeftijd gebenren in het
maatschappelijk leven zooveel veranderingen, dat
het levensmoede „niets nienws onder de zon" 1
eigenlijk de grootste aller onwaarheden is. Onze
font is alleen dat wij, ook in dit opzicht, zooals
Multaluli gezegd heeft, „slordig boekhouden."
Eene omwenteling, welke in ons huiselijk leven
sedert een tijd dien ieder, zelfs van middelbaren
leeftijd, zieh nog herinneren kan, is voorgevallen,
wordt door de Arnh. Ct. beschreven. Het betreft
de geschiedenis der lucifers, welker onbekende
uitvinder, naar sommigen beweren, dezer dagen in
Hongarije gestorven is.
„Het jongere geslacht, vertelt de Arh. Ct.
kan zich eene maatschappij zonder lucifers bijna
niet denken; maar de ouderen herinneren zich
nog op bureaux en in het huisvertrek, de komforen
of testen met „ingerekende" gloeiende turven,
waarnaast de blikken koker met zwavelstokken
stond, die de zuinige huismoeders in vieren oi
zessen spleten, en waarvan bet gebruik in hun
geheel verkwisting werd geacht.
„Gij moet ons een woning bezorgen bij een goeden
patriot, die niet al te scherpzinnig is, of ons te
veel bedriegt, want mijne middelen zijn niet on
uitputtelijk, dat kan ik u verzekeren."
Edmée bad het den heelen dag verder zoo druk
met onder haar leiding japonnen te maken, die
niet de aandacht trokken, met te helpen uitzoeken
wat medegenomen zon worden en wat achter zou
blijven, dat De Pelven geen gelegenheid had om
een woord met haar te spreken, voor 's avonds,
toen hij haar even in den gang staande hield en
vragend aanzag. Hij kon haar hart hooren klop
pen maar haar eerste woord was niet wat hij
verwachtte„Monsieur, waarom laat gij Mile
naar Parijs gaan?" vroeg zij.
„Die ongelukkige courant I Ik dacht er niet
aan dat ik die had laten liggen
„Ik vraag n waarom gij dit vertrek naar
Parijs verlangt?"
„Het is mij welkom, zeer welkom. Dat wil
ik niet ontkennen en gij begrijpt zeker wel
waarom Hoe zou ik u anders in mijn nabijheid
kunnen houden?"
„Spreek nooit meer tot mg, mijnheer, alsof
wij iets anders dan vreemden voor elkaar waren.
Vijanden, zoo gg wilt, maar vrienden: nooit
meer
„Mijn schoone Edmée, het zou gevaarlijker
knnnen zgn dan gg denkt, mg tot vgand te
hebben," antwoordde hij met een onheilspellendeR